FLUXUS F60*
Voor hernieuwde kalibratie in referentieomstandigheden moet ofwel de transmitter, de
sensoren of de transmitter en de sensoren naar FLEXIM worden opgestuurd.
Het weergave werkt helemaal niet of valt telkens opnieuw uit
Controleer de contrastinstelling van de transmitter of toets de HotCode 555000 in om de
weergave op middelmatig contrast te zetten.
Controleer of er een accu geplaatst is en of deze geladen is. Sluit de netadapter aan. Als
de spanningsvoorziening in orde is, zijn ofwel de sensoren of is een onderdeel van de
transmitter defect. De sensoren en de transmitter moeten voor reparatie naar FLEXIM
worden opgestuurd.
De melding "SYSTEEMFOUT" verschijnt in beeld
Druk op de toets BRK om terug te keren naar het hoofdmenu.
Als deze melding herhaaldelijk in beeld gebracht wordt, noteert u dan het getal in de on-
derste regel. Kijk in welke situatie de fout in beeld verschijnt. Neem contact op met
FLEXIM.
De achtergrondverlichting van de weergave brandt niet, alle andere functies
werken echter
De achtergrondverlichting is defect. Dit heeft geen gevolgen voor de overige functies van
de weergave. Stuur de transmitter voor reparatie op naar FLEXIM.
De weergave in de onderste regel schakelt heen en weer tussen verschillende
meetgrootheden
Het automatisch omschakelen van de weergave in de BTU-mode is geactiveerd. Voor
het deactiveren van het automatisch omschakelen zie paragraaf 21.3.
De datum en de tijd zijn verkeerd, de meetwaarden worden bij het uitschakelen
gewist
Als de datum en de tijd op nul gezet of verkeerd zijn of de meetwarden worden gewist
nadat het apparaat is uitgeschakeld en opnieuw is ingeschakeld, dan moet de databuf-
ferbatterij worden vervangen. Stuur de transmitter naar FLEXIM op.
Een uitgang werkt niet
Zorg er voor dat de uitgang goed geconfigureerd zijn. Controleer of de uitgang werkt. Als
de uitgang defect is, neem dan contact op met FLEXIM.
10.1
Problemen met de meting
Een meting is niet mogelijk, omdat er geen signaal ontvangen wordt. Er verschijnt
een vraagteken achter de meetgrootheid.
• Stel vast, of de ingetoetste parameters correct zijn, vooral de buisbuitendiameter, de
buiswanddikte en de geluidssnelheid van het medium. Typische fouten: de omtrek of de
radius is ingetoetst in plaats van de diameter, in plaats van de buitendiameter is de bin-
nendiameter ingetoetst.
• Controleer het aantal meetpaden.
• Zorg er voor, dat de aanbevolen sensorafstand bij de montage van de sensoren is ingesteld.
UMFLUXUS_F60xV5-0-2NL, 2018-07-05
10 Fouten lokaliseren
10.1 Problemen met de meting
113