Inhoudsopgave
Advertenties
9 Meting
9.5 Speciale functies uitvoeren
9.4.4
Sensorafstand
De sensorafstand kan tijdens de meting door middel van scrollen met de toets
beeld gebracht worden.
Afb. 9.4:
De sensorafstand weergeven
L=(51.2) 50.8 mm
54.5
m3/h
De optimale sensorafstand staat tussen haakjes (in dit geval: 51.2 mm), daarachter de
ingetoetste sensorafstand (in dit geval: 50.8 mm).
De optimale sensorafstand kan tijdens de meting veranderen (bijv. als gevolg van tempe-
ratuurschommelingen).
Een afwijking van de optimale sensorafstand (in dit geval: 0.4 mm) wordt intern gecom-
penseerd.
Opmerking!
Verander nooit de sensorafstand tijdens de meting!
9.5
Speciale functies uitvoeren
Sommige toetsen hebben meerdere functies. Zij kunnen worden gebruikt voor het invoe-
ren van waarden, het scrollen in keuzelijsten en voor het uitvoeren van speciale functies
(zie Tab. 9.6).
Tab. 9.6:
Toetsenfuncties
toets
functie
heen en weer schakelen tussen AutoMux-mode en HumanMux-mode
weergave totalizer
snaps activeren
heen en weer schakelen tussen de schermen van de actieve kanalen
heen en weer schakelen tussen TransitTime-mode en FastFood-mode
heen en weer schakelen tussen TransitTime-mode en NoiseTrek-mode
BRK
de meting stoppen
ENTER
weergave diagnosevenster
110
2018-07-05, UMFLUXUSF60xV5-0-2NL
FLUXUS F60*
in
Advertenties
Inhoudsopgave
