NR.
ONDERDEEL
22
Carburateurs
*
23
Motorolie
24
Oliefilterpatroon
Remlichtschakelaars
25
*
voor- en achterrem
Bewegende delen en
26
kabels
Verlichting,
27
signaleringssysteem en
*
schakelaars
OPMERKING:
_
G
Het luchtfilter dient vaker te worden gecontroleerd wanneer u in een extreem vochtige of stoffige omgeving rijdt.
G
Hydraulisch remsysteem
• Controleer regelmatig het remvloeistofniveau en vul zo nodig bij.
• Elke twee jaar moeten de inwendige onderdelen van de hoofdremcilinders en de remklauwen worden vervangen en de remvloei-
stof worden ververst.
• De remslangen dienen elke vier jaar te worden vervangen, of wanneer deze zijn gescheurd of beschadigd.
_
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
INSPECTIE- OF ONDERHOUDSBEURT
• Chokebediening controleren.
• Stationair motortoerental afstellen en carburateurs
synchroniseren.
• Verversen.
• Olieniveau controleren en machine inspecteren op olielekkage.
• Vervangen.
• Werking controleren.
• Smeren.
• Werking controleren.
• Richthoek koplamplichtbundel afstellen.
KILOMETERSTAND (× 1.000 km)
1
√
√
√
√
√
√
6-4
JAARLIJKSE
10
20
30
40
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
CONTROLE
√
√
√
√
√
√
DAU03884
6