Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Handleiding
FLUXUS F501
UMFLUXUS_F501V1-4NL

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Flexim FLUXUS F501

  • Pagina 1 Handleiding FLUXUS F501 UMFLUXUS_F501V1-4NL...
  • Pagina 2 FLUXUS is een gedeponeerd handelsmerk van FLEXIM GmbH. FLEXIM GmbH Boxberger Straße 4 12681 Berlin Duitsland Tel.: +49 (30) 936 67 660 Fax: +49 (30) 936 67 680 E-mail: info@flexim.com www.flexim.com Handleiding voor FLUXUS F501 UMFLUXUS_F501V1-4NL, 2022-03-01 Artikelnummer: 25390 Copyright (©) FLEXIM GmbH 2022...
  • Pagina 3: Inhoudsopgave

    FLUXUS F501 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Inleiding .................7 Veiligheidsinstructies .
  • Pagina 4 Inhoudsopgave FLUXUS F501 Meting ................. 66 Parameterinvoer .
  • Pagina 5 FLUXUS F501 Inhoudsopgave Uitgebreide functies ..............103 16.1...
  • Pagina 6 Inhoudsopgave FLUXUS F501 2022-03-01, UMFLUXUSF501V1-4NL...
  • Pagina 7: Inleiding

    Auteursrechten De inhoud van de handleiding kan te allen tijde veranderd worden. Alle auteursrechten zijn in het bezit van FLEXIM GmbH. Het is zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van FLEXIM niet toegestaan, deze handleiding in welke vorm dan ook te vermenigvuldigen.
  • Pagina 8: Veiligheidsinstructies

    Telkens voordat u het meetinstrument gaat gebruiken, moet u controleren of het in feilloze staat verkeert en veilig werkt. Licht FLEXIM in als er bij de het installeren of het gebruik van het meetinstrument storingen zijn opgetreden of schade is ontstaan.
  • Pagina 9: Ondoelmatig Gebruik

    • Het meetinstrument vergt behalve de in hoofdstuk 11 genoemde uitzonderingen geen onderhoud. Componenten en re- serveonderdelen mogen uitsluitend worden vervangen door FLEXIM. De exploitant moet regelmatige controles verrich- ten op veranderingen of beschadigingen die een gevaar kunnen opleveren. Neem contact op met FLEXIM als u hier vra- gen over heeft.
  • Pagina 10: Veiligheidsinstructies Voor Het Transport

    • De transmitter, sensoren en toebehoren moeten voor transport correct worden verpakt: – Gebruik, als dat mogelijk is, de originele verpakking van FLEXIM of een gelijkwaardige kartonnen verpakking. – Plaats de transmitter, de sensoren en de toebehoren in het midden van de kartonnen verpakking.
  • Pagina 11: Grondbeginselen

    3 Grondbeginselen FLUXUS F501 3.1 Meetprincipe Grondbeginselen Bij de ultrasone flowmeting wordt de stromingssnelheid gemeten van een medium dat door een buis stroomt. Andere meetgrootheden worden afgeleid van de stromingssnelheid en - indien nodig - van bijkomende meetgrootheden. Meetprincipe De stromingssnelheid van het medium wordt gemeten volgens het procédé van ultrasoon looptijdverschil.
  • Pagina 12: De Stromingssnelheid Meten In De Transittime-Mode

    3 Grondbeginselen 3.1 Meetprincipe FLUXUS F501 m · Massastroom · m · · ρ De massa van het medium dat in een bepaalde tijd door de buis stroomt. De massastroom is het product van de volume- · stroom en het soortelijk gewicht ρ.
  • Pagina 13: De Stromingssnelheid Meten In De Noisetrek-Parallelstraal-Mode (Optie)

    3 Grondbeginselen FLUXUS F501 3.1 Meetprincipe Afb. 3.3: Looptijdverschil Δt Δt 1 – signaal in stroomrichting 2 – signaal tegen de stroomrichting in 3.1.3 De stromingssnelheid meten in de NoiseTrek-parallelstraal-mode (optie) Bij buizen met een kleine buisdiameter of bij media die het ultrasoon signaal sterk dempen, kan de looptijd in het medium zo kort worden dat de signaalkwaliteit niet meer voldoende is.
  • Pagina 14: Meetopstellingen

    3 Grondbeginselen 3.2 Meetopstellingen FLUXUS F501 De gemiddelde stromingssnelheid van het medium wordt als volgt berekend: t --------------- - v = k · k · 2 t  – gemiddelde stromingssnelheid van het medium – stromingsmechanische calibratiefactor – akoestische calibratiefactor Δt...
  • Pagina 15 3 Grondbeginselen FLUXUS F501 3.2 Meetopstellingen Sensorafstand De sensorafstand wordt gemeten aan de binnenkant van de sensoren. reflectieopstelling doorstralingsopstelling (positieve sensorafstand) doorstralingsopstelling (negatieve sensorafstand) a – sensorafstand Geluidsstraalniveau Niveau waarin meetpaden of stralen liggen. Afb. 3.8: 2 meetpaden op één niveau 3.2.2...
  • Pagina 16: Akoestische Doorstraalbaarheid

    3 Grondbeginselen 3.3 Akoestische doorstraalbaarheid FLUXUS F501 Akoestische doorstraalbaarheid De buis moet op het meetpunt akoestisch doorstraalbaar zijn. Er is sprake van akoestische doorstraalbaarheid als de buis en het medium het geluidssignaal niet zo sterk dempen dat het volledig geabsorbeerd wordt voordat het de tweede sensor bereikt.
  • Pagina 17: Ongestoord Stromingsprofiel

    3 Grondbeginselen FLUXUS F501 3.4 Ongestoord stromingsprofiel Vrije in- of uitloop Kies het meetpunt op een plaats op de buis die niet kan leeglopen, zie Afb. 3.13 en Afb. 3.14. Afb. 3.13: Aanbevolen aanbrenging van de Afb. 3.14: Ongunstige aanbrenging van de...
  • Pagina 18 3 Grondbeginselen 3.4 Ongestoord stromingsprofiel FLUXUS F501 Tab. 3.1: Aanbevolen afstanden t.o.v. storingsbronnen; D – nominale diameter op het meetpunt, l – aanbevolen afstand tussen de storingsbron en de sensorpositie storingsbron: ventiel inloop: l ≥ 40 D uitloop: l ≥ 5 D storingsbron: reductie inloop: l ≥...
  • Pagina 19: Productbeschrijving

    4 Productbeschrijving FLUXUS F501 4.1 Meetsysteem Productbeschrijving Meetsysteem Het meetsysteem bestaat uit de transmitter, de ultrasoonsensoren en de buis waarop wordt gemeten, zie Afb. 4.1. Afb. 4.1: Voorbeeld voor een meetopstelling 1 – sensor 2 – buis 3 – transmitter De sensoren worden op de buitenkant van de buis bevestigd.
  • Pagina 20: Navigeren

    4 Productbeschrijving 4.3 Navigeren FLUXUS F501 Voor de beschrijving van de afzonderlijke programmavertakkingen, zie Tab. 4.1. Tab. 4.1: Beschrijving van de programmavertakkingen programmavertakking beschrijving Parameter Voordat er een meting kan worden gestart, moeten de sensor-, buis- en mediumparameters in de programmavertakking Parameter worden ingevoerd.
  • Pagina 21: Toetsenbord

    4 Productbeschrijving FLUXUS F501 4.4 Toetsenbord Toetsenbord Het toetsenbord heeft 5 toetsen: ENTER, BRK en C Tab. 4.2: Algemene functies ENTER de keuze of de invoer bevestigen BRK + C INIT: Druk deze 2 toesten gelijktijdig tijdens het inschakelen om een initialisatie van de transmitter te verrich- ten, zie paragraaf 8.6.
  • Pagina 22: Transport En Opslag

    5 Transport en opslag 5.1 Transport FLUXUS F501 Transport en opslag Voorzichtig! Bij het verpakken kan de transmitter omlaagvallen. De kans bestaat dat lichaamsdelen bekneld raken of dat het meetinstrument wordt beschadigd. → Beveilig de transmitter tegen omlaagvallen tijdens het verpakken. Draag de voorgeschreven persoon- lijke veiligheidsuitrusting.
  • Pagina 23: Montage

    6 Montage FLUXUS F501 6.1 Transmitter Montage Waarschuwing! Monteren, aansluiten en in bedrijf stellen door onbevoegde en ongeschoolde medewerkers Kans op lichamelijk letsel of materiële schade en gevaarlijke situaties. → Werkzaamheden aan de transmitter mogen uitsluitend worden verricht door bevoegde en geschoolde medewerkers.
  • Pagina 24: De Transmitter Monteren

    6 Montage 6.1 Transmitter FLUXUS F501 6.1.1 De behuizing openen en sluiten Openen Important! Gebruik voor het openen van het deksel van de behuizing geen voorwerpen die de afdichting van de behuizing kun- nen beschadigen. • Draai de schroeven op de behuizing van de transmitter los, zie Afb. 6.2.
  • Pagina 25 6 Montage FLUXUS F501 6.1 Transmitter Afb. 6.3: Transmitter (afmetingen in mm) Ø 8.4 Ø 4.5 1 – bevestigingsgaten voor wandmontage 6.1.2.2 Buismontage Important! De buis moet zo stevig zijn dat zij bestand is tegen de belasting die ontstaat door de transmitter en door de krachten van de klembeugels.
  • Pagina 26 6 Montage 6.1 Transmitter FLUXUS F501 Montage aan een buis > 2" De buismontageset wordt met spanbanden aan de buis bevestigd, zie Afb. 6.5. Voorzichtig! De snijkant van de spanband is scherp. Gevaar voor letsel! → Ontbraam scherpe randen. → Draag de voorgeschreven persoonlijke veiligheidsuitrusting. Houdt u zich aan de geldende voorschriften.
  • Pagina 27: Sensoren

    6 Montage FLUXUS F501 6.2 Sensoren Sensoren Montage 6.2.1 Voorbereiding 6.2.1.1 Het meetpunt kiezen De correcte keuze van het juiste meetpunt is doorslaggevend voor betrouwbare meetresultaten en een hoge meetnauw- keurigheid. Een meting aan een buis is mogelijk als: • het ultrasoon geluid zich verspreidt met een amplitude die hoog genoeg is •...
  • Pagina 28 6 Montage 6.2 Sensoren FLUXUS F501 6.2.1.3 Keuze van de meetopstelling Doorstralingsopstelling met 2 stralen Reflectieopstelling met 1 straal • groter bereik stromings- en geluidssnel- • kleiner bereik stromings- en geluidssnel- heid in vergelijking met de reflectieop- heid in vergelijking met de doorstralings-...
  • Pagina 29: De Sensoren Monteren

    6 Montage FLUXUS F501 6.2 Sensoren Meting in beide richtingen stroomrichting • Het geluidsstraalniveau wordt afgesteld op het dichtstbij gelegen bochtstuk (al naar gelang het verloop van de buizen – horizontaal of verticaal – zie bovenaan). 6.2.2 De sensoren monteren 6.2.2.1...
  • Pagina 30: Rangschikking Van De Sensoren

    6 Montage 6.2 Sensoren FLUXUS F501 6.2.2.2 Rangschikking van de sensoren Voor de rangschikking van de sensoren en montagerails bestaan verscheidene varianten: Afb. 6.7: Rangschikking van de sensoren en montagerails reflectieopstelling, 1 rail reflectieopstelling, 2 rails doorstralingsopstelling, 2 rails parallel...
  • Pagina 31 6 Montage FLUXUS F501 6.2 Sensoren 6.2.2.3 Bevestigen met Variofix L (PermaRail) Inhoud van de levering 2 × Variofix L 1 × sensorpaar 4 × snelspanslot met spanband 4 × spanklemslot met spanband 4 × ratelslot en spanbandrol UMFLUXUS_F501V1-4NL, 2022-03-01...
  • Pagina 32 6 Montage 6.2 Sensoren FLUXUS F501 Montage Bij een meting in doorstralingsopstelling worden de sensorbevestigingen aan weerszijden van de buis gemonteerd, zie Afb. 6.8. Bij een meting in reflectieopstelling worden de sensorbevestigingen aan dezelfde zijde van de buis gemonteerd, zie Afb. 6.9.
  • Pagina 33 6 Montage FLUXUS F501 6.2 Sensoren Stap 1: Demontage van Variofix L • Haal de sensorbevestiging Variofix L uit elkaar, zie Afb. 6.10. Afb. 6.10: Demontage van Variofix L 1 – afdekking 2 – schroef 3 – moer 4 – rail 5 –...
  • Pagina 34 6 Montage 6.2 Sensoren FLUXUS F501 Ratelslot • Kort het spanband af (buisomtrek + tenminste 120 mm). Voorzichtig! De snijkant van de spanband is scherp. Gevaar voor letsel! → Ontbraam scherpe randen. → Draag de voorgeschreven persoonlijke veiligheidsuitrusting. Houdt u zich aan de geldende voorschrif- ten.
  • Pagina 35 6 Montage FLUXUS F501 6.2 Sensoren Snelspanslot • Schuif de spanband door de spanbandklem en de metalen veer, zie Afb. 6.15 en Afb. 6.16. • Plaats het spanslot, de spanbandklem en de metalen veer op de buis, zie Afb. 6.14: –...
  • Pagina 36 6 Montage 6.2 Sensoren FLUXUS F501 Opmerking! Om de schroef en de spanband los te draaien, moet u de hendel omlaag drukken, zie Afb. 6.19. Afb. 6.18: Spanband met metalen veer en spanbandklem 1 – metalen veer 2 – spanbandklem Afb.
  • Pagina 37 6 Montage FLUXUS F501 6.2 Sensoren Afb. 6.21: Rail eenzijdig aan de buis bevestigd 1 – spanbandklem 2 – spanbandklem 3 – moer • Selecteer de montagehandleiding van het meegeleverde spanslot: Spanklemslot • Schuif de spanband door de spanbandklem (2), zie Afb. 6.22.
  • Pagina 38 6 Montage 6.2 Sensoren FLUXUS F501 Afb. 6.23: Spanband met spanklemslot Afb. 6.24: Spanband met snelspanslot en metalen veer 1 – spanslotschroef 1 – spanslotschroef 2 – metalen veer Ratelslot • Schuif de spanband door de spanbandklem (2) en de metalen veer, zie Afb. 6.22 en Afb. 6.25. De metalen veer hoeft niet te worden gemonteerd op: –...
  • Pagina 39 6 Montage FLUXUS F501 6.2 Sensoren Afb. 6.26: Ratelslot met spanband 1 – draairichting 2 – snijkant 3 – hendel 4 – spanslotschroef met spleet • Herhaal de stappen voor het bevestigen van de tweede rail, zie Afb. 6.27. Afb. 6.27: Buis met 2 rails Stap 5: Montage van de sensoren in Variofix L •...
  • Pagina 40 Zorg ervoor dat de koppelfolie op de contactvlakken van de sensor blijft zitten. Zie voor informatie over de koppelfolie het veiligheidsinformatieblad. Neem contact op met FLEXIM als u het veiligheidsinformatieblad nodig heeft. • Draai de schroeven van de afdekkingen vast, zie Afb. 6.30.
  • Pagina 41 6 Montage FLUXUS F501 6.2 Sensoren 6.2.2.4 Bevestigen met Variofix C Inhoud van de levering 1 × Variofix C 1 × sensorpaar 1 × spanbandrol 2 × ratelslot Montage Bij een meting in reflectieopstelling wordt 1 sensorbevestiging aan de zijkant van de buis gemonteerd, zie Afb. 6.31.
  • Pagina 42 6 Montage 6.2 Sensoren FLUXUS F501 Stap 1: Demontage van Variofix C • Haal de sensorbevestiging Variofix C uit elkaar. Om de afdekking van de rail te verwijderen, moet u de buitenwand van de afdekking naar buiten toe drukken, zie Afb.
  • Pagina 43 6 Montage FLUXUS F501 6.2 Sensoren • Schuif de spanband ca. 100 mm door een spleet van de spanbandklem en buig de spanband om, zie Afb. 6.35. • Als dat nodig is, schuift u het lange uiteinde van de spanband door de metalen veer heen, zie Afb. 6.36. De metalen veer hoeft niet te worden gemonteerd op: –...
  • Pagina 44 6 Montage 6.2 Sensoren FLUXUS F501 De rail monteren met het ratelslot • Kort het spanband af (buisomtrek + tenminste 120 mm). Voorzichtig! De snijkant van de spanband is scherp. Gevaar voor letsel! → Ontbraam scherpe randen. → Draag de voorgeschreven persoonlijke veiligheidsuitrusting. Houdt u zich aan de geldende voorschrif- ten.
  • Pagina 45 6 Montage FLUXUS F501 6.2 Sensoren Opmerking! Om de schroef en de spanband los te draaien, moet u de hendel omlaag drukken, zie Afb. 6.42. Afb. 6.41: Ratelslot met spanband, metalen veer en spanbandklem op de buis 1 – metalen veer 2 –...
  • Pagina 46 Opmerking! Gebruik koppelpasta in plaats van koppelfolie, als het signaal voor de meting ontoereikend is. Zie voor informatie over de koppelfolie of de koppelpasta het veiligheidsinformatieblad. Neem contact op met FLEXIM als u het veilig- heidsinformatieblad nodig heeft. • Plaats de sensoren in de rail zodat de graveringen op de sensoren een pijl vormen. De sensorkabels wijzen in tegenge- stelde richting, zie Afb.
  • Pagina 47 6 Montage FLUXUS F501 6.2 Sensoren Afb. 6.46: Variofix C met sensoren op de buis 1 – schroef 2 – afdekking U verwijdert de afdekking als volgt van de gemonteerde sensorbevestiging Variofix C: • Gebruik een gereedschap als hefboom om de afdekking te verwijderen.
  • Pagina 48: Bevestiging Met Sensorhouder En Spanband

    6 Montage 6.2 Sensoren FLUXUS F501 6.2.2.5 Bevestiging met sensorhouder en spanband • Kort de spanbanden af (buisomtrek + tenminste 120 mm). • Zorg er voor dat onderdeel (2) van het spanslot op onderdeel (1) ligt, zie Afb. 6.48. De haken van onderdeel (2) moeten zich aan de buitenkant van het spanslot bevinden.
  • Pagina 49: Aansluiting

    7 Aansluiting FLUXUS F501 7.1 Sensoren Aansluiting Waarschuwing! Monteren, aansluiten en in bedrijf stellen door onbevoegde en ongeschoolde medewerkers Kans op lichamelijk letsel of materiële schade en gevaarlijke situaties. → Werkzaamheden aan de transmitter mogen uitsluitend worden verricht door bevoegde en geschoolde medewerkers.
  • Pagina 50: Aansluiting Van De Sensorkabel Op De Transmitter

    7 Aansluiting 7.1 Sensoren FLUXUS F501 7.1.1 Aansluiting van de sensorkabel op de transmitter Important! De beschermingsgraad van de transmitter is alleen gegarandeerd als alle kabels volledig en afsluitend met de kabel- schroefkoppelingen gemonteerd en de behuizing volledig dichtgeschroefd is.
  • Pagina 51: De Verlengkabel Op De Transmitter Aansluiten

    7 Aansluiting FLUXUS F501 7.1 Sensoren Afb. 7.3: Aansluiting van de sensorkabel met kunststof kabelmantel en geïsoleerd kabeluiteinden op de transmitter kabelschroefverbinding 1 – wartel 2 – inzetstuk 3 – lichaam 4 – teruggeslagen buitenste afscherming 7.1.2 De verlengkabel op de transmitter aansluiten •...
  • Pagina 52 7 Aansluiting 7.1 Sensoren FLUXUS F501 Afb. 7.4: Aansluiting van de verlengkabel op de transmitter kabelschroefverbinding 1 – wartel 2 – inzetstuk 3 – lichaam 4 – teruggeslagen buitenste afscherming 5 – verlengkabel 7.1.3 Aansluiting van de sensorkabel op de klembehuizing •...
  • Pagina 53: Aansluiting Zonder Potentiaalscheiding (Standaard)

    7 Aansluiting FLUXUS F501 7.1 Sensoren Afb. 7.5: Aansluiting van de sensorkabel met kunststof kabelmantel en gestripte kabeluiteinden kabelschroefverbinding 1 – wartel 2 – inzetstuk 3 – lichaam 4 – teruggeslagen buitenste afscherming 7.1.4 De verlengkabel op de klembehuizing aansluiten 7.1.4.1...
  • Pagina 54: Aansluiting Met Potentiaalscheiding

    7 Aansluiting 7.1 Sensoren FLUXUS F501 Afb. 7.6: Aansluiting van de verleng- en sensorkabel op de klembehuizing kabelschroefverbinding 1 – verlengkabel 2 – teruggeslagen buitenste afscherming 3 – wartel 4 – inzetstuk 5 – lichaam 6 – aansluiting van de verlengkabel 7 –...
  • Pagina 55 7 Aansluiting FLUXUS F501 7.1 Sensoren Important! De buitenste afscherming van de verlengkabel mag geen elektrisch contact maken met de klembehuizing. De ver- lengkabel moet daarom tot aan de afschermingsklem helemaal geïsoleerd zijn. • Fixeer de verlengkabel en de buitenste afscherming aan de afschermingsklem.
  • Pagina 56 7 Aansluiting 7.1 Sensoren FLUXUS F501 7.1.5 Sensormodule (SENSPROM) De sensormodule bevat belangrijke sensorgegevens voor het gebruik van de transmitter met de sensoren. Als er sensoren vervangen worden, dan moet ook de sensormodule vervangen worden. Opmerking! Het serienummer van de sensormodule moet overeenstemmen met dat van de sensor. Een verkeerde of een ver- keerd aangesloten sensormodule leidt tot verkeerde meetwaarden of tot het uitvallen van de meting.
  • Pagina 57: Spanningsvoorziening

    7 Aansluiting FLUXUS F501 7.2 Spanningsvoorziening Spanningsvoorziening Aansluiting Important! De beschermingsgraad van de transmitter is alleen gegarandeerd als de kabel voor de spanningsvoorziening goed vast zit en zonder speling in de kabelschroefkoppeling zit. • Sluit de spanningsvoedingskabel aan op de transmitter.
  • Pagina 58: Uitgangen

    7 Aansluiting 7.3 Uitgangen FLUXUS F501 Uitgangen Important! De max. geoorloofde spanning tussen de uitgangen en PE bedraagt 60 V DC (permanent). • Sluit de uitgangskabel aan op de transmitter. Voor het aansluiten van de uitgangskabel op de transmitter zie paragraaf 7.2.1, Afb. 7.11 en Tab. 7.7.
  • Pagina 59 7 Aansluiting FLUXUS F501 7.3 Uitgangen Tab. 7.7: Circuit van de uitgangen uitgang transmitter externe circuit opmerking interne circuit aansluiting RS485 (optie) 120 Ω 8 (A+) afsluitweerstand 7 (B-) afscher- Het aantal, het type en de aansluitingen van de uitgangen zijn afhankelijk van de order.
  • Pagina 60: Seriële Interfaces

    7 Aansluiting 7.4 Seriële interfaces FLUXUS F501 Seriële interfaces Aansluiting 7.4.1 Service-interface RS232 De service-interface RS232 bevindt zich op de frontplaat van de transmitter, zie Afb. 7.12. • Sluit de RS232-kabel op de transmitter en de seriële interface van de pc aan. Als de RS232-kabel niet op de PC aange- sloten kan worden, gebruik de RS232/USB-adapter.
  • Pagina 61: Inbedrijfstelling

    8 Inbedrijfstelling FLUXUS F501 8.1 Instellingen bij de eerste inbedrijfstelling Inbedrijfstelling Waarschuwing! Monteren, aansluiten en in bedrijf stellen door onbevoegde en ongeschoolde medewerkers Kans op lichamelijk letsel of materiële schade en gevaarlijke situaties. → Werkzaamheden aan de transmitter mogen uitsluitend worden verricht door bevoegde en geschoolde medewerkers.
  • Pagina 62: Inschakelen

    8 Inbedrijfstelling 8.2 Inschakelen FLUXUS F501 DATUM De actuele datum verschijnt in beeld. • Druk op ENTER om de datum te bevestigen of toets op de actuele datum in via de toetsen • Druk op ENTER. Inschakelen Zodra de transmitter met de spanningsvoorziening verbonden is, verschijnt het serienummer van de transmitter even in beeld.
  • Pagina 63: Hotcodes

    8 Inbedrijfstelling FLUXUS F501 8.4 HotCodes HotCodes Een HotCode is een cijferreeks waarmee bepaalde functies en instellingen geactiveerd worden. Spec. functie\SYSTEEM inst.\Diverse • Kies in de programmavertakking Spec. functie\SYSTEEM inst. het menupunt Diverse. • Druk op ENTER. Input a HOTCODE •...
  • Pagina 64: Initialisatie

    8 Inbedrijfstelling 8.6 Initialisatie FLUXUS F501 Initialisatie Bij een initialisatie (INIT) van de transmitter worden de instellingen in de programmavertakkingen Parameter en Uit- gangsopties en enkele instellingen in de programmavertakking Spec. functie teruggezet op de voorinstellingen van de fabrikant. Een initialisatie gebeurt als volgt: •...
  • Pagina 65: Apparaatinformatie

    8 Inbedrijfstelling FLUXUS F501 8.8 Apparaatinformatie Apparaatinformatie Spec. functie\Instrument info • Kies de het menupunt Instrument info om informatie te krijgen over de transmitter. • Druk op ENTER. F501 -XXXXXXXX Het type en het serienummer wordt in de bovenste regel in beeld gebracht.
  • Pagina 66: Meting

    9 Meting 9.1 Parameterinvoer FLUXUS F501 Meting Waarschuwing! Monteren, aansluiten en in bedrijf stellen door onbevoegde en ongeschoolde medewerkers Kans op lichamelijk letsel of materiële schade en gevaarlijke situaties. → Werkzaamheden aan de transmitter mogen uitsluitend worden verricht door bevoegde en geschoolde medewerkers.
  • Pagina 67 9 Meting FLUXUS F501 9.1 Parameterinvoer Buitendiameter 1100.0 MAXIMAL Het is mogelijk om in plaats van de buisbuitendiameter de buisomtrek in te toetsen, zie paragraaf 18.1. Als de invoer van de buisomtrek geactiveerd is en u nul intoetst bij Buitendiameter, verschijnt het menupunt Leidingomtrek in beeld.
  • Pagina 68 9 Meting 9.1 Parameterinvoer FLUXUS F501 Bekledingsmateriaal Parameter\Bekleding • Kies het bekledingsmateriaal. • Druk op ENTER. • Als het bekledingsmateriaal niet op de keuzelijst staat, kiest u Ander materiaal. • Druk op ENTER. Deze weergave verschijnt alleen als ja in het menupunt Bekleding gekozen is.
  • Pagina 69: De Mediumparameters Invoeren

    9 Meting FLUXUS F501 9.1 Parameterinvoer 9.1.2 De mediumparameters invoeren Medium Parameter\Medium • Kies het medium van de keuzelijst. • Druk op ENTER. Als het medium niet op de keuzelijst staat, kiest u Ander medium. Als u een medium van de keuzelijst kiest, verschijnt meteen het menupunt voor het invoeren van de mediumtemperatuur in beeld.
  • Pagina 70: Andere Parameters

    9 Meting 9.1 Parameterinvoer FLUXUS F501 Soortelijk gewicht van het medium Parameter\Medium\Ander medium\Dichtheid Met behulp van het soortelijk gewicht wordt de massastroom berekend. Als de massastroom niet wordt gemeten, hoeft er niets te worden ingevoerd. U kunt de vooraf ingestelde waarde gebrui- ken.
  • Pagina 71: Meetinstellingen

    9 Meting FLUXUS F501 9.2 Meetinstellingen Meetinstellingen 9.2.1 De meetgrootheid en de maateenheid kiezen U kunt de volgende meetgrootheden meten: • geluidssnelheid Uitgangsopties • stromingssnelheid: wordt berekend op basis van het ge- Meetgrootheid meten looptijdverschil • volumestroom: wordt berekend door de stromingssnel-...
  • Pagina 72: Een Uitgang Installeren

    9 Meting 9.2 Meetinstellingen FLUXUS F501 9.2.3 Een uitgang installeren Als de transmitter uitgerust is met uitgangen, moeten deze geïnstalleerd en geactiveerd worden, voordat ze gebruikt SYSTEEM inst. kunnen worden: • de meetgrootheid (brongrootte) toewijzen die het bronka- Procesuitgangen naal naar de uitgang moet overdragen en de eigenschap- pen van het signaal toewijzen Install.uitgang...
  • Pagina 73 9 Meting FLUXUS F501 9.2 Meetinstellingen Tab. 9.1: De uitgangen configureren brongrootte lijstnotering output Meetwaarde Act. meetgroth. meetgrootheid die in de programmavertakking Uitgangsopties gekozen is debiet onafhankelijk van de keuze van de meetgrootheid in de Flow programmavertakking Uitgangsopties Hoeveelheid totalisator voor de positieve stroomrichting * Act.
  • Pagina 74 9 Meting 9.2 Meetinstellingen FLUXUS F501 9.2.3.1 De meetwaardeoutput Outputbereik Bij de configuratie van een analoge uitgang moet nu het outputbereik worden vastgelegd. Bron Uitgangbereik Spec. functie\SYSTEEM inst.\Procesuitgan- gen\...\Uitgangbereik I1 Foutwaarde • Kies het menupunt Spec. functie\SYSTEEM inst.\ Active loop Procesuitgangen\...\Uitgangbereik I1.
  • Pagina 75 9 Meting FLUXUS F501 9.2 Meetinstellingen Tab. 9.3: Voorbeelden van foutenoutput (voor het outputbereik 4…20 mA) lijstnotering uitgangssignaal Minimum (4.0 mA) I [mA] Hou laatste wrde I [mA] Maximum (20.0 mA) I [mA] Andere waarde I [mA] foutwaarde = 3.5 mA Klemmenfuncties Spec.
  • Pagina 76: Een Analoge Uitgang Activeren

    9 Meting 9.2 Meetinstellingen FLUXUS F501 Werkingstest van de uitgang De werking van de uitgang kan nu gecontroleerd worden. • Sluit een extern meetapparaat aan op de klemmen van de geïnstalleerde uitgang. Spec. functie\SYSTEEM inst.\Procesuitgangen\...\Output Test I1 • Toets een testwaarde in. Hij moet binnen het outputbereik liggen.
  • Pagina 77 9 Meting FLUXUS F501 9.2 Meetinstellingen Uitgangsopties\...\Einde meetbereik • Geef de grootste te verwachten meetwaarde aan. De maateenheid van de brongrootte verschijnt in beeld. Einde meetbereik is de waarde die is toegewezen aan de waarde Uitgang MAX van het outputbereik.
  • Pagina 78: De Foutwaardevertraging Invoeren

    9 Meting 9.3 De meting starten FLUXUS F501 9.2.5 De foutwaardevertraging invoeren De foutwaardevertraging is de tijd, na afloop waarvan er een foutwaarde naar een uitgang gestuurd wordt, als er geen gel- dige meetwaarden beschikbaar zijn. Uitgangsopties\...\I1:Foutw.vertraging Deze weergave verschijnt alleen als in Spec. functie\Dialogen/menu's\Foutw.vertraging de lijstnotering bewerk is gekozen.
  • Pagina 79 9 Meting FLUXUS F501 9.3 De meting starten Profielcorrectie Als u in het menupunt Spec. functie\SYSTEEM inst.\Meten\ProfileCorr 2.0 de lijstnotering With distur- bance heeft gekozen, moet worden nagegaan of de meetopstelling geschikt is. Als het aantal meetpaden is oneven en als er meer dan één meetkanaal geactiveerd is, dan verschijnt de volgende weergave: A: Alone at measp >NEE<...
  • Pagina 80 9 Meting 9.3 De meting starten FLUXUS F501 Afb. 9.1: Diagnosevenster S=■■■■■■ Q:■■■■■■■■■■■■ time= 94.0 µs Q:■■■■■■■■■■■ Controleer bij grotere afwijkingen, of de parameters correct zijn ingetoetst of herhaal de meting ergens anders op de buis. Meten\...\Sensor afstand\54 mm Na exacte positionering van de sensoren wordt de aanbevolen sensorafstand opnieuw aangegeven.
  • Pagina 81: De Meetwaarden Tonen

    9 Meting FLUXUS F501 9.4 De meetwaarden tonen De meetwaarden tonen Tijdens de meting worden de meetwaarden als volgt aangegeven: Volumeflow 31.82 m3/h 9.4.1 Waarde van de geluidssnelheid Door op de te drukken kunt u de geluidssnelheid van het medium tijdens de meting in beeld brengen.
  • Pagina 82 9 Meting 9.4 De meetwaarden tonen FLUXUS F501 Statusregel Belangrijk gegevens van de lopende meting staan allemaal in de statusregel. Op die manier kan de kwaliteit en de preci- sie van de lopende meting beoordeeld worden. Met toets kan men tijdens de meting in de bovenste regel naar de statusregel scrollen.
  • Pagina 83: Speciale Functies Uitvoeren

    9 Meting FLUXUS F501 9.5 Speciale functies uitvoeren 9.4.3 Sensorafstand De sensorafstand kan tijdens de meting door middel van scrollen met de toets in beeld gebracht worden. Afb. 9.3: De sensorafstand weergeven L=(51.2) 50.8 mm 54.5 m3/h De optimale sensorafstand staat tussen haakjes (in dit geval: 51.2 mm), daarachter de ingetoetste sensorafstand (in dit geval: 50.8 mm).
  • Pagina 84: Fouten Lokaliseren

    Als de spanningsvoorziening in orde is, zijn ofwel de sensoren of is een onderdeel van de transmitter defect. De sensoren en de transmitter moeten voor reparatie naar FLEXIM worden opgestuurd. De melding "SYSTEEMFOUT" verschijnt in beeld Druk op de toets BRK om terug te keren naar het hoofdmenu.
  • Pagina 85: Problemen Met De Meting

    Als de datum en de tijd op nul gezet of verkeerd zijn of de meetwarden worden gewist nadat het apparaat is uitgeschakeld en opnieuw is ingeschakeld, dan moet de databufferbatterij worden vervangen. Stuur de transmitter naar FLEXIM op. Een uitgang werkt niet Zorg er voor dat de uitgang goed geconfigureerd zijn.
  • Pagina 86: Toepassingsspecifieke Problemen

    Het meten aan buizen gemaakt van een poreus materiaal (bijv. beton of gietijzer) is slechts in beperkte mate mogelijk Neem contact op met FLEXIM. De buisbekleding kan bij de meting problemen veroorzaken, als ze niet vast tegen de buisbinnenwand aanligt of gemaakt is van akoestisch absorberend materiaal Probeer te meten op een niet bekleed stuk van de buis.
  • Pagina 87: Problemen Met De Totalizers

    10 Fouten lokaliseren FLUXUS F501 10.6 Problemen met de totalizers 10.6 Problemen met de totalizers De waarden van de totalizers zijn te hoog Zie Spec. functie\SYSTEEM inst.\Meten\Hoev. terughalen. Als dit menupunt geactiveerd is, worden de waarden van de totalizers bewaard. Aan het begin van de volgende meting nemen de totalizers deze waarden aan.
  • Pagina 88: Onderhoud En Reiniging

    11 Onderhoud en reiniging 11.1 Onderhoud FLUXUS F501 Onderhoud en reiniging Waarschuwing! Servicewerkzaamheden door onbevoegde en ongeschoolde medewerkers Kans op lichamelijk letsel of materiële schade en gevaarlijke situaties. → Werkzaamheden aan de transmitter mogen uitsluitend worden verricht door bevoegde en geschoolde medewerkers.
  • Pagina 89: Reiniging

    • als de sensoren gedurende lange tijd bij hoge temperaturen gebruikt zijn (enkele maanden > 130 °C voor normale sen- soren of > 200 °C voor hoogtemperatuursensoren) Voor hernieuwde kalibratie in referentieomstandigheden moet ofwel de transmitter, de sensoren of de transmitter en de sensoren naar FLEXIM worden opgestuurd. UMFLUXUS_F501V1-4NL, 2022-03-01...
  • Pagina 90: Demontage En Vernietiging

    Het meetapparaat moet volgens de geldende voorschriften worden vernietigd. Al naar gelang het materiaal moeten de betreffende onderdelen bij het huisvuil, het chemisch afval of de recyclage wor- den gedaan. Neem contact op met FLEXIM als u hier vragen over heeft. 2022-03-01, UMFLUXUS_F501V1-4NL...
  • Pagina 91: Uitgangen

    13 Uitgangen FLUXUS F501 13.1 Installeren van een binaire uitgang Uitgangen Behalve met analoge uitgangen kan de transmitter ook zijn uitgerust met binaire uitgangen. 13.1 Installeren van een binaire uitgang Als de transmitter uitgerust is met binaire uitgangen, moeten deze geïnstalleerd en geactiveerd worden, voordat ze ge- bruikt kunnen worden: •...
  • Pagina 92 13 Uitgangen 13.1 Installeren van een binaire uitgang FLUXUS F501 Werkingstest van de binaire uitgang De werking van de uitgang kan nu gecontroleerd worden. • Sluit een extern meetapparaat aan op de klemmen van de geïnstalleerde uitgang. Spec. functie\SYSTEEM inst.\Procesuitgangen\...\Output Test B1\Opto-Relay OFF •...
  • Pagina 93: Activeren Van Een Binaire Uitgang Als Impulsuitgang

    13 Uitgangen FLUXUS F501 13.2 Activeren van een binaire uitgang als impulsuitgang 13.2 Activeren van een binaire uitgang als impulsuitgang Een pulsuitgang is een integrerende uitgang, die een impuls zendt als het volume of de massa van het medium, dat aan het meetpunt voorbijgestroomd is, een bepaalde waarde (Pulswaarde) bereikt heeft.
  • Pagina 94: Datalogger

    14 Datalogger 14.1 De datalogger activeren/deactiveren FLUXUS F501 Datalogger De transmitter heeft een datalogger waarin de volgende gegevens tijdens het meten kunnen worden bewaard. • datum • tijd • meetpuntnummer • buisparameter • mediumparameters • sensorgegevens • meetpad (reflectie-of doorstralingsopstelling) •...
  • Pagina 95: De Datalogger Configureren

    14 Datalogger FLUXUS F501 14.3 De datalogger configureren 14.3 De datalogger configureren Spec. functie\SYSTEEM inst.\Opslaan • Kies het menupunt Spec. functie\SYSTEEM inst.\Opslaan. • Druk op ENTER. Starttijdstip Als het bewaren van de meetwaarden bij meerdere transmitters gesynchroniseerd moet worden, kunt u een starttijdstip in- stellen.
  • Pagina 96: Bij Geactiveerde Datalogger Meten

    14 Datalogger 14.4 Bij geactiveerde datalogger meten FLUXUS F501 Opmerking! Opslagmodus = gemidd De gemiddelde waarde van de meetgrootheid wordt berekend, net als de gemiddelde waarde van andere grootheden die aan het meetkanaal zijn toegewezen. Als u de log interval < 5 s heeft gekozen, dan wordt voorb. gebruikt.
  • Pagina 97: De Meetwaarden Wissen

    14 Datalogger FLUXUS F501 14.5 De meetwaarden wissen 14.5 De meetwaarden wissen Spec. functie\Wissen meetw. • Kies het menupunt Spec. functie\Wissen meetw. • Druk op ENTER. Spec. functie\Wissen meetw.\Zeker wissen? • Kies ja of nee. • Druk op ENTER. 14.6 Informatie over de datalogger Er kunnen ca.
  • Pagina 98: Gegevensoverdracht

    15 Gegevensoverdracht 15.1 FluxDiagReader/FluxDiag FLUXUS F501 Gegevensoverdracht De gegevens kunnen via de procesinterface (procesinterface RS485 (optie), of andere) of de service-interface RS232) van de transmitter naar een pc worden doorgestuurd. Tab. 15.1: Overzicht gegevensoverdracht programma gegevensoverdracht FluxDiagReader RS232 offline paragraaf 15.1...
  • Pagina 99: Offline-Overdracht

    15 Gegevensoverdracht FLUXUS F501 15.2 Terminalprogramma 15.2.2 Offline-overdracht Opmerking! Bij de offline-overdracht worden alleen de gegevens overdragen die in de datalogger opgeslagen zijn. • Start het terminalprogramma. • Toets de overdrachtsparameters in de terminalprogramma in. De overdrachtsparameters van de terminalprogramma en de transmitter moeten identiek zijn, zie paragraaf 15.3.
  • Pagina 100: Overdrachtsparameters

    15 Gegevensoverdracht 15.3 Overdrachtsparameters FLUXUS F501 15.3 Overdrachtsparameters • de transmitter zendt tekenreeksen in ASCII-CRLF • max. regellengte: 255 tekens RS232 voorinstelling: 9600 bit/s, 8 databits, even pariteit, 2 stopbit, protocol RTS/CTS (Hardware Handshake) De overdrachtsparameters van de service-interface RS232 kunnen gewijzigd worden: •...
  • Pagina 101: De Meetgegevens Formatteren

    15 Gegevensoverdracht FLUXUS F501 15.4 De meetgegevens formatteren 15.4 De meetgegevens formatteren Spec. functie\SYSTEEM inst.\Ser. transmissie\SER:ruimtes weg • Kies het menupunt Spec. functie\SYSTEEM inst.\Ser. transmissie. • Druk op ENTER totdat SER:ruimtes weg in beeld verschijnt. • Kies aan als spaties niet overgedragen moeten worden.
  • Pagina 102 15 Gegevensoverdracht 15.5 Structuur van de gegevens FLUXUS F501 Voorbeeld \DATA A: \*MEASURE; Q_POS; Q_NEG; B: \*MEASURE; Q_POS; Q_NEG; Voor elk log interval wordt voor elk geactiveerd meetkanaal een dataregel overgedragen. De regel ??? wordt overgedra- gen als er geen meetwaarden voor het log interval zijn.
  • Pagina 103: Uitgebreide Functies

    16 Uitgebreide functies FLUXUS F501 16.1 Totalizers Uitgebreide functies 16.1 Totalizers Het totale volume of de totale massa van het medium op het meetpunt kan bepaald worden. Er zijn 2 totalisatoren, één voor de positieve en één voor de negatieve stroomrichting. De maateenheid die wordt gebruikt voor het totaliseren is de volume- of massa-eenheid, die voor de meetgrootheid is gekozen.
  • Pagina 104: Noisetrek-Parallelstraal-Mode (Optie)

    16 Uitgebreide functies 16.2 NoiseTrek-parallelstraal-mode (optie) FLUXUS F501 Overloop van de totalizers U kunt instellen hoe de totalizers reageren bij overloop: Spec. functie\SYSTEEM inst.\Meten\Hoev. wrapping • Kies het menupunt Spec. functie\SYSTEEM inst.\Meten. • Kies aan om met overloop te werken.
  • Pagina 105: Cut-Off-Flow

    16 Uitgebreide functies FLUXUS F501 16.4 Cut-off-flow Opmerking! Als de bovenste grenswaarde te laag is, bestaat de kans dat een meting niet mogelijk is, omdat de meeste meet- waarden als "ongeldig" gemarkeerd worden. 16.4 Cut-off-flow De cut-off-flow is een grenswaarde voor de stromingssnelheid. Alle gemeten stromingssnelheden die de grenswaarde on- derschrijden en de afgeleide grootheiden ervan worden op nul gezet.
  • Pagina 106: Profielcorrectie

    16 Uitgebreide functies 16.5 Profielcorrectie FLUXUS F501 16.5 Profielcorrectie Voor het berekenen van de stromingsmechanische calibratiefactor k de volgene instellingen kunnen worden uitgevoerd: • off: profielcorrectie 1.0 • on: profilcorrectie 2.0 onder ideale inloopomstandigheden (voorinstelling) • With disturbance: profilcorrectie 2.0 onder niet ideale inloopomstandigheden Voor het instellen van de profielcorrectie moet u de volgende stappen uitvoeren: •...
  • Pagina 107: Diagnose Met Behulp Van De Snap-Functie

    16 Uitgebreide functies FLUXUS F501 16.7 Diagnose met behulp van de snap-functie Tijdens de meting wordt de benaming van de meetgrootheid in hoofdletters in beeld gebracht, om er op te wijzen dat de waarde ongecorrigieerd is. STROOMSNELHEID 2.60 • Druk op ENTER.
  • Pagina 108: De Grenswaarde Voor De Buisbinnendiameter Veranderen

    16 Uitgebreide functies 16.8 De grenswaarde voor de buisbinnendiameter veranderen FLUXUS F501 Spec. functie\...\DSP-SignalSnap\AutoSnap • Activeer of deactiveer de AutoSnap-functie. • Druk op ENTER. Spec. functie\...\DSP-SignalSnap\Snap ringbuffer • Activeer of deactiveer de snap ringbuffer. • Druk op ENTER. Snaps wissen Spec.
  • Pagina 109: Activeren Van Een Binaire Uitgang Als Alarmuitgang

    16 Uitgebreide functies FLUXUS F501 16.9 Activeren van een binaire uitgang als alarmuitgang 16.9 Activeren van een binaire uitgang als alarmuitgang Opmerking! Het menupunt Alarmuitgang wordt alleen dan weergegeven in de programmavertakking Uitgangsopties, als er een binaire uitgang als alarmuitgang moet worden geïnstalleerd, zie paragraaf 13.1.
  • Pagina 110: De Grenswaarden Vastleggen

    16 Uitgebreide functies 16.9 Activeren van een binaire uitgang als alarmuitgang FLUXUS F501 Opmerking! Als er niet gemeten wordt, zijn alle alarmen stroomloos, ongeacht de geprogrammeerde schakelfunctie. 16.9.2 De grenswaarden vastleggen Als u in de keuzelijst func de schakelvoorwaarde MAX of MIN kiest, moet de grenswaarde voor de uitgang worden vastge-...
  • Pagina 111: De Hysterese Vastleggen

    16 Uitgebreide functies FLUXUS F501 16.9 Activeren van een binaire uitgang als alarmuitgang Als u in de keuzelijst func de schakelvoorwaarde GRTHD. kiest, moet de grenswaarde van de uitgang worden vastge- legd: Input R1\Functie: GRTHD.\Hoeveelhd-grens • Toets de hoeveelheidsgrenswaarde in.
  • Pagina 112: Gedrag Van De Alarmuitgangen

    16 Uitgebreide functies 16.10 Gedrag van de alarmuitgangen FLUXUS F501 16.10 Gedrag van de alarmuitgangen 16.10.1 Schijnbare schakelvertraging De meetwaarden en waarden van de totalisator verschijnen afgerond op 2 cijfers achter de komma in beeld. De grens- waarden worden echter vergeleken met de niet afgeronde meetwaarden. Daarom kan er bij een zeer kleine verandering van de meetwaarde (kleiner dan 2 decimalen) een schijnbare schakelvertraging ontstaan.
  • Pagina 113 16 Uitgebreide functies FLUXUS F501 16.10 Gedrag van de alarmuitgangen Afb. 16.1: Gedrag van een relais bij verandering van de stroomrichting flow flow type NIET-HOUDEN type HOUDEN ca. 1 s alarm resetten (3 × toets C) Bij een aanpassing aan veranderde meetomstandigheden, bijv. bij een aanzienlijke verhoging van de mediumtempera- tuur, wordt het alarm niet geschakeld.
  • Pagina 114: Deactiveren Van Een Alarmuitgang

    16 Uitgebreide functies 16.10 Gedrag van de alarmuitgangen FLUXUS F501 Tab. 16.3: Pictogrammen voor de alarmstatusweergave func mode huidige status (schakelvoorwaarde) (resetgedrag) (schakelfunctie) SLUITER gesloten NIET-HOUDEN OPENER open HOUDEN +→- -→+ GRTHD. FOUT Voorbeeld R1 = 16.10.5 Deactiveren van een alarmuitgang Als de geprogrammeerde uitgangen niet meer nodig zijn, kunnen ze gedeactiveerd worden.
  • Pagina 115: Superuser-Mode

    17 SuperUser-mode FLUXUS F501 17.1 Activeren/deactiveren SuperUser-mode De SuperUser-mode maakt een uitgebreide signaal- en meetwaardediagnose mogelijk. Bovendien kunt u hiermee ter op- timalisatie van de meetresultaten of in het kader van experimentele werkzaamheden extra parameters voor het meetpunt vastleggen die aan de toepassing zijn aangepast: De bijzonderheden van de SuperUser-mode zijn: •...
  • Pagina 116: Correctie Van De Stromingssnelheid

    17 SuperUser-mode 17.2 De stromingsparameters vastleggen FLUXUS F501 Spec. functie\...\Kalibratie\...\Laminar flow • Voer het max. getal van Reynolds in waarbij er sprake is van een laminaire stroming. Het ingevoerde getal wordt op hon- derdtallen afgerond. • Toets nul in om de vooraf ingestelde waarde 3000 te gebruiken.
  • Pagina 117: 17.3 Begrenzing Van De Signaalversterking

    17 SuperUser-mode FLUXUS F501 17.3 Begrenzing van de signaalversterking Spec. functie\...\Kalibratie\...\Calibration\Hoek • Als aan gekozen is, toetst u de helling in. Als u nul intoetst, wordt de correctie gedeactiveerd. • Druk op ENTER. Spec. functie\...\Kalibratie\...\Calibration\Offset • Toets de offset in.
  • Pagina 118: Bovenste Grenswaarde Van De Geluidssnelheid

    17 SuperUser-mode 17.4 Bovenste grenswaarde van de geluidssnelheid FLUXUS F501 Opmerking! De begrenzing van de signaalversterking blijft actief na het deactiveren van de SuperUser-mode. 17.4 Bovenste grenswaarde van de geluidssnelheid Bij het beoordelen van de plausibiliteit van het signaal wordt er gecontroleerd of de geluidssnelheid zich binnen een vast- gelegd bereik bevindt.
  • Pagina 119: Herkennen Van Lange Meetuitvallen

    17 SuperUser-mode FLUXUS F501 17.5 Herkennen van lange meetuitvallen 17.5 Herkennen van lange meetuitvallen Als er over een lang tijdsinterval geen geldige meetwaarden worden gemeten, worden nieuwe incrementen van de hoe- veelheidstellers genegeerd. De waarden van de hoeveelheidstellers blijven onveranderd.
  • Pagina 120: Handmatig Terugzetten Op Nul Van De Totalisatoren

    17 SuperUser-mode 17.7 Handmatig terugzetten op nul van de totalisatoren FLUXUS F501 17.7 Handmatig terugzetten op nul van de totalisatoren Als het handmatig resetten van de totalisatoren geactiveerd is, kunt u de totalisatoren ook bij geactiveerde programme- ringscode tijdens de meting terug op nul zetten door driemaal op de toets C te drukken.
  • Pagina 121: 17.10 Weergave Tijdens De Meting

    17 SuperUser-mode FLUXUS F501 17.10 Weergave tijdens de meting 17.10 Weergave tijdens de meting Naast de normale informatie, zie paragraaf 9.4, kunnen in de SuperUser-mode tijdens de meting de volgende grootheden worden weergegeven: weergave verklaring looptijd van het meetsignaal in het medium...
  • Pagina 122: Instellingen

    18 Instellingen 18.1 Dialogen en menu's FLUXUS F501 Instellingen 18.1 Dialogen en menu's Spec. functie\SYSTEEM inst.\Dialogen/menu's • Kies het menupunt Spec. functie\SYSTEEM inst.\Dialogen/menu's. • Druk op ENTER. Opmerking! De instellingen worden aan het einde van de dialoog opgeslagen. Als de menupunt door een druk op de toets BRK beëindigd wordt, worden de wijzigingen niet opgeslagen.
  • Pagina 123: Foutwaardevertraging

    18 Instellingen FLUXUS F501 18.1 Dialogen en menu's 18.1.3 Sensorafstand Spec. functie\...\Dialogen/menu's\Sensor afstand aanbevolen instelling: eigen • eigen wordt gekozen als er altijd op hetzelfde meetpunt gewerkt wordt. • auto kan gekozen worden, als het meetpunt vaak gewisseld wordt. In de programmavertakking Meten wordt de aanbevolen sensorafstand tussen haakjes in beeld gebracht met daarachter de ingetoetste sensorafstand, als de aanbevolen en de ingetoetste sensorafstand niet met elkaar overeenstemmen.
  • Pagina 124: Instelling Voor De Mediumdruk

    18 Instellingen 18.2 Meetinstellingen FLUXUS F501 18.1.7 Instelling voor de mediumdruk U kunt instellen of de absolute druk of de relatieve druk moet worden gebruikt: Spec. functie\...\Dialogen/menu's\Pressure absolut • Kies aan of uit. • Druk op ENTER. Als u aan gekozen heeft, wordt de absolute druk p in beeld gebracht/ingetoetst/uitgevoerd.
  • Pagina 125 18 Instellingen FLUXUS F501 18.2 Meetinstellingen Spec. functie\...\Meten\Snelheid grens Er kan een bovenste grenswaarde voor de stromingssnelheid ingetoetst worden, zie paragraaf 16.3. • Toets nul in om de stromingssnelheidscontrole uit te schakelen. • Druk op ENTER. Spec. functie\...\Meten\Cut-off-flow Er kan een onderste grenswaarde voor de stromingssnelheid ingetoetst worden.
  • Pagina 126: Bibliotheken

    18 Instellingen 18.3 Bibliotheken FLUXUS F501 Spec. functie\...\Meten\Toggle totalizer U kunt een tijdsduur instellen. Als deze verstreken is, zal het display tijdens de meting heen en weer schakelen tussen een positieve en een negatieve totalisator. • Toets een tijd tussen 0 (uit) en 5 s.
  • Pagina 127: In Beeld Brengen Van Een Keuzelijst

    18 Instellingen FLUXUS F501 18.3 Bibliotheken 18.3.1 In beeld brengen van een keuzelijst Spec. functie\...\Materiaallijst\eigen\Show list • Kies Show list. • Druk op ENTER om de keuzelijst zo in beeld te brengen als in de programmavertakking Parameter. Spec. functie\...\Materiaallijst\eigen\Show list\Current list= ↕...
  • Pagina 128: Verwijderen Van Alle Materialen/Media Van De Keuzelijst

    18 Instellingen 18.4 Instellen van het contrast FLUXUS F501 18.3.5 Verwijderen van alle materialen/media van de keuzelijst Spec. functie\...\Materiaallijst\eigen\Remove all • Kies Remove all om alle materialen/media van de keuzelijst te verwijderen. • Druk op ENTER. Gebruikersgedefinieerde materialen/media worden niet verwijderd.
  • Pagina 129: Ingrijpen In De Meting

    18 Instellingen FLUXUS F501 18.5 Programmeringscode Opmerking! Vergeet de programmeringscode niet! 18.5.2 Ingrijpen in de meting Als er een programmeringscode is geactiveerd en men drukt een toets in, dan verschijnt gedurende enkele seconden de melding PROGRAM CODE ACTIVE in beeld.
  • Pagina 130 18 Instellingen 18.5 Programmeringscode FLUXUS F501 2022-03-01, UMFLUXUS_F501V1-4NL...
  • Pagina 131: Bijvoegsel

    Bijvoegsel A FLUXUS F501 A Menustructuur Bijvoegsel Menustructuur Programmavertakkingen Parameter Meten Uitgangsopties Spec. functie Buisparameters Meetpuntnummer Meetgrootheid Systeeminstellingen Mediumparameters Aantal meetpaden Maateenheid → Dialogen en menu's → Meting Sensortype Sensorpositionering Demping → Uitgangen → Opslaan → Seriële overdracht → Overige...
  • Pagina 132 Bijvoegsel A A Menustructuur FLUXUS F501 Parameterinvoer (zie hoofdstuk 9) Hoofdmenu Parameter Buitendiameter Wanddikte Leidingmater. Bekleding Bekleding Bekledingsdikte Ruwheid Disturb.distance Medium Medium-temperatr Sensortype Speciale versie Standaard → Sensor gegev. 1 → Sensor gegev. 2 → Sensor gegev. 3 → Sensor gegev. 4 →...
  • Pagina 133 Bijvoegsel A FLUXUS F501 A Menustructuur Meetinstellingen (zie hoofdstuk 9) Hoofdmenu Uitgangsopties Meetgrootheid Maateenheid Demping UMFLUXUS_F501V1-4NL, 2022-03-01...
  • Pagina 134 Bijvoegsel A A Menustructuur FLUXUS F501 Datalogger (zie hoofdstuk 14) Hoofdmenu Hoofdmenu Spec. functie Uitgangsopties SYSTEEM inst. ENTER totdat Opsl. meetgegev. Opslaan Start logger Ringbuffer Log interval Opslagmodus voorb. gemidd Hoofdmenu Hoeveel. opslag Spec. functie beide Afdrukken meetw. Wissen meetw.
  • Pagina 135: Meting Starten

    Bijvoegsel A FLUXUS F501 A Menustructuur Meting starten (zie hoofdstuk 9) Hoofdmenu Meten Meetpunt-nr.: PROFILE CORR. [1], [2] Signaalverloop Sensor afstand Signaaltest Sensor afstand Weergave meting De meting stoppen Legenda [1] vraag verschijnt alleen als in het menupunt Spec. functie\SYSTEEM inst.\ Meten\Stroomsnelheid gekozen is [2] vraag verschijnt alleen als Enable NoiseTrek in het menupunt Spec.
  • Pagina 136: Uitgangen Configureren

    Bijvoegsel A A Menustructuur FLUXUS F501 Uitgangen configureren (zie hoofdstuk 9) Hoofdmenu Hoofdmenu Spec. functie Uitgangsopties ENTER totdat SYSTEEM inst. Stroomlus Procesuitgangen Install.uitgang Begin meetbereik → Stroom → Binair Einde meetbereik Inschakelen Test output Bron Uitgangbereik Foutwaarde active loop Output Test...
  • Pagina 137 Bijvoegsel A FLUXUS F501 A Menustructuur SuperUser-mode (zie hoofdstuk 17) Hoofdmenu Spec. functie SYSTEEM inst. Kalibratie Meten Diverse fabriek eigen ENTER totdat Laminar flow Gain threshold Turbulent flow Bad soundspeed Calibration → thresh. → offset ENTER totdat Hoek Do not total. if...
  • Pagina 138: Alarmuitgang

    Bijvoegsel A A Menustructuur FLUXUS F501 Alarmuitgang (zie hoofdstuk 16) Hoofdmenu Hoofdmenu Spec. functie Uitgangsopties SYSTEEM inst. ENTER totdat Procesuitgangen Alarmuitgang Install.uitgang → Binair func mode Inschakelen → MAX → GRTHD. → +→- -→+ → NIET-HOUDEN → SLUITER → HOUDEN Bron kanaal →...
  • Pagina 139: B Maateenheden

    Bijvoegsel A FLUXUS F501 B Maateenheden Maateenheden Lengte/ruwheid maateenheid beschrijving millimeter inch inch Temperatuur maateenheid beschrijving °C graden Celsius °F graden Fahrenheit Druk maateenheid beschrijving bar(a) bar (absoluut) bar(g) bar (relatief) psi(a) pond per vierkante inch (absoluut) psi(g) pond per vierkante inch (relatief)
  • Pagina 140: Beschrijving

    Bijvoegsel A B Maateenheden FLUXUS F501 Volumestroom maateenheid beschrijving volume (getotaliseerd) m³/d kubieke meter per dag m³ m³/h kubieke meter per uur m³ m³/min kubieke meter per minuut m³ m³/s kubieke meter per seconde m³ km³/h kubieke kilometer per uur km³...
  • Pagina 141 Bijvoegsel A FLUXUS F501 B Maateenheden Massastroom maateenheid beschrijving massa (getotaliseerd) ton per uur ton per dag kg/h kilogram per uur kg/min kilogram per minuut kg/s kilogram per seconde gram per seconde lb/d pound per day lb/h pound per hour...
  • Pagina 142: Referentie

    Referentie De volgende tabellen zijn bedoeld als hulpmiddel voor de gebruiker. De nauwkeurigheid van de gegevens hangt af van de samenstelling, de temperatuur en de verwerking van het materiaal. FLEXIM is niet aansprakelijk voor onnauwkeurighe- den. Geluidssnelheid van gekozen buis- en bekledingsmaterialen bij 20 °C De waarden van sommige van deze materialen zijn opgeslagen in de interne database van de transmitter.
  • Pagina 143 Bijvoegsel A FLUXUS F501 C Referentie Typische ruwheidswaarden van buisleidingen De waarden berusten op ervaring en metingen. materiaal absolute ruwheid [mm] getrokken buizen van bontmetaal, glas, kunststof en lichtmetaal 0…0.0015 getrokken stalen buizen 0.01…0.05 fijngepolijst, geschuurd oppervlak max. 0.01 gepolijst oppervlak 0.01…0.04...
  • Pagina 144 Bijvoegsel A C Referentie FLUXUS F501 Eigenschappen van water bij 1 bar en bij verzadigingsdruk mediumtemperatuur mediumdruk geluidssnelheid soortelijk gewicht specifieke warmte [°C] [bar] [m/s] [kg/m [kJ/kg/K 1.013 1402.9 999.8 4.219 1.013 1447.3 999.7 4.195 1.013 1482.3 998.2 4.184 1.013 1509.2...
  • Pagina 145: Conformiteitsverklaringen

    Bijvoegsel A FLUXUS F501 D Conformiteitsverklaringen Conformiteitsverklaringen UMFLUXUS_F501V1-4NL, 2022-03-01...
  • Pagina 146 Bijvoegsel A D Conformiteitsverklaringen FLUXUS F501 2022-03-01, UMFLUXUS_F501V1-4NL...

Inhoudsopgave