Inhoudsopgave
Advertenties
1.
Druk op de [Fax]-knop.
2.
Plaats het origineel op de glasplaat of in de ADF.
Om de originelen te plaatsen, zie Pag. 67 "Originelen plaatsen".
3.
Voer met de cijfertoetsen het faxnummer in (maximaal 40 tekens) of geef een
bestemming op met de Eéntoetsknoppen of de functie verkorte kiesbestemming.
Voor meer informatie over het invoeren van tekens, zie Pag. 32 "Tekens invoeren".
Voor meer informatie over het opgeven van bestemmingen met sneltoetsen, zie Pag. 154 "De
faxbestemming opgeven".
Als het apparaat via een PBX op het telefoonnetwerk is aangesloten, dient u ervoor te zorgen dat
het externe lijntoegangsnummer is opgegeven in [PBX-toegangsnummer] voor het faxnummer.
Voor meer informatie over [PBX-toegangsnummer], zie Pag. 211 "Beheerderinstellingen".
4.
Druk op de [Start]-knop.
• Afhankelijk van de apparaatinstellingen, wordt u mogelijk gevraagd om het faxnummer
opnieuw in te voeren als u het faxnummer van de bestemming handmatig heeft ingevoerd.
Voer in dit geval het nummer binnen de 60 seconden opnieuw in en druk vervolgens op
[Start]. Als de faxnummers niet overeenstemmen, keert u terug naar stap 3. Voor [Fax Number
Confirmation], zie Pag. 211 "Beheerderinstellingen".
• Als u de glasplaat gebruikt in de stand Geheugentransmissie, zal u worden gevraagd een
ander origineel te plaatsen. Ga in dit geval verder met de volgende stap.
DSG153
DSG133
Een fax verzenden
151
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
