Advertenties
Gepacete patiënten bewaken
Wanneer pacemakerdetectie is ingeschakeld, gebruikt de M300/M300+ de volgende specificaties om een
puls als een pacemakerpuls te identificeren:
Amplitude: ±2 tot ±700 mV
Breedte: 0,2 tot 2,0 ms
Stijg-/daaltijden (min.): 0,1 d
Doorschieten (min.): 0,025, ≤2 mV
Laadtijdconstante: 4 tot 100 ms
Als een pacemakerpuls binnen 250 ms ligt van een QRS-complex, wordt de QRS geclassificeerd als een
gestimuleerde hartslag. Een gestimuleerde hartslag wordt als volgt geïdentificeerd:
– In het parametervak voor de hartslag verschijnt de letter "P" naast het knipperende hartsymbool
wanneer een pacemakerpuls wordt gedetecteerd.
– Op de ECG-curve verschijnen verticale pulspieken die pacemakerpulsen aangeven.
Wanneer pacemakerdetectie is uitgeschakeld, verschijnt het bericht Pacer uit
kanaal.
Voorzorgsmaatregelen bij pacemakers
WAARSCHUWING
Risico op door een pacemaker geïntroduceerde artefacten op de M300/M300+ curve
De M300/M300+ is getest op de detectie van pacemakerpulsen. Het is echter onmogelijk om te
anticiperen op alle klinisch mogelijke curve-kenmerken. Bij patiënten met hartslagstimulatie kan de
M300/M300+ daarom de hartslagen verkeerd tellen en hartslag-afhankelijke aritmieën verkeerd
interpreteren.
– Dräger adviseert om de hartslag van patiënten met hartslagstimulatie nauwlettend in de gaten te
houden.
Overwegingen voor pacemakers
De M300/M300+ is getest in overeenstemming met IEC 60601-2-27, 201.12.1.101.13 Afwijzing van
pacemakerpulsen. Alle pacemakerpulsen binnen dit gedefinieerde bereik worden daadwerkelijk
afgewezen, met uitzondering van de volgende:
Onjuiste alarmen voor een lage hartfrequentie kunnen zich voordoen onder de volgende
omstandigheden: Gefuseerde hartfrequenties en asynchrone pacemaker, wanneer de
koppelingsintervallen in het bereik van +10 ms tot –90 ms vallen
Gebruiksaanwijzing – Infinity
, ≤100 μs
p
®
M300 en M300+ serie – VG3.0
ECG-, aritmie- en ST-segmentbewaking met M300
,
in het bovenste ECG-
153
Advertenties
