FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
1. Noodstopschakelaar "
2. Lichtschakelaar "
/
3. Startknop "
"
Noodstopschakelaar "
Zet deze schakelaar op "
motor te starten. Zet deze schakelaar op
"
" om in een noodgeval de motor direct
uit te schakelen, zoals wanneer de machine
omslaat of als de gaskabel blijft hangen.
Lichtschakelaar "
/
Zet deze schakelaar in de stand "
om het parkeerlicht, het achterlicht en de in-
strumentenverlichting in te schakelen. Zet
de schakelaar in de stand "
koplamp in te schakelen. Zet de schakelaar
in de stand "
" om alle verlichting uit te
schakelen.
Startknop "
Druk deze knop in om de motor door middel
van de startmotor te starten.
LET OP:
_
Zie pagina 5-1 voor startinstructies
voordat u de motor start.
_
/
"
/
"
DAU03890
/
"
" alvorens de
DAU03898
/
"
"
" om ook de
DAU00143
"
DC000005
3-7
1. Koppelingshendel
Koppelingshendel
De koppelingshendel bevindt zich aan de
linkerstuurgreep. Trek de hendel naar het
stuur toe om de koppeling te ontkoppelen.
Laat de hendel los om de koppeling te laten
aangrijpen. Voor een soepele werking van
de koppeling moet de hendel snel ingetrok-
ken worden en langzaam worden losgela-
ten.
De koppelingshendel is voorzien van een
sperschakelaar die deel uitmaakt van het
startspersysteem. (Zie pagina 3-16 voor uit-
leg over het startspersysteem.)
DAU00152