Cyberbeveiliging
Betekenis van de cyberbeveiligingsterminologie
In de volgende tabel staan de cyberbeveiligingstermen die in de gebruiksaanwijzing worden gebruikt of
op de M300/M300+ en/of het ICS worden weergegeven.
Term
ACS
Denial of service
DSCP
Legacy-modus
Man-in-the-middle-aanval
Packet storm
PDS
PIN
PSK
Beveiligde modus
20
Beschrijving
Application Control Service. ACS is een Dräger-specifieke netwerkfuncti-
onaliteit die bediening op afstand via het netwerk of een patiëntmonitor
mogelijk maakt.
Een situatie waarin de beoogde diensten of functies niet toegankelijk zijn
omdat er geen bronnen beschikbaar zijn. Dit wordt meestal veroorzaakt
door een overmatig gebruik van bronnen.
Differentiated Services (DiffServ) waarde ingesteld in een IP-pakket voor
classificatie en beheer. DSCP maakt deel uit van een Quality of Service
(QoS) implementatie.
Uitgeschakeld beveiligingsprotocol zonder geauthenticeerde en geco-
deerde communicatie tussen apparaten. De legacy-modus is een niet-pre-
ferentiële bedrijfsmodus waarin apparaten zonder beveiligde
communicatie kunnen functioneren. Indien geselecteerd, zullen authenti-
catie, integriteitsbescherming en versleuteling niet worden gebruikt voor
de gegevensoverdracht tussen apparaten in het Infinity-netwerk.
Een soort veiligheidscompromis waarbij een derde partij zich in het com-
municatiepad tussen twee of meer eenheden plaatst. Gewoonlijk kunnen
hierbij de authenticiteit, de integriteit en de vertrouwelijkheid van de gege-
vens in gevaar komen.
Een buitensporige hoeveelheid verkeer in een computernetwerk. De net-
werkcongestie kan de netwerkcommunicatie tussen apparaten vertragen
of verhinderen. Een packet storm kan vertraging veroorzaken, waardoor
netwerkcommunicatie tussen apparaten onmogelijk wordt. Het kan ook lei-
den tot een buitensporige belasting van de apparaten als deze proberen
de ongewenste toestand te verhelpen.
Patient Data Service. PDS is een Dräger-specifieke netwerkfunctionaliteit
waarmee fysiologische patiëntgegevens via een netwerk kunnen worden
overgedragen om door andere eenheden te worden gebruikt.
Personal Identification Number (persoonlijk identificatienummer).
Pre-shared Key (vooraf gedeelde sleutel). Een PSK is een gedeelde ver-
trouwelijke woordgroep, code of sleutel die wordt gebruikt ter wederzijdse
authenticatie van de peers.
Een beveiligingsprotocol voor geauthenticeerde en gecodeerde communi-
catie tussen apparaten. Beveiligde modus is een voorkeursmodus waarin
apparaten werken met beveiligde communicatie. Deze implementatie
biedt wederzijdse authenticatie, integriteitsbescherming en versleuteling
voor de gegevensoverdracht tussen apparaten in het Infinity-netwerk.
Gebruiksaanwijzing – Infinity
®
M300 en M300+ serie – VG3.0