Gasaansluiting
A
Afb. 10
1. Als de gasaansluiting vooraf niet gemonteerd
werd: Gasafsluitkraan
afdichten.
Opmerking over de werking op vloeibaar gas
Bij het inbouwen van de verwarmingsketel in
ondergrondse ruimtes moet een externe veilig-
heidsmagneetklep worden ingebouwd.
2.
Gevaar
Ontsnappend gas leidt tot explosiegevaar.
Aansluitingen aan de gaszijde op lekkage
controleren.
Opmerking
Voor de dichtheidscontrole uitsluitend geschikte en
toegestane lekzoekmiddelen (EN 14291) en appa-
ratuur gebruiken. Lekzoekmiddelen die onge-
schikte stoffen bevatten (bijvoorbeeld nitriet, sul-
fide), kunnen materiaalschade veroorzaken.
Achtergebleven lekzoekmiddel na de controle ver-
wijderen.
!
Opgelet
Een te hoge testdruk leidt tot schade aan de
verwarmingsketel en de gascombiregelaar.
Maximale overdruk bij de test 150 mbar
(15 kPa). Bij een hogere druk voor het
opsporen van lekkages de verwarmingsketel
en gascombiregelaars van de hoofdleiding
scheiden (schroefverbinding losdraaien).
Regelingsbehuizing openen
!
Opgelet
Door elektrostatische ontlading kunnen elektro-
nische modules worden beschadigd.
Vóór de werkzaamheden geaarde objecten, bij-
voorbeeld verwarmings- of waterbuizen, aanra-
ken om de statische lading af te leiden.
A
aan de gasaansluiting
3. Gasleiding ontluchten.
Omschakeling op een andere gassoort:
Zie "Eerste inbedrijfstelling, inspectie en onder-
houd".
Montageverloop
17