A Tabblad Alarmen
B Tabblad Aritmie
C Toetsen Patiëntcategorie (Pediatrisch, Volwassen)
D ARR-modus-toetsen (Uit, Basis, Geavanceerd)
E Aritmie-kolom om het aritmielabel te identificeren
F Kolom Alarm om een alarmprioriteit te selecteren
G Kolom Hartfrequentie om de frequentie in te stellen
H Kolom Aantal om de telling in te stellen
I
Kolom Archiveren
J Toets Toepassen
K Toets Ongedaan maken
Standaardalarminstellingen voor aritmie configureren
Naast de alarminstellingen voor aritmie kunt u op deze pagina ook de patiëntcategorie en de
aritmiemodus selecteren (zie pagina 161).
In de volgende stappen verwijzen de letters tussen haakjes naar de voorgaande afbeelding van de
instellingenpagina Grenzen > ARR. Alarmbereiken en standaardwaarden worden vermeld op pagina 138
en verder.
De alarminstellingen voor aritmie wijzigen
1 Selecteer in de Hoofdmenubalk de toets Telemetrieconfiguratie.
2 Selecteer het tabblad Alarmen.
3 Selecteer het tabblad Aritmie.
4 Selecteer de gewenste Patiëntcategorie (C) en ARR-modus-optie (D).
5 Selecteer het overeenkomstige instellingenveld in de kolom Alarm (F) om de alarmprioriteit toe te
wijzen. Er verschijnt een driehoek met een kruis erdoor wanneer alarmbewaking is uitgeschakeld.
De alarmprioriteit voor events met asystolie (ASY) en ventriculaire fibrillatie (VF) is altijd hoog. Deze
prioriteiten kunt u niet wijzigen.
6 Selecteer het overeenkomstige veld in de kolom Hartfrequentie (G) om indien nodig de frequentie in
te stellen.
7 Selecteer de overeenkomstige toets in de kolom Aantal (H) om indien nodig de telling in te stellen.
Gebruiksaanwijzing – Infinity
®
M300 en M300+ serie – VG3.0
Systeemconfiguratie
217