Advertenties
Bedieningsinstructies
130
Veiligheidsrichtlijnen bij bediening
Veiligheidsrichtlijnen bij bediening
Brandstof, tanken
WAARSCHUWING
Gevaar voor explosie!
De dampen in een leeg brandstofreservoir zijn explosief. Ernstig
letsel of de dood kan het gevolg zijn.
Houd de ruimte waarin getankt wordt vrij van open vuur en
vonken.
Verboden te roken.
Voer nooit las- of snijwerk uit aan brandstofleidingen,
brandstoftanks of -reservoirs.
Veiligheidsprocedures tijdens het tanken
Zet de motor uit en zet alle elektrische schakelaars,
cabineverwarmingen en de accuhoofdschakelaar uit.
Niet tanken in afgesloten ruimtes.
Zorg er voor dat het gebied waar wordt getankt goed is
geventileerd.
Niet tanken met draaiende motor.
Laat de motor afkoelen voordat u gaat tanken.
Gebruik leuningen treden om bij de brandstoftank te komen,
indien van toepassing.
Wees voorzichtig bij het verwijderen van de brandstoftankdop.
Om te voorkomen dat vonken van statische elektriciteit te
brandstofdampen ontsteken, goed contact met de aarde
houden door de brandstofnozzle in constant contact te houden
met de vulopening van de brandstoftank.
Geen benzine of ander niet gespecificeerd materiaal mengen
met de dieselolie. Dit kan leiden tot uiterst brandbare dampen.
Gebruik de juiste brandstofkwaliteit voor het seizoen.
De tank niet vullen tot de maximum capaciteit.
Gemorste brandstof direct opruimen.
Brandstoftankdop plaatsen en goed aandraaien.
OPMERKING!
Mocht de tankdop zoek zijn geraakt, dan deze uitsluitend
vervangen door een dop die goedgekeurd is door de producent.
Gebruik van een niet goedgekeurde dop zonder ventilatie kan
resulteren in een drukopbouw in de brandstoftank.
Advertenties
