12:58
32
l/h
F l
APS
L
OK
OK-symbool
de motorolie en het motoroliefilter met de voorgeschreven
intervallen te verversen/vervangen;
het luchtfilter regelmatig te onderhouden en de afdichting van
het uitlaatsysteem en de smeerolieleidingen te controleren.
Vervang de turbocompressor onmiddellijk, als deze aanleiding
geeft tot lawaai of trillingen.
Werkzaamheden aan de turbocompressor zijn voorbehouden
-15
o
C
aan een erkende onderhoudsmonteur.
V1142136
Starten van de machine bij koud weer (onder 0 °C, 32
°F)
WAARSCHUWING
Gevaar voor explosie.
Het inspuiten van startgassen in motoronderdelen kan aanleiding
geven tot een explosie.
Probeer een motor nooit met startgassen te starten.
De functie voor motorvoorverwarming wordt geregeld door het
elektronisch machinesysteem.
1 Draai de contactsleutel naar de rijstand (1).
2 De voorgloeifunctie wordt zo nodig automatisch geactiveerd.
3 Op de voorste displaymodule licht een lampje op dat aangeeft
dat de voorgloeifunctie actief is (zie bladzijde
4 Wanneer het lampje dooft, kunt u de motor starten door de
contactsleutel naar de startstand (2) te draaien.
Laat de motor minstens 60 seconden lang stationair draaien.
Wanneer u de motor meteen na de start te hoge toeren laat
maken, komen de smering en koeling van de
turbocompressor in gevaar, wat ertoe kan leiden dat de
lagers vastlopen.
OPMERKING!
Belast de werkhydrauliek niet maximaal, voordat de
hydrauliekolie op temperatuur is. Voor het op temperatuur
brengen van het hydraulische systeem, zie bladzijde
Starten met hulpaccu's
Let op het volgende bij het verlenen van starthulp met hulpaccu's:
Bedieningsinstructies
Starten van de motor
141
44 ).
144 .