Eerste inbedrijfstelling van de installatie met inbedrijfstellingsassistent
Inbedrijstellingsassistent
Opmerking
De bedieningshandleiding geldt voor verschillende
"displayvarianten" en "symbolen", daarom 2 weerga-
ven.
Afb. 23
HO2B
Afb. 24
HO2C
Menupunt
"Taal"
"Datum en tijd"
"Regeling"
Instellingen en uitleg
"Weersafhankelijk"
■
Leveringstoestand
"Constant"
■
De regeling kan op constante werking omgesteld worden (niet Vitodens 3xx)
als de installatieconstellatie dit vereist. Bij deze werking zijn niet alle beschre-
ven instellingen mogelijk.
Opmerking
Bij elke omstelling worden alle instellingen in de toestand bij levering teruggezet.
Eerste inbedrijfsname, inspectie en onderhoud
1. Netschakelaar van de regeling inschakelen.
De inbedrijfstellingsassistent start automatisch.
2. Selecteerbare instellingen en functies voor de eer-
ste inbedrijfstelling zie volgende tabel:
Opmerking
De selecteerbare instellingen en functies zijn
afhankelijk van het toestel- en regelingstype.
3. Als alle vereiste inbedrijfstellingsstappen zijn uitge-
voerd, "Verder" of "
Op het display verschijnt een veiligheidsaanwij-
zing.
4. Na succesvolle controle de veiligheidsaanwijzing
met "Ja" of "
" bevestigen.
Daarna loopt een automatische controle van de
rookgastemperatuursensor af.
Op de display verschijnt: "Controle rookgas-
temp.sensor" en "Actief".
Als de rookgastemperatuursensor niet correct
gepositioneerd is, verschijnt er een foutmelding A3.
Meer informatie over de controle van de rookgas-
temperatuursensor zie Onderhoud.
5. Als de foutmelding A3 verschijnt, de rookgastem-
peratuursensor opnieuw in de rookgasaansluiting
positioneren.
Opmerking
Zolang de controle niet positief werd beëindigd,
blijft de brander geblokkeerd.
6. Na het verhelpen van de storing de netschakelaar
uit- en opnieuw inschakelen.
Inbedrijfstellingsassistent met "Verder" of "
bevestigen.
" aanklikken.
"
33