El. systeem
De machine is voorzien van een elektrische systeem van 24V met
twee in serie geschakelde 12V-accu's in de accubak aan de
rechterzijde van de cabine.
De hoofdstroomschakelaar zit naast de instaptreden van de
cabine, aan de linkerzijde van de machine.
OPMERKING!
Verbreek iedere dag de stroom met de hoofdstroomschakelaar
243 ), nadat u de motor hebt afgezet en de
(zie bladzijde
contactsleutel naar stand 0 hebt gedraaid.
De meeste zekeringen en relais zitten in de relais- en
zekeringhouder op de achterwand van de cabine, achter de
bestuurdersstoel. Ze zijn te bereiken door de kunststof afdekking
te openen. Op de sticker aan de binnenkant van de afdekking
staat aan welke stroomverbruiker de verschillende relais en
zekeringen gekoppeld zijn. De relais- en zekeringhouder heeft
een ingebouwde testaansluiting voor zekeringen. De relais in de
relais- en zekeringhouder zijn onderling van plaats te wisselen op
voorwaarde dat de pennen passen.
Voor meer informatie over het elektrische systeem, zie bladzijde
297 .
Transmissie
De transmissie wordt elektrohydraulisch bediend waarbij alle
tandwielen constant in elkaar grijpen. De verschillende
schakelstappen worden geactiveerd door verschillende
koppelingen te bekrachtigen. Tussen de motor en de transmissie
zit een hydraulische koppelomvormer die het uitgaande koppel
traploos regelt. De voor- en achteras zijn voorzien van planetaire
overbrengingen in de wielnaven die ervoor zorgen dat de
aandrijfassen minder zwaar belast worden. De assen zijn van het
type AWB - (Axle Wet Brakes).
OptiShift
Extra
OptiShift bestaat uit twee subsystemen, lock-up en Reverse By
Braking (RBB):
Een geactiveerde lock-up zorgt voor 100% krachtoverbrenging
van de motor op de transmissie via een
overbruggingskoppeling in de koppelomvormer. De directe
krachtoverbrenging beperkt vermogensverliezen bij
toepassingen zoals Load-and-carry-werk en transporten.
Reverse By Braking (RBB) wordt gebruikt om bij het wisselen
van rijrichting de machine af te remmen met de wielremmen en
vervolgens de tegengestelde rijrichting uit te schakelen.
De systemen hebben met elkaar gemeen dat ze, met behoud van
de productiviteit, het brandstofverbruik verlagen en in tal van
toepassingen de slijtage van de koppelomvormer beperken. Over
het algemeen geldt dat u de lock-up altijd geactiveerd moet
houden. Voor informatie over het gebruik van de lock-up in
diverse toepassingen, zie het gedeelte 'Bedieningstechnieken'.
Remsysteem
De machine is op drie manieren te remmen:
- met het rempedaal
Presentatie
11