Versnellingen kiezen
Versnellingen kiezen
Kies een passende versnelling door aan de schakelhendel te
draaien en selecteer daarna de rijrichting (vooruit of achteruit).
OPMERKING!
De transmissie kan de machine aandrijven met een versnelling
ingeschakeld, zelfs bij stationaire toeren, als de parkeerrem niet
is aangezet.
Rijrichting
WAARSCHUWING
Gevaar voor op hol geslagen machine.
Wanneer u de versnellingsbak in de neutraal laat staan terwijl u
van een helling rijdt, kunt u de controle over de machine verliezen
en zijn dodelijke ongelukken niet uitgesloten.
Laat de machine tijdens het afrijden van een helling altijd in een
versnelling vooruit staan.
De aandrijflijn kan beschadigd raken en u kunt de controle over
de machine verliezen, als u heuvelaf de neutraalstand inschakelt.
WAARSCHUWING
Gevaar voor ernstig letsel.
Ongecontroleerde machinebewegingen kunnen aanleiding
geven tot ernstig letsel.
Verlaat de machine nooit, wanneer de schakelhendel in de
vooruit- of achteruitstand staat en de motor draait.
Hendel in stand N = Neutrale stand
Hendel in stand F = Vooruitrijden
Hendel in stand R = Achteruitrijden
Wanneer u van rijrichting wisselt, moet u het motortoerental van
de motor en de rijsnelheid van de machine verlagen. Dit geldt in
het bijzonder wanneer u met de machine op een harde
ondergrond werkt.
Er mag alleen in de 1e en 2e versnelling tussen vooruit en
achteruit worden geschakeld.
Automatisch schakelen (APS)
De APS-functie is beschikbaar op het display; zie bladzijde
Met de programmaschakelaar kunt u afhankelijk van de
werkomstandigheden verschillende automatische
schakelprogramma's kiezen.
Het gebruik van APS
Kies een schakelprogramma (geadviseerd wordt de Auto-
modus)
Kies de rijrichting.
Trek op, de machine rijdt weg in de 2e versnelling
(standaardversnelling)
Er wordt heen en weer geschakeld tussen de 2e en 4e
versnelling vooruit en achteruit.
Bedieningsinstructies
149
69 .