Bediening
6.10.3
De geavanceerde alarmgrenzen voor huidtemperatuur instellen
Op voorwaarde dat aan de volgende vereisten wordt voldaan, kunnen de alarmen
voor de huidtemperatuur in handmatige modus worden ingesteld:
– De huidtemperatuursensoren zijn aangesloten.
– De functie Geavanceerde temp. monitoring van de huid is geactiveerd.
Voor meer informatie, zie het volgende hoofdstuk: ''De geavanceerde alarmgrenzen
voor huidtemperatuur instellen'' (pagina 86)
6.10.4
De handmatige modus beëindigen
Zodra er een andere modus wordt geselecteerd in de therapiebalk, wordt de
handmatige modus beëindigd. De handmatige modus kan ook worden beëindigd
door de kap te sluiten.
Procedure:
1 Tik op een ander tabblad in de therapiebalk.
Het geselecteerde tabblad wordt geel.
2 Druk op de draaiknop om te bevestigen.
Het geselecteerde tabblad wordt donkergroen.
✓ De handmatige modus is beëindigd.
6.11
Vochtigheid
Dit hoofdstuk beschrijft hoe u de lucht bevochtigt met de couveusemodus. Het
hoofdstuk beschrijft ook hoe u een externe watervoorziening aan het apparaat
bevestigt.
6.11.1
Overzicht van de luchtvochtigheidinstellingen
De warme lucht in de couveuse bevat minder vocht dan de koelere
omgevingslucht. Dräger adviseert om de lucht te bevochtigen met de
couveusemodus. De relatieve vochtigheid kan handmatig of automatisch worden
ingesteld.
Het water voor het vochtigheidsysteem moet Aquadest/gedistilleerd zijn. Een
externe watervoorziening (waterzak of waterfles) wordt aangesloten op het
apparaat via een Luer Lock-connector. Het water wordt verdampt in het
vochtigheidsysteem en naar het patiëntcompartiment geleid. De gewenste relatieve
vochtigheid wordt ingesteld met behulp van de therapieregelaar Vochtigheid. De
vochtigheidsgraad kan worden ingesteld in stappen van 1 %.
De volgende instellingen zijn mogelijk:
– Uit
– Automatisch
– 30 tot 99 %
Er zijn twee manieren om de relatieve vochtigheidsgraad met de couveusemodus
in te stellen:
96
Gebruiksaanwijzing Babyleo TN500 SW 1.0n