Pagina 1
Gebruikers- Overzicht van het apparaat handleiding Papierspecificaties en papier bijvullen Documenten afdrukken Originelen kopiëren Originelen scannen Een fax verzenden en ontvangen Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Het apparaat configureren met hulpprogramma's Het apparaat onderhouden Problemen oplossen Netwerkinstellingen configureren in OS X Bijlage Voor een veilig en juist gebruik, zorg ervoor dat u de "Veiligheidsinformatie"...
INHOUDSOPGAVE Informatie opzoeken over bediening en probleemoplossing..............12 Bedieningshandleiding (gedrukt)....................... 12 Bedieningshandleiding (digitaal)....................... 12 Hoe werkt deze handleiding?.........................14 Inleiding................................ 14 Symbolen in deze handleiding........................14 Modelspecifieke informatie.........................14 Disclaimer..............................15 Opmerkingen............................... 16 Opmerking voor de beheerder........................16 Lijst met opties...............................17 Het IP-adres..............................17 1.
Pagina 4
Een favoriet item verwijderen (bij gebruik van het model met touchscreen)...........39 Voorkeursweergave van veelgebruikte modi instellen (bij gebruik van het model met touchscreen)..40 Bedieningsmodi wijzigen (bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels)....... 41 Meerdere taken tegelijk uitvoeren........................42 Bedieningstoepassingen..........................44 Een instelling aan de snelkoppelingstoets toewijzen (bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels)................................
Pagina 5
Papiertype en -formaat opgeven met Web Image Monitor.................75 Een aangepast papierformaat opgeven....................75 Het papiertype en het papierformaat opgeven met behulp van het printerstuurprogramma....77 Wanneer u Windows gebruikt........................77 Wanneer u OS X gebruikt...........................78 Ondersteund papier............................79 Specificaties van papiertypen........................82 Niet aanbevolen papiertypen........................91 Papier bewaren............................91 Afdrukgebied...............................
Pagina 6
4. Originelen kopiëren Wat u met de kopieerfunctie kunt doen.......................119 Het kopieerapparaatscherm.........................120 Algemene kopieertaken..........................122 Een kopie annuleren..........................124 Vergrote of verkleinde kopieën maken......................127 Verkleinen/vergroten opgeven....................... 128 Enkelzijdige originelen kopiëren met dubbelzijdig en gecombineerd afdrukken........130 Gecombineerde en dubbelzijdige kopieën opgeven................133 Dubbelzijdige originelen kopiëren met dubbelzijdig en gecombineerd afdrukken........
Pagina 7
Basisbediening van Scannen naar FTP......................177 Instellingen van de FTP-server configureren..................177 Bestanden naar een FTP-server verzenden..................178 De scanbestemming opgeven met [Opn. verz.] (bij gebruik van het model met touchscreen)....182 Basisprocedures voor het opslaan van scanbestanden op een USB-geheugenopslagapparaat..183 Scannen via Smart Organizing Monitor......................188 Scannerinstellingen die u kunt configureren voor Smart Organizing Monitor........189 Basisbewerking voor TWAIN-scannen......................192...
Pagina 8
Een verzending annuleren........................222 De faxbestemming opgeven........................224 Handige verstuurfuncties...........................228 De scaninstellingen opgeven om te faxen....................231 De faxfunctie gebruiken vanaf een computer (LAN-fax)................233 Basisbewerkingen voor het versturen van faxen vanaf een computer..........233 Verzendinstellingen configureren......................235 Het LAN-faxadresboek configureren...................... 235 Een faxvoorblad bewerken........................239 Een fax ontvangen............................240 Ontvangstmodus selecteren........................
Pagina 9
Instellingen scannereigenschappen (bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels)....321 Systeeminstellingen (bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels)........324 Instellingen printereigenschappen (bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels)....330 Papierlade-instellingen (bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels).........335 Instellingen beheerderstoepassingen (bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels)..341 Rapporten/lijsten afdrukken (bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels)......347 De configuratiepagina afdrukken (bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels)
Pagina 11
Voorzorgsmaatregelen voor het schoonmaken..................411 De wrijvingsstrip en papierinvoerroller schoonmaken................412 De glasplaat schoonmaken.......................... 414 De automatische documentinvoer schoonmaken..................415 Het apparaat verplaatsen en vervoeren......................416 Het apparaat afvoeren..........................417 Waar kan ik meer informatie krijgen?..................... 417 10. Problemen oplossen Fout- en statusmeldingen op het scherm...................... 419 De indicatielampjes op het bedieningspaneel....................
Pagina 12
Wanneer een fout wordt gemeld via een rapport of e-mail (bij gebruik van het model met touchscreen)...............................476 Foutcode (bij gebruik van het model met touchscreen)................. 478 Veelvoorkomende problemen........................481 11. Netwerkinstellingen configureren in OS X Het printerstuurprogramma installeren......................485 Smart Organizing Monitor installeren......................486 Het apparaat aansluiten op een bedraad netwerk..................
Pagina 13
Gebruikersinformatie over elektrische en elektronische apparaten (voornamelijk Europa en Azië)..............................515 Opmerking m.b.t. het batterij-/accusymbool (alleen voor EU-landen)..........516 Milieuadviezen voor gebruikers (voornamelijk Europa)............ 516 Kennisgeving voor NFC-gebruikers (voornamelijk Europa)..........517 OPMERKINGEN VOOR GEBRUIKERS MET BETREKKING TOT DE FAXEENHEID (NIEUW ZEELAND)..............................517 Opmerkingen voor gebruikers in de staat Californië...
Bedieningshandleiding (digitaal) U kunt de bedieningshandleidingen bekijken via de website van Ricoh of via de meegeleverde cd-rom. Bekijken via een internetbrowser Ga naar het internet via een internetbrowser.
Pagina 15
Selecteer de taal. Klik op [PDF handleidingen lezen]. Klik op de handleiding die u wilt openen. De handleiding wordt als PDF-bestand geopend.
Hoe werkt deze handleiding? Inleiding Deze handleiding bevat gedetailleerde instructies en opmerkingen over de bediening en het gebruik van dit apparaat. Lees voor uw eigen veiligheid deze handleiding zorgvuldig door voordat u het apparaat gaat gebruiken. Bewaar deze handleiding op een handige plaats binnen handbereik. Symbolen in deze handleiding De handleiding gebruikt de volgende symbolen: Geeft punten aan waar u rekening mee moet houden wanneer u het apparaat gebruikt en geeft een...
DYG231 De volgende informatie is regiospecifiek. Lees de informatie onder het symbool dat overeenkomt met de regio van uw apparaat. (voornamelijk in Europa en Azië) Als de sticker de volgende informatie bevat, is uw apparaat een Regio A-model: • CODE XXXX -27 •...
Opmerkingen De inhoud van deze handleiding kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. De fabrikant is niet aansprakelijk voor eventuele schade of kosten die kunnen voortvloeien uit het gebruik van onderdelen voor uw kantoorapparatuur die geen originele onderdelen van de fabrikant zijn.
U kunt het apparaat configureren met Web Image Monitor zonder een wachtwoord te hoeven invoeren. Dit is een fabrieksinstelling. In [Beheerderinstellingen] vindt u de instelling voor het aanmaken van een wachtwoord. Voor meer informatie over het aanmaken van wachtwoorden, zie Pag. 396 "De beheerderinstellingen configureren".
1. Overzicht van het apparaat In dit hoofdstuk worden de voorbereidingen voor het gebruik van het apparaat en de bedieningsinstructies beschreven. Overzicht van alle apparaatonderdelen In dit deel staan de namen van de verschillende onderdelen van de voor- en achterkant van het apparaat samen met een beschrijving van hun functie.
Pagina 22
1. Overzicht van het apparaat Naam Beschrijving ADF-klep Open deze klep om originelen die zijn vastgelopen in de ADF te verwijderen. ADF-invoerlade Plaats hier stapeltjes originelen. Ze worden automatisch ingevoerd. De lade kan maximaal 35 vellen normaal papier bevatten. Automatische documentinvoer De ADF is in de klep van de glasplaat geïntegreerd.
Pagina 23
Overzicht van alle apparaatonderdelen Naam Beschrijving Voorpaneel Open dit paneel wanneer u een printcartridge moet vervangen of vastgelopen papier moet verwijderen. USB-poort voor geheugenkaart Steek een USB-geheugenapparaat in het apparaat om gescande bestanden op te slaan met de Scannen naar USB-functie.
1. Overzicht van het apparaat Binnenkant DYG229 Naam Beschrijving Printcartridge Dit verbruiksartikel zorgt ervoor dat u afdrukken op papier kunt maken. De printcartridge moet worden vervangen als het waarschuwingsindicatielampje knippert. Voor meer informatie over het vervangen van de cartridge, zie Pag. 407 "De printcartridge vervangen".
Pagina 25
Overzicht van alle apparaatonderdelen DYG317 Naam Beschrijving Hiermee kunt u met een smartphone/tablet verbinding maken met het apparaat wanneer u NFC aanraakt op een smartphone/tablet met de toepassing die met het apparaat overeenkomt. Voor meer informatie, zie Pag. 52 "Toepassing voor smartphones/tablets gebruiken".
Als u berichten ziet als "Bezig met afdrukken...", "Bezig met kopiëren..." of "Bezig met verwerken...", wacht dan even totdat de huidige taak is voltooid. Bedieningspaneel (bij gebruik van het model met het vierregelig LCD-scherm) Deze beschrijving is alleen voor de SP 330SN.
Pagina 27
Overzicht van alle apparaatonderdelen • Wanneer u op de toets [Power] drukt, wacht u ten minste een seconde nadat het indicatielampje is gaan branden of is uitgegaan. 1 2 3 4 12 13 DYG318 Naam Beschrijving Toets Druk hierop om de scankwaliteit voor de huidige taak te [Afbeeldingskwaliteit] selecteren.
Pagina 28
1. Overzicht van het apparaat Naam Beschrijving Toets [Aan/uit] Druk hierop om hoofdschakelaar in of uit te schakelen. Dit indicatielampje brandt als het apparaat wordt aangezet. Om het apparaat uit te schakelen, houdt u deze toets gedurende ten minste drie seconden ingedrukt. Als u korter dan 3 seconden op deze toets drukt, schakelt het apparaat over naar de energiespaarstand.
Pagina 29
Overzicht van alle apparaatonderdelen Naam Beschrijving Hiermee kunt u met een smartphone/tablet verbinding maken met het apparaat wanneer u NFC aanraakt op een smartphone/tablet met de toepassing die met het apparaat overeenkomt. Voor meer informatie, zie Pag. 52 "Toepassing voor smartphones/tablets gebruiken".
1. Overzicht van het apparaat Opties installeren Dit hoofdstuk bevat meer informatie over het installeren van opties. De papierinvoereenheid bevestigen • Het aanraken van de punten van de stekker met een metalen voorwerp kan resulteren in brand en/of elektrische schokken. •...
Pagina 31
Opties installeren Verwijder het plakband en het opvulmateriaal van de optionele papierinvoereenheid. DYG315 Til het apparaat op aan de handgrepen aan beide zijden van het apparaat. DYH051 Er bevinden zich drie staande pennen op de optionele papierinvoereenheid. Lijn de gaten van de machine uit met de pennen en laat vervolgens de machine langzaam zakken.
1. Overzicht van het apparaat • Als de optionele papierinvoereenheid niet juist geïnstalleerd is, probeer hem dan opnieuw te installeren door de procedure nogmaals uit te voeren. Blijft het probleem aanhouden, neem dan contact op met uw verkoop- of servicevertegenwoordiger. •...
Pagina 33
Opties installeren Configureer de instellingen vanaf het bedieningspaneel. Voor meer informatie, zie de Installatiehandleiding. • Bij gebruik van het model met touchscreen Controleer of de optionele USB-adapter voor draadloos LAN correct is aangesloten door de configuratiepagina af te drukken. Als deze juist is aangesloten, wordt "Status draadloos (Wi-Fi)" weergegeven bij "Netwerkinstellingen"...
1. Overzicht van het apparaat Het [Home]-scherm gebruiken (bij gebruik van het model met touchscreen) Deze beschrijving is alleen voor de SP 330SFN/3710SF. • Het [Home]-scherm is ingesteld als standaardscherm zodra het apparaat wordt ingeschakeld. U kunt deze standaardinstelling in Functieprioriteit wijzigen. Zie Pag. 295 "Instellingen beheerderstoepassingen (bij gebruik van het model met touchscreen)".
Pagina 35
Het [Home]-scherm gebruiken (bij gebruik van het model met touchscreen) [Home]-scherm 1 DYG341 [Home]-scherm 2 DYG342 1. Pictogram voorraadinformatie Geeft aan hoeveel toner er nog is. 2. [Scanner] Druk op deze toets om originelen te scannen en beelden op te slaan als bestanden. Voor meer informatie over het gebruik van de scannerfunctie, zie Pag.
Pagina 36
1. Overzicht van het apparaat 4. Pictogram draadloos LAN Druk hierop om het scherm [Netwerkinstellingen] weer te geven. Dit pictogram wordt weergegeven wanneer de optionele USB-adapter voor draadloos LAN is aangesloten aan de achterkant van het apparaat en [Draadl.(Wi-Fi) insch.] is ingesteld op [Inschakelen]. Als de draadloze LAN-verbinding is ingeschakeld, wordt het pictogram weergegeven.
Het [Home]-scherm personaliseren (bij gebruik van het model met touchscreen) Het [Home]-scherm personaliseren (bij gebruik van het model met touchscreen) Deze beschrijving is alleen voor de SP 330SFN/3710SF. U kunt snelkoppelingen naar favoriete items aan het [Home]-scherm toevoegen. U kunt favoriete instellingen oproepen door op de pictogrammen van de snelkoppelingen te drukken.
1. Overzicht van het apparaat De volgorde van pictogrammen in het [Home]-scherm wijzigen (bij gebruik van het model met touchscreen) U kunt de volgorde van de pictogrammen van favoriete items op [Home]-scherm 2 en 3 wijzigen om ze beter toegankelijk te maken. Houd het pictogram dat u wilt verplaatsen langer dan 2 seconden ingedrukt en laat deze dan los.
Veelgebruikte functies registreren (bij gebruik van het model met touchscreen) Veelgebruikte functies registreren (bij gebruik van het model met touchscreen) Deze beschrijving is alleen voor de SP 330SFN/3710SF. U kunt regelmatig gebruikte taakinstellingen opslaan in het geheugen van het apparaat en deze eenvoudig weer oproepen.
1. Overzicht van het apparaat • Favoriete items worden niet verwijderd door het apparaat uit te schakelen of door op de [Wis/ Stop]-toets te drukken, tenzij het favoriete item is verwijderd of overschreven. • Favoriete items kunnen in het [Home]-scherm worden geregistreerd en eenvoudig opnieuw worden opgeroepen.
Veelgebruikte functies registreren (bij gebruik van het model met touchscreen) Druk op de toets [Home]. DYG322 Druk op [ ] totdat het gewenste favoriete item wordt weergegeven. Druk op het pictogram van het favoriete item. • Door het favoriete item te gebruiken, worden de vorige instellingen gewist. Een favoriet item verwijderen (bij gebruik van het model met touchscreen) Druk op de toets [Home].
1. Overzicht van het apparaat Voorkeursweergave van veelgebruikte modi instellen (bij gebruik van het model met touchscreen) Deze beschrijving is alleen voor de SP 330SFN/3710SF. Stel de modus in die moet worden weergegeven nadat de aan-/uitschakelaar of de modus Systeemreset is ingeschakeld. Druk op de toets [Home].
Bedieningsmodi wijzigen (bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels) Deze beschrijving is alleen voor de SP 330SN. U kunt schakelen tussen de kopieer- en scanmodi door op de relevante toetsen te drukken. Druk op de toets [Copy] of [Scanner] om de bijbehorende modus te openen. Wanneer u een bepaalde modus heeft geopend, gaat het bijbehorende lampje branden.
1. Overzicht van het apparaat Meerdere taken tegelijk uitvoeren Dit apparaat kan meerdere taken tegelijk uitvoeren met verschillende functies, zoals tegelijkertijd kopiëren en faxen. Het tegelijkertijd uitvoeren van meerdere functies wordt "Multi-access" genoemd. De volgende tabel laat de functies zien die tegelijkertijd kunnen worden uitgevoerd. Bij gebruik van het model met touchscreen Huidige taak Soorten taken die tegelijkertijd uitgevoerd kunnen worden...
Pagina 45
Meerdere taken tegelijk uitvoeren Huidige taak Soorten taken die tegelijkertijd uitgevoerd kunnen worden Faxtaak afdrukken die in het • Geheugenfax ontvangen apparaatgeheugen is • Scannen opgeslagen • LAN-faxtaak ontvangen van een computer Scannen • LAN-fax verzenden • Scannen • Fax direct verzenden Afdrukken •...
1. Overzicht van het apparaat Bedieningstoepassingen In dit hoofdstuk worden de bedieningstoepassingen van dit apparaat uitgelegd. Bedieningspaneel Het bedieningspaneel bevat een scherm en toetsen om het apparaat mee te bedienen. U kunt er de diverse instellingen van het apparaat mee configureren. Voor meer informatie over het gebruik van het bedieningspaneel, zie Pag.
Pagina 47
Bedieningstoepassingen Installeer dit hulpprogramma vanaf de meegeleverde cd-rom op uw computer. Met behulp van Smart Organizing Monitor kunt u de status van het apparaat controleren, instellingen configureren en andere functies gebruiken. Voor meer informatie over het gebruik van Smart Organizing Monitor, zie Pag. 401 "Smart Organizing Monitor gebruiken".
(bij gebruik van het model met LCD- scherm van 4 regels) Deze beschrijving is alleen voor de SP 330SN. U kunt een veelgebruikte instelling gebruiken met één druk op de knop door de instelling toe te wijzen aan de toets [Shortcut naar functie].
Een instelling aan de snelkoppelingstoets toewijzen (bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels) Geef de instelling op die u wilt configureren in [Snelkoppeling naar functie-instellingen]. Voer indien nodig het beheerderswachtwoord in. Klik op [OK]. Sluit de internetbrowser. •...
1. Overzicht van het apparaat Tekens invoeren (bij gebruik van het model met touchscreen) Deze beschrijving is alleen voor de SP 330SFN/3710SF. In dit gedeelte wordt beschreven hoe u tekst invoert op de schermen van bijvoorbeeld de kopieer- of faxfuncties of op het scherm Instelling. Druk tweemaal op het invoervak om het toetsenbord te openen.
Tekens invoeren (bij gebruik van het model met touchscreen) U kunt de invoermethode wijzigen door op deze toets te drukken. Druk hierop om cijfers, symbolen en een aantal speciale tekens in te voeren. Beschikbare tekens (bij gebruik van het model met touchscreen) U kunt de volgende tekens invoeren: •...
Pagina 52
1. Overzicht van het apparaat Druk op de cijfers of symbolen die u wilt invoeren. Tekens verwijderen (bij gebruik van het model met touchscreen) Druk op [ ] of [C] om tekens te verwijderen.
Tekens invoeren (bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels) Tekens invoeren (bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels) Deze beschrijving is alleen voor de SP 330SN. Als u tekens wilt invoeren, gebruikt u de volgende toetsen: Een cijfer invoeren Druk op een cijfertoets.
1. Overzicht van het apparaat Toepassing voor smartphones/tablets gebruiken U kunt het apparaat gebruiken om foto's en documenten af te drukken die zijn opgeslagen op uw smartphone/tablet. Ga naar de App Store of Google Play op uw smartphone/tablet, zoek naar en download de toepassing die overeenkomt met het apparaat.
Pagina 55
Toepassing voor smartphones/tablets gebruiken Bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels Druk op de toets [Gebruikersinstellingen]. DYG327 Druk op de toets [ ] of [ ] om [Lijst/rap. afdrukken] te selecteren. Druk vervolgens op de toets [OK]. Druk op [ ] or [ ] om [Onderhoudspagina] te selecteren.
1. Overzicht van het apparaat Verbinding maken met het apparaat via een smartphone/tablet via NFC In dit onderdeel wordt beschreven hoe u met uw smartphone/tablet verbinding kunt maken met het apparaat via NFC. De apparaatinformatie naar NFC schrijven met een smartphone/tablet Bij gebruik van het model met touchscreen Configureer de netwerkverbinding van het apparaat.
Verbinding maken met het apparaat via een smartphone/tablet via NFC Druk op de toets [Gebruikersinstellingen]. DYG327 Druk op de toets [ ] of [ ] om [Lijst/rap. afdrukken] te selecteren. Druk vervolgens op de toets [OK]. Druk op [ ] or [ ] om [Onderhoudspagina] te selecteren. Druk vervolgens op de toets [OK].
2. Papierspecificaties en papier bijvullen In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe papier en originelen moeten worden geplaatst en wordt er uitleg gegeven over hun specificaties. Workflow: Papier plaatsen en papierformaten en -typen configureren In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u papier moet plaatsen en welke bewerkingen moeten worden uitgevoerd nadat het papier is geplaatst.
Pagina 60
2. Papierspecificaties en papier bijvullen Voor meer informatie over ondersteund papier, zie Pag. 79 "Ondersteund papier".
Papier plaatsen Papier plaatsen In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u papier in de papierlade of in de handinvoer plaatst. • Pas tijdens het bijvullen van papier op dat uw vingers niet vast komen te zitten of dat u ze verwondt.
Pagina 62
2. Papierspecificaties en papier bijvullen Trek de papierlade er voorzichtig met beide handen uit. DYH068 Plaats de lade op een vlak oppervlak. Steek de clip op de zijafzetting en de eindafzetting en schuif ze naar de maximale omvang. DYH070 Waaier het papier voor het plaatsen. DAC344 Plaats het papier in de lade met de bedrukte zijde omlaag.
Pagina 63
Papier plaatsen DYH071 Schuif de afscheidingen naar binnen totdat ze tegen de zijkant van het papier staan. DYH072 Controleer of er geen openingen tussen het papier en de afzettingen zijn; zowel bij de zij- en eindafzettingen. DYG349 Duw de lade voorzichtig recht in het apparaat. Zorg om papierstoringen te voorkomen, dat de lade stevig is geplaatst.
Pagina 64
2. Papierspecificaties en papier bijvullen DYH073 • Het indicatielampje voor overgebleven papier aan de linkervoorkant van de papierlade laat zien hoeveel papier er ongeveer over is. Lade 1 verlengen om papier te plaatsen Dit onderdeel legt uit hoe u papier in het apparaat kunt plaatsen dat langer is dan A4 (297 mm). Trek lade 1 er voorzichtig met beide handen uit.
Papier plaatsen Zorg er na het verlengen voor dat de pijlen op het verlengstuk en de lade met elkaar overeenkomen. DYG242 Volg stap 2 t/m 6 van Pag. 59 "Papier plaatsen in lade 1 en 2". • Om het verlengstuk opnieuw te plaatsen, moet u het met enige kracht erin duwen. Papier in de handinvoer plaatsen •...
2. Papierspecificaties en papier bijvullen Schuif de zijafscheidingen naar buiten en plaats het papier met de afdrukzijde naar boven. Duw het papier in het apparaat totdat het stopt. DYG247 Stel de zijafscheidingen af op het papierformaat. DYG249 Enveloppen plaatsen • Zorg dat u voor het bedrukken van enveloppen de hendels van de fuseereenheid achter de achterklep laat zakken om te voorkomen dat de enveloppen verkreukeld naar buiten komen.
Pagina 67
Papier plaatsen • De afdrukkwaliteit van enveloppen kan onregelmatig zijn als delen van de enveloppen verschillende diktes hebben. Druk een of twee enveloppen af om de afdrukkwaliteit te controleren. • In een warme en vochtige omgeving kunnen enveloppen verkreukeld of onjuist bedrukt uit de printer komen.
Pagina 68
2. Papierspecificaties en papier bijvullen Open het paneel aan de achterzijde. DYG251 Doe voor het afdrukken op enveloppen de hendels aan beide zijden omlaag richting de positie die is aangegeven met een envelopsymbool. DYG253 Zet de hendels weer terug in hun oorspronkelijke positie na het afdrukken (omhoog). Sluit het achterpaneel.
Het papiertype en papierformaat opgeven via het bedieningspaneel Het papiertype en papierformaat opgeven via het bedieningspaneel In dit onderdeel wordt uitgelegd hoe u het papierformaat en -type kunt opgeven met het bedieningspaneel. • De instelling voor het papiertype en -formaat kan ook worden ingesteld met behulp van het printerstuurprogramma.
Pagina 70
2. Papierspecificaties en papier bijvullen Bij gebruik van het model met touchscreen Druk op de toets [Home]. DYG322 Druk op het pictogram [Instel.] op het [Home]-scherm. Druk op [Papierinstellingen]. Selecteer de lade waarvoor u het papiertype wilt opgeven. Selecteer het gewenste papiertype. Druk op de toets [Home].
Het papiertype en papierformaat opgeven via het bedieningspaneel • U kunt op de toets [Terug] drukken om terug te keren naar het vorige niveau in de menustructuur. Het standaard papierformaat opgeven Dit onderdeel beschrijft hoe u het standaard papierformaat opgeeft. Bij gebruik van het model met touchscreen Druk op de toets [Home].
2. Papierspecificaties en papier bijvullen Druk op de toets [ ] of [ ] om de instelling voor het papierformaat voor de gewenste lade te selecteren. Druk vervolgens op de toets [OK]. Druk op de toets [ ], [ ], [ ] of [ ] om het gewenste papierformaat te selecteren. Druk vervolgens op de toets [OK].
Pagina 73
Het papiertype en papierformaat opgeven via het bedieningspaneel Druk tweemaal op het vakje naast [Horiz:]. Voer het horizontale formaat in en druk vervolgens op [OK]. Druk tweemaal op het vakje naast [Vertic:]. Voer het verticale formaat in en druk vervolgens op [OK]. Controleer of het formaat dat u heeft ingevoerd, wordt weergegeven en druk op [OK].
Pagina 74
2. Papierspecificaties en papier bijvullen • Bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels kunt u op de toets [Terug] drukken om het vorige niveau van de menustructuur af te sluiten.
Papiertype en -formaat opgeven met Smart Organizing Monitor Papiertype en -formaat opgeven met Smart Organizing Monitor • Voor meer informatie over het aanschaffen van Smart Organizing Monitor, zie de Installatiehandleiding. De procedure in dit onderdeel is een voorbeeld en is gebaseerd op Windows 10. De werkelijke procedure kan afwijken afhankelijk van het door u gebruikte besturingssysteem.
2. Papierspecificaties en papier bijvullen Een aangepast papierformaat opgeven Open in het menu [Start] de vervolgkeuzelijst naast [SP 330_3710_Series Software Utilities]. Klik op [Smart Organizing Monitor for SP 330_3710_Series]. Als het apparaat dat u gebruikt niet is geselecteerd, klik dan op [Printer verbinden] en voer een van de volgende handelingen uit: •...
Papiertype en -formaat opgeven met Web Image Monitor Papiertype en -formaat opgeven met Web Image Monitor In dit gedeelte wordt beschreven hoe u papierformaten en -types kunt opgeven met behulp van Web Image Monitor. Open de internetbrowser en verkrijg toegang tot het apparaat door het IP-adres ervan in te vullen.
Pagina 78
2. Papierspecificaties en papier bijvullen Voer indien nodig het beheerderswachtwoord in. Klik op [OK]. Sluit de internetbrowser.
Het papiertype en het papierformaat opgeven met behulp van het printerstuurprogramma Het papiertype en het papierformaat opgeven met behulp van het printerstuurprogramma • Zorg dat het papiertype en -formaat dat in het printerstuurprogramma is opgegeven, overeenkomt met het type en het formaat van het papier dat in de lade is geplaatst. Aangezien het apparaat het papierformaat niet automatisch herkent, is het mogelijk dat het type of het formaat van het papier niet overeenstemt met de instellingen en dat de afdruktaak dus niet correct wordt afgeleverd.
2. Papierspecificaties en papier bijvullen Vink het selectievakje [Afdrukken op] aan en selecteer het papierformaat dat in de papierlade is geplaatst. Vink indien nodig het vakje [Aanpassen aan formaat] uit. Klik op [OK]. PostScript-printerstuurprogramma Open het dialoogvenster [Voorkeursinstellingen voor afdrukken] vanuit het printerstuurprogramma.
Ondersteund papier Ondersteund papier • Plaats het papier in de lade en geef het type en formaat van het papier op via het bedieningspaneel of via Smart Organizing Monitor en het printerstuurprogramma. Dit apparaat herkent niet automatisch het papierformaat. • Wanneer u papier van een aangepast formaat in lade 1 of de handinvoer plaatst, moet u de lengte en breedte opgeven via het bedieningspaneel of met Smart Organizing Monitor en het printerstuurprogramma.
Pagina 82
2. Papierspecificaties en papier bijvullen Type Formaat Gewicht Capaciteit Normaal papier Aangepast formaat: 52 tot 162 g/m Gerecycled papier 100 tot 216 mm breed, (14 tot 43 lb.) (80 g/m , 20 lb.) Dik papier 1 148 tot 356 mm lang Dik papier 2 (3,94 tot 8,50 inch breed, Dun papier...
Pagina 83
Ondersteund papier Handinvoer Type Formaat Gewicht Capaciteit Normaal papier 52 tot 162 g/m Gerecycled papier B5 JIS (14 tot 43 lb.) (80 g/m , 20 lb.) Dik papier 1 A5 LEF (210 × 148 mm) Dik papier 2 A5 SEF Dun papier B6 JIS Briefpapier...
2. Papierspecificaties en papier bijvullen Type Formaat Gewicht Capaciteit Normaal papier Aangepast formaat: 52 tot 162 g/m Gerecycled papier 90 tot 216 mm breed, (14 tot 43 lb.) (80 g/m , 20 lb.) Dik papier 1 140 tot 356 mm lang Dik papier 2 (3,54 tot 8,50 inch breed, Dun papier...
Pagina 85
Ondersteund papier Item Beschrijving Formaat dubbelzijdig × 14 ondersteunt × 11 × 13 × 13 × 13 8,11 × 13,3 Dik papier 1 Item Beschrijving Papierdikte 100 tot 130 g/m (27 tot 35 lb.) Ondersteunde Kan gebruikt worden met alle papierladen. papierlade Formaat dubbelzijdig...
2. Papierspecificaties en papier bijvullen Item Beschrijving Formaat Geen dubbelzijdig ondersteunt Dun papier Item Beschrijving Papierdikte 52 tot 64 g/m (14 tot 16 lb.) Ondersteunde Kan gebruikt worden met alle papierladen. papierlade Formaat dubbelzijdig × 14 ondersteunt × 11 × 13 ×...
2. Papierspecificaties en papier bijvullen Item Beschrijving Ondersteunde Kan gebruikt worden met alle papierladen. papierlade Formaat dubbelzijdig × 14 ondersteunt × 11 × 13 × 13 × 13 8,11 × 13,3 Opmerkingen Als de papierdikte buiten het aangegeven bereik valt, selecteert u [Dun papier], [Normaal papier], [Dik papier 1] of [Dik papier 2].
Pagina 89
Ondersteund papier Briefpapier Item Beschrijving Papierdikte 100 tot 130 g/m (27 tot 24 lb.) Ondersteunde Kan gebruikt worden met alle papierladen. papierlade Formaat dubbelzijdig × 14 ondersteunt × 11 × 13 × 13 × 13 8,11 × 13,3 Opmerkingen Papier met een dikte dat buiten het aangegeven bereik valt kan niet bedrukt worden.
Pagina 90
2. Papierspecificaties en papier bijvullen Karton Item Beschrijving Papierdikte 100 tot 160 g/m2 (27 tot 43 lb.) Ondersteunde Lade 1 en handinvoer papierlade Formaat Geen dubbelzijdig ondersteunt Opmerkingen Als de papierdikte buiten het aangegeven bereik valt, selecteert u [Dun papier], [Normaal papier], [Dik papier 1] of [Dik papier 2]. Etikettenpapier Item Beschrijving...
Pagina 91
Ondersteund papier Item Beschrijving Formaat Geen dubbelzijdig ondersteunt Opmerkingen • Vermijd het gebruik van zelfklevende enveloppen. Deze kunnen storingen aan het apparaat veroorzaken. • Het papier kan alleen geplaatst worden tot aan de onderste limietmarkering van de twee limietmarkeringen in de lade. •...
Pagina 92
2. Papierspecificaties en papier bijvullen DAC573 • Zorg er bij het loswaaieren van enveloppen voor dat ze niet aan elkaar plakken. Als ze tegen elkaar aan plakken, haal ze dan los. • Zorg er bij het waaieren van enveloppen voor dat de flappen niet aan elkaar plakken. Als ze tegen elkaar aan plakken, haal ze dan los.
Ondersteund papier Niet aanbevolen papiertypen Gebruik de volgende papiertypen niet: • Papier voor inkjetprinters • Gegolfd, gevouwen of gekreukeld papier • Opgekruld of verdraaid papier • Gescheurd papier • Gekreukt papier • Vochtig papier • Vuil of beschadigd papier • Papier dat droog genoeg is om statische elektriciteit te veroorzaken •...
2. Papierspecificaties en papier bijvullen • Zet het papier niet op zijn kant. • Bewaar papier dat u niet nodig heeft in de verpakking of in de doos meegeleverd met het papier. Afdrukgebied De volgende illustratie laat het gedeelte van het papier zien waarop het apparaat kan adrukken. Van het printerstuurprogramma CHZ904 1.
Pagina 95
Ondersteund papier 4. Ongeveer 4,2 mm (0,2 inch) Kopieerfunctie CHZ904 1. Afdrukgebied 2. Invoerrichting 3. Voorste invoerzijde: ongeveer 4 mm, voorste invoerzijde: ongeveer 3 mm 4. Ongeveer 2,8 mm (0,1 inch) Faxfunctie CHZ904 1. Afdrukgebied 2. Invoerrichting 3. Ongeveer 4,2 mm (0,2 inch)
Pagina 96
2. Papierspecificaties en papier bijvullen 4. Ongeveer 2 mm (0.08 inch) • Afdrukken zonder marges wordt niet ondersteund. • Het afdrukgebied kan variëren, afhankelijk van papierformaat, printertaal en printerinstellingen. • Voor een betere bedrukking van enveloppen raden wij u aan de rechter-, linker-, boven- en ondermarges minimaal op 15 mm (0,6 inch) in te stellen.
Originelen plaatsen Originelen plaatsen Dit onderdeel geeft uitleg over de soorten originelen die u kunt instellen en hoe u originelen moet plaatsen. Originelen op de glasplaat leggen In dit gedeelte wordt de procedure beschreven voor het plaatsen van originelen op de glasplaat. •...
2. Papierspecificaties en papier bijvullen • Strijk gekruld papier helemaal glad voordat u de originelen in de ADF plaatst. • Om papierstoringen te voorkomen, moet u de originelen loswaaieren voordat u deze in de ADF plaatst. • Plaats het origineel recht. Open de klep van de invoerlade voor de ADF en stel de geleiders af volgens het formaat van het origineel.
Originelen plaatsen Aanbevolen origineelformaten In dit onderdeel wordt het aanbevolen formaat van het origineel beschreven. Glasplaat Tot maximaal 216 mm (8,5 inch) breed, tot maximaal 297 mm (11,7 inch) lang • Papierformaat: 140 tot 216 mm (5 tot 8 inch) breed, 140 tot 356 mm (5 tot 14 inch) lang •...
Pagina 100
2. Papierspecificaties en papier bijvullen Onscanbaar afbeeldingengebied Zelfs indien u de originelen correct in de ADF of op de glasplaat plaatst, is het mogelijk dat een marge van een paar millimeter aan alle vier de zijden niet wordt gescand. CES107 Marges bij gebruik van de glasplaat In de kopieermodus In scanmodus...
3. Documenten afdrukken In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u instellingen kunt configureren in het printerstuurprogramma en hoe u documenten kunt afdrukken. Wat u met de printerfunctie kunt doen Er dubbelzijdig wordt afgedrukt U kunt op beide zijden van een vel papier afdrukken. Voor meer informatie, zie de Help-functie van het printerstuurprogramma.
3. Documenten afdrukken Opties instellen voor de printer Als bi-directionele communicatie goed werkt, stuurt de printer automatisch informatie over opties, het papierformaat en de papierinvoerrichting naar uw computer. Met bi-directionele communicatie kunt u de status van het apparaat controleren. Voorwaarden voor bidirectionele communicatie Voor de ondersteuning van bidirectionele communicatie moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan.
Pagina 103
Opties instellen voor de printer Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het apparaat en klik vervolgens op [Printereigenschappen]. Klik op het tabblad [Accessoires]. Selecteer de geïnstalleerde opties in het gedeelte [Opties] en geef vervolgens de gewenste instellingen op. Klik op het tabblad [Instel.
3. Documenten afdrukken Het dialoogvenster Afdrukvoorkeuren weergeven Om de standaardinstellingen van het printerstuurprogramma te wijzigen, configureert u de instellingen in het dialoogvenster [Afdrukvoorkeuren]. Om de standaardinstellingen van alle toepassingen te wijzigen, opent u het dialoogvenster [Afdrukvoorkeuren] van het besturingssysteem. Voor meer informatie, zie Pag. 102 "Het dialoogvenster met afdrukvoorkeuren weergeven vanuit het menu [Start]".
Het dialoogvenster Afdrukvoorkeuren weergeven Het dialoogvenster met afdrukvoorkeuren weergeven in een toepassing bij gebruik van Windows Klik op [Bestand] in de linkerbovenhoek van het venster en klik op [Afdrukken]. Selecteer de printer die u wilt gebruiken in de lijst [Printer selecteren]. Klik op [Voorkeursinstellingen].
3. Documenten afdrukken Basiswerking van afdrukken • Dubbelzijdig afdrukken wordt geselecteerd als standaardinstelling. De volgende stappen laten zien hoe u algemene afdruktaken kunt uitvoeren. De procedure in dit onderdeel is een voorbeeld dat is gebaseerd op Windows 10 en het PCL 6- stuurprogramma.
Basiswerking van afdrukken • In het volgende instellingenmenu kunt u opgeven welke papierlade het eerst wordt geselecteerd wanneer de laden automatisch worden geselecteerd terwijl u aan het afdrukken bent. Voor meer informatie over [Papierladeprioriteit], zie Pag. 289 "Papierinstellingen (bij gebruik van het model met touchscreen)"...
3. Documenten afdrukken • Als [Automatisch doorgaan] onder [Systeeminstellingen] is ingeschakeld, negeert het apparaat de instellingen voor papiertype en -formaat en drukt het apparaat af op elk papier dat is geplaatst. Het afdrukken wordt tijdelijk onderbroken wanneer een fout wordt gedetecteerd en begint automatisch weer tien seconden nadat de instellingen gedaan zijn op het bedieningspaneel.
Basiswerking van afdrukken OS X en macOS Start System Preferences op. Klik op [Printers & Scanners]. Selecteer de printer die u gebruikt en klik vervolgens op [Open Print Queue...]. Selecteer de wachtrij die u wilt verwijderen. Klik op [×]. • Als u een afdruktaak annuleert die al verwerkt wordt, kan het afdrukken een paar pagina's doorgaan voordat het wordt geannuleerd.
Pagina 110
3. Documenten afdrukken Bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels Druk op de toets [Wis/Stop]. DYG328...
Afdrukken van vertrouwelijke documenten Afdrukken van vertrouwelijke documenten Met de functie Beveiligde afdruktaak kunt u afdruktaken beveiligen met een wachtwoord. Dit betekent dat uw taak alleen wordt afgedrukt nadat u het wachtwoord invoert via het bedieningspaneel van het apparaat. Deze functie voorkomt dat onbevoegde gebruikers gevoelige documenten kunnen inzien die op het apparaat liggen.
3. Documenten afdrukken • Het beveiligde afdrukbestand wordt automatisch uit het geheugen van het apparaat gewist als het is afgedrukt, wanneer de printer is uitgeschakeld of als het apparaat automatisch opnieuw wordt opgestart om de instellingen weer te geven. • Het apparaat kan maximaal 5 taken of 5 MB aan data voor beveiligde afdrukbestanden opslaan. •...
Pagina 113
Afdrukken van vertrouwelijke documenten Druk op de toets [Home]. DYG322 Druk op het pictogram [Status] op het [Home]-scherm. Druk op het tabblad [Beveil. afdr]. U kunt ook de lijst van beveiligde afdrukbestanden weergeven door op [Contr.] te drukken in het tabblad [Status]. Selecteer het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Documenten afdrukken Als u de toepassing wilt gebruiken om een beveiligd afdrukbestand af te drukken, neemt u een smartphone/tablet waarop de toepassing draait die overeenkomt met het apparaat. Druk op de toets [OK]. Het Beveil. afdr-bestand wordt afgedrukt. • U kunt een beveiligde afdruktaak niet afdrukken als het apparaat bezig is met afdrukken. Het apparaat piept als u het toch probeert.
Pagina 115
Afdrukken van vertrouwelijke documenten Druk op de toets [Home]. DYG322 Druk op het pictogram [Status] op het [Home]-scherm. Druk op het tabblad [Beveil. afdr]. U kunt de lijst Beveil. afdr-bestanden ook weergeven door op [Contr.] in het tabblad [Status] te drukken. Selecteer het bestand dat u wilt verwijderen.
3. Documenten afdrukken Afdrukken met Mopria Dit apparaat ondersteunt Mopria. Kijk voor meer informatie over Mopria op: http://mopria.org/how-to-print.
De verschillende afdrukfuncties gebruiken De verschillende afdrukfuncties gebruiken In dit onderdeel worden de verschillende afdrukfuncties kort beschreven die u kunt configureren met het printerstuurprogramma waarmee u de gewenste afdrukken kunt maken. Afdrukkwaliteitfuncties Afdrukkwaliteit en kleurschakeringen kunnen worden aangepast om bij de afdrukgegevens te passen. Een aantal van de afdrukkwaliteitinstellingen die u kunt configureren, staat hieronder.
3. Documenten afdrukken Afdrukuitvoerfuncties U kunt de vorm van afdrukuitvoer opgeven naargelang uw behoeften. In dit onderdeel worden een aantal instellingen die u kunt opgeven kort beschreven. Meerdere sets van een document afdrukken U kunt meerdere sets van hetzelfde document afdrukken. De uitvoer in documentbatches sorteren U kunt sets van documenten die uit meerdere pagina's bestaan, afdrukken per set (P1, P2, P1, P2, ...).
Pagina 119
De verschillende afdrukfuncties gebruiken U kunt ervoor kiezen het voorblad leeg te houden of dat u de eerste pagina van het document op het voorblad afdrukt. Als er een voorblad in een duplextaak is ingevoegd, kunt u ook op zijn achterkant afdrukken.
4. Originelen kopiëren In dit hoofdstuk worden de basis- en geavanceerde procedures beschreven voor het maken van kopieën en het opgeven van instellingen. Wat u met de kopieerfunctie kunt doen Dubbelzijdig kopiëren U kunt twee pagina's op beide zijden van één vel kopiëren. Voor meer informatie over de instellingen, zie Pag.
4. Originelen kopiëren Het kopieerapparaatscherm In dit onderdeel wordt informatie gegeven over het scherm als het apparaat in de kopieermodus staat. Bij gebruik van het model met touchscreen DYG382 1. Huidige status of mededelingen Toont de huidige status of meldingen. 2.
Pagina 123
Het kopieerapparaatscherm 9. [Sim. nr Dup.], [Dup. nr Dup.] Druk hierop om de dubbelzijdige afdrukfunctie in te stellen. Bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels Gereed Gemngd S c h a a l DYG383 1. Huidige status of mededelingen Toont de huidige status of meldingen.
4. Originelen kopiëren Algemene kopieertaken • Het origineel in de ADF gaat voor het origineel op de glasplaat als u originelen zowel in de ADF als op de glasplaat plaatst. • Dubbelzijdig kopiëren is geselecteerd als standaardinstelling. Bij gebruik van het model met touchscreen Druk op de toets [Home].
Pagina 125
Algemene kopieertaken Bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels Druk op de toets [Kopieerapparaat]. DYG331 Plaats het origineel op de glasplaat of in de ADF. Voor het correct plaatsen van het origineel, zie Pag. 95 "Originelen plaatsen". Configureer indien nodig de geavanceerde kopieerinstellingen.
4. Originelen kopiëren gebruik van het model met touchscreen)" of Pag. 316 "Instellingen kopieerapparaateigenschappen (bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels)". Voor meer informatie over [Papierladeprioriteit], zie Pag. 289 "Papierinstellingen (bij gebruik van het model met touchscreen)" of Pag. 335 "Papierlade-instellingen (bij gebruik van het model met LCD- scherm van 4 regels)".
Pagina 127
Algemene kopieertaken Druk op de toets [Home]. DYG322 Druk op het pictogram [Kop.app] op het [Home]-scherm. Druk op de toets [Wis/Stop]. DYG330 Wanneer het scherm [Taken annul.] wordt weergegeven, gaat u verder met stap 4. Druk op [Kopieertaken]. Tijdens het afdrukken (bij gebruik van het model met vierregelig LCD-scherm) Als het kopiëren wordt geannuleerd tijdens het afdrukken, wordt het kopieerproces geannuleerd nadat de huidige pagina is afgedrukt.
Pagina 128
4. Originelen kopiëren Druk op de toets [Kopieerapparaat]. DYG331 Druk op de toets [Wis/Stop]. DYG328...
Vergrote of verkleinde kopieën maken Vergrote of verkleinde kopieën maken Er zijn twee manieren om de schaalverhouding in te stellen: gebruik een vooraf opgegeven verhouding of geef handmatig een aangepaste verhouding op. Vooraf ingestelde verhouding CES103 • (voornamelijk in Europa en Azië) 50%, 71%, 82%, 93%, 122%, 141%, 200%, 400% •...
4. Originelen kopiëren Verkleinen/vergroten opgeven Bij gebruik van het model met touchscreen Druk op de toets [Home]. DYG322 Druk op het pictogram [Kop.app] op het [Home]-scherm. Druk op [Verkleinen/Vergroten]. Selecteer een verhouding uit de lijst of voer de gewenste verhouding in. U kunt ook de verhouding opgeven door op [+] of [-] in stappen van 1% te drukken.
Pagina 131
Vergrote of verkleinde kopieën maken Druk op [Verkl.], [Vergrot.] of [Zoom]. Druk voor [Verkl.] of [Vergrot.] op [ ], [ ], [ ] of [ ] om de gewenste verhouding te selecteren. Voor [Zoom] geeft u de gewenste verhouding op met de cijfertoetsen. Druk op de toets [OK].
4. Originelen kopiëren Enkelzijdige originelen kopiëren met dubbelzijdig en gecombineerd afdrukken In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u meerdere pagina's (twee of vier pagina's) combineert en afdrukt op een of twee zijden van het papier. • Deze functie is uitsluitend beschikbaar als het origineel in de ADF is geplaatst en niet wanneer het origineel op de glasplaat is geplaatst.
Pagina 133
Enkelzijdige originelen kopiëren met dubbelzijdig en gecombineerd afdrukken 4 op 1 Origineel Kopie Links naar rechts Boven naar onder Links naar rechts Boven naar onder NL CMF251 Gecombineerde kopie aan beide zijden In deze modus wordt een origineel dat uit meerdere pagina's bestaat, gecombineerd en op beide zijden van het papier afgedrukt.
Pagina 134
4. Originelen kopiëren 4 op 1 Origineel Kopie Links naar rechts, Links naar rechts, Boven naar boven Boven naar onder Boven naar onder, Boven naar onder, Boven naar boven Boven naar onder NL CMF256 Origineel Kopie Links naar rechts, Links naar rechts, boven naar boven boven naar onder Boven naar onder,...
Enkelzijdige originelen kopiëren met dubbelzijdig en gecombineerd afdrukken Origineel Kopie Boven/boven Boven/onder Boven/boven Boven/onder DYG420 Gecombineerde en dubbelzijdige kopieën opgeven Bij gebruik van het model met touchscreen Druk op de toets [Home]. DYG322 Druk op het pictogram [Kop.app] op het [Home]-scherm. Druk op [Overige instell.].
Pagina 136
4. Originelen kopiëren Bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels Druk op de [Duplex]-toets. DYG321 Druk op [ ] of [ ] om de gewenste modus te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. Druk op [ ] of [ ] om de papierrichting en paginavolgorde te selecteren en druk dan op de [OK]-knop.
Dubbelzijdige originelen kopiëren met dubbelzijdig en gecombineerd afdrukken Dubbelzijdige originelen kopiëren met dubbelzijdig en gecombineerd afdrukken In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u dubbelzijdige kopiëen kunt maken van dubbelzijdige originelen, of twee originele pagina's kunt afdrukken op één vel, of vier originele pagina's kunt afdrukken op één vel met twee pagina's per zijde.
4. Originelen kopiëren Gecombineerde kopie aan beide zijden • 2 op 1 Kopieert beide zijden van één dubbelzijdig origineel naar één zijde van het vel, en beide zijden van een ander tweezijdig origineel naar de andere zijde van het vel. •...
Pagina 139
Dubbelzijdige originelen kopiëren met dubbelzijdig en gecombineerd afdrukken Plaats alle dubbelzijdige originelen in de ADF met de voorkant naar boven. DYG264 DYH224 Druk op de toets [Start]. DYG336 • Als u de originelen heeft geplaatst, drukt u op de toets [Start] binnen de ingesteld tijd bij [Systeemresettimer].
4. Originelen kopiëren Handmatig dubbelzijdig kopiëren via de glasplaat Bij gebruik van het model met touchscreen Druk op de toets [Home]. DYG322 Druk op het pictogram [Kop.app] op het [Home]-scherm. Druk op [Overige instell.]. Druk op [Handmatig duplex scannen]. Druk op [OK]. Plaats het origineel met de voorkant naar beneden en zo ver mogelijk naar achteren op de glasplaat.
Pagina 141
Dubbelzijdige originelen kopiëren met dubbelzijdig en gecombineerd afdrukken Bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels Druk op de [Duplex]-toets. DYG321 Druk op de toets [ ] of [ ] om [Handm. modus 2-zijd scannen] te selecteren. Druk vervolgens op de toets [OK].
4. Originelen kopiëren Een ID-kaart kopiëren In dit onderdeel wordt uitgelegd hoe u de voor- en achterkant van een identificatiebewijs (ID-kaart) of een ander klein document kunt kopiëren op één zijde van een vel papier. • U kunt de functie dubbelzijdig niet gebruiken met de kopieerfunctie van de ID-kaart. •...
Pagina 143
Een ID-kaart kopiëren Druk op het pictogram [Kaart ] op het [Home]-scherm. Als u meerdere kopieën wilt maken, voer dan het aantal kopieën in met de cijfertoetsen. Plaats het origineel met de voorkant naar beneden in de linkerbovenhoek van de glasplaat.
Pagina 144
4. Originelen kopiëren Bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels Druk op de toets [Shortcut naar functie]. DYG403 Als u met de toets [Shortcut naar functies] de modus ID-kaart kopiëren voor de huidige taak wilt inschakelen, moet bij de [Beheerderstoepassingen] de optie [Shortcut naar functie] zijn ingesteld op [ID-kaart kopiëren].
Pagina 145
Een ID-kaart kopiëren • Voor de ID-kaartkopieerfunctie kunt u instellen dat er een lijn in het midden van het afgedrukte papier wordt afgedrukt. Als u het model met touchscreen gebruikt, geef dan [Middenlijn] op bij [ID-kaartinstelling] onder [Kopieereigensch.]. Als u het model met LCD-scherm van 4 regels gebruikt, geef dan [ID-kaart regel in midden] op bij [ID-kaartinstelling] onder [Kopieereigensch.].
4. Originelen kopiëren Scaninstellingen opgeven voor het kopiëren In dit onderdeel wordt beschreven hoe u de afbeeldingsbelichting en scankwaliteit voor de huidige taak kunt instellen. Instelling van de afbeeldingsdichtheid Er zijn vijf afbeeldingsbelichtingsniveaus. Hoe hoger het belichtingsniveau, hoe donkerder de afdruk. Bij gebruik van het model met touchscreen Druk op de toets [Home].
Scaninstellingen opgeven voor het kopiëren • U kunt de standaardinstelling [Dichtheid] van het apparaat zo instellen dat alle kopieën worden gemaakt met een bepaald belichtingsniveau. Voor meer informatie, zie Pag. 258 "Instellingen kopieerapparaateigenschappen (bij gebruik van het model met touchscreen)" of Pag. 316 "Instellingen kopieerapparaateigenschappen (bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels)".
Pagina 148
4. Originelen kopiëren Bij gebruik van het model met touchscreen Druk op de toets [Home]. DYG322 Druk op het pictogram [Kop.app] op het [Home]-scherm. Druk op [Tekst/Foto]. Selecteer het gewenste documenttype en druk vervolgens op [OK]. Bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels Druk op de toets [Afbeeldingskwaliteit].
Pagina 149
Scaninstellingen opgeven voor het kopiëren informatie, zie Pag. 295 "Instellingen beheerderstoepassingen (bij gebruik van het model met touchscreen)" of Pag. 341 "Instellingen beheerderstoepassingen (bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels)". • Als er op de [Wis/Stop]-knop wordt gedrukt terwijl het beginscherm wordt weergegeven. •...
5. Originelen scannen In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u instellingen kunt opgeven en de scannerfunctie kunt gebruiken. Wat u met de scannerfunctie kunt doen Gescande documenten naar een map op een clientcomputer verzenden Voor meer informatie raadpleegt u "Basiswerking van Scannen naar map". Documenten Geef een bestemming op en Bestanden worden rechtstreeks...
5. Originelen scannen Het scannerscherm In dit onderdeel wordt informatie gegeven over het scherm in de scanmodus. Bij gebruik van het model met touchscreen DUE313 NL 1. Huidige status of mededelingen Toont de huidige status of meldingen. 2. E-mail / Map / FTP / USB Druk op deze tabbladen om te wisselen tussen het scherm [E-mail], het scherm [Scannen naar map], het scherm [Scannen naar FTP] en het scherm [Scannen naar USB].
Het scannerscherm 8. E-mailpictogram Dit pictogram geeft aan dat het scherm [E-mail] wordt weergegeven. Bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels Gereed Adres opgeven 3 0 0 x 3 0 0 d p i S c a nf or m B e s t e m .
5. Originelen scannen Scanbestemmingen registreren Dit onderdeel beschrijft hoe u bestemmingsmappen in het adresboek kunt registreren. Om gescande bestanden naar een e-mailadres (Scannen naar e-mail), FTP-server (Scannen naar FTP) of een gedeelde map op een netwerkcomputer (Scannen naar map) te sturen, dient u de bestemming eerst te registreren in het adresboek via Web Image Monitor.
Pagina 155
Scanbestemmingen registreren Instellingen voor scannen naar e-mail Item Instelling Beschrijving Selecteer deze als u de bestemming als Snelkeuzenummer Optioneel snelkeuzesbestemming wilt invoeren. Naam van de bestemming. De naam die hier wordt opgegeven wordt op het scherm weergegeven als er Naam Vereist een scanbestemming wordt geselecteerd.
Pagina 156
5. Originelen scannen Item Instelling Beschrijving Bestandsindeling van het gescande bestand als er in Bestandsformaat (kleur/ kleur is gescand. PDF of JPEG kan worden Optioneel grijswaarden) geselecteerd. PDF ondersteunt meerdere pagina's in een document, JPEG daarentegen niet. Bestandsindeling van het gescande bestand als er in zwart-wit wordt gescand.
Pagina 157
Scanbestemmingen registreren Instellingen voor scannen naar FTP Item Instelling Beschrijving Selecteer deze als u de bestemming als Snelkeuzenummer Optioneel snelkeuzesbestemming wilt invoeren. Naam van de bestemming. De naam die hier wordt opgegeven wordt op het scherm weergegeven als er Naam Vereist een scanbestemming wordt geselecteerd.
Pagina 158
5. Originelen scannen Item Instelling Beschrijving Naam van de directory op de FTP-server waar Directory Optioneel gescande bestanden worden opgeslagen. Kan tot 64 tekens bevatten. E-mailadres voor melding E-mailadres waarnaar een melding wordt gestuurd na Optioneel (optie) verzending. Kan tot 64 tekens bevatten. Selecteer de zijden van het origineel (enkelzijdig of dubbelzijdig) om deze volgens de pagina en inbindrichting te scannen.
Pagina 159
Scanbestemmingen registreren Instellingen van scannen naar een map Item Instelling Beschrijving Selecteer deze als u de bestemming als Snelkeuzenummer Optioneel snelkeuzesbestemming wilt invoeren. Naam van de bestemming. De naam die hier wordt opgegeven wordt op het scherm weergegeven als er Naam Vereist een scanbestemming wordt geselecteerd.
Pagina 160
5. Originelen scannen Item Instelling Beschrijving Bestandsindeling van het gescande bestand als er in Bestandsformaat (kleur/ kleur is gescand. PDF of JPEG kan worden Optioneel grijswaarden) geselecteerd. PDF ondersteunt meerdere pagina's in een document, JPEG daarentegen niet. Bestandsindeling van het gescande bestand als er in zwart-wit wordt gescand.
Scanbestemmingen registreren • Geef voor een netwerk dat een DNS-server gebruikt, een computernaam op in [Servicenaam (vereist)] en de naam van het domein waartoe de computer behoort in [Domein (optie)]. Configureer in dit geval ook de instellingen die betrekking hebben op de DNS via Web Image Monitor.
Pagina 162
5. Originelen scannen Klik op het tabblad [E-mailadres], [FTP] of [Map]. Selecteer de gebruiker die u wilt verwijderen en klik vervolgens op [Verwijderen]. Bevestig dat u de geselecteerde gebruiker wilt verwijderen. Voer indien nodig het beheerderswachtwoord in. Klik op [Toepassen]. Sluit de internetbrowser.
Basiswerking voor Scannen naar map Basiswerking voor Scannen naar map In dit gedeelte worden de voorbereidingen en procedures uitgelegd om gescande documenten naar een map op een clientcomputer te sturen. Nadat u de onderstaande procedures heeft gevolgd, kunt u gescande documenten van het apparaat naar een gedeelde map op een clientcomputer sturen.
Pagina 164
5. Originelen scannen Voor meer informatie over het gebruik van het controlevel om een lijst met instelwaarden te maken, zie Pag. 163 " De naam van de gebruiker en de computer bevestigen" en Pag. 164 " Een gedeelde map aanmaken op een computer". •...
Basiswerking voor Scannen naar map De naam van de gebruiker en de computer bevestigen De gebruikersnaam en computernaam bevestigen als Microsoft Windows wordt gebruikt Bevestig de naam van de gebruiker en de naam van de computer waar u gescande documenten naar toe wilt sturen.
5. Originelen scannen Selecteer [Software] in het linkerpaneel en bevestig de naam van de computer en de gebruikersnaam in "Overzicht systeemsoftware". De naam van de computer wordt weergegeven naast [Computer Name]. De naam van de gebruiker wordt weergegeven naast [User Name]. Noteer de computernaam in [1] en de gebruikersnaam in [2] op het controlevel.
Pagina 167
Basiswerking voor Scannen naar map Klik op [Toevoegen...]. Als het scherm [Netwerkreferenties invoeren] wordt weergegeven, voert u de gebruikersnaam en het wachtwoord in. In het venster [Gebruikers of groepen selecteren] voegt u groepen of gebruikers toe aan wie u toegang wilt verlenen. In de volgende procedure wordt de procedure om toegangsprivileges te geven aan gebruikers die u op het controlevel heeft genoteerd als voorbeeld gebruikt.
5. Originelen scannen Klik op [Opties...]. Vink het selectievakje [Share files and folders using SMB] aan. Selecteer de account waarmee u toegang tot de gedeelde map wilt hebben. Indien het scherm [Authenticate] wordt getoond, voert u het wachtwoord in voor de account, klikt u op [OK] en vervolgens op [Done].
Basiswerking voor Scannen naar map Registreer vervolgens de scanbestemmingen. Voor meer informatie over het registreren van scanbestemmingen, zie Pag. 167 " Een gedeelde map registreren in het adresboek van het apparaat". • Indien dit de eerst keer is dat u een gedeelde map aanmaakt op deze computer, moet u de functie bestanden delen inschakelen.
5. Originelen scannen Gescande bestanden direct naar een gedeelde map versturen Verzend gescande bestanden naar de gedeelde map die u in Stap 5 heeft geregistreerd. • Het origineel in de ADF gaat voor het origineel op de glasplaat als u originelen zowel in de ADF als op de glasplaat plaatst.
Pagina 171
Basiswerking voor Scannen naar map Druk op de toets [Start]. DYG336 Afhankelijk van de instellingen van het apparaat, ziet u het volgende scherm op het display wanneer u vanaf de glasplaat scant. Als u dit scherm ziet, ga dan verder met de volgende stap. Als u meer originelen wilt scannen, plaats dan het volgende origineel op de glasplaat en druk op [Ja].
Pagina 172
5. Originelen scannen U kunt ook op de toets [Shortcut naar functies] drukken als [Shortcut naar functie] onder [Beheerderstoepassingen] is ingesteld op [Scanneradres selecteren]. Voor meer informatie over [Shortcut naar functie], zie Pag. 341 "Instellingen beheerderstoepassingen (bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels)". Zorg dat [Adresboek doorzoeken] is geselecteerd.
Pagina 173
Basiswerking voor Scannen naar map • Als u het scannen wilt annuleren, drukt u op de toets [Wis/Stop]. De scanbestanden worden genegeerd. • Bij het model met LCD-scherm van 4 regels, kunt u ook een bestemming opgeven met [Opn. verz.]. Voor meer informatie, zie Pag.
5. Originelen scannen Basiswerking voor Scannen naar e-mail In dit gedeelte worden de voorbereidingen en procedures uitgelegd om gescande documenten te verzenden als bijlage van een e-mail. Als u de onderstaande procedures heeft gevolgd, kunt u gescande documenten naar het opgegeven e- mailadres verzenden.
Basiswerking voor Scannen naar e-mail E-mailadressen van bestemmingen registreren in het adresboek Configureer de gegevens van de bestemming via Web Image Monitor. Open de internetbrowser en verkrijg toegang tot het apparaat door het IP-adres ervan in te vullen. Klik op [Snelkeuzebestemming] of [Scanbestemming]. In de lijst [Bestemmingstype] selecteert u [E-mailadres].
Pagina 176
5. Originelen scannen • Bij het model met LCD-scherm van 4 regels, wanneer een USB-geheugenopslagapparaat op het apparaat wordt aangesloten, worden alle gescande documenten op het USB- geheugenopslagapparaat opgeslagen. Ga na of er geen USB-geheugenopslagapparaten op het apparaat zijn aangesloten. Bij gebruik van het model met touchscreen Plaats het origineel op de glasplaat of in de ADF.
Pagina 177
Basiswerking voor Scannen naar e-mail Als u dit scherm ziet, ga dan verder met de volgende stap. Als u meer originelen wilt scannen, plaats dan het volgende origineel op de glasplaat en druk op [Ja]. Herhaal deze stap totdat alle originelen zijn gescand. Als alle originelen gescand zijn, drukt u op [Nee] om te beginnen met het versturen van het gescande bestand.
Pagina 178
5. Originelen scannen is geregistreerd. Indien nodig kunt u de scaninstellingen via het bedieningspaneel wijzigen. Voor meer informatie over scaninstellingen, zie Pag. 321 "Instellingen scannereigenschappen (bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels)". Druk op de toets [Start]. DYG334 Afhankelijk van de instellingen van het apparaat, ziet u het volgende scherm op het display wanneer u vanaf de glasplaat scant.
Basisbediening van Scannen naar FTP Basisbediening van Scannen naar FTP In dit gedeelte worden de voorbereidingen en instructies uitgelegd om gescande documenten te verzenden naar een FTP-server. Nadat u de onderstaande procedures heeft gevolgd, kunt u gescande documenten naar een FTP-server verzenden.
5. Originelen scannen Bestanden naar een FTP-server verzenden In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u gescande bestanden verzendt naar de bestemmingen die u in Stap 1 heeft geregistreerd. • Het origineel in de ADF gaat voor het origineel op de glasplaat als u originelen zowel in de ADF als op de glasplaat plaatst.
Pagina 181
Basisbediening van Scannen naar FTP Druk op de toets [Start]. DYG336 Afhankelijk van de instellingen van het apparaat, ziet u het volgende scherm op het display wanneer u vanaf de glasplaat scant. Als u dit scherm ziet, ga dan verder met de volgende stap. Als u meer originelen wilt scannen, plaats dan het volgende origineel op de glasplaat en druk op [Ja].
Pagina 182
5. Originelen scannen U kunt ook op de toets [Shortcut naar functies] drukken als [Shortcut naar functie] onder [Beheerderstoepassingen] is ingesteld op [Scanneradres selecteren]. Voor meer informatie over [Shortcut naar functie], zie Pag. 341 "Instellingen beheerderstoepassingen (bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels)". Zorg dat [Adresboek doorzoeken] is geselecteerd.
Pagina 183
Basisbediening van Scannen naar FTP • Als u het scannen wilt annuleren, drukt u op de [Wis/Stop]-knop. De scanbestanden worden genegeerd. • Bij het model met touchscreen kunt u ook een bestemming opgeven met [Opn. verz.]. Voor meer informatie, zie Pag. 182 "De scanbestemming opgeven met [Opn. verz.] (bij gebruik van het model met touchscreen)".
5. Originelen scannen De scanbestemming opgeven met [Opn. verz.] (bij gebruik van het model met touchscreen) In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe een bestemming moet worden opgegeven met behulp van [Opn. verz.]. Deze functie is alleen beschikbaar op de SP 330SFN/3710SF. Gebruik van [Opn.
Basisprocedures voor het opslaan van scanbestanden op een USB-geheugenopslagapparaat Basisprocedures voor het opslaan van scanbestanden op een USB- geheugenopslagapparaat In dit gedeelte wordt de basiswerking van de functie Scannen naar USB uitgelegd. Bestanden worden opgeslagen op het USB-geheugenopslagapparaat dat op het apparaat is aangesloten. •...
Pagina 186
5. Originelen scannen Druk op de toets [Home]. DYG322 Druk op het pictogram [Scanner] op het [Home]-scherm. Druk op het tabblad [USB]. Plaats het origineel op de glasplaat of in de ADF. Voor het correct plaatsen van het origineel, zie Pag. 95 "Originelen plaatsen". Geef de scaninstellingen op indien nodig.
Pagina 187
Basisprocedures voor het opslaan van scanbestanden op een USB-geheugenopslagapparaat Druk op de selectietoets die overeenkomt met de gewenste bestandsindeling en druk vervolgens op [OK]. Afhankelijk van de instellingen van het apparaat, ziet u het volgende scherm op het display wanneer u vanaf de glasplaat scant. Als u dit scherm ziet, ga dan verder met de volgende stap.
Pagina 188
5. Originelen scannen Bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels Steek het USB-geheugenopslagapparaat in de USB-poort. DYH503 Het scannerscherm wordt op de display weergegeven. Wacht tot het bericht [Scan op USB opslaan] op het scherm wordt weergegeven. Afhankelijk van het type USB-geheugen duurt het korter of langer voordat het bericht verschijnt.
Pagina 189
Basisprocedures voor het opslaan van scanbestanden op een USB-geheugenopslagapparaat Als u dit scherm ziet, ga dan verder met de volgende stap. Als u meer originelen wilt scannen, plaats dan het volgende origineel op de glasplaat en druk op [Ja]. Herhaal deze stap totdat alle originelen zijn gescand. Als alle originelen gescand zijn, drukt u op [Nee] om te beginnen met het versturen van het gescande bestand.
5. Originelen scannen Scannen via Smart Organizing Monitor De procedure in dit onderdeel is een voorbeeld en is gebaseerd op Windows 10. De werkelijke procedure kan afwijken afhankelijk van het door u gebruikte besturingssysteem. Plaats de originelen. In het menu [Start] klikt u op [SP 330_3710_Series Software Utilities]. Klik op [Smart Organizing Monitor for SP 330_3710_Series].
Scannen via Smart Organizing Monitor Op het tabblad [Opties] stelt u de bestandsindeling en de map in waarin u het bestand wilt opslaan. Klik op [Scannen]. Nadat alle originelen zijn gescand, klikt u op [Afsluiten]. Scannerinstellingen die u kunt configureren voor Smart Organizing Monitor Hierna worden de instellingsopties uitgelegd die u kunt configureren als u Smart Organizing Monitor gebruikt om te scannen.
Pagina 192
5. Originelen scannen [Zwart-wit foto] [Kleurendocument - Sneller] [Kleurendocument - Betere kwaliteit] [Aangepast...] • Als u de ADF gebruikt: [ADF - Sneller] [ADF - Beter] [ADF - Grijs] [Aangepast...] 3. Scanmod.: Kies uit kleur, grijswaarden of zwart-wit. 4. Resolutie: Selecteer een resolutie in de lijst. Let op dat met het verhogen van de resolutie ook de grootte van het bestand en de scantijd oploopt.
Pagina 193
Scannen via Smart Organizing Monitor Tabblad [Opties] DYG389 1. Scannen naar: Geeft de map op waar het bestand moet worden opgeslagen. 2. Voorvoegsel bestandsnaam: Geef het voorvoegsel van de bestandsnaam op. Het jaar, de maand, de datum en de tijd worden achtereenvolgens weergegeven na het voorvoegsel.
5. Originelen scannen Basisbewerking voor TWAIN-scannen In dit onderdeel vindt u meer informatie over de basisbewerkingen voor TWAIN-scannen. TWAIN-scannen is mogelijk als uw computer over een toepassing beschikt die TWAIN ondersteunt. DYG390 Uw computer (waarop het TWAIN-stuurprogramma al is geïnstalleerd) Geef het apparaat de opdracht om het origineel dat in het apparaat is geplaatst, te scannen.
Pagina 195
Basisbewerking voor TWAIN-scannen Hieronder staat een scanprocedure met het TWAIN-stuurprogramma. De feitelijke werking kan verschillen, afhankelijk van de toepassingen die u gebruikt. Voor meer informatie, zie de Help-functie van de toepassing. Start een TWAIN-compatibele toepassing. Plaats de originelen. Open het dialoogvenster Scannercontrole. Het dialoogvenster Scannercontrole wordt gebruikt om de scanner te bedienen met het TWAIN- stuurprogramma.
5. Originelen scannen Instellingen die u in het TWAIN-dialoogvenster kunt configureren: DYG391 1. Scanner: Selecteer de scanner die u wilt gebruiken. De scanner die u selecteert, wordt de standaardscanner. Klik op [Verversen] om alle beschikbare scanners te zien die via USB of op het netwerk zijn aangesloten. 2.
Pagina 197
Basisbewerking voor TWAIN-scannen [ADF - Beter] [ADF - Grijs] [Aangepast...] 4. Modus: Kies uit kleur, grijswaarden of zwart-wit. 5. Resolutie: Selecteer een resolutie in de lijst. Als u [Gebruikergedefinieerd] selecteert, voer dan rechtstreeks een resolutiewaarde in het bewerkingsvenster in. Let op dat met het verhogen van de resolutie ook de grootte van het bestand en de scantijd oploopt.
5. Originelen scannen Basisbewerking voor WIA-scannen Met WIA kunnen computers die draaien op Windows Vista SP1 of hogere versies van Windows- besturingssystemen en Windows Server 2008 of hoger scannen via een netwerk. De procedure in dit onderdeel is een voorbeeld dat is gebaseerd op Windows 10. Plaats het origineel op de glasplaat of in de ADF.
Basishandelingen voor ICA-scannen Basishandelingen voor ICA-scannen In dit onderdeel vindt u meer informatie over de basishandelingen voor ICA-scannen. U kunt de ICA-scanner zowel via USB- en netwerkverbindingen gebruiken. ICA-stuurprogramma installeren Download het stuurprogramma van de website. Open het package-bestand. Volg de instructies op het scherm. De ICA-scanner gebruiken In deze paragraaf worden de voorbereidingen en de procedure voor het gebruik van de ICA-scanner beschreven.
5. Originelen scannen Instellingen die u in het ICA-dialoogvenster kunt configureren 12 13 DYG392 1. Scan Mode: Selecteer waar het origineel zich bevindt. • Flatbed Als het origineel op de glasplaat ligt, kiest u [Flatbed]. • Document Feeder Wanneer het document in de ADF is geplaatst, selecteert u [Document Feeder]. 2.
Pagina 201
Basishandelingen voor ICA-scannen U kunt meerdere originelen tegelijk scannen en elke scanafbeelding als een afzonderlijk bestand opslaan. • Detect Enclosing Box U kunt meerdere originelen scannen die op de glasplaat zijn geplaatst en hun scanafbeeldingen opslaan als een bestand. 5. Orientation Selecteer de richting voor originelen die in de ADF of op de glasplaat zijn geplaatst.
5. Originelen scannen Over SANE-scannen Dit apparaat kan als SANE-scanner worden gebruikt. Ondersteunde Linux-distributies zijn als volgt: • openSUSE 13.1/13.2 • Ubuntu 16.04LTS/16.10 • Red Hat Enterprise Linux 6/7...
Scaninstellingen opgeven voor het scannen Scaninstellingen opgeven voor het scannen Als u een scanbestemming opgeeft, zullen de scaninstellingen van het apparaat automatisch worden gewijzigd aan de hand van de informatie die voor die bestemming in het adresboek is geregistreerd. Indien nodig kunt u de scaninstellingen voor de huidige taak via het bedieningspaneel wijzigen. •...
Pagina 204
5. Originelen scannen Voer de breedte in en druk vervolgens op [OK]. Druk op [Lengte instellen...]. Voer de lengte in en druk vervolgens op [OK]. Controleer of het door u ingevoerde scanformaat wordt weergegeven en druk op [OK]. Bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels Druk op [Scanform].
Scaninstellingen opgeven voor het scannen • Als de standaardinstelling van het apparaat voor dezelfde instelling wordt gewijzigd. Afbeeldingsbelichting aanpassen In dit onderdeel wordt beschreven hoe u de afbeeldingsbelichting voor de huidige taak aanpast. Er zijn vijf afbeeldingsbelichtingsniveaus. Hoe hoger het belichtingsniveau, hoe donkerder de gescande afbeelding.
5. Originelen scannen • U kunt de standaardinstelling [Dichtheid] van het apparaat zo instellen dat alle scans worden gemaakt met een bepaald belichtingsniveau. Voor meer informatie, zie Pag. 263 "Instellingen scannereigenschappen (bij gebruik van het model met touchscreen)" of Pag. 321 "Instellingen scannereigenschappen (bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels)".
Pagina 207
Scaninstellingen opgeven voor het scannen Controleer of de resolutie die u heeft ingevoerd wordt weergegeven en druk op [OK]. Bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels Druk op de toets [Afbeeldingskwaliteit]. DYG323 Druk op de toets [ ], [ ], [ ] of [ ] om de gewenste resolutie te selecteren en druk vervolgens op de toets [OK].
6. Een fax verzenden en ontvangen In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de faxfunctie kunt gebruiken en hoe u de instellingen moet opgeven. Deze functie is beschikbaar op de SP 330SFN/3710SF. Wat u met de faxfunctie kunt doen Ontvangen faxen doorsturen om ze te ontvangen op een andere plaats Door ontvangen faxen door te sturen naar een e-mailadres of een map kunt u ze altijd en overal ontvangen.
6. Een fax verzenden en ontvangen Workflows voor het instellen van de fax In dit gedeelte worden de voorbereidingen en procedures uitgelegd om fax documenten te verzenden naar een map op een clientcomputer. Nadat u de onderstaande procedures heeft gevolgd, kunt u faxdocumenten van het apparaat naar een gedeelde map op een clientcomputer verzenden.
Pagina 211
Workflows voor het instellen van de fax • Na de initiële installatie kunt u instellingen wijzigen in het menu [Beheerderstoepass.]. Voor meer informatie over het wijzigen van instellingen, zie Pag. 295 "Instellingen beheerderstoepassingen (bij gebruik van het model met touchscreen)".
6. Een fax verzenden en ontvangen Faxapparaatscherm In dit onderdeel staat informatie over het scherm in de faxmodus. Scherm in stand-bymodus DYG528 1. Fax Hier wordt het scherm [Fax] ( ) weergegeven. U kunt meerdere faxbestemmingen opgeven. 2. Huidige status of mededelingen Toont de huidige status of meldingen.
Pagina 213
Faxapparaatscherm 10. [Opnw kiezen] Druk hierop om de laatst gebruikte bestemming te selecteren. Tijdens het invoeren van een bestemming drukt u op deze toets om een pauze in te lassen. 11. [Handm. invoer] Druk hierop om handmatig bestemmingen op te geven. 12.
6. Een fax verzenden en ontvangen Faxbestemmingen registreren Dit onderdeel beschrijft hoe u faxbestemmingen kunt registreren in het Adresboek via het bedieningspaneel. Voor meer informatie over het invoeren van tekens, zie Pag. 48 "Tekens invoeren (bij gebruik van het model met touchscreen)". Het Adresboek kan ook met behulp van Web Image Monitor worden bewerkt.
Pagina 215
Faxbestemmingen registreren Voer het faxnummer in en druk op [OK]. Bevestig de instelling en druk vervolgens op [OK]. Druk op de toets [Home]. • Een faxnummer mag uit de volgende tekens bestaan: 0 tot en met 9, "P" (pauze), " ", " " en spatie.
6. Een fax verzenden en ontvangen Selecteer het nummer uit de Snelkiezenlijst of Verk.kiez.lijst dat u wilt aanpassen of verwijderen. Druk op het vak naast [Naam:]. Voer de faxnaam in en druk vervolgens op [OK]. Als u de faxnaam wilt verwijderen, drukt u op [ ] of [C] totdat de huidige naam is verwijderd. Druk op het vak naast [Nummer:].
Faxbestemmingen registreren Item Instelling Beschrijving Selecteer het nummer waaraan u een Snelkeuzenummer/ Vereist snelkeuzebestemming of een verkorte bestemming wilt Verkort kiesnummer toewijzen. Naam van de bestemming. De naam die u hier Naam Optioneel opgeeft, wordt weergegeven op het scherm als u een faxbestemming selecteert.
6. Een fax verzenden en ontvangen Klik op [Snelkeuzebestemming] of [Verkorte faxkiesnummer-bestemming]. Als u de verkorte kiesbestemming wijzigt, ga dan verder met stap 4. Klik op [Snelkeuzebestemming fax]. Selecteer de vermelding die u wilt wijzigen en klik vervolgens op [Wijzigen]. Als u de vermelding wilt verwijderen, klikt u op [Verwijderen].
Pagina 219
Faxbestemmingen registreren Druk op het pictogram [Instel.] op het [Home]-scherm. Druk op [Beheerderstoepass.]. Voer het wachtwoord in met de cijfertoetsen en druk op [OK]. Druk twee keer op [ ]. Druk op [Bevestiging faxnr.]. Selecteer [Aan]. Druk op de toets [Home]. •...
6. Een fax verzenden en ontvangen Een fax verzenden • Het is raadzaam de ontvanger te bellen en af te spreken wanneer belangrijke documenten worden verzonden. Verzendingsmodus selecteren Hieronder worden de verzendmodi van de faxfunctie uitgelegd en hoe u deze moet selecteren. Types verzendmodi Er zijn twee verzendtypen: •...
Een fax verzenden In deze modus scant het apparaat het origineel en wordt het tegelijkertijd gefaxt. Dit is erg handig als u snel een origineel wilt verzenden, of als u de bestemming wilt controleren waarnaar u verzendt. Het origineel wordt niet opgeslagen in het geheugen. U kunt slechts één bestemming opgeven.
Pagina 222
6. Een fax verzenden en ontvangen [Faxeigenschappen]. Voor meer informatie over de origineelinstellingen van een fax, zie Pag. 266 "Instellingen faxeigenschappen (bij gebruik van het model met touchscreen)". Druk op de toets [Home]. DYG322 Druk op het pictogram [Fax] op het [Home]-scherm. Plaats het origineel op de glasplaat of in de ADF.
Pagina 223
Een fax verzenden Druk op de toets [Start]. DYG336 • Afhankelijk van de apparaatinstellingen, wordt u mogelijk gevraagd om het faxnummer opnieuw in te voeren als u het faxnummer van de bestemming handmatig heeft ingevoerd. Voer in dit geval het nummer binnen de 60 seconden opnieuw in en druk vervolgens op [Start].
6. Een fax verzenden en ontvangen over [Bevestiging faxnr.], zie Pag. 216 "Voorkomen dat documenten naar de verkeerde bestemming worden verstuurd". • Als het apparaat in de modus Geheugenverzending staat, kunt u [Autom. opnw kiezen] onder [Overdrachtsinstell.] instellen, zodat het apparaat automatisch de bestemming opnieuw kiest als de lijn bezet is of als er een fout optreedt tijdens de verzending.
Een fax verzenden Een verzending annuleren terwijl het origineel wordt gescand Volg deze procedure om het scannen of verzenden van het origineel te annuleren terwijl het wordt gescand. Druk op de toets [Wis/Stop]. DYG330 Druk op [Faxtaken] in het scherm [Taken annul.]. Een verzending annuleren nadat het origineel is gescand (terwijl een verzending bezig is) Gebruik deze procedure als u een bestand dat wordt verzonden, wilt verwijderen nadat het origineel is...
6. Een fax verzenden en ontvangen • Als de verzending wordt voltooid terwijl deze procedure nog in voortgang is, wordt de verzending niet geannuleerd. • Als u het versturen van een fax annuleert als de fax naar meerdere bestemmingen tegelijk wordt gestuurd (broadcast), wordt alleen de fax naar de huidige bestemming geannuleerd.
Pagina 227
Een fax verzenden De bestemming opgeven met behulp van snelkiezen Druk op de toets [Home]. DYG322 Druk op het pictogram [Fax] op het [Home]-scherm. Druk op [Adresboek]. Druk op het tabblad [Snelkiezen]. Selecteer het gewenste snelkiesnummer door op het kleine vierkantje te drukken. Er wordt een vinkje in het kleine vierkantje weergegeven.
6. Een fax verzenden en ontvangen De bestemming opgeven met verkorte kiesbestemming Druk op de toets [Home]. DYG322 Druk op het pictogram [Fax] op het [Home]-scherm. Druk op [Adresboek]. Druk op het tabblad [Verk kiesn]. Selecteer het gewenste snelkiesnummer door op het kleine vierkantje te drukken. Er wordt een vinkje in het kleine vierkantje weergegeven.
Een fax verzenden Druk op de toets [Home]. DYG322 Druk op het pictogram [Fax] op het [Home]-scherm. Voeg een bestemming toe op één van de volgende manieren: • Om een snelkeuzebestemming toe te voegen, drukt u op [Adresboek], druk op het tabblad [Snelkiezenlijst], selecteer een bestemming en druk vervolgens op [OK].
6. Een fax verzenden en ontvangen Druk op de toets [Home]. DYG322 Druk op het pictogram [Fax] op het [Home]-scherm. Druk op [Opnw kiezen]. Controleer de bestemming en druk vervolgens op de toets [Start]. Handige verstuurfuncties U kunt de status van het apparaat van de ontvanger eenvoudig controleren via de functie Op de haak voordat u een fax stuurt.
Pagina 231
Een fax verzenden Plaats het origineel. Als [Schak.inst verz/ontv] is ingesteld op [Autom. instelling verzenden/ontvangen], kunt u geen faxen met behulp van de glasplaat verzenden. Druk op de toets [Home]. DYG322 Druk op het pictogram [Fax] op het [Home]-scherm. Druk op [Dir. kiez.]. [Dir.
Pagina 232
6. Een fax verzenden en ontvangen Een fax versturen na een gesprek Met een externe telefoon kunt u een fax versturen nadat u uw gesprek heeft beëindigd zonder de verbinding te verbreken en opnieuw te moeten kiezen. Dit is een handige functie als u zeker wilt weten of de fax is ontvangen.
Een fax verzenden Leg de hoorn op de haak. De scaninstellingen opgeven om te faxen De afbeeldingsbelichting aanpassen In dit onderdeel wordt beschreven hoe u de afbeeldingsbelichting voor de huidige taak aanpast. Er zijn drie afbeeldingsbelichtingsniveaus. Hoe donkerder het belichtingsniveau, hoe donkerder de afdruk.
Pagina 234
6. Een fax verzenden en ontvangen Detail Selecteer dit als het origineel een document is met kleine opdruk. Foto Selecteer deze als het origineel afbeeldingen bevat zoals foto's of gearceerde tekeningen. Druk op de toets [Home]. DYG322 Druk op het pictogram [Fax] op het [Home]-scherm. Druk op [Verz.instell.].
De faxfunctie gebruiken vanaf een computer (LAN-fax) De faxfunctie gebruiken vanaf een computer (LAN-fax) In dit onderdeel wordt beschreven hoe u de faxfunctie van het apparaat kunt gebruiken op een computer. U kunt een document rechtstreeks vanaf een computer via dit apparaat naar een ander faxapparaat sturen, zonder het document te hoeven afdrukken.
6. Een fax verzenden en ontvangen • Zie de Help-functie van het LAN-faxstuurprogramma voor meer informatie. • Een faxnummer mag uit de volgende tekens bestaan: 0 tot en met 9, "P" (pauze), " ", " ", "-" en spatie. • Voer indien nodig een pauze in in het faxnummer. Het apparaat pauzeert kort voordat het de cijfers na de pauze kiest.
De faxfunctie gebruiken vanaf een computer (LAN-fax) Druk op de toets [Home]. DYG322 Druk op het pictogram [Fax] op het [Home]-scherm. Druk op de toets [Wis/Stop]. Druk op [Faxtaken] in het scherm [Taken annul.]. Verzendinstellingen configureren In dit onderdeel wordt beschreven hoe u de verzendinstellingen kunt configureren in de eigenschappen van het LAN-faxstuurprogramma.
6. Een fax verzenden en ontvangen Het LAN-faxadresboek openen In het menu [Start] selecteert u [Configuratiescherm] onder [Windows-systeem]. Klik op [Apparaten en printers weergeven]. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het LAN-faxstuurprogramma en klik vervolgens op [Afdrukvoorkeuren]. Klik op het tabblad [Adresboek]. Bestemmingen registreren Open het LAN-faxadresboek en klik op [Gebruiker toevoegen].
De faxfunctie gebruiken vanaf een computer (LAN-fax) • Een groep moet ten minste één bestemming bevatten. • U moet een groepsnaam opgeven voor een groep. U kunt niet meerdere groepen dezelfde naam geven. • U kunt dezelfde bestemming in meerdere groepen registreren. Groepen aanpassen Open het LAN-faxadresboek, selecteer de groep die u wilt bewerken uit [Lijst Gebruiker] en klik vervolgens op [Bewerken].
6. Een fax verzenden en ontvangen Gegevens voor het LAN-faxadresboek exporteren/importeren • In de volgende procedure wordt Windows 10 ter illustratie gebruikt. Als u een ander besturingsprogramma gebruikt, kan de procedure enigszins anders zijn. Gegevens voor het LAN-faxadresboek exporteren Gegevens voor het LAN-faxadresboek kunnen geëxporteerd worden in een bestand in CSV- indeling (Comma Separated Values).
De faxfunctie gebruiken vanaf een computer (LAN-fax) Een faxvoorblad bewerken Klik in het menu [Bestand] op [Afdrukken]. Selecteer het LAN-faxstuurprogramma als de printer en klik op [Afdrukken]. Klik op het tabblad [Bestemming opgeven] en klik op [Voorblad bewerken]. Klik op [Een voorblad bijvoegen]. Configureer de instellingen indien nodig en klik op [OK].
6. Een fax verzenden en ontvangen Een fax ontvangen • Als u een belangrijke fax ontvangt, is het raadzaam om de ontvangst te bevestigen aan de afzender. • Wanneer er te weinig vrije geheugenruimte is, kan het apparaat geen faxdocumenten meer ontvangen.
Een fax ontvangen De ontvangstmodi selecteren Is er een externe telefoon aangesloten op het apparaat? Alleen fax-modus Wilt u een extern FAX/TAD-modus antwoordapparaat gebruiken? Wilt u faxen automa- FAX/TEL automatische tisch ontvangen? modus FAX/TEL handmatige modus Beschrijving van ontvangstmodi • Alleen fax-modus (automatische ontvangst) •...
6. Een fax verzenden en ontvangen • Handmatige FAX/TEL-modus (handmatige ontvangst) In deze modus moet u telefoontjes met een externe telefoon beantwoorden. Als een telefoontje een fax blijkt te zijn, moet u de ontvangst van de fax handmatig starten. Voor meer informatie, zie Pag.
Pagina 245
Een fax ontvangen De procedure is afhankelijk van of [Schak.inst verz/ontv] is ingesteld op [Autom. instelling verzenden/ ontvangen] of op [Handm. instelling verzenden/ontvangen] bij [Faxeigenschappen]. Neem de hoorn van de externe lijn van de haak om de oproep te beantwoorden. Er start een normale telefoonoproep.
6. Een fax verzenden en ontvangen over [Ontv.mod. schak.tijd], zie Pag. 266 "Instellingen faxeigenschappen (bij gebruik van het model met touchscreen)". • Als u een oproep met de externe telefoon wilt beantwoorden terwijl het apparaat aan het bellen is, zal er een normaal telefoongesprek starten. Als u een faxtoon hoort, moet u de fax handmatig ontvangen.
Pagina 247
Een fax ontvangen • De tabel hieronder laat zien wat er gebeurt als het doorsturen is gelukt of mislukt, afhankelijk van de configuratie van het apparaat. Doorzenden [Ontv. bestand Resultaat afdr.] Gelukt Het apparaat drukt de fax af en verwijdert deze uit het geheugen.
Pagina 248
6. Een fax verzenden en ontvangen Druk op de toets [Home]. DYG322 Druk op het pictogram [Instel.] op het [Home]-scherm. Druk op [Faxeigenschappen]. Druk op [Ontv.instellingen]. Druk op [ ]. Druk op [Ontv.bestand instel.]. Selecteer [Doorsturen en afdr.]. Ga door naar Stap 8 om e-mailmeldingen te versturen nadat faxen werden doorgestuurd. Druk op [Melding doorsturen].
Een fax ontvangen Sluit de internetbrowser. Voor meer informatie over Web Image Monitor, zie Pag. 367 "De systeeminstellingen configureren". De opslagvoorwaarden opgeven Om de opslagvoorwaarden voor ontvangen faxen op te geven, configureert u het apparaat als volgt: Druk op de toets [Home]. DYG322 Druk op het pictogram [Instel.] op het [Home]-scherm.
Pagina 250
6. Een fax verzenden en ontvangen Faxen die zijn opgeslagen in het geheugen afdrukken In dit onderdeel wordt beschreven hoe u ontvangen faxen die zijn opgeslagen in het geheugen van het apparaat kan afdrukken. Als het indicatielampje Inkomende gegevens brandt, bevindt zich een fax in het geheugen van het apparaat.
Een fax ontvangen Faxen van speciale afzenders ontvangen of afwijzen U kunt het apparaat instellen om alleen faxen van geregistreerde speciale afzenders te ontvangen (of af te wijzen). Hiermee kunt u ongewilde documenten, zoals junkfaxen, voorkomen en daarmee faxpapier besparen. Om deze functie te gebruiken, moet u eerst speciale afzenders registreren via Web Image Monitor en vervolgens selecteren of u faxen van hen wilt accepteren of afwijzen.
6. Een fax verzenden en ontvangen Klik op Toepassen. Sluit de internetbrowser. • U kunt de nummers 0 tot 9, spaties, alfanumerieke tekens en symbolen gebruiken. Binnenkomende faxen beperken In dit onderdeel wordt uitgelegd hoe u het apparaat in kan stellen om alleen faxen te ontvangen (of af te wijzen) van de geprogrammeerde speciale afzenders.
Lijsten/Rapporten met betrekking tot Fax Lijsten/Rapporten met betrekking tot Fax De lijsten en rapporten met betrekking tot de faxfunctie zijn: • Configuratiepagina Hiermee wordt algemene informatie en de huidige configuratie van het apparaat afgedrukt. • Faxjournaal Hiermee wordt een journaal van faxverzending en -ontvangst van de laatste 50 taken afgedrukt. •...
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u het apparaat kunt configureren via het bedieningspaneel. Basisbediening Gebruik de volgende procedure om de apparaatinstellingen te openen. Om te controleren tot welke categorie de functie behoort die u wilt configureren, zie Pag. 256 "Menuoverzicht".
Pagina 256
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Om te controleren tot welke categorie de functie behoort die u wilt configureren, zie Pag. 256 "Menuoverzicht". Als u de systeeminstellingen van het apparaat wilt configureren, druk dan op de toets [Gebruikersinstellingen]. DYG327 Druk anders op de toets [ ] of [ ] terwijl "Gereed"...
Pagina 257
Basisbediening • Sommige instellingsitems worden weergegeven nadat het apparaat opnieuw is opgestart.
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Menuoverzicht In dit onderdeel worden de parameters van elk menu genoemd. Voor meer informatie over het configureren van het apparaat met Web Image Monitor, zie Pag. 359 "Het apparaat configureren met hulpprogramma's". • Sommige items kunnen worden geconfigureerd via Web Image Monitor. Bij gebruik van het model met touchscreen •...
Pagina 259
Menuoverzicht • Printereigenschappen Voor meer informatie, zie Pag. 285 "Instellingen printereigenschappen (bij gebruik van het model met touchscreen)". • @Remote Voor meer informatie, zie Pag. 314 "@Remote (bij gebruik van het model met touchscreen)". Bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels •...
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Instellingen kopieerapparaateigenschappen (bij gebruik van het model met touchscreen) Deze functie is alleen beschikbaar op de SP 330SFN/3710SF. Item Beschrijving Waarde Selecteer papier Geef hier het papierformaat op dat gebruikt • Lade1 moet worden voor het kopiëren. •...
Pagina 261
Instellingen kopieerapparaateigenschappen (bij gebruik van het model met touchscreen) Item Beschrijving Waarde Type Origineel Hier wordt de inhoud van de originelen • Tekst/Foto weergegeven om de kopieerkwaliteit te Selecteer deze optie optimaliseren. als het origineel zowel tekst als foto's of afbeeldingen bevat.
Pagina 262
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Item Beschrijving Waarde Verkleinen/ Hier kunt u het percentage opgeven waarmee vergroten kopieën moeten worden vergroot of verkleind. • 50% (A4->A6) • 71% (A4->A5 B5- >B6) • 82% (8 × 13->A4) • 93% •...
Pagina 263
Instellingen kopieerapparaateigenschappen (bij gebruik van het model met touchscreen) Item Beschrijving Waarde Duplex/ Hiermee geeft u gecombineerd kopiëren op. • Uit Combineren Selecteer een kopieermodus aan de hand van • 1z 2org->Cmb 2op1 uw origineel en hoe u wilt dat de kopie eruit zal zien.
Pagina 264
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Item Beschrijving Waarde ID-kaartinstellingen Hiermee kunt u de instellingen voor de functie ID- • Middenlijn kaart kopiëren opgeven. Hier kunt u opgeven of u een lijn in het midden wilt trekken als u een ID-kaart kopieert.
Instellingen scannereigenschappen (bij gebruik van het model met touchscreen) Instellingen scannereigenschappen (bij gebruik van het model met touchscreen) Deze functie is alleen beschikbaar op de SP 330SFN/3710SF. Item Beschrijving Waarde Scanformaat Hier kunt u het scanformaat opgeven dat 8 1/2 x 14, 8 1/2 x 11, 5 1/2 x 8 overeenkomt met het origineelformaat.
Pagina 266
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Item Beschrijving Waarde Max. e- Hier kunt u het maximale formaat • 1 MB mailformaat opgeven van een bestand dat via e-mail • 2 MB kan worden verstuurd. • 3 MB • 4 MB •...
Pagina 267
Instellingen scannereigenschappen (bij gebruik van het model met touchscreen) Item Beschrijving Waarde Enk./Meerd. Hiermee kunt u opgeven of er bij het • Meerd. pagina's pagina's scannen van meerdere pagina's één • Enkele pagina bestand met alle gescande pagina's of Standaardinstelling: [Meerd. pagina's] dat er per gescande pagina één bestand moet worden aangemaakt.
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Instellingen faxeigenschappen (bij gebruik van het model met touchscreen) Deze functie is alleen beschikbaar op de SP 330SFN/3710SF. Ontv.instellingen Hier vindt u de instellingen voor het ontvangen van een fax. Item Beschrijving Waarde Ontv.modus Hier kunt u de ontvangstmodus •...
Pagina 269
Instellingen faxeigenschappen (bij gebruik van het model met touchscreen) Item Beschrijving Waarde Autom. Hiermee verkleint het apparaat het • Duplex/Combineren verkleining formaat van een ontvangen fax als • Aan deze te groot is om op één vel papier Standaardinstelling: [Aan] af te drukken.
Pagina 270
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Item Beschrijving Waarde Ontvangstvoor Hier kunt u opgeven of faxen van • Alle afzenders waarden geregistreerde speciale afzenders Hiermee ontvangt u faxen van mogen worden ontvangen of moeten alle afzenders. worden afgewezen. • Speciale afzender Hiermee ontvangt u faxen van speciale afzenders en wijst u faxen van alle andere af.
Pagina 271
Instellingen faxeigenschappen (bij gebruik van het model met touchscreen) Item Beschrijving Waarde Ontv. bestand Hiermee stelt u het apparaat zo in dat • Aan afdr. ontvangen faxen in het geheugen Ontvangen faxen worden automatisch worden afgedrukt of dat automatisch afgedrukt en uit het ze worden opgeslagen om later geheugen gewist.
Pagina 272
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Pap.lade selecteren Item Beschrijving Waarde Pap.lade Hiermee wordt de lade opgegeven • Automatisch selecteren voor het afdrukken van ontvangen Het apparaat gebruikt lade 1 faxen. en 2 als ze papier van Let op dat alleen papier van het hetzelfde formaat bevatten.
Pagina 273
Instellingen faxeigenschappen (bij gebruik van het model met touchscreen) Item Beschrijving Waarde Alle bestanden Om de faxtaken te verwijderen, drukt verwijderen u op [Alles verw] en drukt u vervolgens op [Ja]. Als u op [Afsluiten] drukt zonder op [Alles verw] te drukken, wordt het vorige niveau van de menustructuur gesloten zonder dat de faxtaken worden verwijderd.
Pagina 274
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Item Beschrijving Waarde Ontvangstsnel Hier kunt u de ontvangstsnelheid voor • 33,6 Kbps heid de faxmodem opgeven. • 14,4 Kbps • 9,6 Kbps • 7,2 Kbps • 4,8 Kbps • 2,4 Kbps Standaardinstelling: [33,6 Kbps] Afdr.instel.
Pagina 275
Instellingen faxeigenschappen (bij gebruik van het model met touchscreen) Item Beschrijving Waarde Faxjournaal Hiermee stelt u het apparaat zo in dat • Autom. afdrukken afdruk. er automatisch een faxjournaal wordt • Niet autom. afdruk. afgedrukt na elke 50 faxtaken (zowel Standaardinstelling: [Autom.
Pagina 276
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Item Beschrijving Waarde Resolutie Hiermee geeft u de resolutie op die • Standaard moet worden gebruikt tijdens het Selecteer dit als het origineel scannen van originelen. een afgedrukt document of een document met drukletters met tekens van normale afmetingen •...
Pagina 277
Instellingen faxeigenschappen (bij gebruik van het model met touchscreen) Item Beschrijving Waarde Faxkoptekst Hiermee stelt u het apparaat zo in dat • Uit afdruk. er aan elke fax die u verstuurt een • Aan koptekst wordt toegevoegd. De Standaardinstelling: [Aan] koptekst bevat de huidige datum en tijd, de faxnaam van de gebruiker en het faxnummer van het apparaat, het...
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Adresboekinstellingen (bij gebruik van het model met touchscreen) Deze functie is alleen beschikbaar op de SP 330SFN/3710SF. Item Beschrijving Waarde Snelkiezenlijst Hier kunt u het faxnummer en de naam • Nr. voor de snelkiesbestemmingen opgeven. Geef hier het snelkiesnummer op.
Systeeminstellingen (bij gebruik van het model met touchscreen) Systeeminstellingen (bij gebruik van het model met touchscreen) Deze functie is alleen beschikbaar op de SP 330SFN/3710SF. Volume aanpassen Hier kunt u het volume van de geluiden die het apparaat produceert opgeven. Item Beschrijving Waarde...
Pagina 280
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Item Beschrijving Waarde Geluid Hiermee specificeert u het volume van • Uit taakfout de pieptoon die het apparaat • Laag produceert als er een faxontvangstfout • Gemiddeld optreedt. • Hoog Standaardinstelling: [Gemiddeld] Alarmvolume Hiermee specificeert u het volume van •...
Pagina 281
Systeeminstellingen (bij gebruik van het model met touchscreen) Item Beschrijving Waarde Netwerk Hier kunt u opgeven hoeveel seconden • 15 sec. het apparaat moet wachten voordat • 60 sec. gegevens worden afgedrukt, als de • 300 sec. gegevens worden onderbroken terwijl Standaardinstelling: [15 Sec] deze vanaf de computer via het netwerk worden gestuurd.
Pagina 282
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Item Beschrijving Waarde Vaste USB- Hier kunt u opgeven of hetzelfde • Uit poort printer-/LAN-faxstuurprogramma kan U moet het printer-/LAN- worden gebruikt voor meerdere faxstuurprogramma apart printers via een USB-verbinding. installeren voor afzonderlijke apparaten, omdat alle apparaten die niet het oorspronkelijke apparaat zijn,...
Pagina 283
Systeeminstellingen (bij gebruik van het model met touchscreen) Item Beschrijving Waarde Exporteren Hier kunt u opgeven of de gegevens • Uit naar NFC die u met behulp van het Hiermee worden de gegevens bedieningspaneel en Web Image die u met behulp van het Monitor heeft geconfigureerd, moeten bedieningspaneel en Web worden gesynchroniseerd met de...
Pagina 284
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Automatisch doorgaan Item Beschrijving Waarde Automatisch Hiermee stelt u in dat het apparaat • Uit doorgaan fouten met het papierformaat of -type • Aan negeert en verder gaat met afdrukken. Standaardinstelling: [Uit] Het afdrukken wordt tijdelijk onderbroken wanneer een fout wordt gedetecteerd en begint automatisch weer tien seconden nadat de...
Pagina 285
Systeeminstellingen (bij gebruik van het model met touchscreen) Item Beschrijving Horizontaal: Selecteer deze optie om de registratie van lade 2 horizontaal in te stellen. Lade 2 Verticaal: Lade Selecteer deze optie om de registratie van lade 1 verticaal in te stellen. Verticaal: Lade Selecteer deze optie om de registratie van lade 2 verticaal in te stellen.
Pagina 286
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Afbeeldingsdichtheid Item Beschrijving Waarde Afbeeldingsdic Hiermee kunt u de belichting van -3 tot +3 htheid afbeeldingen op afdrukken Standaardinstelling: 0 aanpassen.
Instellingen printereigenschappen (bij gebruik van het model met touchscreen) Instellingen printereigenschappen (bij gebruik van het model met touchscreen) Deze functie is alleen beschikbaar op de SP 330SFN/3710SF. Lijst-/proefafdruk Drukt lijsten af met de configuraties van het apparaat. De lijsten worden afgedrukt op A4- of Letter-formaat door de lade te gebruiken die is ingesteld voor [Printer] onder [Papierladeprioriteit] in [Papierinstellingen].
Pagina 288
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Item Beschrijving Waarde Standaard Hier kunt u opgeven welk A4, A5 LEF, A5, A6, 8 1/2 x 11, pag.form. papierformaat moet worden gebruikt 8 1/2 x 13, 16K, 3 7/8 x 7 1/2, als het papierformaat in de afdruktaak C6 Env, B5 JIS, B6 JIS, 8 1/2 x 14, niet is opgegeven.
Pagina 289
Instellingen printereigenschappen (bij gebruik van het model met touchscreen) Item Beschrijving Waarde Richting Selecteer hier de invoerrichting van de • Staand pagina. • Liggend Standaardinstelling: [Staand] Formulierregel Hier kunt u het aantal regels per 5 tot 128 pagina opgeven. Standaardinstelling: 64 Standaardinstelling: 60 Lettertypenum Hier kunt u de ID van het...
Pagina 290
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Item Beschrijving Waarde Courier- Hiermee selecteert u een courier- • Standaard lettertype lettertype. • Donker Standaardinstelling: [Standaard] A4-breedte Hiermee stelt u het apparaat zo in dat • Aan uitbreid. de breedte van het afdrukgebied op •...
Papierinstellingen (bij gebruik van het model met touchscreen) Papierinstellingen (bij gebruik van het model met touchscreen) Deze functie is alleen beschikbaar op de SP 330SFN/3710SF. Item Beschrijving Waarde Pap.forma A4, B5 JIS, A5, B6 JIS, A6, 8 1/2 x 14, 8 1/2 x at: Lade 1 11, 5 1/2 x 8 1/2, 8 1/2 x 13, 16K, A5 LEF, 8 1/2 x 13 2/5,...
Pagina 292
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Item Beschrijving Waarde Pap.form.: A4, B5 JIS, A5, B6 JIS, A6, 8 1/2 x 14, 8 1/2 x Handinv. 11, 5 1/2 x 8 1/2, 8 1/2 x 13, 16K, 4 1/8 x 9 1/2, 3 7/8 x 7 1/2, C5 Env, C6 Env, DL Env, A5 LEF, 8 1/2 x 13 2/5, 8 1/2 x 13 3/5, 8,11x13,3, Aangepast formaat...
Pagina 293
Papierinstellingen (bij gebruik van het model met touchscreen) Item Beschrijving Waarde Papiertype Hiermee kunt u het papiertype • Dun papier : Lade 2 voor lade 2 opgeven. • Normaal papier Deze instelling wordt alleen • Dik papier 1 weergegeven wanneer de •...
Pagina 294
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Item Beschrijving Waarde Prioriteit: Hier kunt u opgeven hoe • App.instelling(en) Handinv. afdruktaken met de handinvoer Het apparaat drukt alle afdruktaken af aan de moeten worden verwerkt. hand van de printerinstellingen. Er treedt een fout op als de instellingen voor het papierformaat/-type van het apparaat en het printerstuurprogramma niet overeenkomen.
Pagina 295
Papierinstellingen (bij gebruik van het model met touchscreen) Item Beschrijving Waarde Papierlade Hier kunt u de lade opgeven • Printer prioriteit die het eerst door het apparaat Selecteer een lade die als eerst moet worden wordt gecontroleerd op papier gecontroleerd op papier als er voor een dat voor de taak kan worden afdruktaak automatische ladeselectie is gebruikt indien de lade...
Pagina 296
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Item Beschrijving Waarde Niet-over.k Hiermee stelt u in dat er een • Aan form det fout wordt gerapporteerd • Uit wanneer het papierformaat niet Standaardinstelling: [Uit] overeenkomt met de instellingen voor de afdruktaak.
Instellingen beheerderstoepassingen (bij gebruik van het model met touchscreen) Instellingen beheerderstoepassingen (bij gebruik van het model met touchscreen) Deze functie is alleen beschikbaar op de SP 330SFN/3710SF. Item Beschrijving Waarde Datum/tijd Hiermee stelt u de datum en • Datum instellen instellen tijd in van de interne klok van Hier kunt u de datum van de interne klok van...
Pagina 298
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Item Beschrijving Waarde Faxinfo Hier kunt u de faxnaam en • Nummer: programmeren het faxnummer van het Hier kunt u het faxnummer van het apparaat apparaat opgeven. opgeven. Deze kan uit maximaal 20 tekens bestaan, inclusief 0 t/m 9, spatie en "+".
Pagina 299
Instellingen beheerderstoepassingen (bij gebruik van het model met touchscreen) Item Beschrijving Waarde PBX- Geef hier het nummer op dat 0 tot 999 toegangsnumm moet worden gedraaid om Standaardinstelling: 9 toegang tot de externe lijn te krijgen als het apparaat op een PBX is aangesloten.
Pagina 300
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Item Beschrijving Waarde Energiespaarst Hier kunt u opgeven of dat • Energiespaarstandmodus 1 andmodus het apparaat naar Het apparaat gaat over naar Energiespaarstandmodus, Energiespaarstandmodus 1 als het apparaat Energiespaarstandmodus 1 30 seconden niet is gebruikt. Het kost minder of Energiespaarstandmodus tijd om terug te keren uit Energiespaarstand 1 2 overgaat om het...
Pagina 301
Instellingen beheerderstoepassingen (bij gebruik van het model met touchscreen) Item Beschrijving Waarde Taal Hier kunt u de taal opgeven • Engels die op het scherm en in • Duits rapporten moet worden • Frans gebruikt. • Italiaans De standaardwaarde voor •...
Pagina 302
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Item Beschrijving Waarde Land Selecteer hier het land Algerije, Argentinië, Australië, Oostenrijk, waarin het apparaat wordt België, Bolivia, Brazilië, Bulgarije, gebruikt. De landcode die u Canada, Chili, China, Colombia, Costa Rica, opgeeft bepaalt de Kroatië, Cyprus, Tsjechië, weergavenotatie van de Denemarken, Dominicaanse Republ., Ecuador,...
Pagina 303
Instellingen beheerderstoepassingen (bij gebruik van het model met touchscreen) Item Beschrijving Waarde Land Selecteer hier het land Oman, Panama, Paraguay, Peru, Filippijnen, waarin het apparaat wordt Polen, Portugal, Puerto Rico, gebruikt. De landcode die u Roemenië, Rusland, Saoedi-Arabië, Senegal, opgeeft bepaalt de Servië, Singapore, Slowakije, Slovenië, Zuid- weergavenotatie van de Afrika, Spanje, Sri Lanka, Zweden, Zwitserland,...
Pagina 304
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Item Beschrijving Waarde Instellingen Let op dat u de instellingen • Alle instell. terugzetten terugzetten niet per ongeluk wist. Zet alle apparaatinstellingen terug naar de standaardwaarden, behalve de volgende: • Taalinstellingen • Landinstellingen •...
Pagina 305
Instellingen beheerderstoepassingen (bij gebruik van het model met touchscreen) Item Beschrijving Waarde Vergr.beheerde Geef een wachtwoord op • Aan (0000 tot en met 9999) rstoepass. van vier cijfers om toegang • Uit te krijgen tot de menu's Standaardinstelling: [Uit] [Adresboek], [Netwerkinstellingen], [Instellingswizard] en [Beheerderstoepass.].
Pagina 306
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Item Beschrijving Waarde Scan op USB Hier kunt u opgeven of • Inactief opslaan Scannen naar USB moet • Actief worden in- of uitgeschakeld. Standaardinstelling: [Actief] Deze functie wordt alleen weergegeven als er een wachtwoord is opgegeven onder [Vergr.beheerderstoepass.].
Lijsten/rapporten afdrukken (bij gebruik van het model met touchscreen) Lijsten/rapporten afdrukken (bij gebruik van het model met touchscreen) De configuratiepagina afdrukken (bij gebruik van het model met touchscreen) Deze functie is alleen beschikbaar op de SP 330SFN/3710SF. Druk op de toets [Home]. DYG322 Druk op het pictogram [Instel.] op het [Home]-scherm.
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel XX/XX/20XX XX:XX BootLoader[V.X.XX],Firmware[VX.XX],Engine[X.XX] S/No.:XXXXXXXXXXX Configuration Page 1/2 Model Name System Settings Administrator Tools XX/XX/20XX Print List/Report XXXXXXXXXXXXXXXXXX Scanner Features Paper Settings Address Book Fax Features Copier Features DYG534 1. Systeemreferentie Hier wordt de modelnaam, apparaat-ID en firmwareversie weergegeven. 2.
Pagina 309
Lijsten/rapporten afdrukken (bij gebruik van het model met touchscreen) Lijst/rap. afdrukken Hiermee wordt algemene informatie en de huidige configuratie van het apparaat afgedrukt. Faxjournaal Hiermee wordt een journaal van faxverzending en -ontvangst van de laatste 50 taken afgedrukt. Stnd-by vrz/ontv.bst Hiermee wordt een lijst faxtaken afgedrukt die nog in het geheugen van het apparaat wachten om te worden afgedrukt, verzonden of doorgestuurd.
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Netwerkinstellingen (bij gebruik van het model met touchscreen) Deze functie is alleen beschikbaar op de SP 330SFN/3710SF. • Mogelijk moet u uw apparaat, afhankelijk van de instellingen die u wijzigt, opnieuw opstarten. • Op sommige modellen wordt een aantal items mogelijk niet weergegeven. Draadl.(Wi-Fi) insch.
Pagina 311
Netwerkinstellingen (bij gebruik van het model met touchscreen) Item Beschrijving Waarde Ethernetsnelh. Hier kunt u de snelheid voor Ethernet- • Autom. selecteren inst. communicatie opgeven. Selecteer een • 100Mbps Full Duplex snelheid die overeenstemt met uw • 100Mbps Half Duplex netwerkomgeving.
Pagina 312
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Item Beschrijving Waarde Methode IP- Hier wordt de ophaalmethode van het • IP niet gereed adres IP-adres weergegeven. • DHCP • Automatisch IP • Handmatige configuratie • Standaard IP IP-adr. Wi-Fi Hier wordt het IP-adres van Wi-Fi –...
Pagina 313
Netwerkinstellingen (bij gebruik van het model met touchscreen) Item Beschrijving Waarde Handm. adres Hier kunt u de IPv6-instellingen van het • Handm. adres instel. instel. apparaat opgeven. Geef hier het IPv6-adres van het apparaat op wanneer DHCP niet wordt gebruikt. Kan tot 39 tekens bevatten.
Pagina 314
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Inst. draadl. (Wi-Fi) Item Beschrijving Waarde Wi-Fi Direct Hiermee kunnen apparaten direct met elkaar communiceren zonder gebruik van een centraal toegangspunt. Status • Status draadloos Hier wordt de huidige status van (Wi-Fi) de verbinding weergegeven. •...
Pagina 315
Netwerkinstellingen (bij gebruik van het model met touchscreen) Item Beschrijving Waarde Wi-Fi Direct- Selecteer 2,4 GHz of 5 GHz als de • 2,4 GHz type frequentie voor draadloos LAN. • 5 GHz Standaardinstelling: [2,4 GHz] • Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor meer informatie over de netwerkconfiguratie.
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel @Remote (bij gebruik van het model met touchscreen) Deze functie is alleen beschikbaar op de SP 330SFN/3710SF. RC Gate-proxyserv. Item Beschrijving Waarde RC Gate- Hier kunt u opgeven of er een • Uit proxyserver proxyserver moet worden gebruikt.
Pagina 317
@Remote (bij gebruik van het model met touchscreen) • @Remote is een online tool voor het op afstand beheren van digitale multifunctionele printers (MFP's) en laserprinters. Voor meer informatie over de instellingen, neemt u contact op met de leverancier.
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Instellingen kopieerapparaateigenschappen (bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels) Deze functie is alleen beschikbaar op de SP 330SN. Item Beschrijving Waarde Selecteer papier Geef hier het papierformaat op dat gebruikt •...
Pagina 319
Instellingen kopieerapparaateigenschappen (bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels) Item Beschrijving Waarde Type Origineel Hier wordt de inhoud van de originelen • Gemngd weergegeven om de kopieerkwaliteit te Selecteer deze optie optimaliseren. als het origineel zowel tekst als foto's of afbeeldingen bevat.
Pagina 320
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Item Beschrijving Waarde Verkleinen/ Hier kunt u het percentage opgeven waarmee vergroten kopieën moeten worden vergroot of verkleind. • 50% • 71%(A4->A5) • 82%(B5J->A5) • 93% • 100% • 122%(A5->B5J) • 141%(A5->A4) • 200 % •...
Pagina 321
Instellingen kopieerapparaateigenschappen (bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels) Item Beschrijving Waarde Duplex/ Hiermee geeft u gecombineerd kopiëren op. • Uit Combineren Selecteer een kopieermodus aan de hand van • 1-z 2orig->Cmb 2op1 uw origineel en hoe u wilt dat de kopie eruit zal zien.
Pagina 322
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Item Beschrijving Waarde ID-kaartinstellingen Hiermee kunt u de instellingen voor de functie ID- • ID-kaart kop. kaart kopiëren opgeven. • Uit • Aan Standaardinstelling: [Uit] • ID-kaart regel in midden Hier kunt u opgeven of u een lijn in het midden wilt trekken als u een ID-kaart kopieert.
Instellingen scannereigenschappen (bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels) Instellingen scannereigenschappen (bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels) Deze functie is alleen beschikbaar op de SP 330SN. Item Beschrijving Waarde Scanformaat Hier kunt u het scanformaat opgeven dat 8 1/2 x 14, 8 1/2 x 11, 8 1/2 x 5 overeenkomt met het origineelformaat.
Pagina 324
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Item Beschrijving Waarde Max. E- Hier kunt u het maximale formaat • 1 MB mailform. opgeven van een bestand dat via e-mail • 2 MB kan worden verstuurd. • 3 MB • 4 MB •...
Pagina 325
Instellingen scannereigenschappen (bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels) Item Beschrijving Waarde Bestandstype Hiermee kunt u opgeven of er bij het • Meerdere pagina's scannen van meerdere pagina's één • Enkele pagina bestand met alle gescande pagina's of Standaardinstelling: [Meerdere dat er per gescande pagina één bestand pagina's]...
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Systeeminstellingen (bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels) Deze functie is alleen beschikbaar voor de SP 330SN. I/O time-out Item Beschrijving Waarde Hier kunt u opgeven hoeveel seconden • 15 sec.
Pagina 327
Systeeminstellingen (bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels) Item Beschrijving Waarde Beveil. afdr Hier kunt u opgeven hoeveel seconden • 0 tot 300 seconden, in stappen de printer een beveiligd afdrukbestand van 1 seconde moet vasthouden als het apparaat Standaardinstelling: [60 seconden] geen beveiligde afdrukbestanden kan opslaan.
Pagina 328
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Item Beschrijving Waarde Export. nr NFC Hier wordt aangegeven of de • Uit gegevens die u met behulp van het Hiermee worden de gegevens bedieningspaneel en Web Image die u heeft geconfigureerd met Monitor heeft geconfigureerd, moeten behulp van het worden gesynchroniseerd met de...
Pagina 329
Systeeminstellingen (bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels) Automatisch doorgaan Item Beschrijving Waarde Automatisch Hiermee stelt u in dat het apparaat • Uit doorgaan fouten met het papierformaat of -type • Aan negeert en verder gaat met afdrukken. Standaardinstelling: [Uit] Het afdrukken wordt tijdelijk onderbroken wanneer een fout wordt...
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Item Beschrijving Waarde Printcartr. Hier wordt de resterende hoeveelheid • (nieuw) per verbruiksartikel weergegeven. • • • • • (vervanging nodig) Printerregistratie Hiermee kunt u de registratie van elke lade aanpassen. U kunt de registratiewaarde aanpassen naar een waarde tussen -15 en +15 (oftewel -1,5 en +1,5 mm, in stappen van 0,1 mm).
Pagina 331
Systeeminstellingen (bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels) Modus lage vochtigheid Item Beschrijving Waarde Modus lage Als het apparaat in een kamer met • Uit vochtigheid lage vochtigheid wordt gebruikt, • Aan kunnen zwarte lijnen van enkele Standaardinstelling: [Uit] millimeters dik met tussenruimtes van 75 mm op afdrukken verschijnen.
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Instellingen printereigenschappen (bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels) Deze functie is alleen beschikbaar op de SP 330SN. Lijst-/proefafd Hiermee kunt u lijsten met apparaatconfiguraties afdrukken. De lijsten worden afgedrukt op A4- of Letter-formaat door de lade te gebruiken die is ingesteld voor [Printer] onder [Papierladeprioriteit] in [Papierlade-instellingen].
Pagina 333
Instellingen printereigenschappen (bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels) Item Beschrijving Waarde Standaard Hier kunt u opgeven welk • A4 paginaformaat papierformaat moet worden gebruikt • A5 LEF als het papierformaat in de afdruktaak • A5 SEF niet is opgegeven.
Pagina 334
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Item Beschrijving Waarde Afdrukken Hiermee kunt u instellen dat blanco • Aan Blanco pagina pagina's worden afgedrukt. • Uit Wanneer het afdrukken van voor-/ Standaardinstelling: [Aan] achterbladen is ingesteld vanuit het printerstuurprogramma, worden voor-/achterbladen ingevoegd zelfs als u [Uit] selecteert.
Pagina 335
Instellingen printereigenschappen (bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels) Item Beschrijving Waarde Puntgrootte Hier kunt u de tekengrootte van het 4,00 t/m 999,75 geselecteerde lettertype opgeven. Standaardinstelling: 12,00 punten Deze instelling is alleen effectief voor U kunt de waarde in stappen van een lettertype dat verschillende 0,25 wijzigen.
Pagina 336
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Item Beschrijving Waarde Resolutie Hiermee kunt u de afdrukresolutie in • 600 x 600 dpi dots per inch opgeven. Standaardinstelling: [600 x 600 dpi] PS-menu Hier kunt u de voorwaarden opgeven voor het gebruik van PostScript bij afdrukken. Item Beschrijving Waarde...
Papierlade-instellingen (bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels) Papierlade-instellingen (bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels) Deze functie is alleen beschikbaar op de SP 330SN. Item Beschrijving Waarde Papiertype Hiermee kunt u het papiertype •...
Pagina 338
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Item Beschrijving Waarde Papiertype Hiermee kunt u het papiertype • Dun papier voor de handinvoer opgeven. • Normaal papier Handinvoe • Dik papier 1 • Gerecycled papier • Gekleurd papier • Briefpapier • Voorbedrukt papier •...
Pagina 339
Papierlade-instellingen (bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels) Item Beschrijving Waarde Papierform Hiermee kunt u papierformaat • A4 aat: Lade voor lade 1 opgeven. • A5 LEF • A5 SEF • A6 • B5 JIS • B6 JIS •...
Pagina 340
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Item Beschrijving Waarde Papierform Bepaalt het papierformaat voor • A4 aat: de handinvoer. • A5 LEF Handinvoe • A5 SEF • A6 • B5 JIS • B6 JIS • 3 7/8 × 7 1/2 •...
Pagina 341
Papierlade-instellingen (bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels) Item Beschrijving Waarde Prioriteit Hiermee kunt u opgeven hoe • Apparaatinstelling(en) Handinvoe afdruktaken met de handinvoer Het apparaat drukt alle afdruktaken af aan de worden verwerkt. hand van de printerinstellingen. Er treedt een fout op als de instellingen voor het papierformaat/-soort van het apparaat en het printerstuurprogramma niet overeenkomen.
Pagina 342
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Item Beschrijving Waarde Papierlade Hier kunt u de lade opgeven • Printer prioriteit die het eerst door het apparaat Selecteer een lade die als eerst moet worden wordt gecontroleerd op papier gecontroleerd op papier als er voor een dat voor de taak kan worden afdruktaak automatische ladeselectie is gebruikt indien de lade...
Instellingen beheerderstoepassingen (bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels) Instellingen beheerderstoepassingen (bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels) Deze functie is alleen beschikbaar op de SP 330SN. Item Beschrijving Waarde Datum/tijd Hiermee stelt u de datum en •...
Pagina 344
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Item Beschrijving Waarde Functieprioriteit Hier kunt u de modus • Kopieerapparaat opgeven die geactiveerd • Scanner wordt wanneer het apparaat Standaardinstelling: [Kopieerapparaat] wordt ingeschakeld of als de tijd die is opgegeven voor [Automatische reset systeem] is verstreken zonder activiteit terwijl het beginscherm van de huidige modus wordt...
Pagina 345
Instellingen beheerderstoepassingen (bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels) Item Beschrijving Waarde Energiespaarst Hier kunt u opgeven of dat • Energiespaarstandmodus 2 andmodus het apparaat naar Het apparaat gaat over naar Energiespaarstandmodus, Energiespaarstandmodus 2 als de opgegeven Energiespaarstandmodus 1 tijd voor deze instelling is verstreken.
Pagina 346
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Item Beschrijving Waarde Taal Hier kunt u de taal opgeven • Engels die op het scherm en in • Duits rapporten moet worden • Frans gebruikt. • Italiaans De standaardwaarde voor • Spaans deze instelling is de taal die u heeft opgegeven tijdens de •...
Pagina 347
Instellingen beheerderstoepassingen (bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels) Item Beschrijving Waarde Instellingen Let op dat u de instellingen • Alle instell. terugzetten terugzetten niet per ongeluk wist. Zet alle apparaatinstellingen terug naar de standaardwaarden, behalve de volgende: •...
Pagina 348
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Item Beschrijving Waarde IPsec Hier kunt u opgeven of IPsec • Inactief moet worden in- of • Actief uitgeschakeld. Standaardinstelling: [Inactief] Deze functie wordt alleen weergegeven als er een wachtwoord is opgegeven onder [Vergr.beheerderstoepass.].
Rapporten/lijsten afdrukken (bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels) Rapporten/lijsten afdrukken (bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels) Deze functie is alleen beschikbaar op de SP 330SN. De configuratiepagina afdrukken (bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels) Druk op de toets [Gebruikersinstellingen].
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel XX/XX/20XX XX:XX BootLoader[V.X.XX],Firmware[VX.XX],Engine[X.XX] S/No.:XXXXXXXXXXX Configuration Page 1/2 Model Name System Settings Administrator Tools XX/XX/20XX Print List/Report XXXXXXXXXXXXXXXXXX Scanner Features Paper Settings Address Book Fax Features Copier Features DYG534 1. Systeemreferentie Hier wordt de modelnaam, apparaat-ID en firmwareversie weergegeven. 2.
Pagina 351
Rapporten/lijsten afdrukken (bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels) Scanneradreslijst Hiermee wordt een lijst van de scanbestemmingen afgedrukt. Scannerjournaal Hiermee wordt een scanjournaal afgedrukt voor de laatste 100 taken van Scannen naar e-mail, Scannen naar FTP en Scannen naar map. Configuratiepagina Hiermee wordt de onderhoudspagina afgedrukt.
Netwerkinstellingen (bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels) Deze functie is alleen beschikbaar op de SP 330SN. • Mogelijk moet u uw apparaat, afhankelijk van de instellingen die u wijzigt, opnieuw opstarten. • Op sommige modellen wordt een aantal items mogelijk niet weergegeven.
Pagina 353
Netwerkinstellingen (bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels) Draadloos (Wi-Fi) Item Beschrijving Waarde WiFi Selecteer of u draadloze LAN wilt in- • Uitschakelen inschakelen of uitschakelen. • Inschakelen Als [Uitschakelen] is ingesteld, worden Standaardinstelling: [Uitschakelen] [Status draadloos (Wi-Fi)], [MAC- adres], [Huidige verbinding], [SSID invoeren], [WPS], [Wi-Fi Direct], [WW Wi-Fi Dir.] en [Wi-Fi Direct-type] niet...
Pagina 354
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel IPv4-configuratie Item Beschrijving Waarde DHCP Hiermee verkrijgt het apparaat • Inactief automatisch zijn IPv4-adres, • Actief subnetmasker en standaard Standaardinstelling: [Actief] gatewayadres van een DHCP-server. IP-adres Hiermee geeft u het IPv4-adres van het Standaardinstelling: apparaat op wanneer DHCP niet XXX.XXX.XXX.XXX...
Pagina 355
Netwerkinstellingen (bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels) IPv6-configuratie Item Beschrijving Waarde IPv6 Selecteer of u IPv6 wilt in- of • Inactief uitschakelen • Actief Standaardinstelling: [Inactief] DHCP Hiermee stelt u in dat het apparaat het • Inactief IPv6-adres ontvangt van een DHCP- •...
Pagina 356
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Item Beschrijving Waarde Staatloos Hier worden de IPv6 staatloze • Staatloos adres 1 adres adressen weergegeven die zijn • Staatloos adres 2 verkregen via routeradvertisement. • Staatloos adres 3 • Staatloos adres 4 Link lokaal Hier wordt het IPv6 linklokale adres –...
Network Wizard (bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels) Deze functie is alleen beschikbaar op de SP 330SN. U kunt draadloze verbindingen inschakelen door de instructies van de wizard te volgen. Voor meer informatie, zie de Installatiehandleiding.
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel @Remote (bij gebruik van het model met LCD- scherm van 4 regels) Deze functie is alleen beschikbaar op de SP 330SN. RC Gate-proxyserv. Item Beschrijving Waarde RC Gate- Hier kunt u opgeven of er een •...
Pagina 359
@Remote (bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels) • @Remote is een online tool voor het op afstand beheren van digitale multifunctionele printers (MFP's) en laserprinters. Voor meer informatie over de instellingen, neemt u contact op met de leverancier.
Pagina 360
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel...
8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u het apparaat kunt configureren via hulpprogramma's. Instellingenfuncties die beschikbaar zijn in Web Image Monitor en Smart Organizing Monitor Gebruik Web Image Monitor of Smart Organizing Monitor om de configuratie van het apparaat te wijzigen via een computer.
Pagina 362
8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Smart Organizing Beschikbare bewerkingen Web Image Monitor Monitor De beheerdersinstellingen configureren Beschikbaar Niet beschikbaar Lijsten/rapporten afdrukken Beschikbaar Beschikbaar *1 Deze functie is beschikbaar bij gebruik van het model met touchscreen. *2 Deze functie is beschikbaar bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels.
Web Image Monitor gebruiken Web Image Monitor gebruiken • Sommige items worden mogelijk niet weergegeven, afhankelijk van het modeltype dat u gebruikt. • Sommige items kunnen worden geconfigureerd via het bedieningspaneel. Aanbevolen internetbrowsers • Internet Explorer 6 of hoger • Firefox 3.0 of hoger •...
8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Bovenste pagina weergeven Als u via Web Image Monitor toegang tot het apparaat verkrijgt, wordt de bovenste pagina in uw browservenster weergegeven. Start de internetbrowser. Voer in de adresbalk van de browser "http://(IP-adres van apparaat)/" in om toegang te krijgen tot dit apparaat.
Bovenste pagina weergeven 4. Algemeen gebied Hier wordt de inhoud weergegeven van het item dat in het menugedeelte is geselecteerd. De informatie in het algemene gedeelte wordt niet automatisch bijgewerkt. Klik op [Vernieuwen] in de rechterbovenhoek van het algemene gebied om de informatie bij te werken.
8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's De systeeminformatie controleren Klik op [Home] om de hoofdpagina van Web Image Monitor weer te geven. Op deze pagina kunt u de huidige systeeminformatie controleren. Deze pagina bevat drie tabbladen: [Status], [Teller] en [Apparaatinformatie]. Tabblad Status Item Beschrijving...
De systeeminformatie controleren • Als er geen authentieke printcartridge is geplaatst, kan de levensduur van de toner niet goed worden aangegeven. • Informatie over lade 2 wordt alleen weergegeven als deze is geïnstalleerd. Tabblad Teller Paginateller Item Beschrijving Printer Hier wordt het volgende weergegeven voor pagina's die zijn afgedrukt met de printerfunctie: Totaal aantal pagina's dat is afgedrukt via de printerfunctie en lijsten/ rapporten die afgedrukt zijn vanuit het menu Lijst-/proefafdruk onder...
Pagina 368
8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Item Beschrijving Totaal aantal pagina's Hier wordt het totale aantal afdrukken weergegeven die met het apparaat zijn gemaakt: Pagina's die zijn afgedrukt met de printer-, kopieerapparaat- en faxfuncties (bij gebruik van het model met touchscreen) Pagina's die zijn afgedrukt met de printer- en kopieerapparaatfuncties (bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels) Lijsten/rapporten die zijn afgedrukt vanuit het menu Lijst/Rapport...
De systeeminstellingen configureren De systeeminstellingen configureren Klik op [Systeeminstellingen] om de pagina voor configuratie van de systeeminstellingen weer te geven. Bij gebruik van het model met touchscreen Deze pagina bevat de volgende tabbladen: [Geluidsvolume aanpassen], [Papierlade-instellingen], [Kopieerapparaat], [Fax], Lade prioriteit, Toner besparen en Interface. Bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels Op deze pagina staan de volgende tabbladen: [Papierlade-instellingen], [Kopieerapparaat], [Lade prioriteit], [Toner besparen], [Interface] en [Snelkoppeling naar functie].
Pagina 371
De systeeminstellingen configureren Handinvoerlade-inst. prioriteit Item Beschrijving Handinvoerlade-inst. Selecteer hoe afdruktaken via de handinvoer worden verwerkt. prioriteit • Systeeminstell. De papierinstellingen die op het bedieningspaneel van het apparaat zijn geconfigureerd, worden op alle afdruktaken toegepast. Er treedt een fout op als de papierinstellingen die in het printerstuurprogramma of in de afdrukopdracht zijn opgegeven niet overeenkomen met de apparaatinstellingen.
8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Tabblad Kopieerapparaat Selecteer papier Item Beschrijving Selecteer papier Selecteer het papierformaat voor het afdrukken van kopieën en kies daarbij uit: [Lade 1], [Lade 2], [Handinvoer], [A4 (210 x 297 mm)], [Letter (8,5 x 11)] of [16K (195 x 267 mm)]. Als er een lade geselecteerd is, gebruikt het apparaat alleen die lade voor afdrukken.
Pagina 373
De systeeminstellingen configureren Item Beschrijving Papierlade selecteren Selecteer de lade voor het afdrukken van faxen en kies daarbij uit: [Automatisch], [Lade 1] of [Lade 2]. Als [Automatisch] geselecteerd is, gebruikt het apparaat lade 1 en lade 2 als ze papier van hetzelfde formaat bevatten. In dit geval begint het apparaat af te drukken vanuit de lade die als prioriteitslade is opgegeven voor [Fax] op de pagina [Lade prioriteit].
Pagina 374
8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Item Beschrijving Doorstuurresultaat Selecteer of er een e-mailmelding moet worden gestuurd nadat er een fax melden is doorgestuurd. De bestemming voor e-mailmeldingen hangt af van hoe [Doorstuurbestemming] is ingesteld: • Als deze is ingesteld met een [E-mailadres], wordt de melding naar het beheerderse-mailadres gestuurd die is opgegeven in [E-mailadres beheerder] op de pagina [Beheerder].
De systeeminstellingen configureren Tabblad Lade prioriteit Lade prioriteit Item Beschrijving Printer Selecteer de lade die als eerste wordt gecontroleerd op papier dat voor de taak kan worden gebruikt vanuit [Lade 1], [Lade 2] of [Handinvoer]. Als u voor de taak automatische ladeselectie heeft geselecteerd en meerdere laden geschikt papier bevatten, wordt de eerste gevonden lade gebruikt om af te drukken.
8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Tabblad interface Interface Item Beschrijving Vaste USB-prt • Bij gebruik van het model met touchscreen Hier kunt u opgeven of hetzelfde printer-/LAN-faxstuurprogramma kan worden gebruikt voor meerdere printers via een USB-verbinding. Als deze instelling is ingeschakeld, kan het printer/LAN- faxstuurprogramma dat u op uw computer heeft geïnstalleerd, worden gebruikt met elk ander apparaat dat van hetzelfde model is als het apparaat dat oorspronkelijk voor de installatie was gebruikt.
De systeeminstellingen configureren Item Beschrijving Time-out beveiligde Hier kunt u opgeven hoeveel seconden het apparaat een beveiligd afdruk (sec.) afdrukbestand moet vasthouden als de printer geen beveiligde afdrukbestanden kan opslaan (0 tot 300 seconden). In deze periode kunt u het nieuwe beveiligde afdrukbestand afdrukken of verwijderen. U kunt een bestaand beveiligd afdrukbestand ook afdrukken of verwijderen, zodat het nieuwe beveiligde afdrukbestand op het apparaat kan worden opgeslagen.
8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Bestemmingen registreren Scan- en faxbestemmingen kunnen worden geregistreerd met Web Image Monitor. Bij gebruik van het model met touchscreen Er kunnen tot 100 scanbestemmingen en 108 faxbestemmingen (8 snelkeuzebestemmingen en 100 verkorte kiesbestemmingen) worden geregistreerd. Voor meer informatie over het registreren van bestemmingen, zie de secties over scannen en faxen.
Speciale afzenders voor faxen registreren (bij gebruik van het model met touchscreen) Speciale afzenders voor faxen registreren (bij gebruik van het model met touchscreen) Deze functie is alleen beschikbaar op de SP 330SFN/3710SF. Speciale faxafzenders kunnen worden geregistreerd met Web Image Monitor. Er kunnen maximaal 30 speciale afzenders worden geregistreerd.
8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's De netwerkinstellingen configureren Klik op [Netwerkinstellingen] om de pagina weer te geven waarop u de netwerkinstellingen kunt configureren. Deze pagina bevat de volgende tabbladen: [Netwerkstatus], [IPv6-configuratie], [Netwerkapplicatie], [DNS], [Automatische E-mailmelding], [SNMP], [SMTP], [POP3] en [Draadloos ]. •...
De netwerkinstellingen configureren Tabblad IPv6-configuratie IPv6 Item Beschrijving IPv6 Selecteer hier of u IPv6 wilt in- of uitschakelen U kunt IPv6 niet uitschakelen via Web Image Monitor als het apparaat momenteel in gebruik is in een IPv6-omgeving. Gebruik in dat geval het bedieningspaneel om [IPv6] uit te schakelen onder Netwerkinstellingen.
8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Item Beschrijving E-mail Selecteer deze optie om de functie Scannen naar E-mail in te schakelen. Max. E-mail form. Hier kunt u het maximale formaat selecteren voor scanbestanden die als bijlage van een e-mail worden verstuurd (1 tot 5 MB of geen maximale grootte).
De netwerkinstellingen configureren Tabblad DNS Item Beschrijving DNS-methode Selecteer of u handmatig domeinnaamservers wilt opgeven of automatisch DNS-informatie van het netwerk wilt ophalen. Indien ingesteld op [Automatisch verkrijgen (DHCP)] zijn de opties [Primaire DNS-server], [Secundaire DNS-server] en [Domeinnaam] hieronder niet beschikbaar. Primaire DNS-server Voer hier het IPv4-adres van de primaire DNS in.
8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Tabblad Automatische e-mailmeldingen E-mailmelding 1/E-mailmelding 2 Item Beschrijving Weergavenaam Voer een naam in voor de de afzender van de e-mailmelding. Kan tot 32 tekens bevatten. E-mailadres Voer een naam in voor de ontvanger van de waarschuwingsmail. Kan tot 64 tekens bevatten.
De netwerkinstellingen configureren Trap Item Beschrijving Trap gebruiken Selecteer of het apparaat traps kan verzenden naar de managementhost (NMS). Als deze optie is uitgeschakeld, zijn [SNMP-beheer host 1] en [SNMP- beheer host 2] hieronder niet beschikbaar. SNMP-beheer host 1 Voer hier het IP-adres of de hostnaam van de beheerhost in. Kan tot 64 tekens bevatten.
8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Item Beschrijving Verificatiemethode Selecteer een van de volgende verificatiemethoden: [Anoniem]: Een gebruikersnaam en wachtwoord zijn niet nodig. [SMTP]: Het apparaat ondersteunt NTLM- en LOGIN-verificatie. [POP voor SMTP]: De POP3-server wordt gebruikt voor verificatie. Wanneer u e-mails verzendt naar een SMTP-server, kunt u het beveiligingsniveau van de SMTP-server verhogen door verbinding te maken met de POP-server t.b.v.
De netwerkinstellingen configureren Item Beschrijving Verificatie Selecteer een van de volgende verificatiemethoden: [Geen]: Het wachtwoord wordt niet gecodeerd. [APOP-verificatie]: Het wachtwoord wordt gecodeerd. [Automatisch]: Het wachtwoord wordt wel of niet gecodeerd, afhankelijk van de POP3-serverinstellingen. Tabblad Draadloos Status draadloos LAN Item Beschrijving Status draadloos LAN...
Pagina 388
8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Item Beschrijving Codering Selecteer hier een coderingsmethode. WPA-wachtwoordzin Voer de WPA-coderingssleutel in als [WPA2-PSK] of [WPA/WPA2 gemengde modus] geselecteerd is voor [Verificatie]. WEP-sleutellengte Selecteer 64-bits of 128-bits als de lengte voor de coderingssleutel als [WEP] is geselecteerd voor [Codering].
De netwerkinstellingen configureren Tabblad Google Cloud Google Cloud Item Beschrijving Google Cloud Print Hier kunt u opgeven of Google Cloud Print moet worden ingeschakeld of niet. Als Google Cloud Print is uitgeschakeld, kunnen [Local Discovery] en [Time-out (seconden)] hieronder niet worden geconfigureerd. Registratiestatus Hiermee wordt de status van de Google Cloud Print-registratie weergegeven.
8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Item Beschrijving Hoogte Voer hier de hoogte van de locatie van het apparaat in. Tabblad Certificaat U kunt de volgende twee soorten certificaten op dit apparaat gebruiken: • Certificaten die zijn aangemaakt door het apparaat. •...
Pagina 391
De netwerkinstellingen configureren Item Beschrijving Certificaat exporteren Selecteer dit item om een back-up te maken van het certificaat dat op het apparaat is geïnstalleerd. Het certificaat wordt in PKCS12-indeling geëxporteerd. Certificaat weergeven Selecteer dit item om details over het certificaat te controleren dat op het apparaat is geïnstalleerd.
Pagina 392
8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Item Beschrijving Plaats/District Voer hier de naam van de plaats of het district in waar het apparaat zich (optioneel) bevindt. De naam mag maximaal 32 tekens bevatten. Staat/Provincie Voer hier de naam van de staat of provincie in waar het apparaat zich (optioneel) bevindt.
De IPsec-instellingen configureren De IPsec-instellingen configureren Klik op [IPsec-instellingen] om de pagina voor configuratie van de IPsec-instellingen te configureren. Deze pagina bevat de volgende tabbladen: [Algemene IPsec-instellingen] en [IPsec-beleidslijst]. • Deze functie is alleen beschikbaar wanneer er een beheerderswachtwoord is opgegeven. Tabblad Algemene IPsec-instellingen Item Beschrijving...
8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Item Beschrijving Status Hier wordt de status van het IPsec-beleid weergegeven: "Actief" of "Inactief". Als u IPsec-beleidsregels wilt configureren, selecteert u het gewenste IPsec-beleid en klikt u op [Wijzigen] om de pagina "IPsec-beleidsinstellingen " weer te geven. Op de pagina "IPsec- beleidsinstellingen"...
Pagina 395
De IPsec-instellingen configureren IPsec-instellingen Item Beschrijving Encapsulation-type Geef hier het inkapselingstype op: • [Transport]: Selecteer deze modus om alleen de nettolading van elk IP-pakket te beveiligen wanneer er wordt gecommuniceerd met apparaten die met IPsec compatibel zijn. • [Tunnel]: Selecteer deze modus om elk gedeelte van elk IP-pakket te beveiligen.
Pagina 396
8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Item Beschrijving Levensduur Hier kunt u de levensduur van de IPsec SA (beveiligingskoppeling) opgeven als tijdsperiode of gegevensvolume. De SA verloopt wanneer de opgegeven tijdsperiode verloopt of als het opgegeven gegevensvolume wordt bereikt. Als u zowel een periode als een gegevensvolume opgeeft, verloopt de SA zodra een van de twee is bereikt en wordt er door middel van onderhandeling een nieuwe SA verkregen.
Lijsten/rapporten afdrukken Lijsten/rapporten afdrukken Klik op [Rapport / lijst afdrukken] om de pagina voor het afdrukken van rapporten weer te geven. Selecteer vervolgens een item en klik op [Afdrukken] om informatie over dat item af te drukken. Rapport / lijst afdrukken Item Beschrijving Lijst/rap.
8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's De beheerderinstellingen configureren Klik op [Beheerdertoepassingen] om de pagina voor configuratie van de beheerdersinstellingen te configureren. Deze pagina bevat de volgende tabbladen: [Beheerder], [Instellingen resetten], [Instellingen back- uppen], [Instellingen herstellen], [Datum/tijd instellen] en [Energiespaarstand] en [PCL6-modus]. Tabblad Beheerder Beheerderinstellingen Item...
De beheerderinstellingen configureren Item Beschrijving Menu-instellingen Selecteer deze optie om instellingen die niet met het netwerk te maken terugzetten hebben, naar hun fabriekswaarden terug te zetten. Scanbestemming Selecteer deze optie om de scanbestemmingen te wissen. wissen Adresboek wissen Selecteer deze optie om de faxbestemmingen te wissen. (alleen bij gebruik van het model met touchscreen)
8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Item Beschrijving Back-up van Hiermee worden faxbestemmingen in een back-upbestand opgeslagen. adresboek (alleen bij gebruik van het model met touchscreen) IPsec-instellingen back- Hiermee worden de IPsec-instellingen opgeslagen in een back-upbestand. uppen Volg onderstaande procedure om back-upbestanden van de configuratie te maken. Selecteer het keuzerondje voor het gegevenstype waarvan u back-ups wilt maken.
De beheerderinstellingen configureren • Als de instellingen niet juist worden hersteld, verschijnt er een foutmelding. Probeer nogmaals om het bestand volledig te herstellen. Tabblad Datum/tijd instellen Datum instellen Item Beschrijving Jaar Voer hier het huidige jaartal in (2000 tot en met 2099). Maand Voer hier de huidige maand in (1 t/m 12).
8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Tabblad Energiespaarstand Energiespaarstand Item Beschrijving Energiespaarstand 1 Selecteer [Actief] als u wilt dat het apparaat overschakelt op Energiespaarstand 1 als deze zo'n 30 seconden inactief is geweest. Het kost minder tijd om terug te keren uit Energiespaarstand 1 dan uit de uitgeschakelde status of uit Energiespaarstand 2, maar het stroomverbruik in Energiespaarstand 1 is hoger in dan in Energiespaarstand 2.
Smart Organizing Monitor gebruiken Smart Organizing Monitor gebruiken De toestand en statusinformatie van het apparaat kunnen worden gecontroleerd met Smart Organizing Monitor. Het dialoogvenster Smart Organizing Monitor Dialog weergeven In het menu [Start] klikt u op [SP 330_3710_Series_Software Utilities]. Klik op [Smart Organizing Monitor voor SP 330 3710-serie]. Als het apparaat dat u gebruikt niet is geselecteerd, klik dan op [Printer verbinden] en voer een van de volgende handelingen uit: •...
8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's 2. Tabbladgebied • Tabblad Status • Printernaam • Printcartridge Hier worden de volgende berichten weergegeven ter aanduiding van de resterende tonerniveaus: resterend niveau 2 t/m 5, "Bijna leeg" en "Leeg". • Invoerlade Hier kunt u de volgende informatie over de invoerladen controleren. [Invoerlade], [Status], [Papierform.], [Papiertype] Hier wordt weergegeven welk papiertype in elke invoerlade is geplaatst.
Smart Organizing Monitor gebruiken Klik op [Smart Organizing Monitor voor SP 330 3710-serie]. Als het apparaat dat u gebruikt niet is geselecteerd, klik dan op [Printer verbinden] en voer een van de volgende handelingen uit: • Selecteer het model van het apparaat. •...
8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's • Op dit tabblad kunt u de toegangscode wijzigen. Tabblad IPv6, Netwerk 1, Netwerk 2 en Netwerk 3 • Hier kunt u de netwerkverbindingen en -communicatie configureren. • Op dit tabblad zijn de volgende bewerkingen mogelijk: •...
Smart Organizing Monitor gebruiken Configuratiepagina De volgende afbeelding is een voorbeeld van een configuratiepagina. XX/XX/20XX XX:XX BootLoader[V.X.XX],Firmware[VX.XX],Engine[X.XX] S/No.:XXXXXXXXXXX Configuration Page 1/2 Model Name System Settings Administrator Tools XX/XX/20XX Print List/Report XXXXXXXXXXXXXXXXXX Scanner Features Paper Settings Address Book Fax Features Copier Features DYG534 1.
8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Soorten lijsten/rapporten Lijst/rap. afdrukken Hiermee wordt algemene informatie en de huidige configuratie van het apparaat afgedrukt. Faxjournaal Hiermee wordt een journaal van faxverzending en -ontvangst van de laatste 50 taken afgedrukt. Stnd-by vrz/ontv.bst Hiermee wordt een lijst faxtaken afgedrukt die nog in het geheugen van het apparaat wachten om te worden afgedrukt, verzonden of doorgestuurd.
9. Het apparaat onderhouden In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u verbruiksartikelen kunt vervangen en het apparaat kunt schoonmaken. De printcartridge vervangen • Bewaar printcartridges altijd op een koele donkere plaats. • Het daadwerkelijke aantal kopieën die u kunt afdrukken, hangt af van het volume en de dichtheid van afbeeldingen, het aantal pagina's dat u gelijktijdig afdrukt, de papiersoort en het papierformaat en de omgevingsomstandigheden, zoals temperatuur en luchtvochtigheid.
Pagina 410
9. Het apparaat onderhouden DYG266 Meldingen op het scherm • Vervang de printcartridge als "Vervanging vereist: Printcartridge" op het scherm wordt weergegeven. • Bereid een nieuwe printcartridge voor als "Vervang. binnk. vereist: Printcartridge" op het scherm wordt weergegeven. Als u papier in de handinvoer hebt geplaatst, verwijdert u dit en sluit u de handinvoer. Druk op de knop aan de zijkant om het voorpaneel te openen.
Pagina 411
De printcartridge vervangen • Schud de verwijderde printcartridge niet. Als u dit wel doet, kan de overgebleven toner gaan lekken. • Plaats de oude printcartridge op papier of gelijksoortig materiaal om uw werkruimte niet vuil te maken. Haal de nieuwe printcartridge uit de doos. DYG271 Haal de cartridge uit de plastic zak.
Pagina 412
Als u de toner zelf weggooit, moet u het beschouwen als plastic afvalmateriaal. • (Vooral Noord-Amerika) Raadpleeg de lokale Ricoh-website voor meer informatie over het recyclen van verbruiksartikelen. U kunt items ook recyclen volgens de gemeentelijke voorschriften of volgens de aanwijzingen van het lokale afvalverwerkingsbedrijf.
Voorzorgsmaatregelen voor het schoonmaken Voorzorgsmaatregelen voor het schoonmaken Maak het apparaat regelmatig schoon om een hoge afdrukkwaliteit te garanderen. Neem de buitenkant af met een zachte, droge doek. Als dit niet voldoende is, kunt u een zachte, vochtige doek gebruiken die goed is uitgewrongen. Als u er zo nog niet in slaagt om vlekken te verwijderen, kunt u een neutraal schoonmaakmiddel gebruiken.
9. Het apparaat onderhouden De wrijvingsstrip en papierinvoerroller schoonmaken Als de wrijvingsstrip of de papierinvoerrol vuil zijn, kunnen er verschillende vellen tegelijk of juist geen vellen worden gepakt. In dit geval moeten de wrijvingsstrip en de papierinvoerroller als volgt worden schoongemaakt: •...
Pagina 415
De wrijvingsstrip en papierinvoerroller schoonmaken Veeg het rubberen deel van de rol schoon met een zachte, vochtige doek. Droog de wrijvingsstrip vervolgens met een droge doek. DYG278 Plaats het verwijderde papier terug in de lade en duw de lade voorzichtig in het apparaat totdat deze op zijn plaats klikt.
9. Het apparaat onderhouden De glasplaat schoonmaken Open de ADF. Zorg ervoor dat u de invoerlade niet aanraakt bij het optillen van de ADF, anders kan de lade beschadigd raken. Maak de delen die met pijlen worden aangegeven schoon met een zachte, vochtige doek en wrijf dezelfde delen met een droge doek na zodat er geen vocht achterblijft.
De automatische documentinvoer schoonmaken De automatische documentinvoer schoonmaken Open de ADF. Zorg ervoor dat u de invoerlade niet aanraakt bij het optillen van de ADF, anders kan de lade beschadigd raken. Maak de delen die met pijlen worden aangegeven schoon met een zachte, vochtige doek en wrijf dezelfde delen met een droge doek na zodat er geen vocht achterblijft.
9. Het apparaat onderhouden Het apparaat verplaatsen en vervoeren In dit onderdeel worden voorzorgsmaatregelen genoemd die u dient te volgen als u het apparaat over korte of lange afstanden vervoert. Pak het apparaat in zijn oorspronkelijke verpakkingsmateriaal in als u het apparaat over een lange afstand vervoert.
Het apparaat verplaatsen en vervoeren Als lade 2 geïnstalleerd is, haal deze er dan uit. Til het apparaat op via de inkepingen aan beide zijden van het apparaat en verplaats het apparaat vervolgens horizontaal naar de gewenste plek. DYH051 Als u lade 2 verwijderd heeft, plaats deze dan terug. •...
10. Problemen oplossen In dit hoofdstuk worden oplossingen beschreven voor foutmeldingen en andere problemen. Fout- en statusmeldingen op het scherm Meldingen staan op alfabetische volgorde in de tabel hieronder. "X" geeft een nummer aan in een foutcode dat afwijkend wordt weergegeven afhankelijk van een bepaalde situatie.
Pagina 422
10. Problemen oplossen Meldingen Oorzaken Oplossingen 2XXX14 Het apparaat kan de ontvangen • De papierlade was leeg. Plaats fax niet afdrukken of het papier in de papierlade. Zie Pag. 59 geheugen van het apparaat "Papier plaatsen". heeft de maximale capaciteit •...
Pagina 423
Fout- en statusmeldingen op het scherm Meldingen Oorzaken Oplossingen Beschikbaar: ID- ID-kaart kopiëren kan niet • Bij gebruik van het model met kaart kopiëren worden uitgevoerd, omdat de touchscreen lade geen papier bevat met één A4/A5 SEF/ Stel het apparaat zo in dat er wordt van de volgende geldige A6/8,5x11/5,5x8, gekopieerd op A4- of Letter-formaat...
Pagina 424
10. Problemen oplossen Meldingen Oorzaken Oplossingen Beschikbaar: Dit bericht wordt alleen • Selecteer de lade met het Dubbelzijdig weergegeven bij gebruik van papierformaat A4, B5, Letter of Legal kopiëren het model met touchscreen. bij de instelling [Papier selecteren]. Zie Pag. 258 "Instellingen A4, LG, LT Dubbelzijdig kopiëren kan niet kopieerapparaateigenschappen (bij...
Pagina 425
Fout- en statusmeldingen op het scherm Meldingen Oorzaken Oplossingen Kan inst. niet Gecombineerd kopiëren kon • Bij gebruik van het model met kopiëren. niet worden uitgevoerd, omdat touchscreen de lade geen papier bevat met Combineren: 2 op Stel het apparaat zo in dat er wordt één van de volgende geldige 1 / 4 op 1 gekopieerd op A4-, Letter- of Legal-...
Pagina 426
10. Problemen oplossen Meldingen Oorzaken Oplossingen Kan niet kopiëren. Gecombineerd kopiëren kan • Gebruik de ADF, zelfs als u één vel niet worden uitgevoerd omdat papier wilt kopiëren. Plaats origineel in de originelen niet in de ADF zijn ADF. • Bij gebruik van het model met geplaatst.
Pagina 427
Fout- en statusmeldingen op het scherm Meldingen Oorzaken Oplossingen Controleer Het papierformaat dat is • Bij gebruik van het model met papiertype ingesteld voor het document touchscreen komt niet overeen met het Druk op [Pag.doorv.] om het papierformaat in de opgegeven afdrukken te starten of druk op lade.
Pagina 428
10. Problemen oplossen Meldingen Oorzaken Oplossingen Bellen is mislukt De fax kon niet worden • Controleer of het faxnummer dat u verstuurd. draaide, juist is. • Controleer of de bestemming een faxapparaat is. • Controleer of de lijn bezet is of niet. •...
Pagina 429
Fout- en statusmeldingen op het scherm Meldingen Oorzaken Oplossingen Max. e-mailformaat Het scanbestand is groter dan • Bij gebruik van het model met overschreden maximaal is toegestaan voor touchscreen bestanden die via e-mail kunnen Configureer [Resolutie] onder worden verstuurd. [Scaninstellingen] om de scanresolutie te verlagen.
Pagina 430
Verwijder en vervang deze door een leverancier: Zwart weergegeven bij gebruik van printcartridge van een geautoriseerde het model met touchscreen. verkoper. Er geen authentieke Ricoh- printcartridge geplaatst. Ander merk prt.cartr. Dit bericht wordt alleen Verwijder en vervang deze door een weergegeven bij gebruik van...
Pagina 431
Fout- en statusmeldingen op het scherm Meldingen Oorzaken Oplossingen Geheugenoverloop De gegevens zijn te groot of te • Bij gebruik van het model met moeilijk om af te drukken. touchscreen Selecteer [600 x 600 dpi] in [Resolutie] onder [Printereigensch.] om de grootte van de gegevens te verkleinen.
Pagina 432
10. Problemen oplossen Meldingen Oorzaken Oplossingen Papierstoring: Dit bericht wordt alleen Verwijder het vastgelopen papier. Zie Duplexeenheid weergegeven bij gebruik van Pag. 440 "Vastgelopen papier het model met touchscreen. verwijderen". Verwijder papier Er is papier vastgelopen in de duplexeenheid. Pap.storing: Duplex Dit bericht wordt alleen Verwijder het vastgelopen papier.
Pagina 433
Fout- en statusmeldingen op het scherm Meldingen Oorzaken Oplossingen Netwerk is niet Een gescand bestand kon niet Wacht totdat het apparaat de IP- gereed verstuurd worden, omdat het adresinformatie volledig heeft ontvangen apparaat geen volledige IP- en probeer de bewerking dan opnieuw uit adresinformatie van de DHCP- te voeren.
Pagina 434
10. Problemen oplossen Meldingen Oorzaken Oplossingen Fout antwoord server Er is een fout opgetreden in de Controleer of de bestemming juist is communicatie met de server geregistreerd en probeer de bewerking voordat kon worden begonnen opnieuw uit te voeren. met de verzending. Als het probleem hiermee niet is opgelost, neem dan contact op met de netwerkbeheerder.
Pagina 435
Fout- en statusmeldingen op het scherm Meldingen Oorzaken Oplossingen Kopie sorteren Het geheugen heeft de Druk op [Afsluit.] om de originelen af te geannuleerd volledige capaciteit bereikt drukken die wel naar het geheugen zijn tijdens het scannen van gescand. Kopieer vervolgens opnieuw de originelen uit de ADF om originelen die in de ADF zijn gesorteerd kopiëren uit te...
Pagina 436
10. Problemen oplossen Meldingen Oorzaken Oplossingen Papiertype niet Dubbelzijdig kopiëren kan niet • Bij gebruik van het model met beschikb worden uitgevoerd, omdat de touchscreen lade geen geldig papiertype Geef een lade op met het geldige bevat, zoals dun, normaal, papiertype (geen handinvoer) in de gerecycled, gekleurd, instelling [Selecteer papier].
Pagina 437
Fout- en statusmeldingen op het scherm Meldingen Oorzaken Oplossingen Niet onderstnd De functie Scannen naar USB is Gebruik een USB-geheugenkaart die apparaat Verwijder mislukt, omdat er een ander compatibel met de functie Scannen naar a.u.b. USB-apparaat dan een USB- USB is. geheugenkaart, of een USB- geheugenkaart met een niet- ondersteund bestandssysteem is...
10. Problemen oplossen De indicatielampjes op het bedieningspaneel In de volgende tabel wordt de betekenis uitgelegd van de verschillende patronen van de indicatielampjes die door de printer worden gebruikt om een bepaalde toestand aan te geven. Patronen van indicatielampjes Oorzaak Het waarschuwingslampje brandt.
Fout- en statusmeldingen in Smart Organizing Monitor Fout- en statusmeldingen in Smart Organizing Monitor Meldingen Oorzaken Oplossingen Geen respons van • Het netsnoer van het • Controleer het netsnoer van de I/O Apparaat apparaat is niet printer. Controleer de kabel, aangesloten.
Pagina 440
10. Problemen oplossen Meldingen Oorzaken Oplossingen Papierform. komt niet Het papierformaat dat op het Voor meer informatie over het opgeven overeen apparaat is opgegeven, komt van het papierformaat op het apparaat, niet overeen met het formaat dat zie Pag. 57 "Papierspecificaties en papier Papier van het in het printerstuurprogramma is bijvullen".
Pagina 441
Fout- en statusmeldingen in Smart Organizing Monitor Meldingen Oorzaken Oplossingen Geen toner of Er is geen printcartridge Vervang de inktcartridge. Zie Pag. 407 tonerafval vol geplaatst. "De printcartridge vervangen". Afdrukken is niet mogelijk. Open de aangegeven klep en vervang vervolgens de printercartridge.
10. Problemen oplossen Vastgelopen papier verwijderen Als er een papierstoring optreedt, wordt één van de volgende berichten op het bedieningspaneel weergegeven: • Bij gebruik van het model met touchscreen Als het waarschuwingslampje continu brandt of knippert, drukt u op het pictogram [Status] op het [Home]-scherm en controleert u de weergegeven melding.
Vastgelopen papier verwijderen Meldingen Referentietitel Storing origineel ADF Zie Pag. 451 "Vastgelopen papier in de scanner verwijderen" Open ADF-klep en verwijder papier. Zie de paragraaf die vermeld wordt in het bericht en verwijder het vastgelopen papier volgens de aanwijzingen. Een papierstoring verwijderen •...
Pagina 444
10. Problemen oplossen Trek lade 1 half uit en controleer of u vastgelopen papier ziet. Als er vastgelopen papier in de lade ligt, verwijder dit dan. DYG288 Schuif lade 1 voorzichtig terug tot deze niet verder kan. Als er papier in de handinvoer is geplaatst, verwijdert u dit. Sluit de handinvoer.
Vastgelopen papier verwijderen • Schud de verwijderde printcartridge niet. Als u dit wel doet, kan de overgebleven toner gaan lekken. • Plaats de printcartridge op papier of gelijksoortig materiaal om uw werkruimte niet vuil te maken. Til de geleiderplaat op en verwijder voorzichtig het vastgelopen papier. DYG290 Schuif de printcartridge horizontaal naar binnen.
Pagina 446
10. Problemen oplossen Als "Storing: Handinv." op het display wordt weergegeven, volg dan de volgende procedure om deze storing op te lossen. Als er papier in de buurt van de handinvoer is vastgelopen, verwijdert u dit voorzichtig. DYG292 Sluit de handinvoer. Druk op de knop aan de zijkant om het paneel aan de voorzijde te openen.
Vastgelopen papier verwijderen • Plaats de printcartridge op papier of gelijksoortig materiaal om uw werkruimte niet vuil te maken. Til de hendel A op en verwijder het vastgelopen papier voorzichtig. DYG290 Schuif de printcartridge horizontaal naar binnen. Zodra de cartridge niet meer verder kan, tilt u deze enigszins omhoog en drukt u deze volledig naar binnen.
Pagina 448
10. Problemen oplossen Open het paneel aan de achterzijde. DYG296 Houd hendel B naar beneden. DYG298 Verwijder het vastgelopen papier zorgvuldig. DYG300...
Pagina 449
Vastgelopen papier verwijderen Til hendel Z op. DYG530 Verwijder het vastgelopen papier zorgvuldig. DYG531 Sluit het achterpaneel. DYH061...
Pagina 450
10. Problemen oplossen Trek lade 1 half uit en controleer of u vastgelopen papier ziet. Als er vastgelopen papier in de lade ligt, verwijder dit dan. DYG288 Trek lade 1 helemaal met beide handen naar buiten. DYG304 Plaats de lade op een vlak oppervlak. Druk op de hendel.
Pagina 451
Vastgelopen papier verwijderen Als er papier is vastgelopen, verwijder dit dan voorzichtig. DYG308 Zorg dat de duplextransport nog steeds omlaag staat en schuif lade 1 voorzichtig terug tot deze niet verder kan. DYG310 Als u papier in de handinvoer hebt geplaatst, verwijdert u dit en sluit u de handinvoer. Druk op de knop aan de zijkant om het paneel aan de voorzijde te openen.
Pagina 452
10. Problemen oplossen Houd de printcartridge bij het midden vast, trek hem beetje naar boven en trek hem vervolgens horizontaal naar buiten. DYH063 • Schud de verwijderde printcartridge niet. Als u dit wel doet, kan de overgebleven toner gaan lekken. •...
Vastgelopen papier verwijderen Duw met beide handen het voorpaneel voorzichtig omhoog totdat deze sluit. • Duw de panelen stevig aan als u deze dicht doet. Controleer of de foutmelding is verdwenen wanneer u de panelen heeft gesloten. Vastgelopen papier in de scanner verwijderen •...
Pagina 454
10. Problemen oplossen DYG314 Laat de ADF zakken.
Wanneer u geen testpagina kunt afdrukken Wanneer u geen testpagina kunt afdrukken Mogelijke oorzaak Oplossing De stroomkabel, een USB-kabel of Zorg dat de stroomkabel, USB-kabel en netwerkkabel goed een netwerkkabel zijn niet goed zijn aangesloten. Controleer ook of ze niet beschadigd zijn. aangesloten.
10. Problemen oplossen Problemen met papierinvoer Als het apparaat werkt, maar het papier niet wordt doorgevoerd of papier loopt telkens vast, controleer dan het apparaat en het papier. Probleem Oplossing Het papier wordt niet soepel • Gebruik ondersteunde papiertypen. Zie Pag. 79 doorgevoerd.
Pagina 457
Problemen met papierinvoer Probleem Oplossing Er worden meerdere vellen papier • Waaier het papier los voordat u het plaatst. Zorg er ook tegelijkertijd doorgevoerd. voor dat de randen gelijk zijn door de stapel op een vlakke ondergrond zoals een bureau te tikken. •...
Pagina 458
10. Problemen oplossen Probleem Oplossing Het afgedrukte papier wordt niet • Het apparaat kan het papier in de uitvoerlade niet netjes gestapeld. detecteren, dus zorg ervoor dat de stapel papier die wordt uitgevoerd, de capaciteit van de uitvoerlade niet overschrijdt. •...
Er wordt een printcartridge gebruikt Hervulde of printcartridges van andere fabrikanten/merken die niet authentiek is. verlagen de afdrukkwaliteit en kunnen voor defecten zorgen. Gebruik uitsluitend authentieke Ricoh printcartridges. Er wordt een oude printcartridge Printcartridges dienen voor hun vervaldatum te worden gebruikt.
10. Problemen oplossen Mogelijke oorzaak Oplossing De luchtvochtigheidsgraad in de Als het apparaat in een ruimte wordt gebruikt waar de omgeving van het apparaat is luchtvochtigheidsgraad te laag is, kunnen er zwarte strepen mogelijk te laag. van een paar millimeter dik en met een tussenruimte van 75 millimeter op de afdrukken ontstaan.
Pagina 461
Problemen met de afdrukkwaliteit Probleem Oplossing De afgedrukte afbeelding verschilt Alleen wanneer PCL 5e/6 wordt gebruikt van de afbeelding op het Selecteer op het tabblad [Afdrkwal.] van het computerdisplay. printerstuurprogramma [Raster] in de lijst "Grafische modus". Wanneer u afbeeldingen afdrukt, Om nauwkeurig te kunnen afdrukken, geeft u de instelling dan is de uitvoer anders dan op het voor het printerstuurprogramma op zonder de grafische...
10. Problemen oplossen Problemen met de printer In dit onderdeel worden afdrukproblemen en mogelijke oplossingen daarvoor beschreven. Als het afdrukken niet goed gaat Probleem Oplossing Er treedt een fout op. Als een fout optreedt tijdens het afdrukken, wijzigt u de instellingen van de computer of het printerstuurprogramma.
Pagina 463
Problemen met de printer Probleem Oplossing Er wordt een afdruktaak • Bij gebruik van het model met touchscreen geannuleerd. Als [I/O time-out] onder [Systeeminstell.] is ingesteld op 15 seconden, maak dan de periode langer. Een afdruktaak kan worden geannuleerd als het afdrukken herhaaldelijk wordt gestoord door gegevens van andere poorten of als er gegevens worden afgedrukt die groot zijn en veel tijd nodig hebben om te worden verwerkt.
Pagina 464
10. Problemen oplossen Probleem Oplossing Er wordt een beveiligd • Het apparaat heeft al 5 taken of 5 MB aan gegevens afdrukbestand geannuleerd. van beveiligde afdruktaken. Druk een bestaand beveiligd afdrukbestand af of verwijder dit. Voor meer informatie, zie Pag. 109 "Afdrukken van vertrouwelijke documenten".
Pagina 465
Problemen met de printer Probleem Oplossing Documenten worden niet goed Wijzig de instellingen die effect hebben op de afdrukkwaliteit. afgedrukt bij het gebruik van een bepaalde toepassing, of de afbeeldingsgegevens worden niet goed afgedrukt. Bepaalde tekens worden vaag of helemaal niet afgedrukt. Het duurt te lang voordat het •...
10. Problemen oplossen Probleem Oplossing Afbeeldingen worden afgebroken, Mogelijk gebruikt u papier dat kleiner is dan het formaat dat of er worden overtollige pagina's in de toepassing is geselecteerd. Gebruik hetzelfde afgedrukt. papierformaat als dat u in de toepassing heeft geselecteerd. Als u geen papier van het juiste formaat kunt plaatsen, gebruikt u de verkleiningsfunctie om de afbeelding te verkleinen en drukt u deze vervolgens af.
Pagina 467
Problemen met de printer Probleem Oplossing Er verschijnen horizontale lijnen op • Schokken of stoten kunnen ervoor zorgen dat er lijnen op het papier. afdrukken of kopieën ontstaan en andere storingen veroorzaken. Bescherm de printer te allen tijde tegen schokken of stoten, vooral wanneer het apparaat aan het afdrukken •...
10. Problemen oplossen Probleem Oplossing Volle lijnen worden afgedrukt als Alleen wanneer PostScript 3 wordt gebruikt stippellijnen. Wijzig de instelling [Dithering] in het dialoogvenster van het printerstuurprogramma. Voor meer informatie, zie de Help-functie van het printerstuurprogramma. Een fijn dot-patroon kan niet worden Alleen wanneer PostScript 3 wordt gebruikt afgedrukt.
Problemen met de printer Probleem Oplossing Het afgedrukte papier is omgekruld. • Plaats het papier omgekeerd in de papierlade. • Als het papier een grote krul heeft, haal dan wat vaker de afdrukken van de uitvoerlade af. • Het papier dat gebruikt wordt, kan vochtig zijn. Gebruik papier dat op de juiste wijze is bewaard.
10. Problemen oplossen Kopieerproblemen Als u geen duidelijke kopieën kunt maken Probleem Oplossing De afgedrukte kopie is blanco. Het origineel is niet correct geplaatst. Wanneer u de glasplaat gebruikt, plaats het origineel dan met de gekopieerde zijde naar beneden. Wanneer u de ADF gebruikt, plaats originelen dan met de gekopieerde zijde naar boven.
Kopieerproblemen Probleem Oplossing De afgedrukte kopie is vies. • De beeldbelichting is te hoog. Pas de belichting aan. Zie Pag. 144 "Instelling van de afbeeldingsdichtheid". • De toner op het afgedrukte oppervlak is nog niet droog. Raak afgedrukte oppervlakken niet aan als er net gekopieerd is.
10. Problemen oplossen Scanproblemen Wanneer u niet in het netwerk kunt bladeren om een gescand bestand te verzenden Probleem Oplossing De volgende apparaatinstellingen Controleer de instellingen. Zie Pag. 378 "De zijn wellicht niet correct: netwerkinstellingen configureren". • IP-adres • Subnetmasker Wanneer het scannen niet naar wens verloopt Probleem Oplossing...
Pagina 473
Scanproblemen Probleem Oplossing De functies Scannen naar E-mail, Controleer of er een USB-geheugenkaart in het apparaat is Scannen naar FTP of Scannen naar gestoken. Als er een USB-geheugenkaart is aangesloten, zijn Map werkt niet. er geen scanfuncties mogelijk vanaf het bedieningspaneel behalve Scannen naar USB.
10. Problemen oplossen Faxproblemen (bij gebruik van het model met touchscreen) Deze functie is alleen beschikbaar op de SP 330SFN/3710SF. Wanneer u geen faxberichten kunt verzenden of ontvangen zoals u wilt (bij gebruik van het model met touchscreen) Overdracht (bij gebruik van het model met touchscreen) Probleem Oorzaken Oplossingen...
Pagina 475
Faxproblemen (bij gebruik van het model met touchscreen) Probleem Oorzaken Oplossingen Wanneer u direct kiezen of Als het apparaat het Druk op [Scanformaat] onder handmatig kiezen gebruikt, formaat van het origineel [Scaninstellingen], selecteer het dan verschijnt "Bezig met niet kan waarnemen als u scanformaat en verzend het document ontvangen..."...
Pagina 476
10. Problemen oplossen Probleem Oorzaken Oplossingen Het apparaat drukt [Faxeigenschappen] is Druk de faxdocumenten af met een ontvangen faxdocumenten geconfigureerd om internetbrowser of de functie niet af. ontvangen documenten op 'Opgeslagen ontvangstbestand te slaan. afdrukken'. Voor meer informatie over het afdrukken van ontvangen faxen die zijn opgeslagen in het geheugen, zie Pag.
Pagina 477
Faxproblemen (bij gebruik van het model met touchscreen) Probleem Oorzaken Oplossingen Er treden geregeld Het maximaal aantal vellen Plaats papier niet hoger dan de papierstoringen op. dat in de papierlade zit, bovenste limietmarketing binnenin de overschrijdt de maximale papierlade. capaciteit van de lade. De zijafscheiding van de Knijp de afscheiding enigszins in en pas papierlade is te strak...
10. Problemen oplossen Probleem Oorzaken Oplossingen De achtergrond van De beeldbelichting is te Pas de belichting aan. Zie Pag. 201 ontvangen afbeeldingen is hoog. "Scaninstellingen opgeven voor het vies. scannen". De afbeeldingen op de achterkant van de pagina verschijnen op de kopie. De ontvangen afbeelding is Wanneer u vochtig, ruw of Gebruik het aanbevolen papier.
Faxproblemen (bij gebruik van het model met touchscreen) Stroomstoringsrapport • Net na een stroomstoring moet de interne batterij voldoende worden opgeladen om te voorkomen dat in de toekomst gegevens verloren gaan. Houd tot circa 24 uur na de stroomstoring de stekker van het apparaat in het stopcontact, met de stroom ingeschakeld. Zelfs als de stroom uit staat, zal de inhoud van het geheugen van het apparaat (bijv.
10. Problemen oplossen doorstuurfunctie, wordt de foutmelding per e-mail verzonden naar het betreffende bezorgingsadres. Als er ook een door de gebruiker geregistreerd e-mailadres of een e-mailadres van de beheerder is, wordt de foutmelding per e-mail naar dat adres verzonden. • Als er geen foutmelding per e-mail kan worden verzonden, dan wordt er een Verzendfoutrapport door het apparaat afgedrukt.
Pagina 481
Faxproblemen (bij gebruik van het model met touchscreen) Foutcode Oplossing 1XXX22 tot en met 1XXX23 Het draaien van een nummer mislukt bij het versturen van faxen. • Controleer of het faxnummer dat u draaide juist is. • Controleer of de bestemming een faxapparaat is. •...
Pagina 482
10. Problemen oplossen Foutcode Oplossing 2XXX14 Het apparaat kan de ontvangen fax niet afdrukken of het geheugen van het apparaat heeft de maximale capaciteit bereikt tijdens het ontvangen van een fax, omdat het document te groot was. • De papierlade was leeg. Plaats papier in de papierlade. Zie Pag.
Veelvoorkomende problemen Veelvoorkomende problemen In dit onderdeel wordt beschreven hoe u algemene problemen kunt oplossen die kunnen optreden bij de bediening van dit apparaat. Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Het apparaat kan niet worden De stroomkabel is niet op de • Zorg dat de stekker goed aangezet.
Pagina 484
10. Problemen oplossen Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Het volume van de geluiden Het volume staat ingesteld op • Bij gebruik van het model van het apparaat staat te luid. 'hoog'. met touchscreen Pas het volume van de piepjes, oproepen, luidsprekergeluiden en alarmgeluiden aan.
Pagina 485
Veelvoorkomende problemen Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Het volume van de geluiden Het volume staat ingesteld op • Bij gebruik van het model van het apparaat staat te laag. uit of 'laag'. met touchscreen Pas het volume van de piepjes, oproepen, luidsprekergeluiden en alarmgeluiden aan.
Pagina 486
10. Problemen oplossen Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Kan geen verbinding maken De optionele USB-adapter voor De Wi-Fi Direct-verbinding en met draadloos LAN. draadloos LAN is niet draadloze LAN-verbinding zijn aangesloten op het apparaat. ingeschakeld als de optionele USB-adapter voor draadloos LAN op het apparaat is aangesloten.
11. Netwerkinstellingen configureren in OS X In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u het apparaat op het netwerk kunt aansluiten en hoe u de netwerkinstellingen kunt instellen als u OS X gebruikt. De configuratie hangt af van de communicatie-omgeving van uw systeem. Het printerstuurprogramma installeren De volgende procedure wordt uitgelegd met OS X 10.11 als voorbeeld.
11. Netwerkinstellingen configureren in OS X Smart Organizing Monitor installeren De volgende procedure wordt uitgelegd met OS X 10.11 als voorbeeld. Schakel uw computer in. Plaats de meegeleverde cd-rom in het cd-romstation van uw computer. Wanneer uw computer geen Cd-rom loopwerk heeft, download dan een installatiebestand van onze website.
Het apparaat aansluiten op een bedraad netwerk Het apparaat aansluiten op een bedraad netwerk De volgende procedure wordt uitgelegd met OS X 10.11 als voorbeeld. Een USB-kabel gebruiken Schakel uw computer in. Sluit het apparaat op de computer aan met een USB-kabel. Plaats de meegeleverde cd-rom in het cd-romstation van uw computer.
Pagina 490
11. Netwerkinstellingen configureren in OS X Bij gebruik van het model met touchscreen Schakel uw computer in. Sluit het apparaat op de computer aan met een Ethernet-kabel. Plaats de meegeleverde cd-rom in het cd-romstation van uw computer. Wanneer uw computer geen cd-romstation heeft, download dan een installatiebestand van onze website.
Pagina 491
Het apparaat aansluiten op een bedraad netwerk Zet het apparaat uit en vervolgens weer aan. De configuratie is voltooid. Bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels Schakel uw computer in. Sluit het apparaat op de computer aan met een Ethernet-kabel. Plaats de meegeleverde cd-rom in het cd-romstation van uw computer.
Pagina 492
11. Netwerkinstellingen configureren in OS X Druk op de toets [ ] of [ ] om [Actief] te selecteren om automatisch het IP-adres te verkrijgen of [Inactief] om handmatig het IP-adres op te geven. Als u [Actief] heeft geselecteerd, gaat u verder met stap 28. Druk op de toets [ ] of [ ] om [IP-adres] te selecteren.
Het apparaat aansluiten op een draadloos netwerk Het apparaat aansluiten op een draadloos netwerk • Om het draadloze netwerk te kunnen gebruiken, moet de optionele USB-adapter voor draadloos LAN op het apparaat zijn aangesloten. Er zijn vier manieren om het apparaat aan te sluiten aan een draadloos netwerk: •...
Pagina 494
11. Netwerkinstellingen configureren in OS X Druk op de toets [Home]. DYG322 Druk op het pictogram Draadloos (Wi-Fi) op het [Home]-scherm. Als u om een wachtwoord wordt gevraagd, voer het wachtwoord dan met de cijfertoetsen in en druk vervolgens op de toets [OK]. U kunt een wachtwoord voor toegang tot het menu [Netwerkinstellingen] opgeven in [Vergr.
Het apparaat aansluiten op een draadloos netwerk Bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels Controleer of de router (access point) correct werkt. Zorg dat de optionele USB-adapter voor draadloos LAN is aangesloten op het apparaat en dat de draadloze (Wi-Fi) verbinding is ingeschakeld. Druk op de toets [Gebruikersinstellingen].
Pagina 496
11. Netwerkinstellingen configureren in OS X Bij gebruik van het model met touchscreen Controleer of de router (access point) correct werkt. Zorg dat de optionele USB-adapter voor draadloos LAN is aangesloten op het apparaat en dat de draadloze (Wi-Fi) verbinding is ingeschakeld. Druk op de toets [Home].
Pagina 497
Het apparaat aansluiten op een draadloos netwerk "Verbinden mt toegangspunt is mislukt." wordt weergegeven. Druk op [OK] om terug te keren naar het scherm dat wordt weergegeven in stap 8. Controleer de configuratie voor de router (access point) en probeer opnieuw verbinding te maken.
11. Netwerkinstellingen configureren in OS X Controleer de configuratie voor de router (access point) en probeer opnieuw verbinding te maken. U heeft de configuratie van de draadloze (Wi-Fi) instellingen voltooid. Met behulp van een pincode U heeft een router (access point) nodig om verbinding te maken. Om verbinding te maken een behulp van de pincode, moet u een computer gebruiken die is aangesloten op de router (access point).
Pagina 499
Het apparaat aansluiten op een draadloos netwerk Controleer de PIN-code. Schrijf de PIN-code op voor het geval dat u deze vergeet. Voer de pincode van het apparaat in (8 cijfers) op de internetpagina van de router (toegangspunt). (de internetpagina in stap 2) Voer WPS (PIN-systeem) uit vanaf de internetpagina van de router (access point).
Pagina 500
11. Netwerkinstellingen configureren in OS X Druk op de toets [ ] of [ ] om [PIN] te selecteren. Druk vervolgens op de toets [OK]. Controleer de PIN-code. Schrijf de PIN-code op voor het geval dat u deze vergeet. Vul de PIN-code van het apparaat (8 cijfers) in op de internetpagina van de router (access point).
12. Bijlage In dit hoofdstuk worden de specificaties en de verbruiksartikelen van het apparaat beschreven. Verzending met IPsec Het apparaat ondersteunt het IPsec-protocol voor veiligere communicatie. Wanneer toegepast, codeert IPsec gegevenspakketten op de netwerklaag met een gedeelde sleutelcodering. Het apparaat gebruikt uitwisseling van coderingssleutels om een gedeelde sleutel te maken voor zowel afzender als ontvanger.
12. Bijlage Codering en verificatie door IPsec IPsec bevat twee hoofdfuncties: de coderingsfunctie die zorgt voor de beveiliging van de gegevens en de verificatiefunctie waarmee de zender van de gegevens en de integriteit van de gegevens wordt geverifieerd. De IPsec-functie van dit apparaat ondersteunt twee beveiligingsprotocollen: het ESP- protocol dat beide IPsec-functies tegelijkertijd inschakelt en het AH-protocol dat alleen de verificatiefunctie inschakelt.
Verzending met IPsec het IPsec-algoritme en de IPsec-sleutel. Dergelijke overeenkomsten vormen een SA (Security Association). IPsec-communicatie is alleen mogelijk als de SA-instellingen van de ontvanger en zender identiek zijn. De SA-instellingen worden automatisch geconfigureerd op de apparaten van beide partijen. Voordat de IPsec SA echter kan worden ingesteld, moeten de instellingen van de ISAKMP SA (fase 1) automatisch geconfigureerd zijn.
12. Bijlage • Als u geen toegang tot Web Image Monitor als gevolg van problemen met de IPsec- configuratie heeft, dan dient u IPsec uit te schakelen via [Beh. Toepas.] op het bedieningspaneel. Log daarna in op Web Image Monitor. •...
Pagina 505
Verzending met IPsec Klik in het menu [Start] op [Configuratiescherm], klik op [Systeem en beveiliging] en klik vervolgens op [Systeembeheer]. Dubbelklik op [Lokaal beveiligingsbeleid] en klik vervolgens op [IP-beveiligingsbeleid op lokale computer]. Klik in het menu "Actie" op [IP-beveiligingsbeleid maken...]. De Wizard IP-beveiligingsbeleid wordt weergegeven.
Pagina 506
12. Bijlage Selecteer "Een specifiek IP-adres of subnet" in "Bestemmingsadres", voer het IP-adres van het apparaat in en klik vervolgens op [Volgende]. Selecteer bij IPsec-protocol de optie "Elk" en klik op [Volgende]. Klik op [Voltooien] en klik vervolgens op [OK]. Selecteer het IP-filter dat u zojuist heeft aangemaakt en klik op [Volgende].
Verzending met IPsec IPsec in- en uitschakelen met behulp van het bedieningspaneel • [IPsec] wordt weergegeven wanneer een wachtwoord is ingesteld bij [Vergr.beheerderstoepass.]. • Bij gebruik van het model met touchscreen • Voor meer informatie over [Vergr.beheerderstoepass.], zie Pag. 295 "Instellingen beheerderstoepassingen (bij gebruik van het model met touchscreen)".
Pagina 508
12. Bijlage • Bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels • Voor meer informatie over [Vergr.beheerderstoepass.], zie Pag. 341 "Instellingen beheerderstoepassingen (bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels)".
Opmerkingen over toner Opmerkingen over toner • Er kan geen juiste werking worden gegarandeerd als er toner van een ander merk wordt gebruikt. • Afhankelijk van de afdrukvoorwaarden zijn er gevallen waarin de printer niet het aantal vellen kan afdrukken dat in de specificaties is opgegeven. •...
12. Bijlage Specificaties van het apparaat In dit onderdeel worden de specificaties van het apparaat gegeven. • Wij hebben toestemming van elke auteur verkregen voor het gebruik van toepassingen met inbegrip van open-source softwaretoepassingen. Voor meer informatie over de auteursrechtelijke informatie van deze softwaretoepassingen, zie "OSS.pdf"...
Pagina 511
• Gereed het stopcontact zit: 1 W of minder 69,4 W • Tijdens het afdrukken 520 W • SP 330SN • Maximaal 960 W • Gereed 68,6 W • Tijdens het afdrukken...
12. Bijlage Item Beschrijving Maximale resolutie bij scannen vanaf het • Glasplaat bedieningspaneel (Scannen naar e-mail, 600 × 600 dpi Scannen naar FTP, Scannen naar Map, Scannen • ADF naar USB) 300 × 300 dpi Maximale resolutie bij scannen vanaf een •...
Specificaties van het apparaat Item Beschrijving Overdrachtmodus ITU-T Groep 3 (G3) Scanregeldichtheid • 8 dots per mm × 3,85 regels per mm (200 × 100 dpi) • 8 dots per mm × 7,7 regels per mm (200 × 200 dpi) Verzendingstijd 3 seconden (8 dots per mm ×...
• Als u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, gebruik dan de printcartridges die met het apparaat zijn meegeleverd. • De geleverde printcartridges gaan ongeveer 1000 pagina's (SP 330SN/SP 330SFN) of 7000 pagina's (SP 3710SF) mee. • Dit apparaat voert regelmatig een schoonmaakprocedure uit. Het apparaat verbruikt toner gedurende deze bewerking om de kwaliteit te handhaven.
Apparaatinformatie Apparaatinformatie Gebruikersinformatie over elektrische en elektronische apparaten (voornamelijk Europa en Azië) Voor gebruikers in landen waar het symbool zoals hier is afgebeeld is gespecificeerd in de nationale wetgeving aangaande de verwerking van elektronisch afval Onze producten bevatten hoogwaardige componenten en zijn ontworpen om het recyclen te vergemakkelijken.
Recycleprogramma voor toner- en inktcartridges U kunt toner- en inktcartridges gratis inleveren, zodat deze gerecycled worden. Dit gebeurt in overeenstemming met de milieuvoorschriften van uw gemeente. Voor meer informatie over het recycleprogramma, zie onze website of raadpleeg uw servicevertegenwoordiger. https://www.ricoh-return.com/...
Verklaring van conformiteit Melding aan gebruikers in de EER-landen Dit product voldoet aan de essentiële vereisten en voorwaarden van Richtlijn 2014/53/EU. De CE-verklaring van overeenstemming is beschikbaar via de volgende URL: http://www.ricoh.com/ products/ce_doc2/ en selecteer het betreffende product. Bedrijfsfrequentie: 13,56 MHz dBµA/m...
12. Bijlage Telepermit van een ander merk of model, noch houdt het in dat het product compatibel is met alle netwerkdiensten van Telecom. Dit apparaat is niet geschikt, onder welke conditie dan ook, voor juist gebruik met een hogere snelheid dan waar het voor ontworpen is.
Apparaatinformatie • Vergroot de afstand tussen het apparaat en de ontvanger. • Verbind het apparaat met een stopcontact op een ander circuit dan waar de ontvanger op aan gesloten is. • Raadpleeg de dealer of een ervaren radio-/tv-monteur voor hulp. Certificatie Dit apparaat voldoet aan Deel 15 van de FCC-bepalingen.
7. Als u problemen ondervindt met deze apparatuur, kunt u voor reparatie of garantie-informatie contact opnemen met Ricoh USA, Inc. Customer Support Department op 1-888-456-6457. Als dit apparaat problemen met het telefoonnetwerk veroorzaakt, kan het telefoonbedrijf u vragen om de apparatuur los te koppelen totdat het probleem is opgelost.
Apparaatinformatie Remarques à l'attention des utilisateurs canadiens Le présent produit est conforme aux spécifications techniques applicables d'Innovation, Sciences et Développement économique Canada L'indice d'équivalence de la sonnerie (IES) sert à indiquer le nombre maximal de dispositifs qui peuvent être raccordés à une interface téléphonique. La terminaison d'une interface peut consister en une combinaison quelconque de dispositifs, à...
Pagina 524
De printer verbruikt in Energiespaarstand 2 minder stroom dan in Energiespaarstand 1, maar het duurt langer om terug te keren uit Energiespaarstand 2. Specificaties Energiespaarstand 1 Energieverbruik • SP 330SFN/SP 3710SF 47,6 W • SP 330SN 46,9 W 44,4 W Standaardtijd 30 seconden Hersteltijd • SP 330SFN/SP 3710SF 7,97 seconden •...
Pagina 525
Apparaatinformatie Energiespaarstand 2 Energieverbruik • SP 330SFN/SP 3710SF 0,928 W • SP 330SN 0,715 W 0,871 W Standaardtijd 30 seconden Hersteltijd • SP 330SFN/SP 3710SF 10,71 seconden • SP 330SN 10,11 seconden 10,41 seconden Duplexfunctie Standaard *1 De hersteltijd en het energieverbruik kunnen variëren afhankelijk van de staat en de omgeving van het apparaat.
12. Bijlage Handelsmerken Adobe en Acrobat zijn geregistreerde handelsmerken of handelsmerken van Adobe Systems Incorporated in de Verenigde Staten en/of in andere landen. Android en Google Play zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van Google Inc. OS X, TrueType App Store en Safari zijn handelsmerken van Apple Inc., geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen.
Pagina 527
Handelsmerken ® ® Microsoft Windows Vista Enterprise • De productnamen van Windows 7 zijn als volgt: ® ® Microsoft Windows 7 Starter ® ® Microsoft Windows 7 Home Premium ® ® Microsoft Windows 7 Professional ® ® Microsoft Windows 7 Ultimate ®...
Pagina 528
12. Bijlage ® ® Microsoft Windows Server 2012 Foundation ® ® Microsoft Windows Server 2012 Essentials ® ® Microsoft Windows Server 2012 Standard ® ® Microsoft Windows Server 2012 Datacenter • De productnamen van Windows Server 2012 R2 zijn als volgt: ®...
Pagina 529
INDEX Broadcastfunctie..........Buitenkant............... @Remote............. 314, 356 Codering.............. Aanbevolen papier..........Community............ADF............... Configuratiepagina. 305, 306, 347, 348, 395, 404 ADF (Automatische documentinvoer)..97, 415 Adresboek........... 152, 276 adresboek (LAN-fax).......... Datum instellen............ Adresboek (LAN-fax)......... Direct kiezen............Afbeeldingsbelichting......... Directe verzending..........Afbeeldingsdichtheid.......... Disclaimer.............. Afdrukfuncties............DNS-instelling............
Pagina 531
Dik papier 2............... Dun papier................. Netwerkapplicatie..........Envelop................Netwerkinstellingen......308, 350, 378 Etikettenpapier..............Netwerkinstellingen configureren als u OS X Gekleurd papier..............gebruikt Geperforeerd papier............Ethernet................Gerecycled papier............USB.................. Karton................. Netwerkinstellingen configureren wanneer u OS X Normaal papier..............gebruikt Voorbedrukt papier............Draadloos LAN............... PCL6..............
Pagina 532
Smart Organizing Monitor......... Printerfunctie............... Smart Organizing Monitor installeren Wat u met dit apparaat kunt doen Smart Organizing Monitor installeren......Faxfunctie................. SMTP-instellingen..........Kopieerfunctie..............Scannerfunctie..............Snelkoppeling naar functie........Web Image Monitor........... SNMP-instellingen..........Speciale afzenders..........Specificaties....... 508, 510, 511, 512 Standaardinstellingen......... Statusinformatie........... Statusmeldingen......... 419, 437 Systeem..............