5. Originelen scannen
Scaninstellingen opgeven voor het scannen
Als u een scanbestemming opgeeft, zullen de scaninstellingen van het apparaat automatisch worden
gewijzigd aan de hand van de informatie die voor die bestemming in het Adresboek wordt
geregistreerd. Indien nodig kunt u de scaninstellingen voor de huidige taak via het bedieningspaneel
wijzigen.
Het scanformaat opgeven aan de hand van het formaat van het origineel
In dit onderdeel wordt beschreven hoe u het scanformaat kunt opgeven aan de hand van het huidige
origineel.
1.
Druk op [Scanform].
Gereed
Adres opgeven
3 0 0 x 3 0 0 d p i
S c a n f o r m
2.
Druk op [ ] of [ ] om het formaat van het origineel te selecteren en druk vervolgens op
de [OK]-knop.
Als u iets anders heeft geselecteerd dan [Ang.fr], hoeft u de verdere stappen van de procedure niet
uit te voeren.
3.
Druk op [ ] of [ ] om [mm] of [inch] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop.
4.
Voer de breedte met de cijfertoetsen in en druk dan op de [OK]-knop.
Om een komma in te voeren, drukt u op [ ].
5.
Voer de lengte met de cijfertoetsen in en druk vervolgens op de [OK]-knop.
Om een komma in te voeren, drukt u op [ ].
• U kunt de standaardinstelling [Scanformaat] van het apparaat zo instellen dat alle originelen
worden gescand met een bepaald scanformaat. Voor meer informatie, zie Pag. 186
"Scaninstellingen".
Afbeeldingsbelichting aanpassen
In dit onderdeel wordt beschreven hoe u de afbeeldingsbelichting voor de huidige taak aanpast.
Er zijn vijf afbeeldingsbelichtingsniveaus. Hoe hoger het belichtingsniveau, hoe donkerder de gescande
afbeelding.
136
A4
O r i g i n e e l
B e s t e m .