Aritmie-alarminstellingen configureren
In de volgende stappen verwijzen de letters tussen haakjes naar de afbeelding van de pagina
Alarmen > Aritmie (zie "Alarminstelling voor aritmieparameters" op pagina 134).
Voor alarmbereiken en standaardwaarden voor de M300 raadpleegt u "Bereiken en standaardinstellingen
van alarmsignalen M300" op pagina 138.
De aritmie-alarminstellingen van een bedzijdige monitor of M300 configureren
1 Selecteer de toets Alarmen op de menubalk van de Bedweergave-pagina.
2 Selecteer het tabblad Aritmie (als dit nog niet is geselecteerd).
3 Selecteer de gewenste aritmiemodus met de toetsen voor de ARR-modus (A).
4 Selecteer de overeenkomstige toets in de kolom Alarm (C) om de alarmprioriteit te selecteren
(Hoog, Medium of Laag) of alarmbewaking uit te schakelen. Een driehoekig symbool met een kruis
erdoor
verschijnt in de instellingenpagina voor aritmie-alarmsignalen wanneer alarmbewaking is
uitgeschakeld. De prioriteit voor events met asystolie (ASY) en ventriculaire fibrillatie (VF) kan niet
worden gewijzigd. De alarmprioriteit Hoog wordt altijd aan deze categorieën toegewezen.
5 Selecteer de overeenkomstige toets in de kolom Hartfrequentie (D) om de frequentie in te stellen.
6 Selecteer de overeenkomstige toets in de kolom Aantal (E) om de telling in te stellen.
7 Gebruik een van de volgende instellingen in de kolom Archiveren (F) om te bepalen wat er in reactie
op een alarmsignaal gebeurt:
– Uit – er worden geen events opgeslagen en er worden geen registraties gemaakt.
– Opslaan – de gebeurtenis wordt opgeslagen in de verslagdatabase.
– Registreren – genereert een strookregistratie.
– Opslaan/ Registreren – hiermee wordt een strookregistratie gemaakt en wordt de gebeurtenis
opgeslagen in de verslagdatabase.
8 Herhaal de stappen 4 tot 7 voor elke parameter die u wilt configureren.
9 Selecteer de toets Toepassen.
Gebruiksaanwijzing – Infinity
®
M300 en M300+ serie – VG3.0
Alarmen
135