Veiligheidsrichtlijnen bij bediening
LET OP
Houd de nationale en lokale regelgeving aan.
Veiligheidsvoorschriften bij brand
Als uw eigen veiligheid niet onmiddellijk in gevaar komt, treft dan
de volgende maatregelen.
Bij brand op het werkterrein
1 Rijd de machine zo mogelijk uit de gevarenzone.
2 Laat het aanbouwdeel op de grond neer.
3 Zet de motor af door de contactsleutel linksom te drukken of
door de noodstopknop (extra) in de cabine in te drukken.
4 Verlaat de cabine.
5 Verbreek de stroom met de hoofdstroomschakelaar.
6 Neem zo mogelijk actief deel aan het blussen van de brand
en waarschuw zo nodig de brandweer.
Bij brand in de machine
Als de machine wordt bediend:
1 Parkeer de machine zo mogelijk in een brandveilige
omgeving.
2 Laat het aanbouwdeel op de grond neer.
3 Zet de motor af door de contactsleutel linksom te drukken of
door de noodstopknop (extra) in de cabine in te drukken.
4 Verlaat de cabine.
5 Verbreek zo mogelijk de stroom met de
hoofdstroomschakelaar.
6 Probeer het vuur te blussen.
7 Waarschuw zo nodig de brandweer.
Bij brand in een machine met brandblussysteem (FSS) (extra)
Bij gebruik van de machine (sprinklersysteem geactiveerd door
machinist):
1 Parkeer zo mogelijk op een brandveilige plek.
2 Zet de motor af met de noodstopknop (extra) in de cabine of
door de contactsleutel linksom te draaien.
OPMERKING!
Het sprinklersysteem wordt bij branddetectie geactiveerd.
3 Verlaat de cabine.
OPMERKING!
Het sprinklersysteem is ook in te schakelen met de knop voor
handmatige activering (buitenkant cabine), zie bladzijde
4 Schakel zo mogelijk de hoofdstroom uit met de
hoofdstroomschakelaars onder de instap aan de linkerzijde
van de machine.
5 Houd de handbrandblusser paraat, omdat de brand mogelijk
dieper in de machine nog gaande is en opnieuw kan oplaaien.
6 Waarschuw zo nodig de brandweer.
OPMERKING!
Als de machine niet wordt bediend of als de parkeerrem wordt
aangezet, wordt het sprinklersysteem automatisch geactiveerd.
Bedieningsinstructies
135
222 .