De waarden en aanwijzingen in de volgende tabel gelden alleen, als voldaan is aan de voorwaarden beschreven
in het voorgaande gedeelte 'Voorwaarden voor verankeren lading'.
(F = rijrichting)
Frictievlakken
Keggen of
blokkering
Rubber,
Geen keggen
grenenhout,
berkenhout
1 paar
met rubber
2 paar
(droog of nat):
µ = 0,5
3 paar
4 paar
Blokkeren
voorwaarts
Blokkeren
zijwaarts
Blokkeren
voorwaarts en
zijwaarts
Vorst, ijs,
Geen keggen
sneeuw, vuil,
1 paar
berkenhout
2 paar
zonder rubber:
µ = 0,2
3 paar
4 paar
Blokkeren
voorwaarts
Blokkeren
zijwaarts
Blokkeren
voorwaarts en
zijwaarts
Transporteren van de machine
Verankeringscertificaat L110H, geladen met de
voorkant naar achteren
Toelaatbare onderlinge afstand sjormiddelen in meters (1 m = 39,4 in)
Ketting minimaal klasse 8 Ø10 mm
MBL 12 ton, LC 60 kN (6 ton)
L
L
F (gekruist)
C
Niet goedgekeurde manieren van
lading vastzetten
1,5–3,0
0,4–1,0
0,5–3,0
0,4–1,0
0,5–3,0
0,0–1,0
0,5–3,0
0,0–1,0
1,5–3,0
0,0–1,0
Niet goedgekeurde manieren van
lading vastzetten
1,5–3,0
0,0–1,0
Niet goedgekeurde manieren van
lading vastzetten
0,5–2,7
0,5–1,0
0,5–2,7
0,5–1,0
0,5–2,7
0,5–1,0
Niet goedgekeurde manieren van
lading vastzetten
Bedieningsinstructies
Ketting minimaal klasse 8 Ø13 mm
MBL 20 ton, LC 100 kN (10 ton)
L
L
R (gekruist)
F (gekruist)
0,8–3,0
1,2–3,0
0,8–3,0
1,2–3,0
0,5–3,0
0,6–3,0
0,5–3,0
0,6–3,0
0,5–3,0
0,5–3,0
0,8–3,0
0,8–3,0
0,5–3,0
0,8–3,0
1,2–3,0
1,2–3,0
1,7–3,0
0,5–3,0
0,9–3,0
0,5–3,0
0,9–3,0
0,5–3,0
1,2–3,0
1,2–3,0
1,2–3,0
179
L
is de afstand
CR
tussen punt D en E.
D is het berekende
punt in de
dwarsrichting haaks
op de rand van de
laadvloer vanaf het
verankeringspunt C
op de wiellader.
E is het
verankeringspunt op
de laadvloer.
De relatie tussen L
,
F
L
en L
is identiek.
CF
R
L
L
C
R (gekruist)
0,4–1,0
1,2–3,0
0,1–1,0
0,9–3,0
0,1–1,0
0,9–3,0
0,0–1,0
0,5–3,0
0,0–1,0
0,5–3,0
0,0–1,0
0,5–3,0
0,4–1,0
1,2–3,0
0,0–1,0
0,5–3,0
0,5–1,0
1,4–3,0
0,2–1,0
1,0–3,0
0,2–1,0
1,0–3,0
0,0–1,0
0,6–3,0
0,0–1,0
0,6–3,0
0,0–1,0
0,5–3,0
0,5–1,0
1,4–3,0
0,0–1,0
0,5–3,0