7.
Op het tabblad [Algemeen] stelt u instellingen in op basis van de origineeltypen, het
scannen en de origineelrichting.
8.
Op het tabblad [Opties] stelt u de bestandsindeling en de map in waarin u het bestand
wilt opslaan.
9.
Klik op [Scannen].
10.
Nadat alle originelen zijn gescand, klikt u op [Afsluiten].
Scannerinstellingen die u kunt configureren voor Smart Organizing Monitor
Hierna worden de instellingsopties uitgelegd die u kunt configureren als u Smart Organizing Monitor
gebruikt om te scannen.
Tabblad [Algemeen]
1
2
3
4
5
6
1. Origineel: (alleen SP 320SFN, SP 325SNw en SP 325SFNw)
Selecteer [Glasplaat] om vanaf de glasplaat te scannen of [Automatische documentinvoer] om via de
ADF te scannen.
2. Type origineel
Selecteer afhankelijk van uw origineel een instelling uit het overzicht met opties dat hieronder staat of
selecteer [Aangepast...] om uw eigen scaninstellingen te configureren. [Scanmod.:], [Resolutie:] en
[Formaat:] onder [Scanconfiguratie] veranderen in overeenstemming met de instelling van het
origineeltype die u hier heeft geselecteerd.
• Als u de glasplaat gebruikt:
Scannen via Smart Organizing Monitor
NL DSG280
127