Verticaal tabblad
Titel of parameter
Huidmodus
Toegestane afwij-
king voor centrale
huidtemp. ±
Geavanceerde
temp. monitoring
van de huid
Huidtemperatuur
Kangoeroe modus
Huidtemperatuur
Koeling accepteren
Huidtemperatuur
(optioneel)
Gebruiksaanwijzing Babyleo TN500 SW 1.0n
Beschrijving
De huidtemperatuursensoren
moeten zijn aangesloten op
het apparaat en op de patiënt
zijn bevestigd.
– Specificeer de bovenste en
onderste alarmgrens voor
de getolereerde afwijking
van de centrale huidtempe-
ratuur.
Wanneer de functie Geavan-
ceerde temp. monitoring van
de huid is geactiveerd, kunnen
extra alarmgrenzen worden
gedefinieerd:
– De bovenste alarmgrens
voor het verschil tussen de
centrale en de perifere
huidtemperatuur
– De onderste alarmgrens
voor het verschil tussen de
centrale en de perifere
huidtemperatuur
De huidtemperatuursensoren
moeten zijn aangesloten op
het apparaat en op de patiënt
zijn bevestigd. Specificeer de
volgende alarmgrenzen:
– De onderste alarmgrenzen
voor de centrale en de peri-
fere huidtemperatuur
– De bovenste alarmgrens
voor het verschil tussen de
centrale en de perifere
huidtemperatuur
– De onderste alarmgrens
voor het verschil tussen de
centrale en de perifere
huidtemperatuur
Specificeer de volgende alarm-
grenzen:
– De bovenste alarmgrens
voor de centrale huidtempe-
ratuur
– De onderste alarmgrens
voor de centrale huidtempe-
ratuur
– De bovenste en onderste
alarmgrens voor de perifere
huidtemperatuur
Configuratie
Fabrieksinstelling
0,6 °C (1,1 °F)
Uit
5 °C (9 °F)
Uit
35 °C (95 °F)
5 °C (9 °F)
Uit
35 °C (95 °F)
30 °C (86 °F)
Uit
149