Te controleren en te reinigen gebieden:
1 Bovenkant hydrauliekoliereservoir
2 Luchtinlaat, motor (luchtgekoelde
wisselstroomdynamo)
3 Onder de motorkap, vuilafzetting op
motorkleppendeksel en andere
oppervlakken, in het bijzonder hete
oppervlakken van geluiddemper,
turbocompressor, uitlaatpijp,
uitlaatspruitstuk, voorgloeispiraal en
dynamo. Zie de figuur van de motorruimte.
Controleer en reinig ook het gebied rondom
startmotor, olievulopening, oliefilters en
brandstoffilter
4 Ruimte tussen motor en radiateur
5 Achter radiateurhuis
6 Vulopening brandstof
7 Bovenkant brandstoftank en omringende
gebieden
Onderhoudsbeurt, wanneer nodig
LET OP
Let er bij het gebruik van een hogedrukreiniger op dat er geen
stickers losraken.
Gebruik een zachte spons.
Spoel de machine na afloop volledig af met schoon water.
Smeer de machine altijd na een wasbeurt.
Werk de lak zo nodig bij.
Vervang gescheurde of onleesbare stickers onmiddellijk, zie
27 voor meer informatie.
bladzijde
Onderhoud van de lak
Machines die worden gebruikt in corrosieve omgevingen hebben
meer de neiging te gaar roesten dan andere. Als preventieve
maatregel wordt aanbevolen dat de laklaag elke zes maand wordt
bijgewerkt wanneer niet zeker is of de condities corrosief zijn of
niet, neem contact op met uw dealer.
De machine eerst reinigen.
Gebruik Dinol 77B (of een overeenkomstig transparant anti-
roestmiddel op wasbasis) met een dikte van 70–80 µ.
Onder de spatschermen, waar mechanische schade kan
optreden, kan een beschermende laag chassis coating Dinitrol
447 (of overeenkomstig) worden aangebracht.
Motorruimte reinigen
Bij machines die in stoffige, brandgevaarlijke omgevingen (zoals
de houtverwerkende industrie, houtvezelbedrijven en de
verwerking van granen en diervoeders) werken, moeten de
motorruimte en de omringende gebieden dagelijks worden
gecontroleerd en gereinigd.
Bij werkzaamheden in andere omstandigheden moet de
motorruimte minstens eenmaal per week worden gecontroleerd
en gereinigd.
WAARSCHUWING
Gevaar voor inademing van gevaarlijke stoffen.
Gevaarlijke stofdeeltjes kunnen aanleiding geven tot ernstige
gezondheidsklachten.
Draag altijd persoonlijke beschermingsmiddelen, inclusief
filtermasker, oogbescherming en passende werkhandschoenen
bij het hanteren en reinigen van de motorruimte, koelers en
luchtfilters.
WAARSCHUWING
Gevaar voor brandwonden.
Onderdelen van de motor en het uitlaatsysteem worden zeer heet
en kunnen ernstige brandwonden veroorzaken.
Vermijd contact met afdekkingen in de motorruimte,
motoronderdelen en het uitlaatsysteem totdat de motor is
afgekoeld.
Voor het openen en sluiten van de motorkap, zie bladzijde
OPMERKING!
Spuit geen water in het uitlaatsysteem.
Het is raadzaam de machine voordat deze aan het einde van
de werkdag wordt weggezet eerst te reinigen.
Onderhoud
271
111 .