5. Originelen scannen
De naam van de gebruiker en de computer bevestigen
De gebruikersnaam en computernaam bevestigen als Microsoft Windows wordt
gebruikt
Bevestig de naam van de gebruiker en de naam van de computer waar u gescande documenten naar
toe wilt sturen.
1.
Wijs in het menu [Start] naar [Alle programma's], klik op [Accessoires] en klik vervolgens
op [Opdrachtprompt].
2.
Voer de opdracht "ipconfig/all" in en druk vervolgens op [Enter].
3.
Controleer de naam van de computer, de actieve instellingen van de DHCP-server en het
IPv4-adres en noteer ze in [1] op het controlevel.
De naam van de computer wordt weergegeven onder [Hostnaam].
Het adres weergegeven onder [IPv4-adres] is het IPv4-adres van de computer.
De actieve instellingen van de DHCP-server worden weergegeven bij [Enabled DHCP].
4.
Voer daarna de opdracht "set user" (gebruiker instellen) en druk dan op [Enter].
Let erop dat u spaties zet tussen "stel", "gebruiker" en "in".
5.
Controleer de domeinnaam/de naam van de werkgroep en de gebruikersnaam en
noteer die in [2] op het controlevel.
De gebruikersnaam wordt weergegeven onder [GEBRUIKERSNAAM].
Controleer het aanmeldingswachtwoord van de computer en noteer het in [3] op het controlevel.
Maak nu een gedeelde map op een computer aan. Voor meer informatie over het aanmaken van een
gedeelde map, zie Pag. 109 " Een gedeelde map aanmaken op een computer".
• Het is misschien mogelijk, afhankelijk van het besturingssysteem of beveiligingsinstellingen, om een
gebruikersnaam op te geven waar geen wachtwoord aan toegewezen is. Wij raden u echter aan
om een gebruikersnaam met wachtwoord te selecteren; dit verhoogt de beveiliging.
De gebruikersnaam en computernaam bevestigen wanneer OS X wordt gebruikt
Bevestig de naam van de gebruiker en de naam van de computer waar u gescande documenten naar
toe wilt sturen. Controleer de waarden en noteer ze op het controlevel.
1.
Klik in het Apple-menu op [About this Mac].
Het informatiescherm van de computer wordt weergegeven.
2.
Klik op [System Report...].
108