Download Print deze pagina

Viessmann VITODENS 200-W Montage- En Servicehandleiding pagina 3

Verberg thumbnails Zie ook voor VITODENS 200-W:

Advertenties

Veiligheidsinstructies
Extra componenten, reserveonderdelen en slijtage-
gevoelige onderdelen
!
Opgelet
Reserveonderdelen en slijtagegevoelige onder-
delen die niet met de installatie zijn getest, kun-
nen de werking nadelig beïnvloeden. De mon-
tage van componenten die niet zijn toegestaan,
evenals wijziging en ombouw zonder toestem-
ming, kunnen de veilige werking nadelig beïn-
vloeden en de garantie beperken.
Bij vervanging uitsluitend originele onderdelen
van Viessmann of door Viessmann goedge-
keurde onderdelen gebruiken.
Veiligheidsinstructies voor de werking van de installatie
Wat te doen bij een gaslucht
Gevaar
Ontsnappend gas kan explosies veroorzaken
met zeer ernstige verwondingen als gevolg.
Niet roken! Vermijd open vuur en vonkvor-
ming. Druk nooit op schakelaars van verlich-
ting en elektrische toestellen.
Gasafsluitkraan sluiten.
Ramen en deuren openzetten.
Personen verwijderen uit de gevarenzone.
Gas en elektriciteitsbedrijf van buiten het
gebouw informeren.
Stroomvoorziening naar het gebouw vanaf
een veilige plaats (buiten het gebouw) laten
onderbreken.
Wat te doen bij een rookgasgeur
Gevaar
Rookgas kan levensbedreigende vergiftiging
veroorzaken.
Verwarmingsinstallatie buiten bedrijf stellen.
Installatieplaats ventileren.
Deuren naar woonruimtes sluiten om een ver-
spreiding van het rookgas te voorkomen.
Wat te doen bij wateruittrede uit het toestel
Gevaar
Als water uit het toestel komt, bestaat gevaar
voor elektrische schokken.
Verwarmingsinstallatie aan de externe schei-
dingsinrichting uitschakelen (bijv. zekeringskast,
stroomverdeling)
Gevaar
Als water uit het toestel komt, bestaat gevaar
voor brandwonden.
Heet verwarmingswater niet aanraken.
(vervolg)
Condensleidingen
Gevaar
Het contact met condenswater kan de gezond-
heid schaden.
Condenswater niet met huid en ogen in aanra-
king brengen en niet inslikken.
Rookgasinstallaties en verbrandingslucht
Zorg ervoor dat rookgasinstallaties vrij zijn en niet
gesloten kunnen worden, bijv. door opgehoopt con-
denswater of invloeden van buiten uit.
Permanente condenswaterafvoer via windbescher-
mingsinrichting vermijden.
Zorg voor voldoende aanvoer van verbrandingslucht.
Installatiebeheerders erop wijzen dat latere wijzigingen
aan de bouwkundige situatie niet toegelaten zijn (bijv.
verplaatsen van leidingen, bekledingen of scheidings-
wanden).
Gevaar
Ondichte of verstopte rookgasinstallaties of
onvoldoende aanvoer van verbrandingslucht
veroorzaken levensgevaarlijke vergiftigingen
door koolmonoxide in het rookgas.
Een onberispelijke werking van de rookgasin-
stallatie garanderen. Openingen voor de aan-
voer van verbrandingslucht mogen niet vergren-
delbaar zijn.
Afzuigtoestellen
Bij gebruik van toestellen met afvoer naar de buiten-
lucht (afzuigkap, afzuigtoestel, airconditioning, enz.)
kan door de afzuiging een onderdruk ontstaan. Bij
gelijktijdige werking met de verwarmingsketel kan
terugstroming van het rookgas ontstaan.
Veiligheidsvoorschriften
3

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

B2hbB2kb