Download Print deze pagina

Volvo L110H Instructieboekje pagina 134

Advertenties

Bedieningsinstructies
132
Veiligheidsrichtlijnen bij bediening
De gevarenzone rondom werkende machines is
minstens 7 m (23 ft).
U bent verantwoordelijk voor het werkgebied van de machine.
- Zorg ervoor dat er geen mensen onder de opgeheven
uitrusting van de graafmachine lopen of staan, tenzij u
ervoor hebt gezorgd dat deze veilig is of ondersteund wordt.
- Zorg dat er zich niemand in de gevarenzone ophoudt, d.w.z.
in het gebied rond de machine en binnen een straal van
minstens 7 m (23 ft) rondom het maximale bereik van de
machines en hun aanbouwdelen. De risicovolle zone kan
variëren, afhankelijk van de uit te voeren taken en/of de
gebruikte aanbouwdelen. Als er zich iemand binnen de
gevarenzone van de machine moet bevinden, dient de
machinist voorzichtig te werk te gaan en de machine alleen
te bedienen wanneer hij/zij deze persoon kan zien of
wanneer deze persoon met duidelijke signalen kenbaar
heeft gemaakt waar hij of zij zich bevindt.
- Zorg ervoor dat zich niemand bevindt in de cabine van een
voertuig, dat staat op een plaats waar de cabine geraakt kan
worden door andere machines of door vallende voorwerpen,
zoals stenen of blokken. Dit geldt niet als de cabine stevig
genoeg is of dusdanig beveiligd is dat deze tegen dergelijke
externe krachten bestand is.
- Zorg dat u de draagcapaciteit van de ondergrond kent.
Ongelukken
WAARSCHUWING
Gevaar voor ernstig letsel.
Wanneer de machinist een bijrijder in de cabine meeneemt zijn
ongelukken en ernstig letsel niet uitgesloten.
Alleen de machinist, zittend op de bestuurdersstoel, mag zich
tijdens de bediening in de cabine bevinden. Alle overige personen
dienen veilige afstand tot de machine te houden.
Meld ongelukken en "bijna-ongelukken" onmiddellijk aan de
uitvoerder.
Laat de wielladers zo mogelijk in de laatste stand staan.
Tref alleen de nodige maatregelen om ernstiger schade en dan
met name verwondingen te beperken. Zorg dat u een
eventueel onderzoek naar de toedracht niet bemoeilijkt.
Neem bij ongelukken deel aan de geplande maatregelen of
volg andere voorschriften.
Wacht nadere instructies van de uitvoerder af.
Veiligheid van de machinist
Draag altijd de veiligheidsgordel.
Zorg dat u bij het starten van de machine (motor) en bij het
bedienen van de machine op de bestuurdersstoel zit en de
veiligheidsgordel hebt omgedaan.
Controleer of de veiligheidsgordel niet beschadigd of versleten
119 .
is, zie bladzijde
De machine moet bedrijfsklaar zijn, dat wil zeggen dat
gebreken die aanleiding kunnen geven tot ongelukken, moeten
zijn hersteld.
Draag kleding die zich leent voor een veilige bediening. Draag
buiten de cabine een veiligheidshelm.

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

L120h