Viessmann VITODENS 200-W Montage- En Servicehandleiding pagina 50
Verberg thumbnails
Zie ook voor VITODENS 200-W:
- Bedieningshandleiding (68 pagina's) ,
- Montage- en servicehandleiding (192 pagina's) ,
- Handleiding (108 pagina's)
Advertenties
Eerste inbedrijfsname, inspectie en onderhoud
Gasvoerende onderdelen bij werkingsdruk...
Opmerking
Voor de dichtheidscontrole uitsluitend geschikte en
toegestane lekzoekmiddelen (EN 14291) en appara-
tuur gebruiken. Lekzoekmiddelen die ongeschikte stof-
fen bevatten (bijvoorbeeld nitriet en sulfide), kunnen
materiaalschade veroorzaken.
Achtergebleven lekzoekmiddel na de controle verwij-
deren.
Voorplaat monteren
Zie pagina 32.
Kwaliteit van de verbranding controleren
De elektronische verbrandingsregeling zorgt automa-
tisch voor een optimale verbrandingskwaliteit. Bij de
eerste inbedrijfstelling of het onderhoud is alleen een
controle van de verbrandingswaarden nodig. Hiervoor
het CO-gehalte en het CO
het protocol op pagina 157 opnemen. Functiebeschrij-
ving van de elektronische verbrandingsregeling, zie
pagina 154.
Opmerking
Om storingen en schade te vermijden, het apparaat
met schone verbrandingslucht gebruiken.
CO-gehalte
Het CO-gehalte moet bij alle gastypes < 1000 ppm
■
zijn.
CO
of O
-gehalte
2
2
■
Het CO
-gehalte moet bij het laagste en hoogste ver-
2
mogen steeds in de volgende bereiken liggen:
7,5 tot 9,5 % bij aardgas E en LL
–
–
8,8 tot 11,1 % bij vloeibaar gas P
■
Het O
-gehalte moet bij alle gastypes in het bereik
2
van 4,0 tot 7,6 % liggen.
A
Afb. 38
50
- of O
-gehalte meten en in
2
2
(vervolg)
Als de gemeten CO, CO
- of O
2
desbetreffende bereik ligt, dient u als volgt te werk te
gaan:
■
Dichtheidscontrole concentrisch systeem uitvoeren,
zie pagina 43.
■
Ionisatie-elektrode en aansluitkabel controleren, zie
pagina 46.
Opmerking
De verbrandingsregeling verricht bij de inbedrijfstelling
een automatische kalibratie. De emissiemeting pas
circa 30 s na de branderstart uitvoeren.
1. Rookgasanalyseapparaat op de rookgasopening
A
aan het ketelaansluitstuk aansluiten.
2. Gasafsluitkraan openen, verwarmingsketel in
bedrijf stellen en warmteaanvraag genereren.
3. Laagste vermogen instellen (zie pagina 51).
4. CO
of O
-gehalte controleren. Als de waarde
2
2
meer dan 1 % (CO
) of 1,5 % (O
2
genoemde bereik afwijkt, maatregelen van
pagina 50 nemen.
5. Waarde in het protocol noteren.
-waarde buiten het
2
) van het boven-
2
Advertenties
