2. Papierspecificaties en papier
bijvullen
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe papier en originelen moeten worden geplaatst en wordt er uitleg
gegeven over hun specificaties.
Workflow voor het laden van papier en het
configureren van papierformaten en -types.
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u papier moet laden en welke handelingen moeten worden gesteld
nadat het papier is geladen.
Nadat u de procedures hieronder heeft gevolgd, kunt u kopiëren of afdrukken op het papier dat in het
apparaat is geladen.
Plaats papier in de papierlade.
Geef het papiertype en -formaat op.
Geef het papiertype en -formaat op in het printerstuurprogramma.
Raadpleeg de volgende pagina voor details over de procedures.
Stappenplan
Zie Pag. 37 "Papier plaatsen".
Er zijn drie manieren om het papiertype en -formaat op te geven.
• Met behulp van het bedieningspaneel
Zie Pag. 46 "Het papiertype en papierformaat opgeven via het
bedieningspaneel".
• Bij gebruik van Web Image Monitor
Zie Pag. 51 "Papiertype en -formaat opgeven met Web Image
Monitor".
• Bij gebruik van Smart Organizing Monitor
Zie Pag. 49 "Papiertype en -formaat opgeven met Smart Organizing
Monitor".
Referentie
DSG260
35