ECG-, aritmie- en ST-segmentbewaking met M300
Aritmie-verwerking M300/M300+
Aritmie wordt geïdentificeerd door middel van een intern detectieproces. Dat proces verloopt als volgt:
– Het filtert de artefacten in het ECG-signaal
– Het detecteert het hartslagpatroon
– Het classificeert het hartslagpatroon
– Het detecteert het ritme
Als de aritmie-bewaking is geactiveerd, kunnen er meerdere alarmtoestanden tegelijk optreden. Dit kan
resulteren in "alarmmoeheid", waarbij de zorgverlener het overzicht verliest en zich niet kan richten op de
meest urgente situatie. Daarom worden de aritmie-situaties geprioriteerd en wordt alleen de gebeurtenis
met de hoogste prioriteit gemeld. De volgorde van prioriteit van de aritmie-gebeurtenissen is gebaseerd
op de standaard prioriteit zoals gedefinieerd in het algoritme en de door de gebruiker geconfigureerde
alarm gradatie.
Op basis van dat detectieproces worden gevallen van aritmie en andere verwante gebeurtenissen in
onderstaande volgorde van hevigheid gerapporteerd:
1 ASY (asystolie)
2 VF (ventrikelfibrillatie)
3 VTACH (ventrikeltachycardie)
4 RUN (ventriculaire run)
5 AIVR (versneld idioventriculair ritme)
6 SVT (supraventriculaire tachycardie)
7 CPT (ventriculair couplet)
8 BGM (bigeminie)
9 TACH (tachycardie)
10 Brady (bradycardie)
11 Pauze (sinusarrest)
12 ARR-artefact
Behalve als gebeurtenissen worden de twee alarmen met hoge prioriteit ASY en VF ook opgeslagen en
weergegeven in de ICS-trends.
Een aritmie met een hoog alarmniveau heeft een hogere prioriteit dan een aritmie met een gemiddeld,
laag of niet gedefinieerd alarmniveau. Een aritmie met een gemiddeld alarmniveau heeft een hogere
prioriteit dan een aritmie met een laag of niet gedefinieerd alarmniveau. Een aritmie met een laag
alarmniveau heeft een hogere prioriteit dan een aritmie met een niet gedefinieerd alarmniveau.
De prioriteit voor aritmiegebeurtenissen met het zelfde alarmniveau wordt aan de hand van de
prioriteitsvolgorde bepaald. In het geval van aritmie-artefacten (ARTF) met een artefactniveau van 100%,
worden er geen aritmiegebeurtenissen gedetecteerd behalve bij bradycardie en ventriculaire fibrillatie. Als
voor sinustachycardie en ventriculaire tachycardie hetzelfde alarmniveau is gedefinieerd, heeft
ventriculaire tachycardie een hogere prioriteit, indien de hartfrequentie hoog genoeg is en de hartslagen
zijn gedefinieerd als ventriculair hartslagen.
Gebruiksaanwijzing – Infinity
®
M300 en M300+ serie – VG3.0
157