PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
Gietwielen
Let ten aanzien van de voorgeschreven
banden op het volgende voor een optimale
prestatie, levensduur en veilige werking van
uw motorfiets.
G
Controleer de velgen voor iedere rit op
scheurtjes, verbuiging of kromtrekken.
Laat ingeval van schade het wiel door
een Yamaha dealer vervangen. Pro-
beer het wiel nooit zelf te repareren,
hoe klein de reparatie ook is. Vervang
een wiel dat vervormd is of haar-
scheurtjes vertoont.
G
Na het vervangen van een wiel of
band moet het wiel worden uitgeba-
lanceerd. Een niet uitgebalanceerd
6
wiel zal mogelijk slecht functioneren,
of kan een slechte wegligging en een
verkorte levensduur van de banden tot
gevolg hebben.
G
Rijd niet te snel direct na het verwisse-
len van een band. Het bandoppervlak
dient eerst te zijn ingereden voordat
het zijn optimale eigenschappen ver-
krijgt.
DAU03773
1. Borgmoer
2. Stelbout vrije slag koppelingshendel
c. Vrije slag van koppelingshendel
Afstellen van de vrije slag van de
koppelingshendel
De vrije slag van de koppelingshendel moet
2–3 mm bedragen, zoals weergegeven.
Controleer de vrije slag van de koppe-
lingshendel regelmatig en stel zo nodig als
volgt af.
1. Draai de borgmoer bij de koppe-
lingshendel los.
2. Draai de stelbout richting a voor meer
vrije slag van de koppelingshendel.
Draai de stelbout richting b voor min-
der vrije slag van de koppelingshen-
del.
1. Koppelingskabel
2. Stelmoer vrije slag koppelingshendel
3. Borgmoer
DAU00694
3. Als de voorgeschreven vrije slag van
4. Draai de stelbout bij de koppe-
5. Draai de borgmoer bij het carter los.
6. Draai de stelmoer richting a voor
6-17
de koppelingshendel werd gehaald
zoals hierboven beschreven, zet dan
de borgmoer vast en sla de rest van
de afstelprocedure over; zo niet, ga
dan als volgt verder.
lingshendel richting a om de koppe-
lingskabel losser te stellen.
meer vrije slag van de koppelingshen-
del. Draai de stelmoer richting b voor
minder vrije slag van de koppe-
lingshendel.