6. Een fax verzenden en ontvangen
Gegevens voor het LAN-fax adresboek importeren
Gegevens voor het LAN-fax adresboek kunnen geïmporteerd worden in een bestand in CSV-
formaat (Comma Separated Values). U kunt adresboekgegevens importeren uit andere
toepassingen als de gegevens als een CSV-bestand zijn opgeslagen.
1.
Open het LAN-fax adresboek en klik op [Importeren].
2.
Selecteer het bestand met de adresboekgegevens en klik op [Openen].
Er wordt een dialoogvenster voor het selecteren van de te importeren items weergegeven.
3.
Selecteer voor elk veld een passend item uit de lijst.
Selecteer [*leeg*] voor velden waarvoor geen te importeren gegevens bestaan. Let op dat
[*leeg*] niet kan worden geselecteerd voor de velden [Naam] en [Fax].
4.
Klik op [OK].
Zie de Help-functie van het LAN-faxstuurprogramma voor meer informatie over de
instellingen.
• CSV-bestanden worden geëxporteerd met Unicode-codering.
• Gegevens in het LAN-fax adresboek kunnen uit CSV-bestanden worden geïmporteerd mits de
codering Unicode of ASCII is.
• Groepsgegevens kunnen niet geëxporteerd of geïmporteerd worden.
• Er kunnen maximaal 1000 bestemmingen in het LAN-fax adresboek geregistreerd worden. Als
deze grens tijdens het importeren wordt overschreden, zullen de overgebleven bestemmingen niet
worden geïmporteerd.
Een voor-/achterblad van een fax bewerken
1.
Klik in het menu [Bestand] op [Afdrukken...].
2.
Selecteer het LAN-faxstuurprogramma als de printer en klik op [Afdrukken].
3.
Klik op het tabblad [Geef de bestemming op] en klik op [Voorblad bewerken].
4.
Configureer de instellingen indien nodig en klik op [OK].
Zie de Help-functie van het LAN-faxstuurprogramma voor meer informatie over de instellingen.
168