Wij kunnen uw suggesties dan opnemen in nieuwe uitgaven. Auteursrechten De inhoud van de handleiding kan te allen tijde veranderd worden. Alle auteursrechten zijn in het bezit van FLEXIM GmbH. Het is zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van FLEXIM niet toegestaan, deze handleiding in welke vorm dan ook te vermenigvuldigen.
1 Inleiding FLUXUS G831 Conformiteitsverklaring Voor de EU-conformiteitsverklaring volgens de ATEX-richtlijn, zie document SIFLUXUS. 2022-11-01, UMFLUXUS_G831V1-3NL...
Telkens voordat u het meetinstrument gaat gebruiken, moet u controleren of het in feilloze staat verkeert en veilig werkt. Licht FLEXIM in als er bij de het installeren of het gebruik van het meetinstrument storingen zijn opgetreden of schade is ontstaan.
Beschouwd als niet doelmatig gebruik in termen van misbruik: • Werken met het meetinstrument zonder naleving van alle aanwijzingen uit deze handleiding • Gebruik van combinaties van apparaten als transmitter, sensoren en toebehoren die niet als zodanig door FLEXIM bedoeld zijn •...
• De transmitter, sensoren en toebehoren moeten voor transport correct worden verpakt: – Gebruik, als dat mogelijk is, de originele verpakking van FLEXIM of een gelijkwaardige kartonnen verpakking. – Plaats de transmitter, de sensoren en de toebehoren in het midden van de kartonnen verpakking.
3 Grondbeginselen 3.1 Meetprincipe FLUXUS G831 Grondbeginselen Bij de ultrasone debietmeting wordt de stromingssnelheid gemeten van een medium dat door een buis stroomt. Andere meetgrootheden worden afgeleid van de stromingssnelheid en - indien nodig - van bijkomende meetgrootheden. Meetprincipe De stromingssnelheid van het medium wordt gemeten volgens het procédé van ultrasoon looptijdverschil.
Pagina 13
3 Grondbeginselen FLUXUS G831 3.1 Meetprincipe · Normvolumestroom De volumestroom van een gas onder vastgelegde standaardvoorwaarden. Bij het meten van gassen hebben temperatuur en druk een grote invloed op de gemeten bedrijfsvolumestroom. De gemeten bedrijfsvolumestroom kan worden · omgerekend naar de normvolumestroom ·...
3 Grondbeginselen 3.1 Meetprincipe FLUXUS G831 Gasenergiestroom (NGE) De gasenergiestroom is de hoeveelheid calorische waarde van een aardgas dat binnen een bepaalde tijd wordt getransporteerd. Voor aardgas met variabele samenstelling (NGE-mediumdatarecords) kan de gasenergiestroom worden berekend met behulp van de Natural Gas Engine (NGE): ·...
3 Grondbeginselen FLUXUS G831 3.2 Meetopstellingen Afb. 3.2: Weglengte van het signaal tegen de stroomrichting in verkorting van het meetpad α α α β β weglengte zonder γ stroming γ stroomrichting van het weglengte met stroming medium c – geluidssnelheid 1 –...
Pagina 16
3 Grondbeginselen 3.2 Meetopstellingen FLUXUS G831 Weglengte De weg die het ultrasone signaal aflegt als het de buis eenmaal doorkruist. Het aantal weglengten is: • oneven als de meting wordt verricht in de diagonale mode • en oneven als de meting wordt verricht in de reflex mode Straal De weg die het ultrasone signaal aflegt tussen de sensoren –...
3 Grondbeginselen 3.4 Ongestoord stromingsprofiel FLUXUS G831 Horizontale buis Kies een meetpunt waar de sensoren aan de zijkant van de buis kunnen worden bevestigd zodat de geluidsgolven zich horizontaal in de buis verspreiden. Op die manier kunnen vaste deeltjes of vloeistof op de bodem van de buis het verspreiden van het signaal niet beïnvloeden.
Pagina 19
3 Grondbeginselen FLUXUS G831 3.4 Ongestoord stromingsprofiel Tab. 3.2: Aanbevolen afstanden t.o.v. storingsbronnen; D – nominale diameter op het meetpunt, l – aanbevolen afstand tussen de storingsbron en de sensorpositie storingsbron: dubbele bochtstuk (met afstand tussen bochtstuk l ≥ 3 d) inloop: l ≥...
3 Grondbeginselen 3.5 Invloed van stoorgeluid FLUXUS G831 Invloed van stoorgeluid De ultrasone golven verspreiden zich niet alleen in het medium, maar ook in buiswand. Op flenzen worden ze gereflecteerd. Afb. 3.10: Verspreiden de ultrasone golven 1 – ultrasone golven in het medium (meetsignaal) 2 –...
3 Grondbeginselen FLUXUS G831 3.6 Het meetpunt kiezen met inachtneming van het stromingsprofiel en de invloed van stoorgeluid Het meetpunt kiezen met inachtneming van het stromingsprofiel en de invloed van stoorgeluid • Kies een gedeelte op de buis waar het stromingsprofiel zich volledig gevormd heeft.
Pagina 22
3 Grondbeginselen 3.6 Het meetpunt kiezen met inachtneming van het stromingsprofiel en de invloed van stoorgeluid FLUXUS G831 Voorbeeld voorbeeld: medium: aardgas, = 400 m/s γ buismateriaal: roestvrij staal, = 3000 m/s β lengte van buissegment 1: 20 D lengte van buissegment 2: 5 D aantal meetpaden: 2 = 7.5 D...
4 Productbeschrijving FLUXUS G831 4.1 Meetsysteem Productbeschrijving Meetsysteem Het meetsysteem bestaat uit de transmitter, de ultrasoonsensoren en de buis waarop wordt gemeten. Afb. 4.1: Voorbeeld voor een meetopstelling 1 – sensor 2 – buis 3 – transmitter De sensoren worden op de buitenkant van de buis bevestigd. Zij verzenden en ontvangen ultrasone signalen door het medium.
4 Productbeschrijving 4.3 Weergave FLUXUS G831 Tab. 4.1: Beschrijving van de programmavertakkingen programmavertakking beschrijving Parameters Voordat er een meting kan worden gestart, moeten de sensor-, buis- en mediumparameters in de programmavertakking Parameters worden ingevoerd. In de programmavertakking Meting wordt de meting gestart nadat de meetkanalen zijn geactiveerd Meting en nadat de sensorafstand is ingevoerd.
4 Productbeschrijving FLUXUS G831 4.4 Toetsenbord Statusweergaven Voor de statusweergaven worden symbolen gebruikt. Afb. 4.4: Statusweergaven (regel 1) bezig met meten foutmelding FastFood-mode geactiveerd meetwaardegeheugen vol aansluiting via USB-kabel key lock geactiveerd Toetsenbord Het toetsenbord bestaat uit de knoppen ENTER, BRK, CLR, .
Voor het transport moet het meetinstrument correct worden verpakt. Kijk voor gewichtsgegevens in de technische specificatie. • Gebruik, als dat mogelijk is, de originele verpakking van FLEXIM of een gelijkwaardige kartonnen verpakking. • Plaats de transmitter, de sensoren en de toebehoren in het midden van de kartonnen verpakking.
6 Montage FLUXUS G831 Montage Gevaar! Explosiegevaar bij gebruik van de meetapparaat in explosieve omgevingen (ATEX, IECEx) Kans op lichamelijk letsel of materiële schade en gevaarlijke situaties. → Houdt u zich aan de "Veiligheidsinstructies voor het gebruik in een explosiegevaarlijke omgeving", zie het document SIFLUXUS.
6 Montage FLUXUS G831 Gevaar! Werken in mijnen of smalle ruimten Kans op vergiftiging/verstikking door uittredende gassen, kans op lichamelijk letsel door ruimtegebrek → Draag de voorgeschreven persoonlijke veiligheidsuitrusting. → Houdt u zich aan de geldende voorschriften. Waarschuwing! Aanraken van delen die onder spanning staan Elektrische schokken of lichtbogen kunnen zwaar lichamelijk letsel veroorzaken.
6 Montage FLUXUS G831 6.1 Transmitter Transmitter 6.1.1 De behuizingen openen en sluiten Important! Gebruik voor het openen van de behuizingen geen voorwerpen die de draad of de afdichting van de behuizing kunnen beschadigen. 6.1.1.1 Transmitter met aluminium behuizing De transmitter is voorzien van 3 draadstangen, die losgedraaid moeten worden voordat de behuizingen geopend kunnen worden.
6 Montage 6.1 Transmitter FLUXUS G831 6.1.1.2 Transmitter met RVS-behuizing Behuizing De transmitter heeft een verzinkschroef die losgedraaid moet worden voordat de behuizing geopend kan worden. De transmitter moet in de instrumentbevestigingsplaat worden gemonteerd als de behuizing moet worden geopend. Gebruik voor het openen en sluiten van de behuizing een bandsleutels (worden niet meegeleverd).
Pagina 31
6 Montage FLUXUS G831 6.1 Transmitter 6.1.2.1 Wandmontage Transmitter met aluminium behuizing • Bevestig de instrumentbevestigingsplaat met de 4 schroeven aan de wand. • Bevestig de transmitter aan de instrumentbevestigingsplaat. Afb. 6.3: Wandmontage van de transmitter 1 – instrumentbevestigingsplaat Transmitter met RVS-behuizing •...
Pagina 32
6 Montage 6.1 Transmitter FLUXUS G831 6.1.2.2 Buismontage Opmerking! De buis moet zo stevig zijn dat zij bestand is tegen de belasting die ontstaat door de transmitter en door de krachten van de klembeugels. Transmitter met aluminium behuizing Montage aan de 2"-buis Bevestig de instrumentbevestigingsplaat met de klembeugels aan de buis.
Pagina 33
6 Montage FLUXUS G831 6.1 Transmitter Transmitter met RVS-behuizing Montage aan de 2"-buis • Plaats de klembeugels tegen de buis aan. • Bevestig de instrumentbevestigingsplaat met klembeugels en de moeren aan de buis. • Bevestig de bevestiging van de transmitter aan de instrumentbevestigingsplaat.
6 Montage 6.2 Sensoren FLUXUS G831 Sensoren Montage Voorzichtig! Waarschuwing voor ernstig letsel door hete of zeer koude onderdelen Het aanraken van hete of zeer koude onderdelen kan leiden tot ernstig letsel (verbrandingen/ bevriezingen). → Alle montage-, installatie- en aansluitingswerkzaamheden moeten voltooid zijn.
6 Montage FLUXUS G831 6.2 Sensoren Opmerking! Houdt u zich aan de keuzecriteria van de buis en het meetpunt. Roest, verf of aanslag op de buis absorberen het geluidssignaal. Een goed akoestisch contact tussen de buis en sensoren bereikt u als volgt: •...
Pagina 36
6 Montage 6.2 Sensoren FLUXUS G831 Diagonale mode met 2 stralen Reflex mode met 2 stralen op 2 niveau’s X-rangschikking • dezelfde kenmerken als bij reflex mode met 1 straal • extra eigenschap: invloeden op het stromingspatroon worden gecompenseerd, omdat er op 2 niveau’s wordt gemeten...
6 Montage FLUXUS G831 6.2 Sensoren Meting in beide richtingen Meting in reflex mode met 2 stralen op 2 niveau’s stroomrichting stroomrichting • Het geluidsstraalniveau wordt afgesteld • De 2 geluidsstraalniveaus worden op het dichtstbij gelegen bochtstuk (al gekozen in een hoek van 45° t.o.v. het naar gelang het verloop van de buizen –...
6 Montage 6.2 Sensoren FLUXUS G831 Buisdempingsmatten Buisdempingsmatten kunnen in lengte- of in dwarsrichting op de buis worden bevestigd. De totale buisomtrek wordt bedekt met buisdempingsmatten. Buisdempingsmatten kunnen worden gemonteerd om de stoorgeluidverspreiding in de buiswand te verminderen als de aanbevolen afstanden t.o.v.
Pagina 39
6 Montage FLUXUS G831 6.2 Sensoren • Bevestig het gedeelte van de dempingsmat waarvan u de beschermfolie heeft verwijderd, op de buis (zie Afb. 6.10 a). • Verwijder de beschermfolie stuk voor stuk en plak hierbij de dempingsmat op de buis.
Pagina 40
6 Montage 6.2 Sensoren FLUXUS G831 6.2.2.1 Buisbuitendiameter < 900 mm Voor het berekenen van de montagelengte van de sensor- en buisdempingsmatten zie de volgende tabel. Tab. 6.1: Montagelengte van de sensor- en buisdempingsmatten diagonale mode reflex mode geen reflectiepunt...
6 Montage FLUXUS G831 6.2 Sensoren Voorbeeld meting en reflex mode 2 sensorbevestigingen Variofix L sensor met sensorfrequentie M breedte van de dempingsmat: 50 mm buisbuitendiameter: 100 mm lengte van de Variofix L: 310 mm reflectiepunt: 1 montagelengte berekenen (zie Tab. 6.1):...
Pagina 42
6 Montage 6.2 Sensoren FLUXUS G831 6.2.2.2 Buisbuitendiameter > 900 mm Voor het berekenen van de montagelengte van de sensor- en buisdempingsmatten zie de volgende tabel. Tab. 6.2: Montagelengte van de sensor- en buisdempingsmatten diagonale mode reflex mode geen reflectiepunt...
6 Montage FLUXUS G831 6.2 Sensoren Voorbeeld meting en diagonale mode 2 sensorbevestigingen Variofix C sensor met sensorfrequentie G breedte van de dempingsmat: 225 mm buisbuitendiameter: 1200 mm lengte van de Variofix C: 560 mm reflectiepunten: 2 montagelengte berekenen, zie Tab. 6.2:...
6 Montage 6.2 Sensoren FLUXUS G831 6.2.3 De sensoren monteren 6.2.3.1 De sensoren afstellen en de sensorafstand bepalen Let op de afstelling van de sensoren. De graveringen op de sensoren vormen een pijl als de sensor correct is afgesteld. De sensorkabels wijzen in tegengestelde richting.
Pagina 45
6 Montage FLUXUS G831 6.2 Sensoren Plaatsen van de sensoren bij natte gasmeting Een natte gasmeting kan uitsluitend worden verricht op horizontale buizen. De sensoren moeten aan de zijkant van de buis worden vastgemaakt. Afb. 6.15: Natte gasmeting, reflex mode Afb.
6 Montage 6.2 Sensoren FLUXUS G831 6.2.3.4 Bevestigen met Variofix L, PermaRail Inhoud van de levering (voorbeeld) Variofix L sensorpaar snelspanslot met spanband ratelslot en spanbandrol 2022-11-01, UMFLUXUS_G831V1-3NL...
6 Montage FLUXUS G831 6.2 Sensoren Montage Bij een meting in diagonale mode worden de sensorbevestigingen aan weerszijden van de buis gemonteerd. Bij een meting in reflex mode worden de sensorbevestigingen aan dezelfde zijde van de buis gemonteerd. Bij de diagonale mode met 2 stralen in versprongen X-opstelling moeten 4 sensorbevestigingen worden gemonteerd. Bij een meting in reflex mode en kleine sensorafstanden volstaat 1 sensorbevestiging.
Pagina 48
6 Montage 6.2 Sensoren FLUXUS G831 Stap 1: Demontage van Variofix L • Neem de sensorbevestiging Variofix L uit elkaar. Afb. 6.20: Demontage van Variofix L 1 – afdekking 2 – schroef 3 – moer 4 – rail 5 – spanbandclip Stap 2: Bevestiging van de spansloten op de spanbanden •...
Pagina 49
6 Montage FLUXUS G831 6.2 Sensoren Ratelslot • Kort het spanband af (buisomtrek + tenminste 120 mm). Voorzichtig! De snijkant van de spanband is scherp. Gevaar voor letsel! → Ontbraam scherpe randen. → Draag de voorgeschreven persoonlijke veiligheidsuitrusting. → Houdt u zich aan de geldende voorschriften.
Pagina 50
6 Montage 6.2 Sensoren FLUXUS G831 Snelspanslot • Schuif de spanband door de spanbandclip en de metalen veer, zie Afb. 6.25 en Afb. 6.26. • Plaats het spanslot, de spanbandclip en de metalen veer op de buis, zie Afb. 6.24: –...
Pagina 51
6 Montage FLUXUS G831 6.2 Sensoren Opmerking! Om de schroef en de spanband los te draaien, moet u de hendel omlaag drukken, zie Afb. 6.29. Afb. 6.28: Spanband met metalen veer en spanbandklem 1 – metalen veer 2 – spanbandclip Afb.
Pagina 52
6 Montage 6.2 Sensoren FLUXUS G831 Afb. 6.31: Rail eenzijdig aan de buis bevestigd 1 – spanbandclip 2 – spanbandclip 3 – moer • Selecteer de montagehandleiding van het meegeleverde spanslot: Spanklemslot • Schuif de spanband door de spanbandclip (2).
Pagina 53
6 Montage FLUXUS G831 6.2 Sensoren Afb. 6.33: Spanband met spanklemslot Afb. 6.34: Spanband met snelspanslot en metalen veer 1 – spanslotschroef 1 – spanslotschroef 2 – metalen veer Ratelslot • Schuif de spanband door de spanbandclip (2) en de metalen veer, zie Afb. 6.32 en Afb. 6.35. De metalen veer hoeft niet te worden gemonteerd op: –...
Pagina 54
6 Montage 6.2 Sensoren FLUXUS G831 Afb. 6.36: Ratelslot met spanband 1 – draairichting 2 – snijkant 3 – hendel 4 – spanslotschroef met spleet • Herhaal de stappen voor het bevestigen van de tweede rail, zie Afb. 6.37. Afb. 6.37: Buis met 2 rails Stap 5: Montage van de sensoren in Variofix L •...
Pagina 55
6 Montage FLUXUS G831 6.2 Sensoren Afb. 6.39: Instelling van de sensorafstand 1 – afdekking 2 – trekontlastingsklem 3 – equipotentiaalklem a – sensorafstand Opmerking! Zorg ervoor dat de koppelfolie op de contactvlakken van de sensor blijft zitten. Zie voor informatie over de koppelfolie het veiligheidsinformatieblad.
6 Montage 6.2 Sensoren FLUXUS G831 6.2.3.5 Bevestigen met Variofix C Inhoud van de levering (voorbeeld) Variofix C sensorpaar snelspanslot met spanband spanklemslot met spanband spanbandrol ratelslot 2022-11-01, UMFLUXUS_G831V1-3NL...
Pagina 57
6 Montage FLUXUS G831 6.2 Sensoren Montage Bij een meting in reflex mode wordt 1 sensorbevestiging aan de zijkant van de buis gemonteerd. Bij een meting in diagonale mode worden 2 sensorbevestigingen aan weerszijden van de buis gemonteerd. In het navolgende zal de montage van 1 sensorbevestiging worden beschreven (sensoren in reflex mode).
Pagina 58
6 Montage 6.2 Sensoren FLUXUS G831 Afb. 6.44: Demontage van Variofix C 1 – afdekking 2 – aandrukschroef 3 – veerbeugel 4 – inkeping 5 – afstandshouder 6 – rail 7 – spanbandclip Stap 2: Bevestiging van de spansloten op de spanbanden •...
Pagina 59
6 Montage FLUXUS G831 6.2 Sensoren Ratelslot • Kort het spanband af (buisomtrek + tenminste 120 mm). Voorzichtig! De snijkant van de spanband is scherp. Gevaar voor letsel! → Ontbraam scherpe randen. → Draag de voorgeschreven persoonlijke veiligheidsuitrusting. → Houdt u zich aan de geldende voorschriften.
Pagina 60
6 Montage 6.2 Sensoren FLUXUS G831 Snelspanslot • Schuif de spanband door de spanbandclip en de metalen veer, zie Afb. 6.49 en Afb. 6.50. • Plaats het spanslot, de spanbandclip en de metalen veer op de buis, zie Afb. 6.48: –...
Pagina 61
6 Montage FLUXUS G831 6.2 Sensoren Opmerking! Om de schroef en de spanband los te draaien, moet u de hendel omlaag drukken, zie Afb. 6.53. Afb. 6.52: Spanband met metalen veer en spanbandklem 1 – metalen veer 2 – spanbandclip Afb.
Pagina 62
6 Montage 6.2 Sensoren FLUXUS G831 Afb. 6.55: Rail eenzijdig aan de buis bevestigd 1 – spanbandclip 2 – spanbandclip 3 – moer • Selecteer de montagehandleiding van het meegeleverde spanslot: Spanklemslot • Schuif de spanband door de spanbandclip (2).
Pagina 63
6 Montage FLUXUS G831 6.2 Sensoren Ratelslot • Schuif de spanband door de spanbandclip (2) en de metalen veer, zie Afb. 6.56 en Afb. 6.59. De metalen veer hoeft niet te worden gemonteerd op: – stalen buizen – buizen met een buitendiameter < 80 mm –...
Pagina 64
6 Montage 6.2 Sensoren FLUXUS G831 Stap 5: Montage van de sensoren in Variofix C • Doe koppelfolie (of een beetje koppelpasta voor kortstondige montage) op de contactvlakken van de sensoren. De koppelfolie kan met een beetje koppelpasta worden vastgemaakt op het contactvlak van de sensoren.
Pagina 65
6 Montage FLUXUS G831 6.2 Sensoren Afb. 6.63: Variofix C met sensoren op de buis 1 – afdekking 2 – schroef U verwijdert de afdekking als volgt van de gemonteerde sensorbevestiging Variofix C: • Draai de schroeven los, zie Afb. 6.63.
6 Montage 6.2 Sensoren FLUXUS G831 6.2.3.6 Bevestigen met PermaFix In explosieve omgevingen van de FM Class I, Div. 1 moet de sensorbevestiging PermaFix worden gebruikt. Bij een meting in reflex mode worden de sensoren aan dezelfde zijde van de buis gemonteerd. Als de sensorafstand klein is dan kunnen beide sensoren in een rail worden bevestigd.
Pagina 67
6 Montage FLUXUS G831 6.2 Sensoren • Steek de schroeven (M6) in de boringen van de rail, daarna worden de schroeven met de moeren vastgezet. • Schuif de tweede rail (montagevoorbeeld a) of tegenplaat (montagevoorbeeld b, c, d) op de bouten aan de andere kant van de buis en borg deze met moeren.
Pagina 68
6 Montage 6.2 Sensoren FLUXUS G831 • Schuif de spanband ca. 100 mm door de delen (1) en (2) van het spanslot, zie Afb. 6.69 a. • Buig de spanband om. • Schuif de spanband door deel (1) van het ratelslot, zie Afb. 6.69 b.
Pagina 69
6 Montage FLUXUS G831 6.2 Sensoren De sensoren monteren Monteer de sensoren zodanig in de rail, dat de graveringen op de sensoren een pijl vormen. De sensorkabels wijzen in tegengestelde richting. • Plaats de sensor met de kabeldoorvoerwartel in de rail.
Pagina 70
6 Montage 6.2 Sensoren FLUXUS G831 Afb. 6.74: PermaFix op de buis (voorbeeld: reflex mode met spanbanden) 1 – PermaFix 2 – spanbanden 3 – kabeldoorvoerwartel 4 – kabeldoorvoer (goedgekeurd voor FM Class I, Div. 1) 2022-11-01, UMFLUXUS_G831V1-3NL...
6 Montage FLUXUS G831 6.3 Temperatuursensor Temperatuursensor Montage 6.3.1 Buis voorbereiden Voorzichtig! Contact met schuurstof U kunt lichamelijk letsel oplopen (b.v. ademhalingsproblemen, huidreacties, oogirritaties). → Draag de voorgeschreven persoonlijke veiligheidsuitrusting. → Houdt u zich aan de geldende voorschriften. Important! De buis moet zo stevig zijn dat zij bestand is tegen de belasting die ontstaat door het bevestigen van de temperatuursensor.
6 Montage 6.3 Temperatuursensor FLUXUS G831 Afb. 6.75: Spanslot Afb. 6.76: Temperatuursensor op de buis 6.3.2.2 Monteren met FLEXIM-spanslot Voorzichtig! De snijkant van de spanband is scherp. Gevaar voor letsel! → Ontbraam scherpe randen. → Draag de voorgeschreven persoonlijke veiligheidsuitrusting.
6 Montage FLUXUS G831 6.3 Temperatuursensor 6.3.2.3 Met snelspanslot monteren Voorzichtig! De snijkant van de spanband is scherp. Gevaar voor letsel! → Ontbraam scherpe randen. → Draag de voorgeschreven persoonlijke veiligheidsuitrusting. → Houdt u zich aan de geldende voorschriften. • Kort het spanband af (buisomtrek + tenminste 120 mm).
7 Aansluiting FLUXUS G831 Aansluiting Gevaar! Explosiegevaar bij gebruik van de meetapparaat in explosieve omgevingen (ATEX, IECEx) Kans op lichamelijk letsel of materiële schade en gevaarlijke situaties. → Houdt u zich aan de "Veiligheidsinstructies voor het gebruik in een explosiegevaarlijke omgeving", zie het document SIFLUXUS.
7 Aansluiting FLUXUS G831 Gevaar! Werken in mijnen of smalle ruimten Kans op vergiftiging/verstikking door uittredende gassen, kans op lichamelijk letsel door ruimtegebrek → Draag de voorgeschreven persoonlijke veiligheidsuitrusting. → Houdt u zich aan de geldende voorschriften. Waarschuwing! Aanraken van delen die onder spanning staan Elektrische schokken of lichtbogen kunnen zwaar lichamelijk letsel veroorzaken.
Pagina 76
7 Aansluiting FLUXUS G831 Transmitter met aluminium behuizing De transmitter heeft 2 behuizing. De klemmen voor het aansluiten van de sensoren bevinden zich in de onderste behuizing en de klemmen voor de uitgangen en voor de spanningsvoorziening zitten op de achterzijde van de bovenste behuizing.
Pagina 77
7 Aansluiting FLUXUS G831 Transmitter met RVS-behuizing De transmitter heeft 1 behuizing. De klemmen voor het aansluiten van de sensoren, de in- en uitgangen en de spanningsvoorziening bevinden zich aan de achterzijde van de behuizing. Important! Gebruik voor het openen van de behuizing geen voorwerpen die de draad of de afdichting van de behuizing kunnen beschadigen.
7 Aansluiting 7.1 Sensoren (ATEX, IECEx) FLUXUS G831 Sensoren (ATEX, IECEx) De transmitter heeft 2 kabelschroefverbindingen voor het aansluiten van de sensoren. Als de transmitter slechts één meetkanaal heeft, dan is één opening afgesloten met een blinde stop. Wij raden u aan de kabels vóór het aansluiten van de sensoren van het meetpunt naar de transmitter te leggen om het aansluitpunt niet te belasten.
7 Aansluiting FLUXUS G831 7.1 Sensoren (ATEX, IECEx) Transmitter met RVS-behuizing • Draai de 2 schroeven van de afdekking voor het aansluiten van de sensoren los. • Verwijder de afdekking. • Als de sensoren zijn aangesloten, plaats de afdekking. • Draai de schroeven van de afdekking voor het aansluiten van de sensoren vast.
Pagina 80
7 Aansluiting 7.1 Sensoren (ATEX, IECEx) FLUXUS G831 Tab. 7.1: Klemmenfuncties klem aansluiting sensor (kern) sensor (binnenafscherming) sensor (binnenafscherming) sensor (kern) Afb. 7.5: Aansluiting van de sensorkabel met kunststof kabelmantel en geïsoleerd kabeluiteinden op de transmitter transmitter met RVS-behuizing transmitter met aluminium behuizing...
7 Aansluiting FLUXUS G831 7.1 Sensoren (ATEX, IECEx) 7.1.1.2 Sensorkabel met RVS-ommanteling en gestripte kabeluiteinden • Verwijder de blinde stop voor het aansluiten van de sensorkabel. • Breng de sensorkabel in de behuizing in. • Maak de sensorkabel vast door de kabelwartel vast te draaien.
7 Aansluiting 7.1 Sensoren (ATEX, IECEx) FLUXUS G831 7.1.2 De verlengkabel op de transmitter aansluiten De verlengkabel wordt aangesloten op de transmitter via de aansluiting van de sensor. • Verwijder de blinde stop voor het aansluiten van de sensorkabel. • Maak de kabelwartel van de verlengkabel open. Het inzetstuk blijft in de wartel zitten.
Pagina 83
7 Aansluiting FLUXUS G831 7.1 Sensoren (ATEX, IECEx) Afb. 7.7: Aansluiting van de verlengkabel op de transmitter transmitter met RVS-behuizing transmitter met aluminium behuizing 10 11 Ex e BV BVS BRS BR AV AVS ARS AR AVS ARS BVS BRS...
Pagina 84
7 Aansluiting 7.1 Sensoren (ATEX, IECEx) FLUXUS G831 Tab. 7.4: Klemmenfuncties klem aansluiting sensor (kern) sensor (binnenafscherming) sensor (binnenafscherming) sensor (kern) Afb. 7.8: Aansluiting van de sensorkabel met kunststof kabelmantel en gestripte kabeluiteinden kabelwartel 1 – wartel 2 – inzetstuk 3 –...
7 Aansluiting FLUXUS G831 7.1 Sensoren (ATEX, IECEx) Afb. 7.9: Aansluiting van de sensorkabel met ommanteling uit edelstaal en gestripte kabeluiteinden 1 – kabelwartel 7.1.4 De verlengkabel op de klembehuizing aansluiten 7.1.4.1 Aansluiting zonder potentiaalscheiding (standaard) Als u de verlengkabel zonder potentiaalscheiding op de klembehuizing aansluit, heeft u de garantie dat de sensor, de klembehuizing en de transmitter op hetzelfde potentiaal liggen.
Pagina 86
7 Aansluiting 7.1 Sensoren (ATEX, IECEx) FLUXUS G831 Tab. 7.6: Klemmenfuncties klem aansluiting (verlengkabel) witte of gemarkeerde kabel (kern) witte of gemarkeerde kabel (binnenafscherming) bruine kabel (binnenafscherming) bruine kabel (kern) kabelwartel buitenafscherming Afb. 7.10: Aansluiting van de verleng- en sensorkabel op de klembehuizing kabelwartel 1 –...
7 Aansluiting FLUXUS G831 7.1 Sensoren (ATEX, IECEx) 7.1.4.2 Aansluiting met potentiaalscheiding Als aarding op hetzelfde potentiaal niet mogelijk is, b.v. voor meetopstellingen met zeer lange verlengkabels, dan moet de verlengkabel en de klembehuizing elektrisch van elkaar geïsoleerd worden. De klembehuizing en de sensoren moeten op hetzelfde potentiaal liggen.
7 Aansluiting 7.2 Sensoren (FM Class I, Div. 1) FLUXUS G831 Afb. 7.11: Aansluiting van de verleng- en sensorkabel op de klembehuizing kabelwartel 1 – verlengkabel 2 – buitenafscherming 3 – afschermingsklem 4 – wartel 5 – inzetstuk 6 – lichaam 7 –...
Pagina 89
7 Aansluiting FLUXUS G831 7.2 Sensoren (FM Class I, Div. 1) Afb. 7.12: De sensorkabel op de transmitter aansluiten AVS ARS BVS BRS 1 – sensorkabel 7.2.2 De verlengkabel op de transmitter aansluiten • De verlengkabel wordt aangesloten op de transmitter via de aansluiting van de sensor.
7 Aansluiting 7.3 Sensoren (FM Class I, Div. 2) FLUXUS G831 7.2.3 Aansluiting op de klembehuizing De sensorkabel en de verlengkabel worden aangesloten via de aansluitprintplaat KFM1. Deze moet worden geïnstalleerd in een (door de klant geleverde) klembehuizing die is goedgekeurd voor gebruik in een explosiegevaarlijke omgeving.
Pagina 91
7 Aansluiting FLUXUS G831 7.3 Sensoren (FM Class I, Div. 2) Tab. 7.12: Klemmenfuncties klem aansluiting SMB-adapter (bruine kabel, wit gemarkeerd) SMB-adapter (rode kabel) SMB-adapter (rode kabel) SMB-adapter (bruine kabel) Afb. 7.15: De sensorkabel op de transmitter aansluiten AVS ARS BVS BRS 1 –...
Pagina 92
7 Aansluiting 7.3 Sensoren (FM Class I, Div. 2) FLUXUS G831 Afb. 7.16: Aansluiting van de verlengkabel op de transmitter AVS ARS BVS BRS 10 mm 20 mm 90 mm 1 – teruggeslagen buitenste afscherming 7.3.3 Aansluiting van de sensorkabel op de klembehuizing •...
Pagina 93
7 Aansluiting FLUXUS G831 7.3 Sensoren (FM Class I, Div. 2) 7.3.4 De verlengkabel op de klembehuizing aansluiten 7.3.4.1 Aansluiting zonder potentiaalscheiding (standaard) Als u de verlengkabel zonder potentiaalscheiding op de klembehuizing aansluit, heeft u de garantie dat de sensor, de klembehuizing en de transmitter op hetzelfde potentiaal liggen.
Pagina 94
7 Aansluiting 7.3 Sensoren (FM Class I, Div. 2) FLUXUS G831 Afb. 7.18: Aansluiting van de verleng- en sensorkabel op de klembehuizing kabelschroefverbinding 1 – verlengkabel 2 – teruggeslagen buitenste afscherming 3 – wartel 4 – inzetstuk 5 – lichaam 6 –...
Pagina 95
7 Aansluiting FLUXUS G831 7.3 Sensoren (FM Class I, Div. 2) Important! De buitenste afscherming van de verlengkabel mag geen elektrisch contact maken met de klembehuizing. De verlengkabel moet daarom tot aan de afschermingsklem helemaal geïsoleerd zijn. • Fixeer de verlengkabel en de buitenste afscherming aan de afschermingsklem.
7 Aansluiting 7.4 SENSPROM FLUXUS G831 SENSPROM De SENSPROM bevat belangrijke sensorgegevens voor het gebruik van de transmitter met de sensoren. Als er sensoren vervangen of toegevoegd worden, dan moet ook de SENSPROM vervangen of toegevoegd worden. Opmerking! Het serienummer van de SENSPROM moet overeenstemmen met dat van de sensor. Een verkeerde of een verkeerd aangesloten SENSPROM leidt tot verkeerde meetwaarden of tot het uitvallen van de meting.
Pagina 97
7 Aansluiting FLUXUS G831 7.4 SENSPROM Transmitter met RVS-behuizing • Koppel de transmitter van de spanningsvoorziening af. • Maak de behuizing open, zie paragraaf 6.1.1.2. • Plaats elke SENSPROM in zijn slot. • Sluit de behuizing aan. • Zorg er voor dat de behuizing correct gesloten is.
7 Aansluiting 7.5 Spanningsvoorziening FLUXUS G831 Spanningsvoorziening Aansluiting De spanningsvoorziening wordt aangesloten door de exploitant. De exploitant moet een beveiliging tegen overstroom (een zekering of een vergelijkbare voorziening) aanbrengen die bij een ongeoorloofd hoog stroomverbruik alle stroomvoerende leiders onderbreekt. De impedantie van de aarding moet laagohmig zijn zodat de contactspanning niet boven de geoorloofde bovengrens komt te liggen.
Pagina 99
7 Aansluiting FLUXUS G831 7.5 Spanningsvoorziening Transmitter met RVS-behuizing • Draai de 2 schroeven van de afdekking voor het aansluiten van de spanningsvoorziening los. • Verwijder de afdekking. • Sluit de kabel voor de spanningsvoorziening op de transmitter, zie paragraaf 7.5.1, Afb. 7.23 en Tab. 7.18.
7 Aansluiting 7.6 Uitgangen FLUXUS G831 7.5.1 Kabelaansluiting • Verwijder de blinde stop voor het aansluiten van de kabel op de transmitter. • Confectioneer de kabel met een kabelschroefverbinding M20. De daarbij gebruikte kabel moet een aderdoorsnede van 0.25…2.5 mm hebben.
Pagina 104
7 Aansluiting 7.7 Ingangen FLUXUS G831 7.7.1 Extern circuit van de ingangen Important! Zorg voor de juiste poling omdat anders de stroombron kan worden beschadigd. Een continue kortsluiting kan de stroomingang onherstelbaar beschadigen. Voor het aansluiten van de ingangskabel op de transmitter zie paragraaf 7.5.1 en Afb. 7.26.
7 Aansluiting FLUXUS G831 7.8 Temperatuurvoeler Temperatuurvoeler Aansluiting Op de ingangen van de transmitter kunnen de temperatuursensoren Pt100/Pt1000 (4-draads techniek) worden aangesloten (optie). Afb. 7.27: De temperatuursensoren op de transmitter aansluiten transmitter met RVS-behuizing transmitter met aluminium behuizing bovenste behuizing...
7 Aansluiting FLUXUS G831 7.9 Service-interface Service-interface Aansluiting 7.9.1 USB-interface Via de USB-interface kan de transmitter rechtstreeks worden verbonden met een pc. De USB interface mag alleen buiten een explosiegevaarlijke omgeving (deksel van de behuizing open) aangesloten worden. • Sluit de USB-kabel aan op de USB-interface van de transmitter en op de pc.
8 Inbedrijfstelling FLUXUS G831 Inbedrijfstelling Gevaar! Explosiegevaar bij gebruik van de meetapparaat in explosieve omgevingen (ATEX, IECEx) Kans op lichamelijk letsel of materiële schade en gevaarlijke situaties. → Houdt u zich aan de "Veiligheidsinstructies voor het gebruik in een explosiegevaarlijke omgeving", zie het document SIFLUXUS.
8 Inbedrijfstelling FLUXUS G831 Gevaar! Werken in mijnen of smalle ruimten Kans op vergiftiging/verstikking door uittredende gassen, kans op lichamelijk letsel door ruimtegebrek → Draag de voorgeschreven persoonlijke veiligheidsuitrusting. → Houdt u zich aan de geldende voorschriften. Waarschuwing! Aanraken van delen die onder spanning staan Elektrische schokken of lichtbogen kunnen zwaar lichamelijk letsel veroorzaken.
8 Inbedrijfstelling 8.1 Instellingen bij de eerste inbedrijfstelling FLUXUS G831 Instellingen bij de eerste inbedrijfstelling Bij de eerste inbedrijfstelling van de transmitter moet u de volgende instellingen verrichten: • taal • tijd/datum • maateenheid Deze gegevens verschijnen alleen als u de transmitter bij de eerste keer inschakelt of na een initialisatie van de transmitter.
8 Inbedrijfstelling FLUXUS G831 8.3 Programmavertakkingen Bedrijfsstatusindicatie De bedrijfsstatus wordt aangegeven met LED's boven het display. Tab. 8.1: Bedrijfsstatus van de transmitter LED uit transmitter in rusttoestand LED brandt groen signaalkwaliteit van het meetkanaal voldoende voor een meting LED brandt rood...
8 Inbedrijfstelling 8.5 Initialisatie FLUXUS G831 Initialisatie Bij een initialisatie (INIT) van de transmitter worden alle instellingen teruggezet op de fabrieksinstellingen. De initialisatie wordt gestart met HotCode 909000. Bij een initialisatie wordt er gecontroleerd of de key lock geactiveerd. Zo ja, dan moet deze gedeactiveerd worden.
9 Meting FLUXUS G831 Meting Gevaar! Explosiegevaar bij gebruik van de meetapparaat in explosieve omgevingen (ATEX, IECEx) Kans op lichamelijk letsel of materiële schade en gevaarlijke situaties. → Houdt u zich aan de "Veiligheidsinstructies voor het gebruik in een explosiegevaarlijke omgeving", zie het document SIFLUXUS.
9 Meting 9.1 Parameterinvoer FLUXUS G831 Voorzichtig! Waarschuwing voor ernstig letsel door hete of zeer koude onderdelen Het aanraken van hete of zeer koude onderdelen kan leiden tot ernstig letsel (verbrandingen/ bevriezingen). → Alle montage-, installatie- en aansluitingswerkzaamheden moeten voltooid zijn.
9 Meting FLUXUS G831 9.1 Parameterinvoer 9.1.1 Selectie van de sensoren Opmerking! De sensoren moeten worden gekozen afhankelijk van de toepassingsparameters, zie technische specificatie. Parameters\Clamp-on sensor CDP2E52 • De sensor (in dit geval: CDP2E52) die op de transmitter is aangesloten, verschijnt in beeld.
Pagina 116
9 Meting 9.1 Parameterinvoer FLUXUS G831 Buismateriaal Parameters\Buismateriaal Het buismateriaal moet gekozen worden, zodat de bijbehorende geluidssnelheid bepaald kan worden. De geluidssnelheid voor de materialen op de keuzelijst zijn opgeslagen in de transmitter. • Kies het buismateriaal. • Als het materiaal niet op de keuzelijst staat, kiest u het lijst-item Ander material.
Pagina 117
9 Meting FLUXUS G831 9.1 Parameterinvoer Bekledingsmateriaal Parameters\Bekledingsmateriaal • Kies het bekledingsmateriaal. • Druk op ENTER. • Als het bekledingsmateriaal niet op de keuzelijst staat, kiest u het lijst-item Ander material. • Druk op ENTER. Deze weergave verschijnt alleen als Ja in het menupunt Bekleding gekozen is.
9 Meting 9.1 Parameterinvoer FLUXUS G831 9.1.3 Invoer van de mediumparameters Medium Parameters\Medium • Kies het medium van de keuzelijst. Er kunnen och speciale gegevensrecord van het medium voor natte gas (WG, zie het document TI_WetgasCorrection), lagedrukstoom (alleen dampmeting) en aardgas met veranderlijke samenstelling (NGE) kunnen worden gekozen.
Pagina 119
9 Meting FLUXUS G831 9.1 Parameterinvoer Soortelijk gewicht van het medium Parameters\Medium\Ander medium\Mediumdichtheid Met behulp van het soortelijk gewicht wordt de massastroom berekend. Als de massastroom niet wordt gemeten, hoeft er niets te worden ingevoerd. U kunt de vooraf ingestelde waarde gebruiken.
9 Meting 9.2 Meetinstellingen FLUXUS G831 Opmerking! De waarden voor LVF en WLR kunnen tijdens het meten via de Modbus-ingangen worden geactualiseerd, zie het document SU_Modbus_x2x. Het invoeren van het CO - en N -aandeel Parameters\Aandeel CO2 • Voer het CO -aandeel van het medium in.
9 Meting FLUXUS G831 9.2 Meetinstellingen 9.2.1 Keuze van de meetgrootheid Opties\Kanaal A\Meting\Meetgrootheid Een lijst met de beschickbare meetgrootheden verschijnt in beeld. • Kies de meetgrootheid. • Druk op ENTER. 9.2.2 Keuze van de maateenheid Opties\...\Volumestroom Voor de gekozen meetgrootheid (behalve de geluidssnelheid) verschijnt er een lijst met beschikbare maateenheden in beeld.
9 Meting 9.2 Meetinstellingen FLUXUS G831 Opties\...\Dynamische demping\Tijdelijke demping • Toets het dempingsgetal voor de tijdelijke demping in. • Druk op ENTER. Opmerking! Indien een andere meetgrootheid wordt gekozen, moet de dynamische demping opnieuw worden ingevoerd. Als gesynchroniseerd kanaalgemiddelde is geactiveerd in het menupunt Speciale functies\Meting\ Meetmodes\Synch.
Pagina 123
9 Meting FLUXUS G831 9.2 Meetinstellingen Keuze van het meetkanaal Opties\Kanaal A • Kies het kanaal (in dit geval: Kanaal A). • Druk op ENTER. Deze weergave verschijnt niet als de transmitter slechts één meetkanaal heeft. Als het gesynchroniseerd kanaalgemiddelde is geactiveerd in het menupunt Speciale functies\Meting\ Meetmodes\Synch.
9 Meting 9.2 Meetinstellingen FLUXUS G831 Tab. 9.1: Configuratie van uitgangen brongrootte lijst-item output Totalizers Volume (+) totalizer voor de volumestroom in positieve stroomrichting Volume (-) totalizer voor de volumestroom in negatieve stroomrichting verschil van de totalizers voor de positieve en negatieve stroomrichting Volume (Δ)
9 Meting 9.2 Meetinstellingen FLUXUS G831 Tab. 9.2: Uitvoer van de meetwaarden, statuswaarden of eventwaarden brongrootte meetwaarde eventwaarde waarde status meetgrootheden Doorstromingsgrooth. Totalizers Mediumeigenschap Overige (Geb.-ged. ing. 1...4) Geluidssnelh. Impuls Diagnosewaarden (behalve PIG herkenning) events Diagnosewaarden \ PIG herkenning Event trigger 9.2.6.1...
Pagina 127
9 Meting FLUXUS G831 9.2 Meetinstellingen Voorbeeld v [m brongrootte: volumestroom uitgang: stroomuitgang outputbereik: 4…20 mA foutwaardevertraging > 0 De volumestroom kan tijdens de tijdinterval t …t niet gemeten worden. De foutwaarde wordt uitgevoerd. Tab. 9.3: Voorbeelden van foutenoutput (voor het outputbereik 4…20 mA)
Pagina 128
9 Meting 9.2 Meetinstellingen FLUXUS G831 Meetbereik Het voorteken van de meetwaarde en het meetbereik wordt vastgelegd. Opties\Kanaal x\Uitgangen\...\Meetwaarden\Absolute waarde • Kies Voorteken als voor de output rekening moet worden gehouden met het voorteken van de meetwaarden. • Kies Absolute waarde als voor de output geen rekening hoeft te worden gehouden met het voorteken van de meetwaarden.
9 Meting FLUXUS G831 9.2 Meetinstellingen Opties\Kanaal x\Uitgangen\...\Inv. testwaarde • Kies op de keuzelijst Actief of Passief. • Druk op ENTER. Als het externe meetapparaat de waarde (min outputwaarde voor Passief, max. outputwaarde voor Actief) aangeeft, dan werkt de uitgang.
9 Meting 9.2 Meetinstellingen FLUXUS G831 Opties\Kanaal x\Uitgangen\...\Inv. testwaarde • Toets een testwaarde in. Hij moet binnen het outputbereik liggen. • Druk op ENTER. Als het externe meetapparaat de ingevoerde waarde aangeeft, dan werkt de uitgang. • Kies Herhalen om de test te herhalen en Beëindigen om het volgende menupunt in beeld te brengen.
9 Meting FLUXUS G831 9.3 Start van de meting Start van de meting • Kies de programmavertakking Meting. • Druk op ENTER. Meting De kanalen activeren Kanalen kiezen Meting\Kanalen kiezen Meetpuntnummer De kanalen voor de meting kunnen geactiveerd en Meetpad gedeactiveerd worden.
Pagina 132
9 Meting 9.3 Start van de meting FLUXUS G831 • Bevestig de sensoren aan de buis en stel de aanbevolen sensorafstand in. • Druk op ENTER. Het diagnosevenster verschijnt in beeld. Het balkendiagram AMP geeft de amplitude van het ontvangen signaal aan.
9 Meting FLUXUS G831 9.4 Veldkalibratie (NGE) • Meet de ingestelde sensorafstand. • Toets de gemeten sensorafstand in. Het max. geoorloofde verschil met de aanbevolen sensorafstand mag niet worden overschreden. • Druk op ENTER. De meting wordt gestart. De meetwaardeweergave verschijnt.
9 Meting 9.4 Veldkalibratie (NGE) FLUXUS G831 De kalibratiewaarden van de vorige meetwaardereeks worden overschreven wanneer een nieuwe meting wordt gestart en nieuwe kalibratiewaarden worden bewaard. Afb. 9.3: Weergave van het monsternummer en het tijdstip van bemonstering De meting stoppen •...
9 Meting FLUXUS G831 9.5 De meetwaarden tonen Autokalibratie • Kies het lijst-item Autocalibratie. • Druk op ENTER. De kalibratie wordt uitgevoerd. Opmerking! Als er meerdere vergelijkende waarden zijn geregistreerd, wordt tijdens de autokalibratie een gemiddelde waarde gevormd die geldig is voor het hele werkbereik.
Pagina 136
9 Meting 9.5 De meetwaarden tonen FLUXUS G831 Statusregel Belangrijk gegevens van de lopende meting staan allemaal in de statusregel. Op die manier kan de kwaliteit en de precisie van de meting beoordeeld worden. Als u op de toets drukt, kunt u tijdens de meting scrollen naar de statusregel.
Pagina 137
9 Meting FLUXUS G831 9.5 De meetwaarden tonen Tab. 9.7: Beschrijving van de statusregel waarde betekenis wet gas weergave verschijnt alleen bij natte gasmeting √ Stratified Flow (gestratificeerde doorstroming) √ Mist Flow (mist doorstroming) de berekende WGC factor ligt buiten het geldige bereik van het toegepaste model...
9 Meting 9.6 De parameters tonen FLUXUS G831 Opmerking! Als het respecteren van de gespecificeerde sensortemperatuur gecontroleerd moet worden, dan kan zij op een event trigger worden gezet. De parameters tonen De parameters kunnen tijdens het meten in beeld worden gebracht.
9 Meting FLUXUS G831 9.7 Opnieuw de meetwaarden in beeld brengen De informatie over de datalogger kan ook met de functie Param. tonen in beeld worden gebracht. Speciale functies\Meetwaardegeheugen • Kies in het menupunt Meetwaardegeheugen het lijst-item Geheugen info. • Druk op ENTER.
Pagina 140
9 Meting 9.8 Speciale functies uitvoeren FLUXUS G831 Totalizers Meting\Commando uitvoeren\Totalizers • Kies het lijst-item Totalizers. • Druk op ENTER. De volgende keuzelijst verschijnt: weergave beschrijving Total. op 0 zetten totalizer op nul te zetten Display bevriezen gemeten waarde van de totalizer gedurende enkele seconden weergeven Fehler zurücksetzen...
9 Meting FLUXUS G831 9.9 Stop van de meting Veldkalibratie Meting\Commando uitvoeren\Bemonstering • Kies het lijst-item Bemonstering. • Druk op ENTER. Het monsternummer en het tijdstip van de bemonstering verschijnt in beeld. Stop van de meting • Druk tijdens het meten op de knop BRK Het volgende scherm verschijnt: Afb.
10 Fouten lokaliseren FLUXUS G831 Fouten lokaliseren Gevaar! Explosiegevaar bij gebruik van de meetapparaat in explosieve omgevingen (ATEX, IECEx) Kans op lichamelijk letsel of materiële schade en gevaarlijke situaties. → Houdt u zich aan de "Veiligheidsinstructies voor het gebruik in een explosiegevaarlijke omgeving", zie het document SIFLUXUS.
• Als de spanningsvoorziening in orde is, zijn ofwel de sensoren of is een onderdeel van de transmitter defect. De sensoren en de transmitter moeten voor reparatie naar FLEXIM worden opgestuurd. Er wordt een fout gemeld in de statusweergave (symbool •...
Signaalverlies tijdens de meting • Als de buis drukloos was en daarna geen meetsignaal meer wordt ontvangen, moet u contact opnemen met FLEXIM. • Wacht even totdat het akoestische contact weer tot stand is gebracht. De meting kan door een tijdelijk hoog aandeel vloeistof en vaste deeltjes in het medium onderbroken worden.
Het meten aan buizen gemaakt van een poreus materiaal (bijv. beton of gietijzer) is slechts in beperkte mate mogelijk • Neem contact op met FLEXIM. De buisbekleding kan bij de meting problemen veroorzaken, als ze niet vast tegen de buisbinnenwand aanligt of gemaakt is van akoestisch absorberend materiaal •...
11 Onderhoud en reiniging FLUXUS G831 Onderhoud en reiniging Gevaar! Explosiegevaar bij gebruik van de meetapparaat in explosieve omgevingen (ATEX, IECEx) Kans op lichamelijk letsel of materiële schade en gevaarlijke situaties. → Houdt u zich aan de "Veiligheidsinstructies voor het gebruik in een explosiegevaarlijke omgeving", zie het document SIFLUXUS.
Pagina 147
11 Onderhoud en reiniging FLUXUS G831 Gevaar! Werken in mijnen of smalle ruimten Kans op vergiftiging/verstikking door uittredende gassen, kans op lichamelijk letsel door ruimtegebrek → Draag de voorgeschreven persoonlijke veiligheidsuitrusting. → Houdt u zich aan de geldende voorschriften. Waarschuwing! Aanraken van delen die onder spanning staan Elektrische schokken of lichtbogen kunnen zwaar lichamelijk letsel veroorzaken.
• als de sensoren gedurende lange tijd bij hoge temperaturen gebruikt zijn (enkele maanden > 130 °C voor normale sensoren of > 200 °C voor hoogtemperatuursensoren) Voor hernieuwde kalibratie in referentieomstandigheden moet ofwel de transmitter, de sensoren of de transmitter en de sensoren naar FLEXIM worden opgestuurd. 2022-11-01, UMFLUXUS_G831V1-3NL...
Een defecte O-ring moeten worden vervangen. Important! O-ringen op de behuizing met verhoogde veiligheid mogen uitsluitend worden vervangen door speciaal hiervoor opgeleide medewerkers van FLEXIM. Afb. 11.1: Transmitter met aluminium behuizing bovenste behuizing 831-AA*, 831-AB*, 831-AEN: Ex e, Ex i...
→ Om de ontstekingsbeveiliging te garanderen, moet de behuizing en het kijkglas altijd voldoen aan de goedkeuring. Wijzigingen aan de behuizing mogen uitsluitend door FLEXIM worden aangebracht. De behuizing en het kijkglas dienen regelmatig op beschadigingen te worden gecontroleerd. Gebroken of bekraste kijkglazen of beschadigde behuizingen dienen onmiddellijk door FLEXIM-medewerkers te worden vervangen.
12 Demontage en vernietiging FLUXUS G831 Demontage en vernietiging Gevaar! Explosiegevaar bij gebruik van de meetapparaat in explosieve omgevingen (ATEX, IECEx) Kans op lichamelijk letsel of materiële schade en gevaarlijke situaties. → Houdt u zich aan de "Veiligheidsinstructies voor het gebruik in een explosiegevaarlijke omgeving", zie het document SIFLUXUS.
Batterijen moeten gescheiden van elektrische of elektronische apparaten worden weggegooid. Verwijder hiervoor de batterijen uit het apparaat en breng ze naar het daarvoor bestemde verwijderingssysteem. De onderdelen worden gratis teruggenomen door FLEXIM in overeenstemming met de nationale regelgeving. Neem contact op met FLEXIM.
13 Gebruikersmodes FLUXUS G831 Gebruikersmodes Via de gebruikersmodes is een uitgebreide signaal- en meetwaardediagnose mogelijk en kunnen er extra Speciale functies parameters worden vastgelegd die aan de applicatie zijn aangepast. Systeeminstellingen De volgende gebruikersmodes kunnen worden gekozen: •StandardUser Gebruikersmode •ExpertUser •SuperUser...
13 Gebruikersmodes 13.1 StandardUser-mode FLUXUS G831 Keuze van de gebruikersmode Speciale functies\Systeeminstellingen\Gebruikersmode • Kies het menupunt Gebruikersmode. • Druk op ENTER. • Kies een lijst-item. • Druk op ENTER. Speciale instellingen Opties\Kanaal\Speciale instelling • Kies in de programmavertakking Opties het meetkanaal.
13 Gebruikersmodes FLUXUS G831 13.1 StandardUser-mode 13.1.2 Turbulentiemode Bij sterke turbulentie, d.w.z. hoge getallen van Reynolds of gestoorde stromingsprofielen als gevolg van korte inlaat-/ uitlaatlengtes, treden grote fluctuaties op in de looptijd van de ultrasone signalen, hetgeen leidt tot een slechte signaalkwaliteit (b.v.
13 Gebruikersmodes 13.1 StandardUser-mode FLUXUS G831 Opties\Speciale instelling\Meerpuntscalibratie\Point x=setpoint • Voer de meetwaarde van het referentieapparaat in. • Druk op ENTER. • Herhaal de invoer voor alle meetwaardeparen. • Druk na elke invoer op ENTER. Opties\Speciale instelling\Meerpuntscalibratie\Gebruik bidirekt. • Kies Ja om de kalibratiecurve ook toe te passen bij negatieve stromingssnelheden. Kies Nee als zij niet moet worden toegepast bij negatieve stromingssnelheden.
13 Gebruikersmodes FLUXUS G831 13.2 ExpertUser-mode 13.2 ExpertUser-mode Sommige menupunten die niet zijn zichtbaar zijn in de StandardUser-mode, verschijnen in beeld. Opmerking! De ExpertUser-mode is bedoeld voor ervaren gebruikers met brede applicatiekennis. Gewijzigde parameters kunnen gevolgen hebben voor de StandardUser-mode en kunnen bij het inrichten van een nieuw meetpunt leiden tot verkeerde meetwaarden of tot een uitval van de meting.
13 Gebruikersmodes 13.2 ExpertUser-mode FLUXUS G831 Opmerking! Als de grenswaarde van de stromingssnelheid +Strom-snelh. grensw. te laag is of -Strom-snelh. grensw. te hoog wordt gekozen, dan bestaat de kans dat een meting niet mogelijk is, omdat de meeste meetwaarden als ongeldig gemarkeerd worden.
13 Gebruikersmodes FLUXUS G831 13.2 ExpertUser-mode Voorbeeld absolute drempel: 2007 m/s relatieve drempel: 600 m/s waarde van de geluidssnelheidscurve van het medium op het werkpunt: 1546 m/s Aangezien 1546 m/s + 600 m/s = 2146 m/s groter is dan de absolute drempel van 2007 m/s, wordt deze waarde bij het beoordelen van de plausibiliteit van het signaal gebruikt als absolute drempel van de geluidssnelheid.
13 Gebruikersmodes FLUXUS G831 13.3 SuperUser-mode en SuperUser-ext.-mode Opmerking! Sommige van de vastgelegde parameters blijven bij het overschakelen naar de StandardUser-mode geactiveerd. Die parameters verschijnen in beeld, maar kunnen niet worden gewijzigd. 13.3.1 Pig herkenning De pig herkenning wordt gebruikt om pigs te detecteren in de buis. Zij wordt geactiveerd/gedeactiveerd via de HotCode 007028 (voorinstelling: gedeactiveerd).
Pagina 162
13 Gebruikersmodes 13.3 SuperUser-mode en SuperUser-ext.-mode FLUXUS G831 Opmerking! Tijdens de meting wordt niet aangegeven dat de correctie van de stromingssnelheid is geactiveerd. Opties\Speciale instelling\Lineaire calibratie • Kies in de programmavertakking Opties het menupunt Speciale instelling. • Druk op ENTER totdat het menupunt Lineaire calibratie wordt weergegeven.
Pagina 163
13 Gebruikersmodes FLUXUS G831 13.3 SuperUser-mode en SuperUser-ext.-mode 13.3.4 Wegingsfactor Voor sensoren die op dezelfde buis zijn gemonteerd, wordt de wegingsfactor gebruikt om verschillen tussen meetwaarden van de stromingssnelheid van meerdere meetkanalen te compenseren. Deze verschillen kunnen door profieldeformaties of dwarsstromingen ontstaan. Deze invloeden worden verminderd door het gemiddelde te nemen van de meetwaarden van meerdere kanalen.
14 Uitgangen 14.1 Configureren van een digitale uitgang als binaire uitgang FLUXUS G831 Uitgangen Als de transmitter is uitgerust met uitgangen, dan moeten deze worden geconfigureerd. Voor de configuratie van een Opties analoge uitgang zie paragraaf 9.2.6. De transmitter kan ook uitgerust zijn met digitale Kanaal x uitgangen.
14 Uitgangen FLUXUS G831 14.1 Configureren van een digitale uitgang als binaire uitgang Opties\Kanaal x\Uitgangen\Digitale uitgang B1\B1 vrijgeven • Kies Ja om de instellingen voor een reeds toegewezen uitgang te veranderen of om een nieuwe uitgang toe te wijzen. • Kies Nee om de toewijzing te wissen en terug te keren naar het vorige menupunt.
Pagina 166
14 Uitgangen 14.1 Configureren van een digitale uitgang als binaire uitgang FLUXUS G831 Klemmenfuncties Opties\Kanaal x\Uitgangen\...\Info uitgang De klemmen voor het aansluiten van de uitgang verschijnen in beeld. Als u op de toets drukt, verschijnt er extra informatie in beeld.
14 Uitgangen FLUXUS G831 14.2 Configureren van een digitale uitgang als impulsuitgang Tab. 14.5: Functietest van de uitgang – meetbereik lijst-item schakelfunctie testwaarde beschrijving Status Ok Verbreecontact NC Status Ok • De binaire uitgang is stroomvoerend. (statuswaarde) • De meetwaarde moet laagohmig zijn.
Pagina 168
14 Uitgangen 14.2 Configureren van een digitale uitgang als impulsuitgang FLUXUS G831 Tab. 14.6: De meetgrootheid kiezen brongrootte lijst-item output Impuls Impuls |V| impuls zonder inachtneming van het voorteken van de volumestroom Impuls +V impuls voor positieve meetwaarden van de volumestroom...
14 Uitgangen FLUXUS G831 14.2 Configureren van een digitale uitgang als impulsuitgang 14.2.2 Impulsoutput door het definiëren van de impulsen per eenheid Opties\Kanaal x\Uitgangen\Digitale uitgang B1\Brongrootte\Impuls\Impulsuitvoer • Kies Impulsen per eenheid. • Druk op ENTER. Opties\Kanaal x\Uitgangen\Digitale uitgang B1\...\B1 Uitvoerbereik •...
14 Uitgangen 14.3 Configureren van een digitale uitgang als frequentieuitgang FLUXUS G831 Tab. 14.7: Werkingstest van de uitgang – signaal output-mode testwaarde beschrijving Impulsen per De ingetoetste testwaarde moet Als het externe meetapparaat de ingevoerde waarde eenheid binnen het outputbereik liggen.
15 Ingangen FLUXUS G831 15.1 Configuratie van een ingang Ingangen De ingangen worden in de programmavertakking Speciale functies geconfigureerd en in de programmavertakking Opties toegewezen aan de afzonderlijke meetkanalen. 15.1 Configuratie van een ingang Als de transmitter is uitgerust met ingangen, dan moeten deze worden geconfigureerd.
Pagina 172
15 Ingangen 15.1 Configuratie van een ingang FLUXUS G831 Meetbereik Speciale functies\Ingangen\...\Begin meetbereik • Geef de kleinste te verwachten meetwaarde aan. De maateenheid van de brongrootte verschijnt in beeld. Begin meetbereik is de meetwaarde die is toegewezen aan de onderste grenswaarde van het inputbereik (Invoer MIN).
15 Ingangen FLUXUS G831 15.1 Configuratie van een ingang 15.1.3 Een schakelvoorwaarde vastleggen Indien een functie van de transmitter met afstandsbesturing moet worden geactiveerd, moet een schakelvoorwaarde worden gedefinieerd. Speciale functies\Ingangen\...\Triggerwaarde • Kies Ja als u wilt dat er een schakelvoorwaarde wordt vastgelegd. Kies Nee om het volgende menupunt in beeld te brengen.
15 Ingangen 15.1 Configuratie van een ingang FLUXUS G831 15.1.4 Klemmenfuncties Speciale functies\Ingangen\...\Info ingang De klemmen voor het aansluiten van de ingang verschijnen in beeld. Als u op de toets drukt, verschijnt er extra informatie in beeld. • Druk op ENTER.
15 Ingangen FLUXUS G831 15.2 Een ingang toewijzen 15.2 Een ingang toewijzen • Kies de programmavertakking Opties. • Druk op ENTER. Opties\Kanaal ... • Kies het kanaal. • Druk op ENTER. Deze weergave verschijnt niet als de transmitter slechts één meetkanaal heeft.
16 Datalogger 16.1 Configuratie van de datalogger FLUXUS G831 Datalogger De transmitter heeft een datalogger waarin de meetgegevens tijdens het meten worden bewaard. Speciale functies Meetwaardegeheugen Opmerking! Om meetgegevens te bewaren, moet de datalogger Configuratie geconfigureerd worden. Kanalen vr. geheugen De volgende gegevens kunnen worden opgeslagen: •...
Pagina 177
16 Datalogger FLUXUS G831 16.1 Configuratie van de datalogger weergave beschrijving Meteen Het bewaren wordt onmiddellijk gestart. Hele 5 minuten Het bewaren wordt bij de volgende volle 5 minuten gestart. Hele 10 minuten Het bewaren wordt bij de volgende volle 10 minuten gestart.
Pagina 178
16 Datalogger 16.1 Configuratie van de datalogger FLUXUS G831 Speciale functies\Meetwaardegeheugen\Configuratie\Start het opslaan\Event based\ Log interval (trig.) • Kies een log interval op de keuzelijst waarmee de meetwaarden bewaard moeten worden als de event treedt in. • Druk op ENTER.
Pagina 179
16 Datalogger FLUXUS G831 16.1 Configuratie van de datalogger Ringbuffer Speciale functies\Meetwaardegeheugen\Configuratie\Ringbuffer De datalogger kan worden geconfigureerd als lineair geheugen of als ringbuffer. Als de ringbuffer gedeactiveerd is en de datalogger vol is, dan wordt het bewaren van de meetwaarden beëindigd. Het bewaren kan worden voortgezet als de datalogger is gewist.
16 Datalogger 16.2 De datalogger wissen FLUXUS G831 16.2 De datalogger wissen Speciale functies\Meetwaardegeheugen\Meetwaarden wissen • Kies het menupunt Meetwaarden wissen. • Druk op ENTER. • Kies Ja of Nee. • Druk op ENTER. 16.3 Informatie over de datalogger Speciale functies\Meetwaardegeheugen\Geheugen info •...
• kunnen meetwaarden, setup-instellingen en snaps van de transmitter worden gelezen en als bestand op de pc worden bewaard • kunnen ter ondersteuning van de service bestanden naar FLEXIM worden gestuurd • kan de meting wordt gecontroleerd d.m.v. monitoring Kijk voor de bediening van het programma in de helpfunctie van FluxDiagReader.
18 Uitgebreide functies 18.1 Totalizers FLUXUS G831 Uitgebreide functies 18.1 Totalizers Het totale volume of de totale massa van het medium op het meetpunt kan bepaald worden. Er zijn 2 totalisatoren, één voor de positieve en één voor de negatieve stroomrichting. De maateenheid die wordt gebruikt voor het totaliseren is de volume- of massa-eenheid, die voor de meetgrootheid is gekozen.
18 Uitgebreide functies FLUXUS G831 18.1 Totalizers • Kies het aantal decimalen. • Druk op ENTER. Het aantal decimalen is constant. De max. waarde van de totalisatoren wordt verminderd met het aantal decimalen. decimalen max. waarden max. weergave < 10 ±9999999999...
18 Uitgebreide functies 18.2 FastFood-mode FLUXUS G831 Opmerking! Het overlopen van een totalizer heeft gevolgen voor alle outputkanalen, bijv. op de datalogger en de online- overdracht. De output van de som van beide totalizers (doorvoerhoeveelheid Q) is niet meer geldig nadat één van de totalizers de eerste keer is overgelopen.
18 Uitgebreide functies FLUXUS G831 18.2 FastFood-mode 18.2.1 De FastFood-mode vrijgeven/blokkeren Speciale functies\Meting\Meetmodes\FastFood vrijgeven • Kies het menupunt Meetmodes. • Druk op ENTER totdat het menupunt FastFood vrijgeven wordt weergegeven. • Kies Aan om de FastFood-mode vrij te geven. Kies Uit om hem te blokkeren.
18 Uitgebreide functies 18.3 Rekenkanalen FLUXUS G831 18.3 Rekenkanalen Opmerking! Rekenkanalen staan alleen ter beschikking als de transmitter meer dan één meetkanaal heeft. Behalve de ultrasone meetkanalen heeft de transmitter 2 virtuele rekenkanalen Y en Z. Daarmee kunnen de meetwaarden van alle meetkanalen worden verrekend.
Pagina 187
18 Uitgebreide functies FLUXUS G831 18.3 Rekenkanalen Voorbeeld verrekeningsoort: speciaal bronkanaal 1: Meetkanaal A voorteken bronkanaal 1: bronkanaal 2: Meetkanaal B voorteken bronkanaal 2: gemiddelde waarde: 1/2(AND) lineaire correctie: factor: 1.5 Factor offset: 2.0 m/s verrekeningsfunctie: 1.5 *(|A|+|B|)/2 + 2 m/s 18.3.2.2...
18 Uitgebreide functies 18.3 Rekenkanalen FLUXUS G831 18.3.3 Outputopties voor een rekenkanaal • Kies de programmavertakking Opties. • Druk op ENTER. Opties\Kanaal • Kies het rekenkanaal waarvoor de meetgrootheid moet worden ingevoerd. • Druk op ENTER. • Kies Meting. • Druk op ENTER.
Pagina 189
18 Uitgebreide functies FLUXUS G831 18.3 Rekenkanalen 18.3.5 Uitgebreide diagnose Bij de rekenkanalen is in de ExpertUser-mode, SuperUser-mode, en SuperUser-ext.-mode nog een uitgebreide diagnose beschikbaar. Het doel van de uitgebreide diagnose is het herkennen van fouten op de afzonderlijke meetkanalen. De waarden van de uitgebreide diagnose kunnen worden uitgevoerd via de uitgangen van de transmitter of ze kunnen worden gedefinieerd als bron van de event trigger.
Pagina 190
18 Uitgebreide functies 18.3 Rekenkanalen FLUXUS G831 Tab. 18.2: Brongrootte Uitbreidde diagnose brongrootte lijst-item output Uitbreidde diagnose Geldige kanalen procentueel aandeel fysische kanalen dat een geldige meetsta- tus levert σ(Geluidssnelheid) standaardafwijking van de geluidssnelheid σ(Stromingssnelheid) standaardafwijking van de stromingssnelheid σ(Versterking)
18 Uitgebreide functies FLUXUS G831 18.4 Diagnose met behulp van de snap-functie 18.4 Diagnose met behulp van de snap-functie 18.4.1 Configureren Met de snap-functie kunt u meetparameters bewaren die bij het uitwaarderen van meetresultaten of voor diagnosedoeleinden van pas kunnen komen. Om de snap-functie te kunnen gebruiken, moet u deze eerst configureren.
18 Uitgebreide functies 18.5 De grenswaarde voor de buisbinnendiameter veranderen FLUXUS G831 18.4.3 Informatie over snaps Speciale functies\Snap\Snap Info • Kies het menupunt Snap Info. • Druk op ENTER. De volgende informatie verschijnt in beeld: weergave beschrijving Snaps bewaard aantal bewaarde snaps...
18 Uitgebreide functies FLUXUS G831 18.6 Afstandsbestuurde functies 18.6 Afstandsbestuurde functies Afstandsbestuurde functies kunnen worden geactiveerd met een event trigger, triggerbare analoge ingangen of Opties event trigger. Om voor een ingang een afstandsbestuurde functie te Kanaal x definiëren, moet deze in de menupunt Speciale Funktiebesturing functies\Ingangen vrijgegeven worden.
Pagina 194
18 Uitgebreide functies 18.6 Afstandsbestuurde functies FLUXUS G831 Resetten van de meetwaarden • Kies het lijst-item Meetw. resetten. • Druk op ENTER. De meetwaarde-output simuleert voor de duur van het signaal een rustende applicatie. De daadwerkelijk gemeten stromingssnelheid wordt genegeerd en de meetwaarde wordt op nul gezet. Alle waarden van de meetgrootheden die zijn afgeleid van de stromingssnelheid en de waarden van de rekenkanalen bedragen dus ook nul.
18 Uitgebreide functies FLUXUS G831 18.7 Event trigger Niet verrekenen Met deze functie kan een op een event gebaseerde kanaalkeuze voor rekenkanalen worden gedefinieerd. • Kies het lijst-item Niet verrekenen. • Druk op ENTER. Als is voldaan aan de voorwaarde voor de afstandsbestuurde functie, dan wordt dit meetkanaal op het rekenkanaal niet verrekend.
Pagina 197
18 Uitgebreide functies FLUXUS G831 18.7 Event trigger Tab. 18.3: Brongrootte brongrootte lijst-item output Diagnosewaarden Amplitude signaalamplitude Kwaliteit signaalkwaliteit verhouding nuttig signaal/stoorsignaal verhouding nuttig signaal/gecorreleerd stoorsignaal SCNR VariAmp amplitudeschommeling VariTime looptijdschommeling Versterking signaalversterking die nodig is om een bruikbaar signaal te ontvangen...
Pagina 198
18 Uitgebreide functies 18.7 Event trigger FLUXUS G831 De schakelvoorwaarde vastleggen Opties\Event trigger\Rx vrijgeven\Brongrootte\...\Functie • Kies de schakelvoorwaarde. • Druk op ENTER. Het resetgedrag vastleggen Opties\Event trigger\Rx vrijgeven\Brongrootte\...\Type • Kies het type resetgedrag. • Druk op ENTER. De triggergrenzen vastleggen Opties\Event trigger\Rx vrijgeven\Brongrootte\...\Triggerwaarde...
18 Uitgebreide functies FLUXUS G831 18.7 Event trigger De schakelvertraging vastleggen Opties\Event trigger\Rx vrijgeven\Brongrootte\...\Glitchinterval • Geef een tijdinterval aan waarna de event trigger moet schakelen als de gebeurtenis heeft plaatsgevonden. • Druk op ENTER. Opties\Event trigger\Rx vrijgeven\Brongrootte\...\Uitvalvertraging • Geef een tijdinterval aan waarna bij uitgevallen meting de event trigger wordt gedeactiveerd.
18 Uitgebreide functies 18.8 Event log FLUXUS G831 18.7.4 Statusweergave van de event triggers Opmerking! Als de event trigger schakelt dan wordt dit niet akoestisch noch op het display aangegeven. De status van de event triggers wordt in beeld gebracht tijdens het meten.
19 Instellingen FLUXUS G831 19.1 Dialogen en menu's Instellingen 19.1 Dialogen en menu's Speciale functies\Dialogen/menu's • Kies in de programmavertakking Speciale functies het menupunt Dialogen/menu's. • Druk op ENTER. Buisomtrek Speciale functies\Dialogen/menu's\Buisomtrek • Kies het menupunt Buisomtrek. • Kies Ja als in de programmavertakking Parameters de buisomtrek ingetoetst moet worden in plaats van de buisdiameter.
19 Instellingen 19.1 Dialogen en menu's FLUXUS G831 Meetpuntnummer Speciale functies\Dialogen/menu's\Meetpuntnummer • Druk op ENTER totdat het menupunt Meetpuntnummer wordt weergegeven. • Kies Getal als het meetpunt alleen aangeduid moet worden met cijfers. Kies Tekst als het meetpunt alleen aangeduid moet worden met letters.
19 Instellingen FLUXUS G831 19.2 Meetmodes De laatste waarde in beeld brengen Speciale functies\Dialogen/menu's\Laatste waarde tonen • Druk op ENTER totdat het menupunt Laatste waarde tonen wordt weergegeven. • Kies Ja om de laatste geldige meetwaarde in beeld te brengen.
19 Instellingen 19.3 Meetinstellingen FLUXUS G831 Gasmeting Speciale functies\Meting\Meetmodes\Gasmeting • Kies Aan om de gasmeting te activeren en Uit om ze te deactiveren. • Druk op ENTER. Speciale functies\Meting\Meetmodes\Referentietemp. • Toets de temperatuur in conform de ter plaatse geldende referentievoorwaarden (voorinstelling: 0 °C).
19 Instellingen FLUXUS G831 19.4 Maateenheden Snelle demping Als Snelle demping is geactiveerd, dan is elke aangegeven meetwaarde een gemiddelde waarde van de laatste x seconden, waarbij x het dempingsgetal is. Daarom heeft het display x seconden nodig om volledig te reageren op een verandering van de doorstroming.
19 Instellingen 19.5 Materiaal- en mediumkeuzelijst FLUXUS G831 19.5 Materiaal- en mediumkeuzelijst Bij levering worden materialen en media die in de transmitter zijn bewaard, in keuzelijsten in het menupunt Parameters\Buismateriaal of Parameters\Medium getoond. Niet benodigde materialen en media kunnen voor een beter overzicht van de keuzelijsten worden geschrapt. De verwijderde materialen en media kunnen op elk gewenst moment weer worden ingevoegd.
19 Instellingen FLUXUS G831 19.7 Instellen van het contrast Speciale functies\Parameterreeksnaam • Toets de naam in waar u de parameterreeks wilt opslaan. • Druk op ENTER. 19.6.2 Een parameterreeks laden Opgeslagen parameterreeksen kunnen voor een meting geladen worden. Speciale functies\Geheug. par. reeks\Parameterreeks wiss.
19 Instellingen 19.8 HotCodes FLUXUS G831 19.8 HotCodes Speciale functies\Systeeminstellingen\HotCode • Kies in de programmavertakking Speciale functies het menupunt Systeeminstellingen. • Druk op ENTER. • Kies het menupunt HotCode. • Druk op ENTER. • Voer met het toetsenbord de HotCode in. Voor het invoeren van getallen, zie paragraaf 4.4.
19 Instellingen FLUXUS G831 19.9 Toetsenblokkering 19.9 Toetsenblokkering Een lopende meting kan met een key lock beschermd worden tegen onbedoeld ingrijpen. Een code vastleggen voor de key lock • Kies in de programmavertakking Speciale functies het menupunt Systeeminstellingen. • Druk op ENTER.
20 Gasenergiestroom bepalen 20.1 De gasenergiestroom (NGE) berekenen FLUXUS G831 Gasenergiestroom bepalen De calorische waarde van een aardgas is de hoeveelheid energie die vrijkomt bij de verbranding van een bepaalde hoeveelheid aardgas. De gasenergiestroom is de hoeveelheid calorische waarde van een aardgas dat binnen een bepaalde tijd wordt getransporteerd.
20 Gasenergiestroom bepalen FLUXUS G831 20.2 Instelling voor het berekenen van de calorische waarde 20.2 Instelling voor het berekenen van de calorische waarde Het berekenen van de calorische waarde activeren Speciale functies\Meting\Meetinstellingen\HHV bereken • Kies in de programmavertakking Speciale functies het menupunt Meetinstellingen.
20 Gasenergiestroom bepalen 20.3 De meetgrootheid en de maateenheid vastleggen FLUXUS G831 20.3 De meetgrootheid en de maateenheid vastleggen Opties\Kanaal x\Meting\Gasenergiestroom • Kies in het menupunt Meting het lijst-item Gasenergiestroom. • Druk op ENTER. • Kies de maateenheid die moet worden gebruikt voor het berekenen van de calorische waarde.
Bijvoegsel A FLUXUS G831 A Menustructuur Bijvoegsel Menustructuur Programmavertakkingen Parameters Meting Opties Speciale functies Kanaal x Kanalen kiezen Kanaal x Systeeminstellingen Sensor Meetpuntnummer Meting Ingangen Buitendiameter Meetpad Maateenheden Uitgangen Buismateriaal Afst. tussen sensoren Uitgangen Meting Buiswanddikte Diagnosewaarden Toewijzing ingangen Meetwaardegeheugen...
Pagina 214
Bijvoegsel A A Menustructuur FLUXUS G831 Parameterinvoer Parameters Kanaal x Sensor Aangesl. sensor Sensor kiezen Buitendiameter Buismateriaal Buiswanddikte Bekleding Bekleding 2 Ommanteling Ruwheid Auto Gebruiker gedefinieerd Medium Mediumtemp. Verlengkabel Legenda alleen als in Speciale functies\Dialogen/menu's vrijgegeven 2022-11-01, UMFLUXUS_G831V1-3NL...
Bijvoegsel A FLUXUS G831 A Menustructuur Meetinstellingen Opties Kanaal x Meting Maateenheden Meetgrootheid Stromingssnelheid Volumestroom → Oper.-vol.-stroom → Norm. vol. flow → Massastroom Volume → Geluidssnelh. → Stromingssnelheid Massastroom Maateenheid Massa Demping Dynamische demping Foutvertraging Legenda alleen als in Meting\Meetinstellingen\Dynamische demping is vrijgegeven...
Pagina 216
Bijvoegsel A A Menustructuur FLUXUS G831 Datalogger Speciale functies Meetwaardegeheugen Configuratie Meetwaarden wissen Meetwaarden drukken Overdrachtinstellingen Geheugen info Kanalen vr. geheugen Kanaal seriëlle uitg. Start het opslaan Spaties wissen → Geactiveerd: → Geheugen vol: → Meetw.reeksen: → Geheugen gebruik: Event based →...
Bijvoegsel A FLUXUS G831 A Menustructuur Configuratie van de ingangen Speciale functies Ingangen → Temperatuur → Stroom Temperatuur Tx vrijgeven Pt100/Pt1000 Temperatuuroffset → Temperatuur Triggerwaarde Functie → In bereik → MAX (x>grenswaard) → Buiten breik → MIN (x<grenswaard) → ERR (x=uitval)
Pagina 220
Bijvoegsel A A Menustructuur FLUXUS G831 Configuratie van de ingangen Speciale functies Stroom Ingangen Ix vrijgeven → Temperatuur → Stroom Brongrootte Gebruiker gedefinieerd Stroom → Temperatuur → Druk → Dichtheid Naam van de ingang → Kin. viscositeit → Dyn. viscositeit...
Bijvoegsel A A Menustructuur FLUXUS G831 Op events gebaseerd bewaren van de meetwaarden Oorzaak Speciale functies Opties Ingangen Kanaal x Voorwaarde Event trigger Temperatuur Stroom vrijgeven vrijgeven Rx kiezen Pt100/Pt1000 Brongrootte Rx vrijgeven Brongrootte Voorwaarde Triggerwaarde Functie → MAX (x>grenswaard) →...
Pagina 227
Bijvoegsel A FLUXUS G831 A Menustructuur Voorbeeld 1 De diagnosewaarden moeten worden gecontroleerd. Als de SCNR lager is dan 20 dB, dan moet er een snap worden opgewekt. oorzaak: SCNR < 20 dB voorwaarde: R1 met SCNR < 20 dB...
Pagina 228
Bijvoegsel A A Menustructuur FLUXUS G831 Voorbeeld 2 De log interval van alle meet- en diagnosewaarden binnen een bepaald temperatuurbereik moet worden veranderd. De normale log interval van alle meet- en diagnosewaarden bedraagt 1 h. Als de temperatuur buiten het vastgelegde bereik van 20…40 °C ligt, moet de log interval 1 min bedragen.
Pagina 229
Bijvoegsel A FLUXUS G831 A Menustructuur Voorbeeld 3 De stromingssnelheid wordt gemeten. Als de stromingssnelheid ≤ 5 m/s is, dan meet de transmitter in TransitTime-mode. Als de stromingssnelheid > 5 m/s is, dan moet de transmitter meten in FastFood-mode. oorzaak: stromingssnelheid >...
Bijvoegsel A B Maateenheden FLUXUS G831 Maateenheden Lengte/ruwheid maateenheid beschrijving millimeter inch Temperatuur maateenheid beschrijving °C graden Celsius graden Fahrenheit °F Druk maateenheid beschrijving bar(a) bar (absoluut) bar(g) bar (relatief) psi(a) pond per vierkante inchch (absoluut) pond per vierkante inch (relatief)
Pagina 231
Bijvoegsel A FLUXUS G831 B Maateenheden Standaard-/bedrijfsvolumestroom maateenheid beschrijving standaard-/bedrijfsvolume (getotaliseerd) kubieke meter per dag m3/d m3/h kubieke meter per uur m3/min kubieke meter per minuut m3/s kubieke meter per seconde kubieke kilometer per uur km3/h millimeter per minuut ml/min...
Bijvoegsel A B Maateenheden FLUXUS G831 maateenheid beschrijving standaard-/bedrijfsvolume (getotaliseerd) MMCFH miljoen kubieke voeten per uur MMCF Igpd (Imp-gal/d) gallon per dag Igal gallon per uur Igph (Imp-gal/h) Igal Igpm (Imp-gal/m) gallon per minuut Igal Igps (Imp-gal/s) gallon per seconde...
Pagina 233
Bijvoegsel A FLUXUS G831 B Maateenheden Massastroom maateenheid beschrijving massa (getotaliseerd) ton per uur ton per dag kilogram per uur kg/h kg/min kilogram per minuut kg/s kilogram per seconde gram per seconde pond per dag lb/d lb/h pond per uur...
Referentie De volgende tabellen zijn bedoeld als hulpmiddel voor de gebruiker. De nauwkeurigheid van de gegevens hangt af van de samenstelling, de temperatuur en de verwerking van het materiaal. FLEXIM is niet aansprakelijk voor onnauwkeurigheden. Geluidssnelheid van gekozen buis- en bekledingsmaterialen bij 20 °C De waarden van sommige van deze materialen zijn opgeslagen in de interne database van de transmitter.
Bijvoegsel A FLUXUS G831 C Referentie Typische ruwheidswaarden van buisleidingen De waarden berusten op ervaring en metingen. materiaal absolute ruwheid [mm] getrokken buizen van bontmetaal, glas, kunststof en lichtmetaal 0…0.0015 getrokken stalen buizen 0.01…0.05 fijngepolijst, geschuurd oppervlak max. 0.01 gepolijst oppervlak 0.01…0.04...
Bijvoegsel A C Referentie FLUXUS G831 Typische eigenschappen van gekozen media bij 20 °C en 1 bar medium verklaring geluidssnel- dicht- kinematische toepassings- heid [m/s] heid viscositeit gebied [g/cm Aardgas standaard typische pipeline-kwaliteit 0.982 10…60 °C met hoofdbestanddeel 3…200 bar...
Bijvoegsel A D Rechtelijke informatie – Open Source licenties FLUXUS G831 Rechtelijke informatie – Open Source licenties De software van dit product bevat de volgende Open Source software, waarop de Apache licentie versie 2.0 van januari 2004 van toepassing is: 1.
Pagina 239
Bijvoegsel A FLUXUS G831 D Rechtelijke informatie – Open Source licenties 3. uC-DHCPc https://github.com/weston-embedded/uC-DHCPc/tree/v2.11.01 https://github.com/weston-embedded/uC-DHCPc/blob/v2.11.01/LICENSE https://github.com/weston-embedded/uC-DHCPc/blob/v2.11.01/NOTICE ATTENTION ALL USERS OF THIS REPOSITORY: The original work found in this repository is provided by Silicon Labs under the Apache License, Version 2.0.
Pagina 240
Bijvoegsel A D Rechtelijke informatie – Open Source licenties FLUXUS G831 TERMS AND CONDITIONS FOR USE, REPRODUCTION, AND DISTRIBUTION 1. Definitions. "License" shall mean the terms and conditions for use, reproduction, and distribution as defined by Sections 1 through 9 of this document.
Pagina 241
Bijvoegsel A FLUXUS G831 D Rechtelijke informatie – Open Source licenties You may add Your own copyright statement to Your modifications and may provide additional or different license terms and conditions for use, reproduction, or distribution of Your modifications, or for any such Derivative Works as a whole, provided Your use, reproduction, and distribution of the Work otherwise complies with the conditions stated in this License.