Overige bedieningselementen
102
Bedieningselementen
Gas geven (accelereren)
E = Zuinige stand
P = Vermogensstand
Hendel omlaag = Hellingshoek aanpassen
8 Schakelaarhendel voor groot licht/dimlicht
Van het stuurwiel af = Groot licht
Neutrale stand = Dimlicht
Naar het stuurwiel toe = Grootlichtsignalen
Richtingaanwijzerhendel
Hendel naar voren = Richtingaanwijzers links
Hendel naar achteren = Richtingaanwijzers rechts
Voorruitwisser
Stand 0 = Neutrale stand
Stand --- = Intervalschakeling* wisser
Stand I en II = Voorruitwisser (twee snelheden)
*) U kunt de intervaltijd wijzigen. De contactsleutel moet daarvoor
in stand 1 staan. Draai de hendel eerst naar de intervalstand en
laat de wissers enige tijd wissen. Draai de hendel vervolgens naar
stand 0 en wacht de gewenste intervaltijd. Draai de hendel
vervolgens weer naar de intervalstand. Het standaardinterval is
7 seconden. Het interval is in te stellen op een waarde van 5 tot
25 seconden.
Wanneer u de motor afzet door de contactsleutel naar stand 0 te
draaien, wordt het standaardinterval hervat.
Voorruitsproeier
Knop ingedrukt = Voorruitsproeier
9 Gaspedaal
De gewenste stand van het gasmechanisme wordt elektrisch
E
doorgegeven.
Bedien het gaspedaal binnen de zuinige stand (E) voor het
laagste brandstofverbruik. De zuinige stand strekt tot aan het punt
waarbij u enige weerstand in het pedaal voelt. Wanneer u
P
gaspedaal verder intrapt, wordt overgeschakeld op de
vermogensstand.
V1154929
OPMERKING!
Wanneer het gaspedaal in de vermogensstand (P) en de
automatische transmissie in de stand L, M, H of AUT staat,
schakelt de machine mogelijk automatisch terug naar de 1e
versnelling, ook al is 'Volautomatisch terugschakelen (FAPS)'
niet geselecteerd, zie bladzijde
10A Hendelconsole, elektrische servo
10B Enkelvoudige bedieningshendel (extra)
Zie bladzijde
voor elektromagnetische straling, EMF.
149 .
186 bij werkzaamheden in gebieden met gevaar