GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
500–1.000 km
G
Laat de motor niet langdurig volgas
draaien.
G
Laat de motor niet langdurig meer dan
7.000 tpm draaien.
LET OP:
_
Nadat de eerste 1.000 km zijn afgelegd,
moet de motorolie worden ververst en
het oliefilterpatroon worden vervangen.
_
1.000 km en verder
De machine kan nu verder normaal worden
5
gebruikt.
LET OP:
_
G
Voer het toerental niet zover op dat
de toerenteller aanwijst in de rode
zone.
G
Als tijdens de inrijperiode motor-
schade optreedt, vraag dan direct
een Yamaha dealer de machine te
controleren.
_
Parkeren
Zet de motor af wanneer u gaat parkeren
en neem de sleutel uit het contactslot.
WAARSCHUWING
DC000052*
_
G
De motor en het uitlaatsysteem
kunnen zeer heet worden, parkeer
dus op een plek waar voetgangers
of kinderen niet gemakkelijk met
deze onderdelen in aanraking kun-
nen komen.
G
Parkeer niet op een helling of op
een zachte ondergrond, de motor
zou dan kunnen omvallen.
DC000053
_
DAU00460
DW000058
5-5