Wij kunnen uw suggesties dan opnemen in nieuwe uitgaven. Auteursrechten De inhoud van de handleiding kan te allen tijde veranderd worden. Alle auteursrechten zijn in het bezit van FLEXIM GmbH. Het is zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van FLEXIM niet toegestaan, deze handleiding in welke vorm dan ook te vermenigvuldigen.
Telkens voordat u het meetinstrument gaat gebruiken, moet u controleren of het in feilloze staat verkeert en veilig werkt. Licht FLEXIM in als er bij de het installeren of het gebruik van het meetinstrument storingen zijn opgetreden of schade is ontstaan.
Beschouwd als niet doelmatig gebruik in termen van misbruik: • Werken met het meetinstrument zonder naleving van alle aanwijzingen uit deze handleiding • Gebruik van combinaties van apparaten als transmitter, sensoren en toebehoren die niet als zodanig door FLEXIM bedoeld zijn •...
• De transmitter, sensoren en toebehoren moeten voor transport correct worden verpakt: – Gebruik, als dat mogelijk is, de originele verpakking van FLEXIM of een gelijkwaardige kartonnen verpakking. – Plaats de transmitter, de sensoren en de toebehoren in het midden van de kartonnen verpakking.
3 Grondbeginselen FLUXUS F72* 3.1 Meetprincipe Grondbeginselen Bij de ultrasone debietmeting wordt de stromingssnelheid gemeten van een medium dat door een buis stroomt. Andere meetgrootheden worden afgeleid van de stromingssnelheid en - indien nodig - van bijkomende meetgrootheden. Meetprincipe De stromingssnelheid van het medium wordt in de TransitTime-mode gemeten volgens het procédé van ultrasoon looptijdverschil.
3 Grondbeginselen 3.1 Meetprincipe FLUXUS F72* m · Massastroom · m · · ρ De massa van het medium dat in een bepaalde tijd door de buis stroomt. De massastroom is het product van de · volumestroom en het soortelijk gewicht ρ. Warmtestroom ...
3 Grondbeginselen FLUXUS F72* 3.1 Meetprincipe Afb. 3.2: Meetpad van het signaal tegen de stroomrichting in verkorting van het meetpad α α α β β meetpad zonder γ stroming γ stroomrichting van het meetpad met stroming medium c – geluidssnelheid 1 –...
3 Grondbeginselen 3.1 Meetprincipe FLUXUS F72* Afb. 3.4: De stromingssnelheid meten in de NoiseTrek-mode sensor 1 sensor 1 impuls op het impuls op het tijdstip t tijdstip t + Δt ultrasoon signaal S ultrasoon signaal S looptijd t looptijd t Gasbel of vast partikel Gasbel of vast partikel stroomrichting...
3 Grondbeginselen FLUXUS F72* 3.2 Meetopstellingen 3.1.6 Gesynchroniseerd kanaalgemiddelde (FLUXUS *722) Het gesynchroniseerd kanaalgemiddelde maakt een vermindering van door turbulentie veroorzaakte meetwaardeschommelingen mogelijk zonder dat langetermijngemiddelden hoeven te worden berekend. Bij gebruik van de reflex mode, de X-mode of de versprongen X-mode en geactiveerd gesynchroniseerd kanaalgemiddelde, veroorzaakt de vrijwel gelijktijdige meting van alle meetbundels een kortstondige compensatie van de turbulente stromingsfluctuaties.
Pagina 16
3 Grondbeginselen 3.2 Meetopstellingen FLUXUS F72* Sensorafstand De sensorafstand wordt gemeten aan de binnenkant van de sensoren. reflectieopstelling doorstralingsopstelling (positieve sensorafstand) doorstralingsopstelling (negatieve sensorafstand) a – sensorafstand Geluidsstraalniveau Niveau, waarin 1 of meerdere meetpaden of stralen liggen. Afb. 3.8: 2 stralen op één niveau Afb.
3 Grondbeginselen 3.4 Ongestoord stromingsprofiel FLUXUS F72* Houdt u zich aan de volgende instructies bij het kiezen van het meetpunt: Horizontale buis Kies een meetpunt waar de sensoren aan de zijkant van de buis kunnen worden bevestigd zodat de geluidsgolven zich horizontaal in de buis verspreiden.
Pagina 19
3 Grondbeginselen FLUXUS F72* 3.4 Ongestoord stromingsprofiel Tab. 3.1: Aanbevolen afstanden t.o.v. storingsbronnen; D – nominale diameter op het meetpunt, l – aanbevolen afstand tussen de storingsbron en de sensorpositie storingsbron: 90°-bochtstuk inloop: l ≥ 10 D uitloop: l ≥ 5 D storingsbron: 2 ×...
4 Productbeschrijving 4.1 Meetsysteem FLUXUS F72* Productbeschrijving Meetsysteem Het meetsysteem bestaat uit de transmitter, de ultrasoonsensoren en de buis waarop wordt gemeten. Afb. 4.1: Voorbeeld voor een meetopstelling 1 – sensor 2 – buis 3 – transmitter De sensoren worden op de buitenkant van de buis bevestigd. Zij verzenden en ontvangen ultrasone signalen door het medium.
4 Productbeschrijving FLUXUS F72* 4.2 Bedieningsconcept Tab. 4.1: Beschrijving van de programmavertakkingen programmavertakking beschrijving Parameters Voordat er een meting kan worden gestart, moeten de sensor-, buis- en mediumparameters in de programmavertakking Parameters worden ingevoerd. In de programmavertakking Meting wordt de meting gestart nadat de meetkanalen zijn geactiveerd Meting en nadat de sensorafstand is ingevoerd.
4 Productbeschrijving FLUXUS F72* 4.4 Toetsenbord Toetsenbord Het toetsenbord heeft 15 toetsen, 3 daarvan zijn functietoetsen: ENTER, en C. Sommige toetsen hebben meerdere functies. Zij kunnen worden gebruikt voor het invoeren van waarden, het scrollen in keuzelijsten en voor het uitvoeren van speciale functies (b.v. het resetten van de totalizers). Tab.
Voor het transport moet het meetinstrument correct worden verpakt. Kijk voor gewichtsgegevens in de technische specificatie. • Gebruik, als dat mogelijk is, de originele verpakking van FLEXIM of een gelijkwaardige kartonnen verpakking. • Plaats de transmitter, de sensoren en de toebehoren in het midden van de kartonnen verpakking.
6 Montage FLUXUS F72* Montage Gevaar! Explosiegevaar bij gebruik van de meetapparaat in explosieve omgevingen (ATEX, IECEx) Kans op lichamelijk letsel of materiële schade en gevaarlijke situaties. → Houdt u zich aan de "Veiligheidsinstructies voor het gebruik in een explosiegevaarlijke omgeving", zie het document SIFLUXUS.
6 Montage 6.1 Transmitter FLUXUS F72* Transmitter 6.1.1 De behuizing openen en sluiten 6.1.1.1 Openen Voorzichtig! Het kan gevaarlijk zijn het apparaat te openen bij ongeoorloofde omgevingsomstandigheden Open de transmitter alleen in veilige omgevingsomstandigheden (b.v. luchtvochtigheid < 90 %, geen geleidende verontreinigingen, geen explosieve atmosfeer).
6 Montage FLUXUS F72* 6.1 Transmitter Transmitter met aluminium behuizing • Sluit het deksel van de behuizing. Druk het deksel hierbij aan de zijde van de schroeven lichtjes omhoog. • Draai alle schroeven op de behuizing van de transmitter handvast aan. Afb.
Pagina 28
6 Montage 6.1 Transmitter FLUXUS F72* Transmitter met aluminium behuizing • Schroef de wandhouder (2) met 3 verzinkschroeven (3) vast aan de wand. • Hang de transmitter (1) vast in de onderste haken (7) van de wandhouder. • Bevestig de transmitter aan de wandhouder door eerst de vergrendelingspen (4) in de daarvoor bedoelde boring te laten glijden en dan de schroef (5) vast te draaien.
Pagina 29
6 Montage FLUXUS F72* 6.1 Transmitter 6.1.2.2 Buismontage Opmerking! De buis moet zo stevig zijn dat zij bestand is tegen de belasting die ontstaat door de transmitter en door de krachten van de klembeugels. Transmitter met RVS-behuizing Montage aan de 2"-buis •...
Pagina 30
6 Montage 6.1 Transmitter FLUXUS F72* Transmitter met aluminium behuizing Opmerking! Voor de buismontage heeft u een set bestaande uit 2 buisklemmen, 2 verzinkschroeven en 2 oplegringen nodig. De afstand tussen de buisklemmen moet overeenstemmen met de afstand tussen de boringen in de wandhouder. •...
6 Montage FLUXUS F72* 6.2 Sensoren Sensoren Montage Voorzichtig! Waarschuwing voor ernstig letsel door hete of zeer koude onderdelen Het aanraken van hete of zeer koude onderdelen kan leiden tot ernstig letsel (verbrandingen/ bevriezingen). → Alle montage-, installatie- en aansluitingswerkzaamheden moeten voltooid zijn. →...
6 Montage 6.2 Sensoren FLUXUS F72* 6.2.1.2 Buis voorbereiden Voorzichtig! Contact met schuurstof U kunt lichamelijk letsel oplopen (b.v. ademhalingsproblemen, huidreacties, oogirritaties). → Draag de voorgeschreven persoonlijke veiligheidsuitrusting. → Houdt u zich aan de geldende voorschriften. Important! De buis moet zo stevig zijn dat zij bestand is tegen de belasting die ontstaat als gevolg van de sensoren en bevestiging.
Pagina 33
6 Montage FLUXUS F72* 6.2 Sensoren Doorstralingsopstelling met 2 stralen Reflectieopstelling met 2 stralen op 2 niveau’s X-rangschikking • dezelfde kenmerken als bij reflectieopstelling met 1 straal • extra eigenschap: invloeden op het stromingspatroon worden gecompenseerd, omdat er op 2 niveau’s wordt gemeten versprongen X-rangschikking •...
6 Montage 6.2 Sensoren FLUXUS F72* Meting in beide richtingen Meting in reflectieopstelling met 2 stralen op 2 niveau’s stroomrichting stroomrichting • Het geluidsstraalniveau wordt afgesteld • De 2 geluidsstraalniveaus worden op het dichtstbij gelegen bochtstuk (al gekozen in een hoek van 45° t.o.v. het naar gelang het verloop van de buizen –...
6 Montage FLUXUS F72* 6.2 Sensoren 6.2.2.2 Rangschikking van de sensoren Voor de rangschikking van de sensoren en montagerails bestaan verscheidene varianten: Afb. 6.9: Rangschikking van de sensoren en montagerails reflectieopstelling, 1 rail reflectieopstelling, 2 rails doorstralingsopstelling, 2 rails parallel doorstralingsopstelling, 2 rails verplaatst 6.2.2.3...
6 Montage 6.2 Sensoren FLUXUS F72* 6.2.2.4 Bevestigen met Variofix L, PermaRail Inhoud van de levering (voorbeeld) Variofix L sensorpaar snelspanslot met spanband spanklemslot met spanband ratelslot en spanbandrol 2021-09-01, UMFLUXUS_F72xV2-0NL...
Pagina 37
6 Montage FLUXUS F72* 6.2 Sensoren Montage Bij een meting in diagonale mode worden de sensorbevestigingen aan weerszijden van de buis gemonteerd. Bij metingen in de reflex mode worden de sensorbevestigingen op dezelfde zijde van de buis gemonteerd. Bij de 2-straals diagonale mode in versprongen X-mode moeten 4 sensorbevestigingen worden gemonteerd. Bij een meting in reflex mode en kleine sensorafstanden is 1 sensorbevestiging voldoende.
Pagina 38
6 Montage 6.2 Sensoren FLUXUS F72* Stap 1: Demontage van Variofix L • Neem de sensorbevestiging Variofix L uit elkaar. Afb. 6.13: Demontage van Variofix L 1 – afdekking 2 – schroef 3 – moer 4 – rail 5 – spanbandklem Stap 2: Bevestiging van de spansloten op de spanbanden •...
Pagina 39
6 Montage FLUXUS F72* 6.2 Sensoren • Schuif de spanband ca. 100 mm door de delen (1) en (2) van het ratelslot, zie Afb. 6.16 a. • Buig de spanband om. • Schuif de spanband door deel (1) van het ratelslot, zie Afb. 6.16 b. •...
Pagina 40
6 Montage 6.2 Sensoren FLUXUS F72* Afb. 6.18: Spanband met spanbandklem Afb. 6.19: Spanband met snelspanslot en metalen veer 1 – spanbandklem 1 – spanslotschroef 2 – metalen veer Afb. 6.20: Spanband met spanklemslot 1 – spanslotschroef • Leg de spanband rond de buis en schuif de spanband door het spanslot, zie Afb. 6.19. •...
Pagina 41
6 Montage FLUXUS F72* 6.2 Sensoren Afb. 6.21: Spanband met metalen veer en spanbandklem 1 – metalen veer 2 – spanbandklem Afb. 6.22: Ratelslot met spanband 1 – draairichting 2 – snijkant 3 – hendel 4 – spanslotschroef met spleet Stap 4: Bevestiging van de rail op de buis •...
Pagina 42
6 Montage 6.2 Sensoren FLUXUS F72* • Selecteer de montagehandleiding van het meegeleverde spanslot: Spanklemslot • Schuif de spanband door de spanbandklem (2). • Leg de spanband rond de buis en schuif de spanband door het spanslot, zie Afb. 6.25 en Afb. 6.26. •...
Pagina 43
6 Montage FLUXUS F72* 6.2 Sensoren Ratelslot • Schuif de spanband door de spanbandklem (2) en de metalen veer, zie Afb. 6.25 en Afb. 6.28. De metalen veer hoeft niet te worden gemonteerd op: – stalen buizen – buizen met een buitendiameter < 80 mm –...
Pagina 44
6 Montage 6.2 Sensoren FLUXUS F72* • Herhaal de stappen voor het bevestigen van de tweede rail, zie Afb. 6.30. Afb. 6.30: Buis met 2 rails Stap 5: Montage van de sensoren in Variofix L • Druk de sensoren vast op de sensorhouders in de afdekkingen zodat de sensoren vastklikken en stevig vastzitten. De sensorkabels wijzen in tegengestelde richting, zie Afb.
Pagina 45
6 Montage FLUXUS F72* 6.2 Sensoren Afb. 6.32: Instelling van de sensorafstand 1 – afdekking 2 – trekontlastingsklem 3 – equipotentiaalklem a – sensorafstand Opmerking! Zorg ervoor dat de koppelfolie op de contactvlakken van de sensor blijft zitten. Zie voor informatie over de koppelfolie het veiligheidsinformatieblad.
6 Montage 6.2 Sensoren FLUXUS F72* 6.2.2.5 Bevestigen met Variofix C Inhoud van de levering (voorbeeld) Variofix C sensorpaar snelspanslot met spanband spanklemslot met spanband spanbandrol ratelslot 2021-09-01, UMFLUXUS_F72xV2-0NL...
Pagina 47
6 Montage FLUXUS F72* 6.2 Sensoren Montage Bij een meting in reflex mode wordt 1 sensorbevestiging aan de zijkant van de buis gemonteerd. Bij een meting in diagonale mode worden 2 sensorbevestigingen aan weerszijden van de buis gemonteerd. In het navolgende zal de montage van 1 sensorbevestiging worden beschreven (sensoren in reflectieopstelling). Afb.
Pagina 48
6 Montage 6.2 Sensoren FLUXUS F72* Stap 1: Demontage van Variofix C • Haal de sensorbevestiging Variofix L uit elkaar. Voor het verwijderen van de afdekking van de rail buigt u de buitenwand van de afdekking naar buiten. Om de veerbeugel van de rail te verwijderen, moet u hem over de inkeping van de rail heen schuiven en omhoog trekken. Afb.
Pagina 49
6 Montage FLUXUS F72* 6.2 Sensoren Stap 2: Bevestiging van de spansloten op de spanbanden • Selecteer de montagehandleiding van het meegeleverde spanslot: Spanklemslot Het spanslot is aan de spanband bevestigd, zie Afb. 6.38. Snelspanslot Het spanslot is aan de spanband bevestigd, zie Afb. 6.39. •...
Pagina 50
6 Montage 6.2 Sensoren FLUXUS F72* Stap 3: Bevestiging van de spanband op de buis Er wordt een spanband bevestigd op de buis. De tweede spanband wordt gemonteerd op een later tijdstip. Afb. 6.41: Spanband met spanbandklem en metalen veer op de buis 1 –...
Pagina 51
6 Montage FLUXUS F72* 6.2 Sensoren • Leg de spanband rond de buis en schuif de spanband door het spanslot, zie Afb. 6.43. • Trek de spanband vast. • Draai de spanslotschroef vast. Ratelslot • Schuif de spanband door de spanbandclip en de metalen veer, zie Afb. 6.45. De metalen veer hoeft niet te worden gemonteerd op: –...
Pagina 52
6 Montage 6.2 Sensoren FLUXUS F72* Stap 4: Bevestiging van de rail op de buis • Plaats de spanbandklem (2) in de rail, zie Afb. 6.47. Let hierbij op de richting van de spanbandklem. • Draai de moer van de spanbandklem (2) lichtjes vast. •...
Pagina 53
6 Montage FLUXUS F72* 6.2 Sensoren Snelspanslot • Schuif de spanband door de spanbandklem (2) en de metalen veer. • Leg de spanband rond de buis en schuif de spanband door het spanslot, zie Afb. 6.49 en Afb. 6.51. • Plaats de metalen veer tegenover de spanbandklem (2). •...
Pagina 54
6 Montage 6.2 Sensoren FLUXUS F72* Afb. 6.53: Ratelslot met spanband 1 – draairichting 2 – snijkant 3 – hendel 4 – spanslotschroef met spleet Stap 5: Montage van de sensoren in Variofix C • Doe koppelfolie (of een beetje koppelpasta voor kortstondige montage) op de contactvlakken van de sensoren. De koppelfolie kan met een beetje koppelpasta worden vastgemaakt op het contactvlak van de sensoren.
Pagina 55
6 Montage FLUXUS F72* 6.2 Sensoren Afb. 6.55: Sensoren in de rail 1 – equipotentiaalklem 2 – veerbeugel 3 – aandrukschroef 4 – kabelbevestiging Afb. 6.56: Variofix C met sensoren op de buis 1 – afdekking 2 – schroef U verwijdert de afdekking als volgt van de gemonteerde sensorbevestiging Variofix C: •...
6 Montage 6.2 Sensoren FLUXUS F72* 6.2.2.6 Bevestigen met montageschoen en spanklemslot • Schuif het spanband door de gleuf aan de bovenkant van de montageschoen. • Positioneer de montageschoen en het spanslot op de buis. Monteer de montageschoen bij horizontale buizen indien mogelijk zijdelings op de buis.
6 Montage FLUXUS F72* 6.3 Temperatuursensor Temperatuursensor Montage 6.3.1 Buis voorbereiden Voorzichtig! Contact met schuurstof U kunt lichamelijk letsel oplopen (b.v. ademhalingsproblemen, huidreacties, oogirritaties). → Draag de voorgeschreven persoonlijke veiligheidsuitrusting. → Houdt u zich aan de geldende voorschriften. Important! De buis moet zo stevig zijn dat zij bestand is tegen de belasting die ontstaat door het bevestigen van de temperatuursensor.
6 Montage 6.3 Temperatuursensor FLUXUS F72* Afb. 6.59: Spanslot Afb. 6.60: Temperatuursensor op de buis 6.3.2.2 Monteren met FLEXIM-spanslot Voorzichtig! De snijkant van de spanband is scherp. Gevaar voor letsel! → Ontbraam scherpe randen. → Draag de voorgeschreven persoonlijke veiligheidsuitrusting.
6 Montage FLUXUS F72* 6.3 Temperatuursensor 6.3.2.3 Met snelspanslot monteren Voorzichtig! De snijkant van de spanband is scherp. Gevaar voor letsel! → Ontbraam scherpe randen. → Draag de voorgeschreven persoonlijke veiligheidsuitrusting. → Houdt u zich aan de geldende voorschriften. • Kort het spanband af (buisomtrek + tenminste 120 mm). •...
Pagina 60
6 Montage 6.3 Temperatuursensor FLUXUS F72* 6.3.3 De temperatuursensor monteren (reactietijd 8 s) • Maak de beschermplaat en de isolatieschuimstof aan de temperatuursensor vast, zie Afb. 6.63. • Pak het verende uiteinde van de ketting vast en schuif de eerste kogel in één van de twee spleten aan de bovenkant van de temperatuursensor (zie Afb.
7 Aansluiting FLUXUS F72* Aansluiting Gevaar! Explosiegevaar bij gebruik van de meetapparaat in explosieve omgevingen (ATEX, IECEx) Kans op lichamelijk letsel of materiële schade en gevaarlijke situaties. → Houdt u zich aan de "Veiligheidsinstructies voor het gebruik in een explosiegevaarlijke omgeving", zie het document SIFLUXUS.
7 Aansluiting 7.1 Sensoren FLUXUS F72* Sensoren Wij raden u aan de kabels vóór het aansluiten van de sensoren van het meetpunt naar de transmitter te leggen om het aansluitpunt niet te belasten. Opmerking! Als er sensoren vervangen of toegevoegd worden, dan moet ook de sensormodule vervangen of toegevoegd worden.
7 Aansluiting FLUXUS F72* 7.1 Sensoren Afb. 7.2: Aansluiting van de sensorkabel met SMB-connectoren op de transmitter NEXT DISP SNAP DISP 3x Q FAST MODE X_AV X_AR X_BV X_BR 1 – SMB-stekker 2 – kabelschroefverbinding 7.1.1.2 Sensorkabel met kunststof kabelmantel en gestripte kabeluiteinden •...
7 Aansluiting FLUXUS F72* 7.1 Sensoren Afb. 7.4: Aansluiting van de sensorkabel met ommanteling uit edelstaal en gestripte kabeluiteinden op de transmitter NEXT DISP SNAP DISP 3x Q FAST MODE X_AV X_AR X_BV X_BR 1 – kabelschroefverbinding 7.1.2 De verlengkabel op de transmitter aansluiten De verlengkabel wordt aangesloten op de transmitter via de aansluiting van de sensor.
Pagina 66
7 Aansluiting 7.1 Sensoren FLUXUS F72* Afb. 7.5: Aansluiting van de verlengkabel op de transmitter NEXT DISP SNAP DISP 3x Q FAST MODE kabelschroefverbinding X_AV X_AR X_BV X_BR 1 – wartel 2 – inzetstuk 3 – lichaam 4 – teruggeslagen buitenste afscherming 5 –...
Pagina 67
7 Aansluiting FLUXUS F72* 7.1 Sensoren Afb. 7.6: Aansluiting van de sensorkabel met SMB-connectoren 1 – SMB-connector 2 – kabelschroefverbinding 7.1.3.2 Sensorkabel met kunststof kabelmantel en gestripte kabeluiteinden • Verwijder de blinde stop voor het aansluiten van de sensorkabel. • Maak de kabelschroefverbinding van de sensorkabel open. Het inzetstuk blijft in de wartel zitten. •...
Pagina 68
7 Aansluiting 7.1 Sensoren FLUXUS F72* Afb. 7.7: Aansluiting van de sensorkabel met kunststof kabelmantel en gestripte kabeluiteinden kabelschroefverbinding 1 – wartel 2 – inzetstuk 3 – lichaam 4 – teruggeslagen buitenste afscherming 7.1.3.3 Sensorkabel met RVS-ommanteling en gestripte kabeluiteinden •...
7 Aansluiting FLUXUS F72* 7.1 Sensoren Afb. 7.8: Aansluiting van de sensorkabel met ommanteling uit edelstaal en gestripte kabeluiteinden 1 – kabelschroefverbinding 7.1.4 De verlengkabel op de klembehuizing aansluiten 7.1.4.1 Aansluiting zonder potentiaalscheiding (standaard) Als u de verlengkabel zonder potentiaalscheiding op de klembehuizing aansluit, heeft u de garantie dat de sensor, de klembehuizing en de transmitter op hetzelfde potentiaal liggen.
Pagina 70
7 Aansluiting 7.1 Sensoren FLUXUS F72* Tab. 7.8: Klemmenfuncties klem aansluiting (verlengkabel) witte of gemarkeerde kabel (kern) witte of gemarkeerde kabel (binnenafscherming) bruine kabel (binnenafscherming) bruine kabel (kern) kabelschroefverbinding buitenafscherming Afb. 7.9: Aansluiting van de verleng- en sensorkabel op de klembehuizing kabelschroefverbinding 1 –...
7 Aansluiting FLUXUS F72* 7.1 Sensoren 7.1.4.2 Aansluiting met potentiaalscheiding Als aarding op hetzelfde potentiaal niet mogelijk is, b.v. voor meetopstellingen met zeer lange verlengkabels, dan moet de verlengkabel en de klembehuizing elektrisch van elkaar geïsoleerd worden. De klembehuizing en de sensoren moeten op hetzelfde potentiaal liggen.
Pagina 72
7 Aansluiting 7.1 Sensoren FLUXUS F72* Afb. 7.10: Aansluiting van de verleng- en sensorkabel op de klembehuizing kabelschroefverbinding 1 – verlengkabel 2 – buitenafscherming 3 – afschermingsklem 4 – wartel 5 – inzetstuk 6 – lichaam 7 – aansluiting van de verlengkabel 8 –...
Pagina 73
7 Aansluiting FLUXUS F72* 7.1 Sensoren 7.1.5 Sensormodule (SENSPROM) De sensormodule bevat belangrijke sensorgegevens voor het gebruik van de transmitter met de sensoren. Als er sensoren vervangen of toegevoegd worden, dan moet ook de sensormodule vervangen of toegevoegd worden. Opmerking! Het serienummer van de sensormodule moet overeenstemmen met dat van de sensor.
7 Aansluiting 7.2 Spanningsvoorziening FLUXUS F72* Spanningsvoorziening Aansluiting De spanningsvoorziening wordt aangesloten door de exploitant. De exploitant moet een beveiliging tegen overstroom (een zekering of een vergelijkbare voorziening) aanbrengen die bij een ongeoorloofd hoog stroomverbruik alle stroomvoerende leiders onderbreekt. De impedantie van de aarding moet laagohmig zijn zodat de contactspanning niet boven de geoorloofde bovengrens komt te liggen.
7 Aansluiting FLUXUS F72* 7.2 Spanningsvoorziening Tab. 7.10: Klemmenfuncties klem aansluiting AC aansluiting DC aarde aarde N(-) L(+) fase 100...230 V AC, 50...60 Hz zekering 1 A, traag 1.6 A, traag 7.2.1 Kabelaansluiting Transmitter met RVS-behuizing • Verwijder de blinde stop voor het aansluiten van de kabel op de transmitter. •...
7 Aansluiting 7.3 Uitgangen FLUXUS F72* Afb. 7.15: Kabelschroefverbinding voor aluminium behuizing 1 – wartel 2 – inzetstuk 3 – lichaam Uitgangen Important! De max. geoorloofde spanning tussen de uitgangen en PE bedraagt 60 V DC (permanent). • Sluit de uitgangskabel op de transmitter, zie paragraaf 7.2.1, Afb. 7.16 en Tab. 7.11. Afb.
Pagina 77
7 Aansluiting FLUXUS F72* 7.3 Uitgangen Tab. 7.11: Circuit van de uitgangen uitgang transmitter externe circuit opmerking interne circuit aansluiting passieve stroomuitgang/HART stroomuitgang = 8…30 V > 0.024 A [Ω] + 8 V voorbeeld: = 30 V ≤ 900 Ω HART = 10…24 V schakelbare stroomuitgang...
7 Aansluiting 7.4 Ingangen FLUXUS F72* Ingangen Important! De max. geoorloofde spanning tussen de ingangen en PE bedraagt 60 V DC (permanent). Afb. 7.17: Aansluiting van de ingang op de transmitter NEXT DISP SNAP DISP 3x Q FAST MODE X_AV X_AR X_BV X_BR...
7 Aansluiting FLUXUS F72* 7.4 Ingangen Aansluiten van een passieve stroombron Important! De klemmen Txa en TxB mogen niet worden aangesloten. Important! Zorg voor de juiste poling omdat anders de stroombron kan worden beschadigd. Een continue kortsluiting kan de stroomingang onherstelbaar beschadigen. Voor het aansluiten van de ingangskabel op de transmitter zie paragraaf 7.2.1, Afb.
7 Aansluiting 7.5 Temperatuurvoeler FLUXUS F72* Temperatuurvoeler Aansluiting Op de ingangen van de transmitter kunnen de temperatuursensoren Pt100/Pt1000 (4-draads techniek) worden aangesloten (optie). Afb. 7.18: Aansluiting van de ingang op de transmitter NEXT DISP SNAP DISP 3x Q FAST MODE X_AV X_AR X_BV...
Pagina 83
7 Aansluiting FLUXUS F72* 7.5 Temperatuurvoeler 7.5.1 De temperatuursensor rechtstreeks aansluiten • Verwijder de blinde stop voor het aansluiten van de temperatuursensor. • Maak de kabelschroefverbinding van de temperatuursensor open. Het inzetstuk blijft in de wartel zitten. • Schuif de kabel van de temperatuursensor door de wartel, het inzetstuk, het lichaam en de reductie. •...
7 Aansluiting 7.5 Temperatuurvoeler FLUXUS F72* 7.5.2 Aansluiting met verlengkabel • Verwijder de blinde stop voor het aansluiten van de temperatuursensor. • Maak de kabelschroefverbinding van de verlengkabel open. Het inzetstuk blijft in de wartel zitten. • Schuif de verlengkabel door de wartel, het inzetstuk, het lichaam en de reductie. •...
Pagina 85
7 Aansluiting FLUXUS F72* 7.5 Temperatuurvoeler Afb. 7.21: De verlengkabel confectioneren 110 mm 7 mm 1 – wartel 2 – inzetstuk 3 – lichaam 4 – reductie 5 – teruggeslagen buitenste afscherming 6 – dichtringzijde Afb. 7.22: Klembehuizing 1 – aansluiting van de verlengkabel 2 –...
7 Aansluiting 7.6 Service-interface FLUXUS F72* Service-interface Aansluiting 7.6.1 USB-interface Via de USB-interface kan de transmitter rechtstreeks worden verbonden met een pc. • Sluit de USB-kabel aan op de USB-interface van de transmitter en op de pc. Afb. 7.23: Aansluiting van de USB kabel 1 –...
Pagina 87
7 Aansluiting FLUXUS F72* 7.6 Service-interface Afb. 7.25: Kabelschroefverbinding 1 – wartel 2 – inzetstuk 3 – lichaam 4 – afdichtring (alleen voor kabelschroefverbinding M20, niet voor kabelschroefverbinding 1/2 NPS) 5 – behuizingwand 6 – ferrietmoer • Schuif de kabel door de wartel, het inzetstuk, het lichaam en de afdichtring (afdichtring: alleen voor kabelschroefverbinding M20, niet voor kabelschroefverbinding 1/2 NPS).
Pagina 88
7 Aansluiting 7.6 Service-interface FLUXUS F72* Afb. 7.27: Kabelschroefverbinding 1 – wartel 2 – inzetstuk 3 – lichaam • Schuif de kabel door de wartel, het inzetstuk en het lichaam van de kabelschroefverbinding. • Breng de kabel in de behuizing van de transmitter in. •...
8 Inbedrijfstelling FLUXUS F72* Inbedrijfstelling Gevaar! Explosiegevaar bij gebruik van de meetapparaat in explosieve omgevingen (ATEX, IECEx) Kans op lichamelijk letsel of materiële schade en gevaarlijke situaties. → Houdt u zich aan de "Veiligheidsinstructies voor het gebruik in een explosiegevaarlijke omgeving", zie het document SIFLUXUS.
8 Inbedrijfstelling 8.1 Instellingen bij de eerste inbedrijfstelling FLUXUS F72* Instellingen bij de eerste inbedrijfstelling Bij de eerste inbedrijfstelling van de transmitter moet u de volgende instellingen verrichten: • taal • tijd/datum • maateenheid Deze gegevens verschijnen alleen als u de transmitter bij de eerste keer inschakelt of na een initialisatie van de transmitter.
8 Inbedrijfstelling FLUXUS F72* 8.3 Statusweergaven Statusweergaven De bedrijfsstatus wordt aangegeven met LED's. Afb. 8.1: Bedieningsveld van de transmitter NEXT DISP SNAP DISP 3x Q FAST MODE X_AV X_AR X_BV X_BR 1 – LED kanaal A 2 – LED kanaal B 3 –...
8 Inbedrijfstelling 8.4 Programmavertakkingen FLUXUS F72* Programmavertakkingen De volgende weergave geeft u een overzicht van de programmavertakkingen. Kijk voor een gedetailleerd overzicht van de menustructuur in bijvoegsel A. Parameters Meting Opties Speciale functies Meetkanaal kiezen Meetkanalen kiezen Meetkanaal kiezen Systeeminstellingen Sensorparameters Meetpuntnummer Meetgrootheid...
8 Inbedrijfstelling FLUXUS F72* 8.7 Datum en tijd Initiale instelling Als u Ja heeft gekozen, verschijnen de volgende dialogen voor de instellingen: •Taal •Datum/tijd •Maateenheden •Meetwaarden wissen •Snaps wissen • Gebr-ge. stoff wissen (alle gebruikersgedefinieerde materialen en media die na levering van het apparaat bewaard zijn, worden gewist) •Total.
9 Meting FLUXUS F72* Meting Gevaar! Explosiegevaar bij gebruik van de meetapparaat in explosieve omgevingen (ATEX, IECEx) Kans op lichamelijk letsel of materiële schade en gevaarlijke situaties. → Houdt u zich aan de "Veiligheidsinstructies voor het gebruik in een explosiegevaarlijke omgeving", zie het document SIFLUXUS.
9 Meting FLUXUS F72* 9.1 Parameterinvoer Parameterinvoer Opmerking! De gelijktijdige parameterinvoer via de toetsenbord van de transmitter en de USB-, LAN- of procesinterface, moet worden vermeden. De ontvangen parameterreeks via deze interfaces overschrijven het actuele parametreren van de transmitter. De buis- en mediumparameters worden ingetoetst voor het gekozen meetpunt.
9 Meting 9.1 Parameterinvoer FLUXUS F72* 9.1.1 Keuze van sensoren Opmerking! De sensoren moeten worden gekozen afhankelijk van de toepassingsparameters, zie technische specificatie. Parameters\Clamp-on sensor CDP2E52 • De sensor (in dit geval: CDP2E52) die op de transmitter is aangesloten, verschijnt in beeld. •...
Pagina 97
9 Meting FLUXUS F72* 9.1 Parameterinvoer Buismateriaal Parameters\Buismateriaal Het buismateriaal moet gekozen worden, zodat de bijbehorende geluidssnelheid bepaald kan worden. De geluidssnelheid voor de materialen op de keuzelijst zijn opgeslagen in de transmitter. • Kies het buismateriaal. • Als het materiaal niet op de keuzelijst staat, kiest u de lijstnotering Ander material. •...
Pagina 98
9 Meting 9.1 Parameterinvoer FLUXUS F72* Bekledingsmateriaal Parameters\Bekledingsmateriaal • Kies het bekledingsmateriaal. • Druk op ENTER. • Als het bekledingsmateriaal niet op de keuzelijst staat, kiest u de lijstnotering Ander material. • Druk op ENTER. Deze weergave verschijnt alleen als Ja in het menupunt Bekleding gekozen is. Geluidssnelheid van het bekledingsmateriaal Parameters\Bekledingsmateriaal\Ander material\c Materiaal •...
9 Meting FLUXUS F72* 9.1 Parameterinvoer 9.1.3 Invoer van de mediumparameters Medium Parameters\Medium • Kies het medium van de keuzelijst. • Als het medium niet op de keuzelijst staat, kiest u de lijstvermelding Ander medium. • Druk op ENTER. Geluidssnelheid van het medium Parameters\Medium\Ander medium\c medium De geluidssnelheid van het medium wordt gebruikt om de sensorafstand te berekenen.
9 Meting 9.1 Parameterinvoer FLUXUS F72* Mediumtemperatuur Parameters\Mediumtemp. De mediumtemperatuur wordt gebruikt: – aan het begin van de meting wordt de mediumtemperatuur gebruikt voor het interpoleren van de geluidssnelheid en dus voor het berekenen van de aanbevolen sensorafstand – tijdens de meting wordt de mediumtemperatuur gebruikt voor het interpoleren van de het soortelijk gewicht en de viscositeit van het medium Deze waarde wordt gebruikt als de mediumtemperatuur niet wordt gemeten.
9 Meting FLUXUS F72* 9.2 Meetinstellingen Meetinstellingen • Kies de programmavertakking Opties. • Druk op ENTER. Opties Kanaal x Opties\Kanaal A • Kies het kanaal waarvoor de meetgrootheid moet worden Meting Maateenheden ingevoerd (in dit geval: Kanaal A). • Druk op ENTER. Meetgrootheid Stromingssnelheid Deze weergave verschijnt niet als de transmitter slechts...
9 Meting 9.2 Meetinstellingen FLUXUS F72* 9.2.3 Invoer van de dempingsgetal Opties\Kanaal A\Meting\Demping Elke aangegeven meetwaarde is een glijdende gemiddelde waarde van de laatste x seconden, waarbij x het dempingsgetal is. Wanneer als dempingsgetal 0 s wordt ingevoerd, dan wordt er geen gemiddelde waarde gevormd. De waarde 10 s is geschikt voor normale flowomstandigheden.
9 Meting FLUXUS F72* 9.2 Meetinstellingen 9.2.5 De foutwaardevertraging invoeren Opties\Kanaal A\Meting\Foutvertraging De foutwaardevertraging is de tijdinterval, na afloop waarvan de voor de foutenoutput ingetoetste waarde aan de uitgang wordt overgedragen. Deze weergave verschijnt alleen als de lijstnotering Bewerken in het menupunt Speciale functies\Dialogen/ menu's\Foutvertraging gekozen is.
9 Meting 9.2 Meetinstellingen FLUXUS F72* Toewijzing van een brongrootte Aan elke gekozen uitgang moet een brongrootte worden toegewezen. Opties\Kanaal A\Uitgangen\...\Brongrootte • Kies de brongrootte waarvan de meetwaarde, de statuswaarde of de eventwaarde moet worden overgedragen aan de uitgang. • Druk op ENTER. Tab.
9 Meting 9.2 Meetinstellingen FLUXUS F72* Al naar gelang de gekozen brongrootte kan de output meetwaarden, statuswaarden of eventwaarden zijn. Tab. 9.2: Uitvoer van de meetwaarden, statuswaarden of eventwaarden brongrootte meetwaarde eventwaarde waarde status meetgrootheden Doorstromingsgrooth. Totalizers Mediumeigenschap Overige (Geb.-ged. ing. 1...4) Geluidssnelh.
Pagina 107
9 Meting FLUXUS F72* 9.2 Meetinstellingen Voorbeeld v [m³/h] brongrootte: volumestroom uitgang: stroomuitgang outputbereik: 4…20 mA foutwaardevertraging: t > 0 De volumestroom kan tijdens de tijdinterval t …t niet gemeten worden. De foutwaarde wordt uitgevoerd. Tab. 9.3: Voorbeelden van foutenoutput (voor het outputbereik 4…20 mA) lijstnotering uitgangssignaal 4.0 mA...
Pagina 108
9 Meting 9.2 Meetinstellingen FLUXUS F72* Meetbereik Het voorteken van de meetwaarde en het meetbereik wordt vastgelegd. Opties\Kanaal A\Uitgangen\...\Meetwaarden\Absolute waarde • Kies Voorteken als er voor de output rekening moet worden gehouden met het voorteken van de meetwaarden. • Kies Absolute waarde als er voor de output geen rekening moet worden gehouden met het voorteken van de meetwaarden.
9 Meting FLUXUS F72* 9.2 Meetinstellingen Opties\Kanaal A\Uitgangen\...\Inv. testwaarde • Voer een testwaarde in voor de gekozen meetgrootheid. Hij moet binnen het outputbereik liggen. • Druk op ENTER. Als het externe meetapparaat de ingevoerde waarde aangeeft, dan werkt de uitgang. •...
9 Meting 9.2 Meetinstellingen FLUXUS F72* Werkingstest van de uitgang De werking van de uitgang kan nu gecontroleerd worden. • Sluit een extern meetapparaat aan op de klemmen van de geïnstalleerde uitgang. Opties\Kanaal A\Uitgangen\...\Signaal testen • Kies Ja om de uitgang te testen. Kies Nee om het volgende menupunt in beeld te brengen. •...
Pagina 111
9 Meting FLUXUS F72* 9.2 Meetinstellingen Klemmenfuncties Opties\Kanaal A\Uitgangen\...\Info uitgang De klemmen voor het aansluiten van de uitgang verschijnen in beeld. Als u op de knop drukt, verschijnt er extra informatie in beeld. • Druk op ENTER. Werkingstest van de uitgang De werking van de uitgang kan nu gecontroleerd worden.
9 Meting 9.3 Start van de meting FLUXUS F72* 9.2.6.4 Schakelbare stroomuitgangen Als de transmitter schakelbare stroomuitgangen heeft, dan moet worden vastgelegd, hoe deze geschakeld moeten Speciale functies worden. • Kies in de programmavertakking Speciale functies Stroomuitgang het menupunt Stroomuitgang. •...
Pagina 113
9 Meting FLUXUS F72* 9.3 Start van de meting Het meetpuntnummer invoeren Meting\Meetpuntnummer • Toets het nummer van het meetpunt in. • Druk op ENTER. Voor het activeren van de tekstinvoer zie Speciale functies\Dialogen/menu's\Meetpuntnummer. De temperatuurberekening kalibreren op basis van de geluidssnelheid Met de transmitter kunt u tijdens het meten de temperatuur van het medium berekenen op basis van de geluidssnelheid.
Pagina 114
9 Meting 9.3 Start van de meting FLUXUS F72* Instelling van de sensorafstand Meting\Afst. tussen sensoren De aanbevolen sensorafstand verschijnt in beeld. De sensorafstand is de afstand tussen de binnenkant van de sensoren. Voor zeer kleine buizen is bij een meting in de doorstralingsopstelling een negatieve sensorafstand mogelijk. Opmerking! De nauwkeurigheid van de aanbevolen sensorafstand hangt af van de nauwkeurigheid van de ingetoetste buis- en mediumparameters.
Pagina 115
9 Meting FLUXUS F72* 9.3 Start van de meting • Controleer bij grotere afwijkingen diagnosewaarden of de parameters correct zijn ingetoetst. U kunt de meting ook ergens anders op de buis herhalen. • Druk op ENTER. Tab. 9.5: Aanbevolen diagnosegrenswaarden goede meting meting aan de grens meting niet mogelijk...
9 Meting 9.4 De meetwaarden tonen FLUXUS F72* De meetwaarden tonen Tijdens de meting worden de meetwaarden als volgt aangegeven: Afb. 9.2: Meetwaardeweergave 1 – kanaal, programmavertakking, statusweergaven 2 – meetgrootheid 3 – maateenheid en meetwaarde 4 – andere meetgrootheden 5 –...
Pagina 117
9 Meting FLUXUS F72* 9.4 De meetwaarden tonen Tab. 9.7: Beschrijving van de statusregel waarde betekenis signaalamplitude < 5 % … … ≥ 90 % waarden ≥ 3 zijn voldoende voor de meting signaalkwaliteit < 5 % … … ≥ 90 % geluidssnelheid vergelijking tussen de gemeten en de verwachte geluidssnelheid van het medium De verwachte geluidssnelheid wordt berekend op basis van de mediumparameters.
Pagina 118
9 Meting 9.4 De meetwaarden tonen FLUXUS F72* Sensorafstand Als u op de toets drukt, kunt u tijdens de meting scrollen naar de weergave van de sensorafstand. Afb. 9.4: De sensorafstand weergeven 1 – sensorafstand De aanbevolen sensorafstand staat tussen haakjes, daarachter de gemeten sensorafstand. De aanbevolen sensorafstand kan tijdens de meting veranderen (b.v.
9 Meting FLUXUS F72* 9.5 De parameters tonen De parameters tonen De parameters kunnen tijdens het meten in beeld worden gebracht. • Druk tijdens het meten op de knop Het volgende scherm verschijnt: Afb. 9.6: Keuzelijst in de programmavertakking Meting 1 –...
9 Meting 9.6 Opnieuw de meetwaarden in beeld brengen FLUXUS F72* De huidige temperatuur offset weergeven Als het berekenen van de mediumtemperatuur op basis van de geluidssnelheid van het medium is geactiveerd, kan tijdens de meting de temperatuur offset worden weergegeven. Opties\Speciale instelling\Medium: c ->...
9 Meting FLUXUS F72* 9.8 Stop van de meting Stop van de meting • Druk tijdens het meten op de knop Het volgende scherm verschijnt: Afb. 9.10: Keuzelijst in de programmavertakking Meting Meting\Meting stoppen • Kies Meting stoppen. • Druk op ENTER. Het meten wordt gestopt.
10 Fouten lokaliseren FLUXUS F72* Fouten lokaliseren Gevaar! Explosiegevaar bij gebruik van de meetapparaat in explosieve omgevingen (ATEX, IECEx) Kans op lichamelijk letsel of materiële schade en gevaarlijke situaties. → Houdt u zich aan de "Veiligheidsinstructies voor het gebruik in een explosiegevaarlijke omgeving", zie het document SIFLUXUS.
• Als de spanningsvoorziening in orde is, zijn ofwel de sensoren of is een onderdeel van de transmitter defect. De sensoren en de transmitter moeten voor reparatie naar FLEXIM worden opgestuurd. • Als de transmitter alleen via de USB-interface is aangesloten, wordt de achtergrondverlichting uitgeschakeld.
Het meten aan buizen gemaakt van een poreus materiaal (bijv. beton of gietijzer) is slechts in beperkte mate mogelijk • Neem contact op met FLEXIM. De buisbekleding kan bij de meting problemen veroorzaken, als ze niet vast tegen de buisbinnenwand aanligt of gemaakt is van akoestisch absorberend materiaal •...
10 Fouten lokaliseren FLUXUS F72* 10.5 Grote afwijkingen van de meetwaarden 10.5 Grote afwijkingen van de meetwaarden Er is een medium gekozen met een verkeerde geluidssnelheid • Als er een medium wordt gekozen, waarvan de geluidssnelheid niet overeenstemt met de daadwerkelijke geluidssnelheid, dan bestaat de kans dat het meetsignaal wordt verwisseld met een buiswandsignaal.
11 Onderhoud en reiniging FLUXUS F72* Onderhoud en reiniging Gevaar! Explosiegevaar bij gebruik van de meetapparaat in explosieve omgevingen (ATEX, IECEx) Kans op lichamelijk letsel of materiële schade en gevaarlijke situaties. → Houdt u zich aan de "Veiligheidsinstructies voor het gebruik in een explosiegevaarlijke omgeving", zie het document SIFLUXUS.
• als de sensoren gedurende lange tijd bij hoge temperaturen gebruikt zijn (enkele maanden > 130 °C voor normale sensoren of > 200 °C voor hoogtemperatuursensoren) Voor hernieuwde calibratie in referentieomstandigheden moet ofwel de transmitter, de sensoren of de transmitter en de sensoren naar FLEXIM worden opgestuurd. 11.4 Firmware update Een firmware update wordt uitgevoerd met behulp van de programma FluxDiagReader of FluxDiag (optie).
12 Demontage en vernietiging FLUXUS F72* Demontage en vernietiging Gevaar! Explosiegevaar bij gebruik van de meetapparaat in explosieve omgevingen (ATEX, IECEx) Kans op lichamelijk letsel of materiële schade en gevaarlijke situaties. → Houdt u zich aan de "Veiligheidsinstructies voor het gebruik in een explosiegevaarlijke omgeving", zie het document SIFLUXUS.
Al naar gelang het materiaal moeten de betreffende onderdelen bij het huisvuil, het chemisch afval of de recyclage worden gedaan. FLEXIM biedt hen steun aan voor de recuperatie van de componenten. Neem contact op met FLEXIM als u hier vragen over heeft.
13 Gebruikersmodes FLUXUS F72* Gebruikersmodes Via de gebruikersmodes is een uitgebreide signaal- en meetwaardediagnose mogelijk en kunnen er extra Speciale functies parameters worden vastgelegd die aan de applicatie zijn aangepast. Systeeminstellingen De volgende gebruikersmodes kunnen worden gekozen: •StandardUser Gebruikersmode •ExpertUser •SuperUser →...
13 Gebruikersmodes FLUXUS F72* 13.1 StandardUser-mode Keuze van de gebruikersmode Speciale functies\Systeeminstellingen\Gebruikersmode • Kies het menupunt Gebruikersmode. • Druk op ENTER. • Kies een lijstvermelding. • Druk op ENTER. Speciale instellingen Opties\Speciale instelling • Kies in de programmavertakking Opties het meetkanaal. •...
13 Gebruikersmodes 13.1 StandardUser-mode FLUXUS F72* 13.1.2 NoiseTrek-mode Bij metingen met een hoog aandeel gas of vaste stoffen kan de NoiseTrek-mode worden gebruikt. Opmerking! Aangezien de TransitTime-mode een hogere meetnauwkeurigheid heeft dan de NoiseTrek-mode adviseren wij u bij voorkeur de TransitTime-mode te gebruiken. Bij een meting in de NoiseTrek-mode kan de geluidssnelheid in het medium niet bepaald worden.
13 Gebruikersmodes FLUXUS F72* 13.1 StandardUser-mode Opties\Speciale instelling\HybridTrek\NT -> TT • Toets de tijd in waarna de transmitter bij gebrek aan geldige meetwaarden in de NoiseTrek-mode moet overschakelen naar de TransitTime-mode. • Druk op ENTER. Opties\Speciale instelling\HybridTrek\NT--> TT mogelijk Als er geldige meetwaarden in de NoiseTrek-mode zijn, kunt u regelmatig overschakelen naar de TransitTime-mode om te controleren of een meting in de TransitTime-mode weer mogelijk is.
13 Gebruikersmodes 13.1 StandardUser-mode FLUXUS F72* 13.1.4 Meerpuntskalibratie U kunt een meetwaardereeks invoeren om een kalibratiecurve voor de stromingssnelheid te definiëren. De meetwaardereeks opnemen: • Start een meting met de transmitter en een referentieapparaat. • Verhoog stapje voor stapje de waarde voor de stromingssnelheid. Het meetbereik moet exact overeenkomen met het latere werkbereik.
13 Gebruikersmodes FLUXUS F72* 13.1 StandardUser-mode 13.1.5 Starten in de meetmode Voor sommige applicaties is het nodig dat de meting wordt gestart in een bepaalde meetmode. Opties\Speciale instelling\Start in meetmode • Kies in de programmavertakking Opties het menupunt Speciale instelling. •...
13 Gebruikersmodes 13.2 ExpertUser-mode FLUXUS F72* 13.2 ExpertUser-mode Sommige menupunten die niet zijn zichtbaar zijn in de StandardUser-mode, verschijnen in beeld. Opmerking! De ExpertUser-mode is bedoeld voor ervaren gebruikers met brede applicatiekennis. Gewijzigde parameters kunnen gevolgen hebben voor de StandardUser-mode en kunnen bij het inrichten van een nieuw meetpunt leiden tot verkeerde meetwaarden of tot een uitval van de meting.
13 Gebruikersmodes FLUXUS F72* 13.2 ExpertUser-mode Opmerking! Als de grenswaarde van de stromingssnelheid +Strom-snelh. grensw. te laag is of -Strom-snelh. grensw. te hoog wordt gekozen, dan bestaat de kans dat een meting niet mogelijk is, omdat de meeste meetwaarden als ongeldig gemarkeerd worden.
13 Gebruikersmodes 13.2 ExpertUser-mode FLUXUS F72* Voorbeeld absolute drempel: 2007 m/s relatieve drempel: 600 m/s waarde van de geluidssnelheidscurve van het medium op het werkpunt: 1546 m/s Aangezien 1546 m/s + 600 m/s = 2146 m/s groter is dan de absolute drempel van 2007 m/s, wordt deze waarde bij het beoordelen van de plausibiliteit van het signaal gebruikt als absolute drempel van de geluidssnelheid.
13 Gebruikersmodes FLUXUS F72* 13.2 ExpertUser-mode Meetpunt specifieke profielcorrectie In bijzondere gevallen is het mogelijk een meetpunt specifieke profielcorrectie te gebruiken. Opties\Speciale instelling\Profielcorrectie • Kies de programmavertakking Opties. • Druk op ENTER. • Kies het kanaal waarvoor de profielcorrectie moet worden ingesteld. •...
13 Gebruikersmodes 13.3 SuperUser-mode en SuperUser-ext.-mode FLUXUS F72* 13.3 SuperUser-mode en SuperUser-ext.-mode Sommige menupunten die niet zijn zichtbaar zijn in de StandardUser-mode en in de ExpertUser-mode, verschijnen in beeld. In de SuperUser-ext.-mode vindt geen plausibiliteitscontrole plaats van de ingevoerde parameters. Opmerking! De SuperUser-mode en de SuperUser-ext-mode is bedoeld voor ervaren gebruikers met ruime kennis van de toepassing.
Pagina 141
13 Gebruikersmodes FLUXUS F72* 13.3 SuperUser-mode en SuperUser-ext.-mode 13.3.3 Lineaire calibratie Er kan een correctie van de stromingssnelheid worden vastgelegd: = m · v + n – gemeten stromingssnelheid – factor, bereik: -2…+2 – offset, bereik: -12...+12 cm/s – gecorrigeerde stromingssnelheid Alle grootheden die afgeleid zijn van de stromingssnelheid worden dan berekend met de gecorrigeerde stromingssnelheid.
Pagina 142
13 Gebruikersmodes 13.3 SuperUser-mode en SuperUser-ext.-mode FLUXUS F72* Opmerking! De correctiegegevens worden pas bewaard als er een meting wordt gestart. Als de transmitter wordt uitgeschakeld zonder dat er een meting is gestart, dan gaan de ingevoerde correctiegegevens verloren. 13.3.4 Wegingsfactor Voor sensoren die op dezelfde buis zijn gemonteerd, wordt de wegingsfactor gebruikt om verschillen tussen meetwaarden van de stromingssnelheid van meerdere meetkanalen te compenseren.
Pagina 143
13 Gebruikersmodes FLUXUS F72* 13.3 SuperUser-mode en SuperUser-ext.-mode 13.3.5 De mediumtemperatuur bereken op basis van de geluidssnelheid van het medium Opties\Speciale instelling\Medium: c -> T • Kies in de programmavertakking Opties het menupunt Speciale instelling. • Druk op ENTER totdat het menupunt Medium: c -> T wordt weergegeven. •...
14 Uitgangen (TF7- *721**-******-******a-*****-**; a = U, V, D) 14.1 Configuratie van een binaire uitgang FLUXUS F72* Uitgangen (TF7- *721**-******-******a-*****-**; a = U, V, D) Als de transmitter is uitgerust met uitgangen, dan moeten deze worden geconfigureerd. Voor de configuratie van een Opties analoge uitgang zie paragraaf 9.2.6.
14 Uitgangen (TF7- *721**-******-******a-*****-**; a = U, V, D) FLUXUS F72* 14.1 Configuratie van een binaire uitgang Toewijzing van een brongrootte Opties\Kanaal A\Uitgangen\...\Brongrootte Al naar gelang de gekozen brongrootte kunnen er statuswaarden of eventwaarden worden uitgevoerd. Tab. 14.1: De statuswaarden of eventwaarden uitvoeren brongrootte statuswaarde eventwaarde...
Pagina 146
14 Uitgangen (TF7- *721**-******-******a-*****-**; a = U, V, D) 14.1 Configuratie van een binaire uitgang FLUXUS F72* Werkingstest van de uitgang De werking van de uitgang kan nu gecontroleerd worden. • Sluit een multimeter op de uitgang aan. Opties\Kanaal A\Uitgangen\...\B1 Signaal testen •...
14 Uitgangen (TF7- *721**-******-******a-*****-**; a = U, V, D) FLUXUS F72* 14.2 Activering van een binaire uitgang als impulsuitgang 14.2 Activering van een binaire uitgang als impulsuitgang Een impulsuitgang is een integrerende uitgang die een impuls zendt als het volume of de massa van het medium dat aan het meetpunt voorbij gestroomd is, een bepaalde waarde (pulswaarde) heeft bereikt.
14 Uitgangen (TF7- *721**-******-******a-*****-**; a = U, V, D) 14.3 Activering van een frequentie-uitgang als impulsuitgang FLUXUS F72* 14.3 Activering van een frequentie-uitgang als impulsuitgang Opties\Kanaal A\Uitgangen\Frequentie F1 • Kies in het menupunt Uitgangen de lijstvermelding Frequentie F1. • Druk op ENTER. Opties\Kanaal A\Uitgangen\Frequentie F1\Brongrootte\Impuls •...
15 Uitgangen (TF7- *72***-******-******a-*****-**; a = M, P, Q) FLUXUS F72* 15.1 Configureren van een digitale uitgang als binaire uitgang Uitgangen (TF7- *72***-******-******a-*****-**; a = M, P, Q) Als de transmitter is uitgerust met uitgangen, dan moeten deze worden geconfigureerd. Voor de configuratie van een Opties analoge uitgang zie paragraaf 9.2.6.
Pagina 150
15 Uitgangen (TF7- *72***-******-******a-*****-**; a = M, P, Q) 15.1 Configureren van een digitale uitgang als binaire uitgang FLUXUS F72* Toewijzing van een brongrootte Opties\Kanaal A\Uitgangen\...\Brongrootte Al naar gelang de gekozen brongrootte kunnen er statuswaarden of eventwaarden worden uitgevoerd. Tab. 15.2: De statuswaarden of eventwaarden uitvoeren brongrootte statuswaarde eventwaarde...
Pagina 151
15 Uitgangen (TF7- *72***-******-******a-*****-**; a = M, P, Q) FLUXUS F72* 15.1 Configureren van een digitale uitgang als binaire uitgang Klemmenfuncties Opties\Kanaal A\Uitgangen\...\Info uitgang De klemmen voor het aansluiten van de uitgang verschijnen in beeld. Als u op de knop drukt, verschijnt er extra informatie in beeld.
15 Uitgangen (TF7- *72***-******-******a-*****-**; a = M, P, Q) 15.2 Configureren van een digitale uitgang als impulsuitgang FLUXUS F72* Tab. 15.5: Functietest van de uitgang – meetbereik lijstnotering schakelfunctie testwaarde beschrijving Status Ok Verbreecontact NC Status Ok • De binaire uitgang is stroomvoerend. (statuswaarde) •...
Pagina 153
15 Uitgangen (TF7- *72***-******-******a-*****-**; a = M, P, Q) FLUXUS F72* 15.2 Configureren van een digitale uitgang als impulsuitgang Tab. 15.6: De meetgrootheid kiezen brongrootte lijstvermelding output Impuls Impuls |V| impuls zonder inachtneming van het voorteken van de volumestroom Impuls +V impuls voor positieve meetwaarden van de volumestroom Impuls -V...
15 Uitgangen (TF7- *72***-******-******a-*****-**; a = M, P, Q) 15.2 Configureren van een digitale uitgang als impulsuitgang FLUXUS F72* 15.2.2 Impulsoutput door het definiëren van de impulsen per eenheid Opties\Kanaal A\Uitgangen\Digitale uitgang B1\Brongrootte\Impuls\Impulsuitvoer • Kies Impulsen per eenheid . • Druk op ENTER. Opties\Kanaal A\Uitgangen\Digitale uitgang B1\...\B1 Uitvoerbereik •...
15 Uitgangen (TF7- *72***-******-******a-*****-**; a = M, P, Q) FLUXUS F72* 15.3 Configureren van een digitale uitgang als frequentieuitgang Tab. 15.7: Werkingstest van de uitgang – signaal output-mode testwaarde beschrijving Impulsen per De ingetoetste testwaarde moet Als het externe meetapparaat de ingevoerde waarde eenheid binnen het outputbereik liggen.
16 Ingangen 16.1 Configuratie van een ingang FLUXUS F72* Ingangen De ingangen worden in de programmavertakking Speciale functies geconfigureerd en in de programmavertakking Opties toegewezen aan de afzonderlijke meetkanalen. 16.1 Configuratie van een ingang Als de transmitter is uitgerust met ingangen, dan moeten deze worden geconfigureerd.
16 Ingangen FLUXUS F72* 16.1 Configuratie van een ingang Opmerking! De ingevoerde correctiewaarde van elke temperatuuringang wordt bewaard en in beeld gebracht als de temperatuurcorrectie weer wordt geactiveerd. De correctiewaarde wordt automatisch opgeteld bij de gemeten temperatuur. Zij wordt b.v. gebruikt als de karakteristieken van de twee temperatuursensoren sterk van elkaar afwijken of als er een bekende en constante temperatuurgradiënt bestaat tussen de gemeten temperatuur en de daadwerkelijke temperatuur.
16 Ingangen 16.1 Configuratie van een ingang FLUXUS F72* 16.1.3 Een schakelvoorwaarde vastleggen Er kan een schakelvoorwaarde worden vastgelegd. Speciale functies\Ingangen\...\Triggerwaarde • Kies Ja als u wilt dat er een schakelvoorwaarde wordt vastgelegd. Kies Nee om het volgende menupunt in beeld te brengen.
16 Ingangen FLUXUS F72* 16.1 Configuratie van een ingang 16.1.4 Binaire ingangen De transmitter kan zijn uitgerust met max. 4 binaire ingangen. Via de binaire ingangen kunnen sommige functies van de transmitter met afstandsbesturing worden geactiveerd. De ingang inverteren Speciale functies\Ingangen\Binair Bx\Ïnverterter ingang •...
16 Ingangen 16.2 Een ingang toewijzen FLUXUS F72* Binaire ingang • Sluit een signaalbron aan op de ingang. Speciale functies\Ingangen\...\I1 Signaal testen • Kies Ja om het ingangsignaal te testen. Kies Nee om het volgende menupunt in beeld te brengen. •...
17 Datalogger FLUXUS F72* 17.1 Configuratie van de datalogger Datalogger De transmitter heeft een datalogger waarin de meetgegevens tijdens het meten worden bewaard. Speciale functies Meetwaardegeheugen Opmerking! Om meetgegevens te bewaren, moet de datalogger Configuratie geconfigureerd worden. Kanalen vr. geheugen De volgende gegevens kunnen worden opgeslagen: •...
Pagina 162
17 Datalogger 17.1 Configuratie van de datalogger FLUXUS F72* weergave beschrijving Het bewaren wordt onmiddellijk gestart. Meteen Hele 5 minuten Het bewaren wordt bij de volgende volle 5 minuten gestart. Hele 10 minuten Het bewaren wordt bij de volgende volle 10 minuten gestart. Hele 15 minuten Het bewaren wordt bij de volgende volle 15 minuten gestart.
Pagina 163
17 Datalogger FLUXUS F72* 17.1 Configuratie van de datalogger Speciale functies\Meetwaardegeheugen\Configuratie\Start het opslaan\Event based\ Log interval (trig.) • Kies een log interval op de keuzelijst waarmee de meetwaarden bewaard moeten worden als de event treedt in. • Druk op ENTER. Speciale functies\Meetwaardegeheugen\Configuratie\Start het opslaan\Event based\ Buffertijd ->П...
Pagina 164
17 Datalogger 17.1 Configuratie van de datalogger FLUXUS F72* Ringbuffer Speciale functies\Meetwaardegeheugen\Configuratie\Ringbuffer De datalogger kan worden geconfigureerd als lineair geheugen of als ringbuffer. ls de ringbuffer niet geactiveerd is en de datalogger vol is, dan wordt het bewaren van de meetwaarden beëindigd. Het bewaren kan worden voortgezet als de datalogger is gewist.
17 Datalogger FLUXUS F72* 17.2 De datalogger wissen Akoestisch signaal bij het bewaren Speciale functies\Meetwaardegeheugen\Configuratie\Geluidssignaal Het bewaren van elke meetwaarde kan akoestisch aangegeven worden. Het geluidssignaal kan in de menupunt Geluidssignaal geactiveerd of gedeactiveerd worden. • Kies Aan om het geluidssignaal te activeren. Kies Uit om het geluidssignaal te deactiveren. •...
17 Datalogger 17.4 Meetwaarden printen FLUXUS F72* 17.4 Meetwaarden printen • Start het terminalprogramma op de pc. • Toets de overdrachtsparameters in de terminalprogramma in. De overdrachtsparameters van de terminalprogramma en de transmitter moeten identiek zijn. Speciale functies\Meetwaardegeheugen\Meetwaarden drukken • Kies het menupunt Meetwaarden drukken. Deze weergave verschijnt alleen als de transmitter een RS485-interface heeft.
18 Gegevensoverdracht FLUXUS F72* 18.1 Service-interface Gegevensoverdracht De gegevens worden via de service-interface of de proces interface (optie) van de transmitter overdragen. 18.1 Service-interface Met de service-interface (USB, LAN) en de programma FluxDiagReader kunt u de gegevens van de transmitter overdragen naar de pc.
18 Gegevensoverdracht 18.2 Proces interface FLUXUS F72* 18.2 Proces interface De transmitter kan ook met een proces interface uitgerust zijn (bijv. Profibus, Modbus). Voor het aansluiten van de proces interface op de transmitter zie aanvulling bij de handleiding. RS485-interface Speciale functies\Communicatie\RS485 •...
19 Uitgebreide functies FLUXUS F72* 19.1 Totalizers Uitgebreide functies 19.1 Totalizers De warmtehoeveelheid, het totale volume of de totale massa van het medium op het meetpunt kan bepaald worden. Er zijn 2 totalisatoren, één voor de positieve en één voor de negatieve stroomrichting. De maateenheid die wordt gebruikt voor het totaliseren is de warmte-, volume- of massa-eenheid, die voor de meetgrootheid is gekozen.
19 Uitgebreide functies 19.1 Totalizers FLUXUS F72* decimalen max. waarden max. weergave < 10 ±9999999999 < 10 ±99999999.9 < 10 ±9999999.99 < 10 ±999999.999 < 10 ±99999.9999 Opmerking! Het aantal decimalen dat hier wordt vastgelegd en de max. waarde van de totalizers hebben alleen effect op de weergave.
19 Uitgebreide functies FLUXUS F72* 19.1 Totalizers Opmerking! Het overlopen van een totalizer heeft gevolgen voor alle outputkanalen, bijv. op de datalogger en de online- overdracht. De output van de som van beide totalizers (doorvoerhoeveelheid Q) is niet meer geldig nadat één van de totalizers de eerste keer is overgelopen.
19 Uitgebreide functies 19.2 FastFood-mode FLUXUS F72* 19.2 FastFood-mode Met de FastFood-mode is het mogelijk, snel veranderlijke doorstromingen te meten. Een continue aanpassing aan veranderende meetomstandigheden wordt in de FastFood-mode slechts ten dele gerealiseerd. • De geluidssnelheid van het medium wordt niet geactualiseerd. Er wordt gebruik gemaakt van de voor het laatst gemeten waarde van de geluidssnelheid voordat er werd omgeschakeld op FastFood-mode.
19 Uitgebreide functies FLUXUS F72* 19.3 Rekenkanalen 19.3 Rekenkanalen Opmerking! Rekenkanalen staan alleen ter beschikking als de transmitter meer dan één meetkanaal heeft. Behalve de ultrasone meetkanalen heeft de transmitter 2 virtuele rekenkanalen Y en Z. Daarmee kunnen de meetwaarden van alle meetkanalen worden verrekend. Het resultaat van de vastgelegde verrekeningsfunctie is de meetwaarde van het gekozen rekenkanaal.
Pagina 174
19 Uitgebreide functies 19.3 Rekenkanalen FLUXUS F72* Voorbeeld verrekeningsoort: Speciaal bronkanaal 1: Meetkanaal A voorteken bronkanaal 1: bronkanaal 2: Meetkanaal B voorteken bronkanaal 2: gemiddelde waarde: 1/2(AND) lineaire correctie: factor: 1.5 Factor offset: 2.0 m/s verrekeningsfunctie: 1.5 *(|A|+|B|)/2 + 2 m/s 19.3.2.2 Invoer van de grenswaarden Er kunnen voor elk rekenkanaal grenswaarden voor de meetgrootheid worden vastgelegd.
19 Uitgebreide functies FLUXUS F72* 19.3 Rekenkanalen 19.3.3 Outputopties voor een rekenkanaal • Kies de programmavertakking Opties. • Druk op ENTER. Opties\Kanaal • Kies het rekenkanaal waarvoor de meetgrootheid moet worden ingevoerd. • Druk op ENTER. • Kies Meting. • Druk op ENTER. Opties\Meting\Meetgrootheid •...
Pagina 176
19 Uitgebreide functies 19.3 Rekenkanalen FLUXUS F72* 19.3.5 Uitgebreide diagnose Bij de rekenkanalen is in de ExpertUser-mode, SuperUser-mode, en SuperUser-ext.-mode nog een uitgebreide diagnose beschikbaar. Het doel van de uitgebreide diagnose is het herkennen van fouten op de afzonderlijke meetkanalen. De waarden van de uitgebreide diagnose kunnen worden uitgevoerd via de uitgangen van de transmitter of ze kunnen worden gedefinieerd als bron van de event trigger.
Pagina 177
19 Uitgebreide functies FLUXUS F72* 19.3 Rekenkanalen Tab. 19.3: Brongrootte Uitbreidde diagnose brongrootte lijstnotering output Uitbreidde diagnose Geldige kanalen procentueel aandeel fysische kanalen dat een geldige meetstatus levert σ(Geluidssnelheid) standaardafwijking van de geluidssnelheid σ(Stromingssnelheid) standaardafwijking van de stromingssnelheid standaardafwijking van de signaalversterking σ(Versterking) σ(Amplitude) standaardafwijking van de signaalamplitude...
19 Uitgebreide functies 19.4 Diagnose met behulp van de snap-functie FLUXUS F72* 19.4 Diagnose met behulp van de snap-functie 19.4.1 Configuratie Met de snap-functie kunt u meetparameters bewaren die bij het uitwaarderen van meetresultaten of voor diagnosedoeleinden van pas kunnen komen. Om de snap-functie te kunnen gebruiken, moet u deze eerst configureren. Speciale functies\Snap\Configuratie •...
19 Uitgebreide functies FLUXUS F72* 19.5 De grenswaarde voor de buisbinnendiameter veranderen 19.4.3 Wissen van snaps Speciale functies\Snap\Snaps wissen • Kies het menupunt Snaps wissen. • Druk op ENTER. • Kies Ja of Nee. • Druk op ENTER. 19.5 De grenswaarde voor de buisbinnendiameter veranderen U kunt de onderste grenswaarde van de buisbinnendiameter voor een bepaald sensortype veranderen.
Pagina 180
19 Uitgebreide functies 19.6 Afstandsbestuurde functies FLUXUS F72* Triggerbare ingangen en event triggers De afstandsbestuurde functie wordt geactiveerd als de schakelvoorwaarde is vervuld. De afstandsbestuurde functie wordt gereset als de schakelvoorwaarde niet meer vervuld is. Binaire ingang De afstandsbestuurde functie wordt geactiveerd als er op de binaire ingang een spanning in het actieve bereik wordt gelegd: •...
Pagina 181
19 Uitgebreide functies FLUXUS F72* 19.6 Afstandsbestuurde functies Resetten van de totalizers • Kies de lijstnotering Total. op 0 zetten. • Druk op ENTER. De cijfers op de totalizers worden op nul gezet. De totalizers worden voor de duur van het signaal gedeactiveerd. Het totaliseren begint opnieuw bij nul als niet meer is voldaan aan de voorwaarde voor de afstandsbestuurde functie.
19 Uitgebreide functies 19.7 Event trigger FLUXUS F72* 19.7 Event trigger Er kunnen max. 4 event triggers R1, R2, R3, R4 los van elkaar per kanaal geactiveerd worden. Opties Event triggers kunnen b.v. worden gebruikt om: Kanaal x – informatie over de lopende meting uit te voeren –...
Pagina 183
19 Uitgebreide functies FLUXUS F72* 19.7 Event trigger Tab. 19.4: Brongrootten brongrootte lijstvermelding output Totalizers Volume (+) totalizer voor de volumestroom in positieve stroomrichting Volume (-) totalizer voor de volumestroom in negatieve stroomrichting Volume (Δ) verschil van de totalizers voor de positieve en negatieve stroomrichting totalizer voor de massastroom in positieve stroomrichting Massa (+) Massa (-)
Pagina 184
19 Uitgebreide functies 19.7 Event trigger FLUXUS F72* Tab. 19.4: Brongrootten brongrootte lijstvermelding output Geluidssnelh. Geluidssnelh. gemeten geluidssnelheid in het medium Geluidssnelheid (Δ) verschil tussen de gemeten geluidssnelheid en de geluidssnelheid die is berekend aan de hand van de mediumgegevens 2021-09-01, UMFLUXUS_F72xV2-0NL...
19 Uitgebreide functies FLUXUS F72* 19.7 Event trigger Vervolgens worden de eigenschappen van de event trigger gedefinieerd. Tab. 19.5: Eigenschappen van de event trigger eigenschap event trigger instelling beschrijving Functie MAX (x>grenswaard) De event trigger schakelt als de meetwaarde de bovenste (schakelvoorwaarde) grenswaarde overschrijdt.
19 Uitgebreide functies 19.7 Event trigger FLUXUS F72* Voorbeeld MAX (x>grenswaard): 30 m³/h Hysterese: 1 m³/h De event trigger wordt bij meetwaarden > 30.5 m³/h geactiveerd en bij meetwaarden < 29.5 m³/h weer gedeactiveerd. Opties\Event trigger\Rx vrijgeven\Brongrootte\...\Bereikscentrum • Voer de waarde in voor het midden van het bereik waarin de event trigger geschakeld moet worden. •...
19 Uitgebreide functies FLUXUS F72* 19.7 Event trigger 19.7.3 Event trigger tijdens de meting Een event trigger met de schakelvoorwaarde MAX (x>grenswaard), MIN (x<grenswaarde), In bereik of Buiten breik wordt max. eenmaal per seconde geactualiseerd om te voorkomen dat de event trigger voortdurend schakelt (als de meetwaarden schommelen rond de waarde van de schakelvoorwaarde).
19 Uitgebreide functies 19.8 Event log FLUXUS F72* 19.8 Event log Als er een fout optreedt, dan geeft het symbool in de eerste regel een foutmelding aan. Deze foutmelding kan in het menupunt Event log in beeld worden gebracht. Speciale functies\Systeeminstellingen\Event log •...
20 Instellingen FLUXUS F72* 20.1 Dialogen en menu's Instellingen 20.1 Dialogen en menu's Speciale functies\Dialogen/menu's • Kies in de programmavertakking Speciale functies het menupunt Dialogen/menu's. • Druk op ENTER. Buisomtrek Speciale functies\Dialogen/menu's\Buisomtrek • Kies het menupunt Buisomtrek. • Kies Ja als in de programmavertakking Parameters de buisomtrek ingetoetst moet worden in plaats van de buisdiameter.
20 Instellingen 20.1 Dialogen en menu's FLUXUS F72* Meetpuntnummer Speciale functies\Dialogen/menu's\Meetpuntnummer • Kies het menupunt Meetpuntnummer. • Kies Getal als het meetpunt alleen aangeduid moet worden met cijfers. Kies Tekst als het meetpunt alleen aangeduid moet worden met letters. • Druk op ENTER. Foutwaardevertraging De foutwaardevertraging is de tijd, na afloop waarvan er een foutwaarde naar een uitgang gestuurd wordt, als er geen geldige meetwaarden beschikbaar zijn.
20 Instellingen FLUXUS F72* 20.2 Meetmodes Omschakeltijd De omschakeltijd geeft de tijdinterval aan, waarna de transmitter tijdens de meting tussen de afzonderlijke kanalen heen en weer schakelt. De vooraf ingestelde waarde bedraagt 3 s. Speciale functies\Dialogen/menu's\Omschakeltijd • Kies het menupunt Omschakeltijd. •...
Pagina 192
20 Instellingen 20.3 Meetinstellingen FLUXUS F72* Meerpuntskalibratie Met meerpuntskalibratie is het mogelijk om zeer nauwkeurige meetresultaten uit te voeren. De basis voor de meerpuntskalibratie zijn kalibratiecurven van meetwaardereeksen. Speciale functies\Meting\Meetinstellingen\Meerpuntscalibratie • Kies het menupunt Meerpuntscalibratie. • Kies Aan als u de meerpuntskalibratie wilt activeren. Kies Uit, als u ze wilt deactiveren. •...
20 Instellingen FLUXUS F72* 20.4 Maateenheden 20.4 Maateenheden Voor lengte, temperatuur, druk, geluidssnelheid, soortelijk gewicht en kinematische viscositeit kunt u de algemene maateenheden in de transmitter instellen. Speciale functies\Maateenheden • Kies het menupunt Maateenheden. • Druk op ENTER. • Kies voor alle maten een maateenheid. •...
20 Instellingen 20.6 Parameterreeksen gebruiken FLUXUS F72* 20.6 Parameterreeksen gebruiken 20.6.1 Inleiding Parameterreeksen zijn gegevensrecords die alle gegevens bevatten voor een bepaalde meettaak: • buisparameters • sensorparameters • mediumparameters • uitgangsopties Door gebruikmaking van parameterreeksen kunnen terugkerende meettaken eenvoudiger en sneller verricht worden. De transmitter kan max.
20 Instellingen FLUXUS F72* 20.7 Instellen van het contrast 20.7 Instellen van het contrast Speciale functies\Systeeminstellingen\Displaycontrast • Kies in de programmavertakking Speciale functies het menupunt Systeeminstellingen. • Druk op ENTER. • Kies het menupunt Displaycontrast. • Druk op ENTER. Het contrast van de weergave kan met de volgende toetsen ingesteld worden: het contrast verhogen het contrast verminderen •...
20 Instellingen 20.9 Toetsenblokkering FLUXUS F72* 20.9 Toetsenblokkering Een lopende meting kan met een key lock beschermd worden tegen onbedoeld ingrijpen. Een code vastleggen voor de key lock • Kies in de programmavertakking Speciale functies het menupunt Systeeminstellingen. • Druk op ENTER. Speciale functies\Systeeminstellingen\Toetsenblokkering •...
21 Warmtestroommeting FLUXUS F72* 21.1 De warmtestroom berekenen Warmtestroommeting Als de transmitter die optie Warmtestroommeting en 2 temperatuuringangen heeft, dan kan de warmtestroom worden gemeten . Voor dat doel wordt er een temperatuursensor aan de inloop en een aan de uitloop bevestigd. De sensoren worden bij voorkeur bevestigd aan de uitloop.
21 Warmtestroommeting 21.2 De meetgrootheid en de maateenheid vastleggen FLUXUS F72* 21.2 De meetgrootheid en de maateenheid vastleggen Opties\Kanaal x\Meting Opties • Kies het menupunt Meting. Kanaal x • Druk op ENTER. Meting • Kies de lijstvermelding Warmtestroom. • Druk op ENTER. Meetgrootheid •...
21 Warmtestroommeting FLUXUS F72* 21.4 De temperatuuringangen configureren 21.4 De temperatuuringangen configureren De inloop- en de uitlooptemperatuur wordt toegewezen aan de meetkanalen als Mediumtemp. of Hulptemperatuur. Als het meetsysteem wordt gebruikt als warmteapplicatie, dan is de mediumtemperatuur gelijk aan de temperatuur in de uitloop en de hulptemperatuur van de temperatuur in de inloop.
21 Warmtestroommeting 21.6 Twee onafhankelijke warmtestroommetingen FLUXUS F72* 21.6 Twee onafhankelijke warmtestroommetingen Als de transmitter 2 meetkanalen en 4 temperatuuringangen heeft, dan kunnen er 2 onafhankelijke warmtestroommetingen tegelijk worden verricht. Tab. 21.1: Configuratie van de temperatuuringangen bij 2 onafhankelijke warmtestroommetingen temperatuuringang meetkanaal A inlooptemperatuur...
Bijvoegsel A FLUXUS F72* A Menustructuur Bijvoegsel Menustructuur Programmavertakkingen Parameters Meting Opties Speciale functies Kanaal x Kanalen kiezen Kanaal x Systeeminstellingen Sensor Meetpuntnummer Meting Ingangen Buitendiameter Meetpad Maateenheden Uitgangen Buismateriaal Afst. tussen sensoren Uitgangen Meting Buiswanddikte Medium: c -> T Funktiebesturing Meetwaardegeheugen Bekleding...
Pagina 202
Bijvoegsel A A Menustructuur FLUXUS F72* Parameterinvoer Parameters Kanaal x Sensor Aangesl. sensor Sensor kiezen Buitendiameter Buismateriaal Buiswanddikte Bekleding Bekleding 2 Ommanteling Ruwheid Auto Gebruiker gedefinieerd Medium Mediumtemp. Hulptemperatuur Verlengkabel Legenda alleen als in Speciale functies > Dialogen/menu's is vrijgegeven alleen bij constante hulptemperatuur en warmtestroommeting 2021-09-01, UMFLUXUS_F72xV2-0NL...
Bijvoegsel A FLUXUS F72* A Menustructuur Meetingstellingen Opties Kanaal x Meting Maateenheden Meetgrootheid Stromingssnelheid Volumestroom → Volumestroom → Massastroom → Warmtestroom Volume → Geluidssnelh. → Stromingssnelheid Massastroom Maateenheid Massa Demping Warmtestroom Dynamische demping Warmtehoeveelh. Foutvertraging Legenda alleen als in Meting > Meetinstellingen > Dynamische demping is vrijgegeven alleen als in Speciale functies >...
Pagina 204
Bijvoegsel A A Menustructuur FLUXUS F72* Datalogger Speciale functies Meetwaardegeheugen Configuratie Meetwaarden wissen Meetwaarden drukken Overdrachtinstellingen Geheugen info Kanalen vr. geheugen Kanaal seriëlle uitg. Start het opslaan Spaties wissen → Geactiveerd → Geheugen vol → Meetw.reeksen → Geheugen gebruik Event based →...
Bijvoegsel A FLUXUS F72* A Menustructuur Configuratie van de ingangen Speciale functies Ingangen → Temperatuur → Stroom → Spanning → Binair Temperatuur Tx vrijgeven Pt100/Pt1000 Temperatuuroffset → Temperatuur Triggerwaarde Functie → In bereik → MAX (x>grenswaard) → Buiten breik → MIN (x<grenswaarde) →...
Pagina 208
Bijvoegsel A A Menustructuur FLUXUS F72* Configuratie van de ingangen Speciale functies Stroom Ingangen Ix vrijgeven → Temperatuur → Stroom → Spanning → Binair Brongrootte Gebruiker gedefinieerd Stroom → Temperatuur → Druk → Dichtheid Naam van de ingang → Kin. viscositeit →...
Pagina 209
Bijvoegsel A FLUXUS F72* A Menustructuur Configuratie van de ingangen Speciale functies Spanning Ingangen Ux vrijgeven → Temperatuur → Stroom → Spanning → Binair Brongrootte Gebruiker gedefinieerd Spanning → Temperatuur → Druk → Dichtheid Naam van de ingang → Kin. viscositeit →...
Bijvoegsel A A Menustructuur FLUXUS F72* Op events gebaseerd bewaren van de meetwaarden Oorzaak Speciale functies Opties Ingangen Kanaal x Voorwaarde Event trigger Temperatuur Stroom Spanning Binair vrijgeven vrijgeven vrijgeven vrijgeven RX kiezen Pt100/Pt1000 Brongrootte Brongrootte Ïnverterter ingang Rx vrijgeven Brongrootte →...
Pagina 217
Bijvoegsel A FLUXUS F72* A Menustructuur Voorbeeld 1 De diagnosewaarden moeten worden gecontroleerd. Als de SCNR lager is dan 20 dB, dan moet er een snap worden opgewekt. oorzaak: SCNR < 20 dB voorwaarde: R1 met SCNR < 20 dB handeling: snap opwekken Opties...
Pagina 218
Bijvoegsel A A Menustructuur FLUXUS F72* Voorbeeld 2 De log interval van alle meet- en diagnosewaarden binnen een bepaald temperatuurbereik moet worden veranderd. De normale log interval van alle meet- en diagnosewaarden bedraagt 1 h. Als de temperatuur buiten het vastgelegde bereik van 20…40 °C ligt, moet de log interval 1 min bedragen.
Pagina 219
Bijvoegsel A FLUXUS F72* A Menustructuur Voorbeeld 3 De stromingssnelheid wordt gemeten. Als de stromingssnelheid ≤ 5 m/s is, dan meet de transmitter in TransitTime-mode. Als de stromingssnelheid > 5 m/s is, dan moet de transmitter meten in FastFood-mode. oorzaak: stromingssnelheid >...
Bijvoegsel A B Maateenheden FLUXUS F72* Maateenheden Lengte/ruwheid maateenheid beschrijving millimeter inch Temperatuur maateenheid beschrijving °C graden Celsius °F graden Fahrenheit Druk maateenheid beschrijving bar(a) bar (absoluut) bar(g) bar (relatief) psi(a) pound per square inch (absolute) psi(g) pound per square inch (relative) Dichtheid maateenheid beschrijving...
Pagina 221
Bijvoegsel A FLUXUS F72* B Maateenheden Volumestroom maateenheid beschrijving voorinstelling volume (getotaliseerd) m3/d kubieke meter per dag m3/h kubieke meter per uur m3/min kubieke meter per minuut m3/s kubieke meter per seconde km3/h kubieke kilometer per uur ml/min millimeter per minuut liter per uur l/min liter per minuut...
Pagina 222
Bijvoegsel A B Maateenheden FLUXUS F72* maateenheid beschrijving voorinstelling volume (getotaliseerd) MMCFH miljoen kubieke voeten per uur MMCF Igpd (Imp-gal/d) gallon per dag Igal Igph (Imp-gal/h) gallon per hour Igal Igpm (Imp-gal/m) gallon per minuut Igal Igps (Imp-gal/s) gallon per second Igal IKGM (Imp-Kgal/m) imperiale kilogallon per minuut...
Pagina 223
Bijvoegsel A FLUXUS F72* B Maateenheden Massastroom maateenheid beschrijving massa (getotaliseerd) ton per uur ton per dag kg/h kilogram per uur kg/min kilogram per minuut kg/s kilogram per seconde gram per seconde lb/d pound per day lb/h pound per hour lb/m pound per minute lb/s...
Referentie De volgende tabellen zijn bedoeld als hulpmiddel voor de gebruiker. De nauwkeurigheid van de gegevens hangt af van de samenstelling, de temperatuur en de verwerking van het materiaal. FLEXIM is niet aansprakelijk voor onnauwkeurigheden. Geluidssnelheid van gekozen buis- en bekledingsmaterialen bij 20 °C De waarden van sommige van deze materialen zijn opgeslagen in de interne database van de transmitter.
Bijvoegsel A FLUXUS F72* C Referentie Typische ruwheidswaarden van buisleidingen De waarden berusten op ervaring en metingen. materiaal absolute ruwheid [mm] getrokken buizen van bontmetaal, glas, kunststof en lichtmetaal 0…0.0015 getrokken stalen buizen 0.01…0.05 fijngepolijst, geschuurd oppervlak max. 0.01 gepolijst oppervlak 0.01…0.04 gevijld oppervlak 0.05…0.1...
Pagina 226
Bijvoegsel A C Referentie FLUXUS F72* Typische eigenschappen van gekozen media bij 20 °C C.3.1 Stoffenmengsels met een vaste samenstelling medium verklaring geluidssnel- dicht- kinematische toepassings- heid [m/s] heid viscositeit gebied [°C] [g/cm Water water vloeibaar 1482 0.999 0…350 Propaan onder druk vervloeid -180…+97 Butaan...
Bijvoegsel A FLUXUS F72* C Referentie C.3.2 Stoffenmengsels met een variabele samenstelling medium verklaring parametre- geluids- dichtheid kinematische toepassings- ring snelheid [g/cm viscositeit gebied [m/s] Glycol/H2O ethyleenglycol glycolaandeel 1482…1710 999…1132 1…23 -30…+150 °C 0…100 % Aardolie koolwaterstof API gravity 530…1800 440…1130 1…>...