20 Wanddiktemeting (optie)
20.4 Meting
Zodra er een geldige meetwaarde beschikbaar is, verschijnt hij in de onderste regel. In
de bovenste regel verschijnt rechts een haakje.
De meetwaarde blijft op het display staan als de wanddiktesensor van de buis verwijderd
wordt.
Om de fouten bij de meting van de wanddikte tot een minimum te beperken, meet u de
longitudinale geluidssnelheid van het materiaal met een vergelijkingslichaam van hetzelf-
de materiaal met bekende afmetingen.
• Het vergelijkingslichaam moet vlak en glad zijn.
• De dikte van het vergelijkingslichaam moet vergelijkbaar zijn met de max. dikte van de
buis.
Opmerking!
De geluidssnelheid van het materiaal hangt af van de temperatuur. Daarom moet de
meting van de geluidssnelheid verricht worden met het vergelijkingslichaam op de
plaats waar de flowmeting later zal plaatsvinden, om de waarde van de geluidssnel-
heid bij de betreffende temperatuur te verkrijgen.
20.4.2
De geluidssnelheid meten
c-LONGITUDINAL
m/s?
Deze weergave verschijnt, als u voor het meetkanaal, waarmee de wanddiktesensor ver-
bonden is, als meetgrootheid de geluidssnelheid gekozen heeft.
Zolang er geen geldige meetwaarde is, staat in de onderste regel de maateenheid en
een vraagteken.
c-LONGITUDINAL
5370
• Breng een dunne laag koppelpasta op de buiswand aan.
• Pers de wanddiktesensor op deze plaats op de buiswand.
Zodra er een geldige meetwaarde beschikbaar is, verschijnt hij in de onderste regel. In
de bovenste regel verschijnt rechts een haakje.
De meetwaarde blijft op het display staan als de wanddiktesensor van de buis verwijderd
wordt.
Opmerking!
Voor buismaterialen waarbij de longitudinale geluidssnelheid voor de meting van de
volumestroom gebruikt kan worden, zie bijvoegsel, paragraaf C.1.
202
m/s
2018-07-05, UMFLUXUSF60xV5-0-2NL
FLUXUS F60*