Advertenties
ECG-, aritmie- en ST-segmentbewaking met M300
– Aanwezigheid van grote pacemakerpulsen van 2,0 ms breed met een amplitude van 500 mV
of meer
– Asynchrone pacemakerpulsen met doorschieten
– Asynchrone pacemaker met pacemakerpulsen met een grote amplitude zonder doorschieten en
een lage hartfrequentie (30 bpm)
– Gestimuleerde pulsen van 0,2 - 0,5 ms en amplitudespanning van –2,0 - 700 mV met doorschieten
van meer dan 0,3 %, kunnen resulteren in gemiste geldige hartslagen, wat bijdraagt aan een
lagere hartslag dan de werkelijke hartslag.
Dräger adviseert om patiënten met hartslagstimulatie nauwlettend in de gaten te houden.
Onjuiste alarmen voor een hoge hartfrequentie kunnen zich voordoen onder de volgende
omstandigheden:
– Asynchrone pacemaker met pacemakerpulsen met grote 'puls tails' en een lage hartfrequentie
(30 bpm)
– Pacemakerpulsen boven 200 - 700 mV, zoals wanneer een externe pacemaker wordt gebruikt,
kunnen een elektrisch doorschieten veroorzaken dat een QRS-complex kan nabootsen. Dit kan de
nauwkeurigheid van de ECG-hartslagclassificatie beïnvloeden.
Dräger adviseert om patiënten met transcutane hartslagstimulatie te monitoren in overeenstemming met
het beleid van uw ziekenhuis.
– Bij lagere pace-pulsen van –2,0 - 2,0 mV kan een elektrisch doorschieten optreden en een QRS-
complex nabootsen. Dit kan de nauwkeurigheid van de ECG-hartslagclassificatie beïnvloeden.
– Grote atriale pacemakerpuls gevolgd door een grote ventriculaire pacemakerpuls (beide met
identieke amplitude en duur)
Dräger adviseert om patiënten met hartslagstimulatie nauwlettend in de gaten te houden.
OPMERKING
De weergegeven hartfrequentie kan onjuist zijn als de pacemakerpuls door de ECG-curve loopt (niet-ef-
fectieve pacing). Tijdens de test voor variërende pacemakers vereist door IEC 60601-2-27 en ANSI/AAMI
EC13 varieerde de weergegeven hartfrequentie tussen 15 bpm en 30 bpm (in plaats van consistent
30 bpm).
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat pacemakerdetectie UIT is geschakeld voor patiënten zonder pacemaker. Zorg
ervoor dat de functie AAN is geschakeld voor patiënten met een pacemaker. Het uitschakelen van
pacemakerdetectie voor gepacete patiënten kan ertoe leiden dat pacemakerpulsen worden
geteld als gewone QRS-complexen, waardoor het kan gebeuren dat een asystolealarm niet wordt
gedetecteerd. Controleer altijd of de status van pacemakerdetectie juist is voor de patiënt.
WAARSCHUWING
Storing door een monitor kan ertoe leiden dat sommige implanteerbare pacemakers die zich aan
de hartfrequentie aanpassen, op onnodig hoge frequenties pacen. Wees extra waakzaam bij
patiënten die dit soort pacemakers gebruiken.
154
Gebruiksaanwijzing – Infinity
®
M300 en M300+ serie – VG3.0
Advertenties
