Functiebeschrijving
Regelingsfuncties
Vulprogramma
In combinatie met de inbedrijfstellingsassistent kan de
installatie volledig gevuld worden. De 3-wegomscha-
kelklep bevindt zich in de middelste stand.
Als de installatie zonder inbedrijfstellingsassistent
gevuld moet worden, kan de omschakelklep via de vul-
functie naar de middelste stand gebracht worden
(zie "Verwarmingsinstallatie vullen"). Bij deze instelling
kan de regeling uitgeschakeld en de installatie volledig
gevuld worden.
Estrikdroging
Bij het activeren van de estrikdroging beslist op de
gegevens van de estrikfabrikant letten.
Als de estrikdroging is geactiveerd, wordt de CV-pomp
van het verwarmingscircuit met mengklep ingescha-
keld en wordt de aanvoertemperatuur op het inge-
stelde profiel gehouden. Na afloop (30 dagen) wordt
het verwarmingscircuit met mengklep automatisch met
de ingestelde parameters geregeld.
Opmerking
Temperatuurprofiel 6 eindigt na 21 dagen
EN 1264 in acht nemen. Het protocol dat door de
installateur wordt opgesteld, moet de volgende infor-
matie over het verwarmen bevatten:
Temperatuurprofiel 1: (EN 1264-4) parameter F1:1
50
40
30
20
10
1
5
10
Afb. 75
Temperatuurprofiel 2: (ZV parket- en vloertechniek) parameter F1:2
50
40
30
20
10
1
5
10
Afb. 76
150
(vervolg)
15
20
25
Dagen
15
20
25
Dagen
Als de functie wordt geactiveerd, stopt de brander met
werken. Na 20 min wordt het programma automatisch
inactief.
■
Verwarmingsgegevens met de desbetreffende aan-
voertemperaturen
■
Bereikte maximale aanvoertemperatuur
Bedrijfstoestand en buitentemperatuur bij overdracht
■
Verschillende temperatuurprofielen zijn via parameter
F1 in de groep "V.circuit" instelbaar.
Na stroomuitval of uitschakelen van de regeling wordt
de functie voortgezet. Als de estrikdroging is beëindigd
is of de parameter F1:0 handmatig wordt gestopt,
wordt "Verwarmen en warm water" ingeschakeld.
30
30