PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
NR.
ONDERDEEL
9
Remslangen
*
10
Wielen
*
11
Banden
*
12
Wiellagers
*
13
Swingarm
*
14
Aandrijfketting
6
15
Balhoofdlagers
*
16
Framebevestigingen
*
Zijstandaard,
17
middenbok
18
Zijstandaardschakelaar
*
19
Voorvork
*
20
Schokdemperunit
*
Scharnierpunten
tuimelaararm en
21
*
koppelarmen
achterwielophanging
INSPECTIE- OF ONDERHOUDSBEURT
• Controleren op scheuren of beschadiging.
• Vervangen. (Zie OPMERKING op bladzijde 6-4.)
• Controleren op slingering en schade.
• Controleren op correcte profieldiepte en op schade.
• Zo nodig vervangen.
• Bandspanning controleren.
• Zo nodig corrigeren.
• Lager controleren op losheid of schade.
• Controleren op werking en overmatige speling.
• Smeren met lithiumvet.
• Kettingspanning controleren.
• Controleren of het achterwiel correct in lijn staat.
• Reinigen en smeren.
• Controleren op lagerspeling en stroefheid in stuurbeweging.
• Smeren met lithiumvet.
• Controleren of alle moeren, bouten en schroeven stevig zijn
vastgezet.
• Werking controleren.
• Smeren.
• Werking controleren.
• Controleren op werking en olielekkage.
• Controleren op werking en schokdemper op olielekkage.
• Werking controleren.
• Smeren met lithiumvet.
KILOMETERSTAND (× 1.000 km)
1
Na elke 1.000 km en nadat de motorfiets is
gewassen of ermee in de regen is gereden.
√
√
6-3
JAARLIJKSE
10
20
30
40
√
√
√
√
Elke 4 jaar
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
Elke 50.000 km
√
√
√
√
Elke 20.000 km
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
CONTROLE
√
√
√
√
√