Inhoudsopgave
Advertenties
6. Een fax verzenden en ontvangen
In deze modus scant het apparaat het origineel en wordt het tegelijkertijd gefaxt. Dit is erg
handig als u snel een origineel wilt verzenden, of als u de bestemming wilt controleren
waarnaar u verzendt. Het origineel wordt niet opgeslagen in het geheugen. U kunt slechts
één bestemming opgeven. Indien de fax niet op een normale manier wordt ontvangen,
verschijnt een foutmelding op het bedieningspaneel.
De verzendmodus configureren
1.
Druk op de [Fax]-knop en druk vervolgens [ ] of [ ].
U kunt ook op de toets [Shortcut naar functies] drukken als [Shortcut naar functie] bij de
[Beheerderstoepassingen] is ingesteld op [Directe TX]. Voor meer informatie over [Shortcut
naar functie], zie Pag. 211 "Beheerderinstellingen".
2.
Druk op [ ] of [ ] om [Direct Transmission] te selecteren en druk vervolgens op de
[OK]-knop.
3.
Druk op [ ] of [ ] om [Uit], [Aan] of [Uitsluitend volgende fax] te selecteren. Druk
vervolgens op de [OK]-knop.
Voor geheugenverzending selecteert u [Uit].
Voor directe verzending selecteert u [Aan] of [Uitsluitend volgende fax].
4.
Druk op de [Gebruikersinstellingen]-knop om terug te keren naar het beginscherm.
Basisbewerking voor het versturen van een fax
• Het origineel in de ADF gaat voor het origineel op de glasplaat als u originelen zowel in de ADF
als op de glasplaat plaatst.
• Als u de SP 325SFNw gebruikt en de instelling voor [Origineel] is [Dubbelz. staand: B naar B],
[Dubbelz. staand: B naar O], [Dubbelz. liggend: B naar B] of [Dubbelz. liggend: B naar O], dan
moet u de originelen in de ADF plaatsen. Er worden geen gegevens overgedragen als u de
originelen op het glasplaat plaatst. Voor meer informatie over de instelling [Origineel], zie
Pag. 189 "Instellingen voor de faxfunctie".
150
DSG275
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
