Met de couveusemodus stelt u de laagste stand voor de matrasbak in, zodat er
zo veel mogelijk ruimte is voor de patiënt. Deze stand biedt ook een goede
toegang tot de patiënt.
6.6
Warmtestraler in bedrijf
Dit hoofdstuk beschrijft hoe u welke modi en instellingen instelt met de
warmtestraler in bedrijf.
6.6.1
Overzicht van warmtestraler in bedrijf
Wanneer de kap is geopend, werkt het apparaat automatisch als een warmtestraler.
Het apparaat geeft de gebruikersinterface weer voor warmtestraler in bedrijf. Het
vermogen van de warmtestraler wordt aangegeven op de gebruikersinterface met
behulp van balken. In huidtemperatuurmodus wordt het vermogen van de
warmtestraler gereguleerd door de ingestelde waarde voor de huidtemperatuur. In
handmatige modus kan het vermogen van de warmtestraler handmatig worden
ingesteld. In beide modi wordt het vermogen van de warmtestraler volgens de
omgevingstemperatuur verlaagd. De balken op de gebruikersinterface geven het
maximaal mogelijke vermogen van de warmtestraler weer in elke situatie. Als de
matrasbak is gekanteld, wordt het vermogen van de warmtestraler aangepast om te
compenseren voor een ongelijke stralingsverdeling op de matrasbak. Als de kant
van de matrasbak tegen de sensorwand wordt verhoogd, kan de ongelijke
stralingsverdeling op de matrasbak slechts tot een vermogen van de warmtestraler
van 80 % worden gecompenseerd. Als een vermogen van de warmtestraler van
meer dan 80 % is ingesteld, wordt de onderkant van de matrasbak in een wat
mindere mate verwarmd.
Gebruiksaanwijzing Babyleo TN500 SW 1.0n
Bediening
73