Technische gegevens
14.8.1.3
Gevolgen van het gebruik van een ongeschikt netwerk
Als het netwerk niet voldoet aan de vereisten, kan dit tot gevaarlijke situaties leiden.
De volgende situaties kunnen met dit apparaat optreden:
– Door onveilig gedistribueerd alarmsysteem:
– Alarmen komen niet door.
– Alarmen of gegevens worden vertraagd.
– Er worden valse alarmen afgegeven.
– Tijdens een onderbreking van de netwerkaansluiting:
– Alarmen komen niet door.
– Onderdrukte alarmen of alarmtonen worden niet gereactiveerd, maar blijven
– Zonder firewall en antivirus software:
– Gegevens worden niet beschermd.
– Apparaatinstellingen worden gewijzigd.
– Het apparaat geeft valse alarmen of geen alarmen.
– Gegevens worden incompleet verzonden, naar het verkeerde apparaat
verzonden, of helemaal niet verzonden.
– Patiëntgegevens worden onderschept, vervalst, of beschadigd.
– Gegevens hebben onjuiste tijdstempels.
– Een overbelasting van het apparaat door een zeer hoge belasting van het
netwerk (bijv. door "denial-of-service"-aanvallen), kan leiden tot deactivering van
de interface. De interface is pas na een herstart van het apparaat weer
beschikbaar. In zeer zeldzame gevallen, kan (eventueel herhaalde malen) een
warme herstart plaatsvinden.
14.8.1.4
Vereiste elektrische kenmerken van aangesloten apparaten en netwerken
De LAN-interfaces en de seriële interfaces zijn alleen geschikt voor het aansluiten
van apparaten of netwerken die een nominale spanning van ten hoogste 24 V DC
aan de netwerkzijde hebben en die voldoen aan de vereisten van een van de
volgende standaarden:
– IEC 60950-1: Niet geaarde SELV circuits
– IEC 60601-1 (vanaf de 2e editie): Aanraakbare secundaire circuits
200
onderdrukt.
Gebruiksaanwijzing Babyleo TN500 SW 1.0n