1. Overzicht van het apparaat
Tekens invoeren
Als u tekens wilt invoeren, gebruikt u de volgende toetsen:
Een cijfer invoeren
Druk op een cijfertoets.
Een teken verwijderen
Druk op [ ].
Een faxnummer invoeren
• Een getal invoeren
Gebruik de cijfertoetsen.
• Andere tekens dan cijfers invoeren
" ": druk op [ ].
" ": druk op [ ].
" ": druk op [ ].
Pauze: druk op de knop [Pauze/Herhalen]. Er wordt een "P" weergegeven op het scherm.
Spatie: druk op [ ].
Een naam invoeren
Letters, cijfers en symbolen kunnen met de cijfertoetsen worden ingevoerd.
Als u twee tekens achter elkaar wilt invoeren die op dezelfde cijfertoets staan, drukt u op [ ] om de
cursor te verplaatsen voordat u het tweede teken invoert.
Cijfer-
toets
• De tekens die u kunt invoeren, zijn afhankelijk van de instelling die u configureert.
32
Aantal drukken op toets
DSG155