9 Meting
9.2 Meetinstellingen
Uitgangsopties\voor kanaal A\Meetgrootheid\Volumeflow
Voor de gekozen meetgrootheid (behalve voor de geluidssnelheid) verschijnt er een lijst
met beschikbare maateenheden in beeld. De voor het laatst gekozen maateenheid wordt
het eerst in beeld gebracht.
• Kies de maateenheid voor de gekozen meetgrootheid.
• Druk op ENTER.
Opmerking!
Als de meetgrootheid of de maateenheid gewijzigd wordt, moeten de instellingen
voor de uitgangen gecontroleerd worden (zie paragraaf 9.2.3).
9.2.2
De dempingsgetal invoeren
Elke aangegeven meetwaarde is een glijdende gemiddelde waarde van alle meetwaar-
den van de laatste x seconden, waarbij x het dempingsgetal is. Een dempingsgetal dat
gelijk is aan 1 s betekent dat de meetwaarden niet gemiddeld worden genomen, omdat
het meetcijfer ongeveer 1/s bedraagt. De vooraf ingestelde waarde van 10 s is geschikt
voor normale doorstromingsomstandigheden. Sterk schommelende waarden, veroor-
zaakt door een grotere dynamiek van de stroming, vereisen een hoger dempingsgetal.
Uitgangsopties\...\Demping
• Kies de programmavertakking Uitgangsopties.
• Druk op ENTER totdat het menupunt Demping wordt weergegeven.
• Toets het dempingsgetal in.
• Druk op ENTER.
• Druk op de toets BRK om terug te keren naar het hoofdmenu.
90
2018-07-05, UMFLUXUSF60xV5-0-2NL
FLUXUS F60*