Inhoudsopgave
Advertenties
20 Wanddiktemeting (optie)
20.3 Parameterinvoer
20.3
Parameterinvoer
20.3.1
Parameterinvoer voor de wanddiktemeting
Voor het meten van de wanddikte moet de geluidssnelheid van het buismateriaal worden
ingetoetst.
Uitgangsopties\Meetgrootheid\Wanddikte
• Kies in de menupunt Uitgangsopties\Meetgrootheid de meetgrootheid
Wanddikte voor het meetkanaal waarop de wanddiktesensor aangesloten is.
Parameter\Leidingmater.
• Kies in de menupunt Parameter\Leidingmater. het buismateriaal.
• Als het materiaal niet op de lijst staat, kiest u Ander materiaal.
• Druk op ENTER.
c-LONGITUDINAL
5800.0
Het apparaat stelt een waarde voor de longitudinale geluidssnelheid van het gekozen
materiaal voor. Als Ander materiaal is gekozen, verschijnt 0.0 m/s in beeld.
• Toets de geluidssnelheid in, indien nodig.
• Druk op ENTER.
Opmerking!
De meting kan alleen gestart worden als de ingetoetste geluidssnelheid > 0 is.
In vergelijking met de flowmeting heeft de geluidssnelheid een grote, vrijwel lineaire
invloed op het meetresultaat. Als men een geluidssnelheid die 10 % te groot is,
levert dit een wanddikte op die ca. 10 % te groot is.
De daadwerkelijke geluidssnelheid van een materiaal wijkt vaak aanzienlijk af van
de waarden die in de literatuur worden gepubliceerd, omdat zij afhangt van de
samenstelling, het fabricageproces en de temperatuur. De in bijvoegsel, paragraaf
C.1 genoemde waarden van de geluidssnelheid zijn slechts een oriëntatie.
Opmerking!
De longitudinale geluidssnelheid van een materiaal kan exact worden gemeten met
een vergelijkingslichaam met een bekende dikte (zie paragraaf 20.4.2).
200
m/s
2018-07-05, UMFLUXUSF60xV5-0-2NL
FLUXUS F60*
Advertenties
Inhoudsopgave
