19 Instellingen
19.3 Parameterreeksen gebruiken
19.3
Parameterreeksen gebruiken
19.3.1
Inleiding
Parameterreeksen zijn gegevensrecords die alle gegevens bevatten voor een bepaalde
meettaak:
• buisparameters
• sensorparameters
• mediumparameters
• uitgangsopties
Door gebruikmaking van parameterreeksen kunnen terugkerende meettaken eenvoudi-
ger en sneller verricht worden. De transmitter kan max. 14 parameterreeksen opslaan.
Opmerking!
Bij levering zijn er geen parameterreeksen opgeslagen. Parameterreeksen worden
handmatig ingetoetst.
De parameters moeten allereerst in de programmavertakking Parameter ingetoetst
worden. Daarna kunnen ze als parameterreeks opgeslagen worden.
Spec. functie\Opsl. act.record
• Kies Spec. functie\Opsl. act.record.
• Druk op ENTER.
Als er geen volledige parameterreeks beschikbaar is, deze foutmelding GEEN GEGEVENS!
verschijnt. Opslaan is niet mogelijk.
• Toets in de programmavertakking Parameter de ontbrekende parameters in.
Spec. functie\Opsl. act.record\Opslaan naar
14 parameterreeks (Param.-record 01...Param.-record 14) kunnen worden opge-
slagen.
• Kies een parameterreeks.
• Druk op ENTER.
Als er reeds parameters in de gekozen parameterreeks zijn opgeslagen, kunnen ze wor-
den overgeschreven.
192
2018-07-05, UMFLUXUSF60xV5-0-2NL
FLUXUS F60*