De scanbestemming opgeven met de sneltoetsen of de toets [Pauze/Redial] (alleen SP 320SFN en SP 325SFNw)
• Als u een scanbestemming opgeeft, zullen de scaninstellingen van het apparaat automatisch
worden gewijzigd aan de hand van de informatie die voor die bestemming in het Adresboek wordt
geregistreerd. Indien nodig kunt u de scaninstellingen via het bedieningspaneel wijzigen. Voor
meer informatie, zie Pag. 136 "Scaninstellingen opgeven voor het scannen".
• De [Pauze/Redial]-knop werkt niet voor de eerste scantaak als het apparaat net is ingeschakeld.
• Om bestemmingen te selecteren die niet als snelkeuzebestemmingen zijn geregistreerd, gebruikt u
de [Adresboek]-knop. Voor het opgeven van bestemmingen met [Adresboek], zie Pag. 106
"Basiswerking van Scannen naar map".
123