1 Houd op het toetsenpaneel de toets 8 (service) ongeveer
sinds 4 seconden lang ingedrukt. Er verschijnt een melding
die aangeeft wanneer u naar de servicemodus gaat.
2 Activeer schakelstand F en accelereer, wanneer de tekst
'Optrekken tot >20 km/h' op het informatiedisplay verschijnt.
Rem maximaal, wanneer de tekst 'Breng machine tot stilstand'
op het informatiedisplay verschijnt.
De vertragingswaarde verschijnt op het informatiedisplay.
3 Als de wielen blokkeren en over de ondergrond glijden, moet
u de test herhalen.
4 De drie laatste testwaarden worden opgeslagen onder
'Logbest. remtest'.
De minimumvertraging voor de remmentest is 5 m/s²
(0,51 g)
OPMERKING!
Beschouw de waarde in de specificaties als de absolute
minimumwaarde. Neem contact op met een gekwalificeerde
servicemonteur bij het vermoeden van een gereduceerde
remwerking.
Functie parkeerrem, controleren
WAARSCHUWING
Gevaar voor beknelling!
Onverhoedse machinebewegingen kunnen aanleiding geven tot
ernstig letsel.
Parkeerrem nooit aanzetten wanneer er zich omstanders in de
gevarenzone ophouden.
Controleer de functie als volgt:
1 Zorg dat de schakelhendel in de neutraalstand staat.
2 Schakel het contact in en zet de parkeerrem aan. Let erop dat
de ontkoppeling van de transmissie niet geactiveerd is. Zie
voor meer informatie bladzijde
3 Houd op het toetsenblok de toets voor service ingedrukt om
het menu voor service te openen.
Activeer de APS-instellingen Service. Druk op ESC op het
toetsenblok om de rpm op het display te zien.
OPMERKING!
Vóór softwareversie BL24 werd de instelling APS in het menu
Transmissie (2) ingesteld. Na softwareversie BL24 wordt de
instelling APS in Persoonlijke instellingen in het menu Setup (9)
ingesteld.
4 Start de motor en kies de versnelling F1. Het volgende bericht
moet op het display verschijnen:
Parkeerremtest
5 Druk het gaspedaal langzaam in tot 1200 rpm. De machine
mag niet bewegen.
6 Als de machine toch beweegt, neem contact op met een
gekwalificeerde servicemonteur.
Bedieningsinstructies
Remmen
65 .
actief
157