1. Overzicht van het apparaat
Nr.
1
[Direct kiezen]-knop
2
[Adresboek]-knop
3
[Afbeeldingskwaliteit]-
knop
4
[Shortcut naar functies]-
knop
5
[Belichting]-knop
6
[Kopieerapparaat]-
knop
7
[Scanner]-knop
8
Display
9
Scrolltoetsen
10
Cijfertoetsen
11
[Wis/Stop]-knop
12
[Gebruikersinstellingen]
-knop
13
[Aan/uit]-knop
14
Snelkiestoetsen
15
[Pauze/Redial]-knop
16
[Shift]-knop
22
Naam
Druk hierop om de status van de bestemming te testen als u een
fax stuurt.
Druk hierop om een scan- of faxbestemming uit het Adresboek te
selecteren.
Druk hierop om de scankwaliteit voor de huidige taak te
selecteren.
Druk hierop om de functie te gebruiken die aan deze knop is
toegewezen.
Druk hierop om de beeldbelichting aan te passen voor de huidige
taak.
Druk hierop om naar de kopieermodus over te schakelen.
Druk hierop om naar de scannermodus te gaan.
Geeft huidige status en meldingen weer.
Druk hierop om de cursor in de richting te verplaatsen die wordt
aangegeven door de toets.
Druk hierop om cijfers in te voeren als u instellingen opgeeft zoals
faxnummers en kopieeraantallen. U kunt ze ook gebruiken om
letters mee in te voeren als u namen opgeeft.
Druk op deze knop om het afdrukken van een taak, het kopiëren
van een document, het scannen, het verzenden/ontvangen van
een fax en andere actieve taken te annuleren of stoppen.
Druk hierop om het menu weer te geven voor het configureren van
de systeeminstellingen van het apparaat.
Dit indicatielampje brandt blauw als het apparaat aan staat.
Druk hierop om een scan- of faxbestemming van Snelkeuze te
selecteren.
Druk op deze knop om een pauze in een faxnummer in te voegen
of de laatst gebruikte scan- of faxbestemming weer te geven.
Druk hierop om de snelkiesbestemmingen 5 t/m 8 te gebruiken als
u via de sneltoetsen een scan- of faxbestemming opgeeft.
Beschrijving